I III
'Ii
Él®
De graven van Holland hadden in die tijd geen
vaste woonplaats. Ze trokken met hun ridders door
het graafschap om er recht te spreken, belasting te
innen of, als dat nodig was, de orde te herstellen.
Zij bleven daarbij nooit lang op één plaats.
Verspreid over het graafschap hadden ze huizen
waar ze tijdelijk hun intrek namen, zoals in
Haarlem, Leiden, Delft en ’s-Gravenzande.
Met de grafelijke hof die we tegenwoordig kennen
als het Binnenhof, had graaf Floris grote plannen.
Die moest ruim van opzet worden en ingesteld op
een langdurig verblijf. De plaats die hij ervoor had
uitgekozen, was dan ook ideaal, aan de rand van
een klein duinmeertje en in de directe nabijheid
van een woud dat wel tot aan de horizon leek te
reiken. Hout voor het bouwen van de grafelijke hof
was er dus in overvloed en in de uitgestrekte bossen
kon op klein wild worden gejaagd om de grafelijke
dis rijkelijk van vlees te voorzien.
Aan zijn woonverblijf wilde Floris IV een grote
zaal bouwen, om zijn hoge gasten te ontvangen en
feestmalen aan te richten voor zijn ridders. Lang
heeft de graaf niet kunnen genieten van zijn
nieuwe woning en de feestzaal heeft hij zelfs nooit
voltooid gezien, want in 1234 werd de
avontuurlijke graaf bij een toernooi in Frankrijk
dodelijk gewond.
Zijn zoon Willem II, die hem opvolgde, liet na zijn
verkiezing tot koning van het Duitse Rijk in 1248
het grafelijk kwartier uitbreiden om het de allure
van een ’coninclyc palleys’ te geven. De
onafgebouwde zaal liet hij tot vloerhoogte afbreken
om op dezelfde plaats een grotere zaal op te
trekken, die meer in overeenstemming zou zijn
met zijn nieuwe waardigheid. Maar voor het werk
klaar was, liet Willem II het leven in de strijd tegen
de opstandige Friezen. Het was zijn zoon Floris V,
’der keerlen God’, die uiteindelijk de bouw
voltooide van de ’Grote Zaal’, die wij nu kennen
als de Ridderzaal. Graaf Floris breidde het
grafelijke kasteel verder uit en voegde er rond 1280
aan de kant van de Hofvijver de Hofkapel aan toe.
Langzamerhand ontstond zo het
Binnenhofcomplex.
Erfpachters en ambachtslieden
De nabijheid van het grafelijke kwartier had
ingrijpende gevolgen voor de kleine nederzetting
die al in de elfde of twaalfde eeuw moet zijn
ontstaan in het gebied waar nu de Grote Kerk
c
-«I.
Op deze plattegrond uil 1616
zien we duidelijk de twee
kernen waaruit Den Haag is
ontslaan. Rechts de
grafelijke hof met de
Hofvijver aan de ruim
opgezette Vijverberg. Links
het dorp met zijn smalle
stralen rondde Grote Kerk
en het stadhuis (HGM).
Onderaan deze pagina: Tol
1925 reden er trams over het
Binnenhof. Lijn 3 passeert
hier met een open
zomerrijtuig de Ridderzaal,
op weg van Bezuidenhout
naar Duinoord (GA).
7 1
«A- 1
229’3
-1111
6
na*.