750 jaar Den Haag,
de Hagenaars en
hun rijke verleden
Olf
Ij]
Mogen we de stadsbeschrijving geloven, die in het
midden van de vorige eeuw verscheen, dan was
Den Haag een stad die ’zoo om hare uitstekende
schoonheid en bevallige omgeving, als om hare
historische belangrijkheid, tot de fraaiste en
merkwaardigste plekken van den vaderlandschen
bodem behoort’.
Wie in die tijd aan de Kneuterdijk of de Lange
Vijverberg woonde, kon dat makkelijk beamen.
Maar in het Spuikwartier en Kortenbosch zullen
zeker Hagenaars zijn geweest, die er anders over
dachten. Desondanks is Den Haag altijd eén
bijzondere stad geweest, die zich nog steeds
onderscheidt van andere steden. Den Haag is
Oranjeresidentie, stad met een badplaats, de
Weduwe van Indië, ambtenarenstad en stad van
hopjes, kou we kak en Haagse bluf. Maar Den Haag
is vooral bekend als regeringsstad.
Vraag een willekeurige Nederlander wat het
bekendste gebouw van Den Haag is en hij zal,
Onder redactie van Maarten van Doom, Charles Dumas, Dick van der Maarel,
Michiel van der Mast, Coos Versteeg en Peter Wander.
zonder een moment te aarzelen, het Binnenhof
noemen. Een uitstapje naar Den Haag is niet
compleet zonder een bezoek aan deze historische
plaats en menige demonstrant heeft van de stad
niet veel meer gezien dan het Binnenhof. Daar
wordt immers de landspolitiek gemaakt. Die
centrale plaats heeft het Binnenhof niet van de ene
dag op de andere gekregen. Den Haag heeft aan het
Binnenhof zelfs zijn ontstaan te danken, nu zo’n
750 jaar geleden.
De grafelijke hof
Het bosrijke duingebied aan de Noordzee, waar al
een kleine nederzetting van boerenhoeven lag,
moet een bijzondere aantrekkingskracht hebben
gehad op graaf Floris IV van Holland. Hij liet er
omstreeks 1230 een grafelijke hof bouwen en gaf
daarmee de aanzet tot het ontstaan van het dorp
Die Haghe.
'fa.
’ii>
Op de linker pagina: De
Herengracht, gezien naar de
Bezuidenhoutseweg en de
Koekamp. Aan deze zijde
van de gracht stonden
kapitale woonhuizen. De
bewoner van hei huis geheel
rechts gaf in 1853 de Haagse
schilder B.J. van Hove
opdracht voor dit schilderij.
Enkele jaren later werd de
gracht gedempt (HGM).
Hieronder: H. W. Last
lekende de lange stoet bij de
opening van de
Staten-Generaal in 1861 als
een grote slinger over het
Binnenhof. De stoet gaat niet
naar de Ridderzaal, want tot
1904 vond deze plechtigheid
plaats in het gebouw van de
Tweede Kamer, rechts op de
afbeelding GA
l