ij A BW*' r/ü tAA s ---'As - iAAAAS AKAAA^/;.A iA<. -a- J A Al AA'-''' g «ai vertrok. Een half uur later kwam de reiziger dan in Scheveningen aan. Met de opening van het gemeentelijke badhuis in 1828 werd de aanzet gegeven tot Scheveningens groei als mondaine badplaats. P.P. Reijman, de kastelein van de Oude Doelen aan het Toumooiveld, had dat snel begrepen. In de daarop volgende zomer liet hij al een door paarden getrokken diligence van zijn hotel naar Scheveningen rijden. Voor zijn eigen gasten en verder voor iedereen die maar mee wilde rijden. Zeven jaar later deed Reijman zijn dienst over aan J.P. Koens, de stalhouder aan het Spui, die het vervoer naar de badplaats tot ongeveer 1850 voortzette. Een nieuw tijdperk Met de komst van de stoomtrein brak een nieuw tijdperk aan. Voor een reis naar Rotterdam, waar de trekschuit een hele ochtend over deed, had de trein maar drie kwartier nodig. Amsterdam, dat met acht uur varen een dagreis ver lag, was nu in twee uur te bereiken. De trekschuit, die eeuwenlang het hoofd had kunnen bieden aan de concurrentie van de postkoets, was nu definitief verslagen. De trein was niet alleen veel sneller, maar zeker zo comfortabel als de trekschuit. Het einde van de trekschuit is ooit zo samengevat: Het eerste Haagse spoorwegstation werd gebouwd op de plaats waar nu het bekende station De jager en zijn paard hebben zich gisteren verhangen En de schipper staat snoeck te vissen, die hij wel nooit zal vangen Om kort te gaan, Mijnheer, met de schuit Kunnen wij gerust zeggen: c’est fini, of: 't is uit. - s i f (ff u.- - t A AAA y.. 39 Hierboven de in 1665 aangelegde, kaarsrechte 'Zeestraetdoor de duinen naar Scheveningen, afgebeeld op een gravure uit 1681. Rijtuigen, ruiters en voetgangers hadden aparte rijbanen, die door rijen bomen van elkaar gescheiden waren. Halverwege Den Haag en Scheveningen lag het ’keerrond’, waar de rijtuigen - die de middelste rijbaan gebruikten - konden keren. Rechts op de voorgrond staat het tolhuis, waarin zowel de woning van de tolgaarder als een herberg en tapperij gevestigd was. In enigszins gewijzigde vorm bestaat dit tolhuis nog steeds. Het tolhek links ervan was oorspronkelijk van hout, maar werd in het begin van de 18de eeuw vervangen door een metalen hek (GA). Rechts: Aan het einde van de 18de eeuw tekende P.C. la Fargue het nieuwe tolhek aan de 'Zeestraet'. Wie van deze weg gebruik wilde maken, moest hier tolgeld betalen. Alleen de Scheveningers waren daarvan vrijgesteld. Links op de tekening staat het huis Hessenhof dat later Buitenrust ging heten (GA). Rechtsboven: Stadhouder Willem V maakte graag een uitstapje naar Scheveningen om daar in zijn rijtuig langs het strand te rijden. Aan het eind van de Keizerstraat stapte hij vaak uit om een praatje met de vissers te maken. De stadhouderlijke berline rijdt hier langs het huis Nieuw-Soetenburgh dat aan de Kerkwerf het verlengde van de Keizerstraat, lag (GA). - ■•-o - ffl 'ak wAAA -Gi' "A J E i

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Ach Lieve Tijd 750 jaar Den Haag en de Hagenaars | 1984 | | pagina 11