L I O i1 m- Si 'ISi J ES het leven van de Hagenaars. Dagenlang heerste er dan een enorme drukte op het Buitenhof, de Plaats en het Voorhout, want daar mocht tijdens de jaarmarkt iedereen vrij zijn handelswaren verkopen. Marskramers en rondreizende kooplui kwamen naar Den Haag met hun koopwaar uit verre en vreemde streken. En uit de wijde omgeving trokken de mensen naar de jaarmarkt om er paarden, kippen en groente te verkopen. Het daarmee verdiende geld zetten ze dan weer om in artikelen die niet op de gewone markten te vinden waren. Midden tussen het gewoel probeerden kwakzalvers hun heilzame drankjes en smeerseltjes aan de man te brengen en vermaakten goochelaars, muzikanten en acrobaten het publiek met hun kunsten. Bij het begin van de jaarmarkt liet de graaf, die de jaarmarkt zelf had ingesteld, de vlag uitsteken op het Binnenhof. De graaf verdiende er overigens goed aan, want van iedere koopman ontving hij marktgeld. De dag- en weekmarkten werden gehouden bij de Grote of Sint Jacobskerk die in de veertiende eeuw was gebouwd op de plaats waar eerst een eenvoudig houten kapelletje had gestaan. De groei van de bevolking en niet in het minst het toegenomen aanzien van Den Haag hadden echter de bouw van een grotere en fraaiere kerk noodzakelijk gemaakt. De nieuwe, in steen gebouwde kerk was gewijd aan de heilige Jacobus. Tussen 1420 en 1424 werd met geldelijke bijdragen van rijke lieden uit Den Haag en het De Haagse draperie In de middeleeuwen was het vooral de lakennijverheid die het economische leven in Den Haag bepaalde. De eerste lakenhandelaren die zich hier vestigden, werden ongetwijfeld aangetrokken door de aanwezigheid van het hof. De opdrachten die zij van de graven kregen voor het leveren van laken, een fijne, van wol geweven stof, waren inderdaad aantrekkelijk. Zo bestelde graaf Albrecht in 1386, na het overlijden van zijn vrouw, niet minder dan 398 el zwart laken om daarvan rouwkleding te laten maken voor zichzelf en zijn hofhouding. Maar de latere bloei van de Haagse lakennijverheid was vooral te danken aan de goede reputatie van het Hollandse laken, dat naar alle windstreken werd geëxporteerd. De lakennijverheid werd beheerst door de drapeniers, zoals de lakenhandelaren toen werden genoemd. Deze kapitaalkrachtige ondernemers Haagambacht een hoge, zeskante toren aan de kerk gebouwd. Tien jaar later werd begonnen met de verbouwing van het schip, dat toen zijn huidige vorm kreeg. Omstreeks 1490 werd tenslotte het oude koor vervangen door een nieuw koor, dat hoger was dan het schip. mH® o] iü £3 Daarnaast: De Ridderzaal is niet altijd de plaats geweest waar zich alleen plechtige gebeurtenissen afspeelden. In de 16de eeuw werd er vleesmarkt gehouden en van 1726 tot 1855 werd in de 'Grote Zaal’ de trekking van de toenmalige Staatsloterij gehouden. Op deze 18de-eeuwse gravure zien we de grote houten trommel waaruit de winnende loten werden getrokken. In wat toen de Loterijzaal heette, hadden bovendien boekverkopers hun stalletjes (GA). Linksboven: Tijdens de mei kerm is heerste op het Buitenhof en omgeving altijd een drukte van belang. Tot 1887 is de kermis hier gehouden. In dat jaar besloot het gemeentebestuur de kermis op te heffen, omdat die vaak aanleiding gaf tot bandeloosheid, relletjes en een enkele keer zelfs tot op roer (GA). r-, 1 i i-. j'j

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Ach Lieve Tijd 750 jaar Den Haag en de Hagenaars | 1984 | | pagina 8