ft--''--'-•;---
41
beconcurrerende maatschappijen en grote
moeilijkheden bij de aanleg van de spoorbaan door
het drassige terrein waren eraan voorafgegaan.
Eindelijk kon de eerste trein uit Gouda met veel
feestelijkheden worden verwelkomd op het nieuwe
station aan de Rhijnstraat, een zijstraat van de
Bezuidenhoutseweg. ’s Avonds werd het station
herschapen in één grote balzaal. De perrons waren
met elkaar verbonden door plankieren en de met
duizenden bloemen en bloemstukken versierde
ruimte was feeëriek verlicht voor een grootse
soiree. Tot op grote afstand was te zien hoe de
stationsoverkapping zich als een boog van licht
aftekende tegen de avondhemel.
Een merkwaardig kopstation
Met de komst van het Rhijnspoor naar de
residentie had Den Haag de twee spoorlijnen
gekregen, die nog steeds de ruggegraat vormen van
het Haagse spoorwegstelsel. De oorspronkelijke
stations zijn echter beide verdwenen. Het station
langs de ’Oude Lijn’ heeft tot 1890 dienst gedaan.
Maar na het ophogen van de spoorbaan moest het
vervangen worden. Ervoor in de plaats kwam het
gebouw dat we kennen als station Hollandse
Spoor, met een grote luifel boven de hoofdingang
en opzij daarvan een apart luifeltje boven de
ingang van de koninklijke wachtkamer.
Het stationsgebouw van het Rhijnspoor, dat later
algemeen bekend werd als Staatsspoor, heeft het
langer uitgehouden. 100 Jaar na de opening, in
1970, begon de sloop van dit merkwaardige
’kopstation’, dat opzij van de spoorlijn was
gebouwd omdat het de bedoeling was de lijn door
te trekken naar Scheveningen. Daar is het echter
nooit van gekomen, want het gemeentebestuur
voelde er niets voor. Het nieuwe Centraal Station,
dat in 1973 werd geopend, is definitief een
kopstation. Het staat dan ook, zoals het hoort,
dwars voor de sporen. Voor de bouw van deze
kolos moest een klassiek stukje Den Haag
verdwijnen. Het offer dat daarvoor gebracht is,
heeft echter geen echt centraal station opgeleverd.
Treinen uit Rotterdam, Venlo en Keulen kunnen
het Centraal Station alleen via Hollandse Spoor
bereiken en doorgaande treinen rijden nog steeds
over Hollandse Spoor en laten het ’Centraal’ links
of rechts liggen. De onderlinge wedijver van de
vroegere particuliere spoorwegmaatschappijen,
met ieder hun eigen station, is in Den Haag nog
steeds duidelijk te merken.
Twee vliegen in één klap
De felle concurrentie tussen Staatsspoor en
Hollandse Spoor kon tot merkwaardige situaties
leiden. De in 1900 opgerichte Zuid-Hollandsche
Electrische Spoorweg Maatschappij, een
onderneming waar in werkelijkheid het
Staatsspoor achter stak, wilde een elektrische trein
laten rijden tussen Rotterdam Hofplein en het
Kurhaus. Een zijlijn zou dan het station
Staatsspoor aandoen. Daarmee wilde het
Staatsspoor twee vliegen in één klap slaan. Het
Hollandse Spoor zou zijn monopolie op de lijn
naar Rotterdam verliezen en het Staatsspoor kreeg
zijn lang begeerde verbinding met Scheveningen.
De concurrent kreeg echter lucht van het plan en
wist ongemerkt het grootste deel van de aandelen
Rechts de overkapping van
het station Rhijnspoor - dal
later Staatsspoor ging heten -
omstreeks 1870, het jaar
waarin dit station geopend
werd. Rechts op de foto
liggen de wachtkamers le, 2e
en 3 e klasse. In 1970 werd
begonnen met de sloop van
dit station om plaats te
maken vóórhel nieuwe
Centraal Station (GA).
Hieronder: Op de perrons
van het station Staatsspoor
liepen in de jaren dertig
witkielen langs de trein om
hongerige en dorstige
passagiers te voorzien van
Berliner bollen of een flesje
bier (GA).
'F
■1"' 7