kochten de ruwe wol in, lieten die vervolgens
bewerken en verkochten dan het laken in heel
Europa.
Het bewerken van het laken was een langdurig en
arbeidsintensief proces. Eerst werd de wol
gewassen, gekamd en tot garen gesponnen. Het
garen ging naar de wevers, die er lappen van soms
wel 25 meter lang van weefden. Daarna werd het
laken geverfd. Dat was misschien wel de
belangrijkste fase in het hele produktieproces,
want de kwaliteit van de kleur bepaalde de
handelswaarde van het laken. Dan kwam het
vollen, wat verreweg het smerigste werk was. In
grote kuipen, gevuld met een mengsel van water,
urine, aluinaarde en zeep stampten de vollers
dagenlang vrijwel naakt op de lakens rond, tot die
een viltachtig oppervlak kregen. De door het
vollen gekrompen lakens werden in de
Voldersgracht uitgespoeld en vervolgens op grote
houten stellages, de ramen, gespannen en opgerekt.
De Raamstraat heeft daar haar naam aan te
danken. Als het laken tenslotte mooi glad
geschoren was, werd het gekeurd en voorzien van
een loodje als garantie voor de kwaliteit. Pas dan
mocht het worden verkocht.
Halverwege de vijftiende eeuw werkten ongeveer
1000 van de 8000 Hagenaars in de lakennijverheid,
die toen een periode van grote bloei beleefde. De
Haagse draperie was zelfs een geduchte concurrent
van de beroemde Leidse lakenindustrie. De
drapeniers profiteerden vanzelfsprekend het meest
van deze voorspoed. Zij hielden de Ionen zo laag
mogelijk en lieten zich weinig gelegen liggen aan
de miserabele arbeidsomstandigheden van hun
werknemers. De groeiende onvrede hierover kwam
in 1452 tot een uitbarsting. De vollers, die het
zwaarste werk deden en het minst betaald kregen,
legden massaal het werk neer en verlieten uit
protest het dorp. Zij wilden pas weer terugkomen
als hun eisen waren ingewilligd. Met deze en
9
Daarnaast een foto van de
poppenkast op het Spui aan
het begin van deze eeuw. De
poppenkast, die eigenlijk
bedoeld was als vermaak
voor de jeugd, trok
merkwaardig genoeg vooral
belangstelling van volwassen
Hagenaars (GA).
Onderaan de linker pagina
het Binnenhof zoals het er in
1711 uitzag. Rechts de
Ridderzaal met links
daarvan de in 1879
afgebroken Hofkapel. Geheel
links steekt de Mauritstoren
uit boven het gebouw van de
Staten van Holland en de
stadhouderlijke verblijven
(GA).
Daaronder: Het opheffen van
de kermis in 1887 werd in de
stad als een groot gemis
gevoeld. Enkele jaren later
zetten de Voorjaarsfeesten in
de Haagse dierentuin de
kermistradilie voort, maar
wel op een iets rustiger
manier dan de kermis
voorheen was gevierd. Op
deze foto uit omstreeks 1905
zien we een van de mooiste
attracties, de stoomcarrousel
van Henri Janvier (GA).
Hierboven: Ter gelegenheid
van het huwelijk van
koningin Wilhelmina en
prins Hendrik in 1901 werd
in Scheveningen uitbundig
feest gevierd. Aan de Prins
Willemstraat was deze
enorme ereboog opgericht ter
ere van hel vorstelijke paar
(GA).