z o ft I Pierewaaien 22 het goede, onbezorgde leven. Het was de welstand van de Surinamestraat, het Belgisch Park, de Laan Copes van Cattenburch, het Voorhout en de Bezuidenhoutseweg die daar graag en veel kwam. En natuurlijk de dames uit Wassenaar, die zich door hun chauffeur lieten brengen. Maar onder de vaste bezoekers van Krul waren er ook, die wel graag bij de Haagse deftigheid wilden horen, maar het zich eigenlijk niet konden permitteren. Menige Haagse dame zat er de hele middag met een enkel potje speciale Krul-thee. Ze bestelde er dan later een potje heet water bij om met hetzelfde builtje thee een tweede potje te trekken. Om de hoek, in de Molenstraat, stond dagelijks een rij mensen te wachten om het gebak te bemachtigen, dat van de vorige dag was overgebleven en nu vooreen lagere prijs van de hand werd gedaan. Zo konden ze thuis voor weinig geld tegenover hun gasten pronken met echte taartjes van Krul. Het Scheveningse vissersdorp was eeuwenlang vanuit Den Haag slecht te bereiken. De enige verbinding was een kronkelend zandpad door de duinen, waarlangs de vissersvrouwen met een mand vol vis naar de Haagse vismarkt kwamen. Toen in 1665 de ’Zeestraet’ - de latere Scheveningseweg - was aangelegd, lieten welgestelde Hagenaars zich graag per koets naar het strand rijden om er van de frisse zeelucht te genieten. Nadat Jacob Pronk in 1818 een badhuis had geopend, was het gedaan met de rust in het vissersdorp. Aanvankelijk werd het nemen van een ’zeebad’ nog beschouwd als een gezondheidskuur. Maar na verloop van tijd kreeg het badleven steeds meer het karakter van ontspanning en vertier, al kon lang niet iedereen zich een verblijf veroorloven in het Kurhaus, het Grand Hotel Gami, het Oranjehotel of het na de eeuwwisseling j 1 i;’ I Daarnaast: Tot in 1904 de Scheveningse haven gereed kwam, lagen de bomschuiten op het strand. Met paarden werden de schepen in zee getrokken. Netten en proviand werden aangevoerd door strandkarren (GA). Daaronder een gezicht op hel dorp Scheveningen. in 1751 door J. ten Compe geschilderd. Op de voorgrond het Schuitengat. een soort scheepshelling waar de vissersschepen werden ondergebrachl als er niet gevist werd (HGM). Linksboven: P.C. la Fargue schilderde in 1772 dit kijkje in de Scheveningse Keizerstraat, met op de achtergrond de Oude Kerk. De herberg links heet De Zonde uitspanning rechts De RomeinDe Zon zou een twintigtaljaren later bekend worden als de plaats van samenkomst van de fel-pa trioltische vereniging De Vaderlandsche Sociëteit’ (HGM). I-’’ - - ■W t’u 'L- L' i

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Ach Lieve Tijd 750 jaar Den Haag en de Hagenaars | 1984 | | pagina 22