8 lil ■~fl -- 43 rijden. De Engelse paarden werden zelfs gemend door Engelse koetsiers. Dagelijks werden acht ritten heen en terug gereden. Goedkoop was de paardetram allerminst. Een retour eerste klasse kostte 50 cent en voor de tweede klasse moest altijd nog 35 cent betaald worden. Zulke tarieven waren voor een gewone Hagenaar niet op te brengen. De tram trok dan ook meer toeschouwers dan passagiers. Het dak van de allereerste tramwagens was voorzien van een imperiaal, dat vanaf het achterbalkon was te bereiken langs een ijzeren trapje. Avontuurlijk aangelegde reizigers, die de steile klim naar het dak waagden, hadden daar een prima zitje. Maar als de heren even niet opletten, wilde de hoed hun nog wel eens van het hoofd waaien of aan een tak van een boom blijven hangen. Dat gaf dan weer vertraging en klachten. Klachten waren er trouwens altijd. Gezien de hoge tarieven waren de passagiers voornamelijk Hagenaars uit de ’betere standen’. Zij hadden de neiging de tram als hun privé-vervoermiddel te beschouwen en beoordeelden de dienstverlening dan ook uiterst kritisch. De zweep erover Twee jaar later had Den Haag weer een primeur. Nu van de eerste interlokale tramlijn in Nederland. Dit keer was het een Franse maatschappij die de lijn aanlegde en de dienst onderhield. Dat gebeurde aanvankelijk met ’railroaders’, zware rijtuigen die behalve op rails ook gewoon over straat konden rijden. Aan de eindpunten - in Den Haag op het Huygensplein - werd ’railloos’ gekeerd en ook de spoorwegovergang in de Rijswijkseweg en de Hoornbrug werden zo gepasseerd. Desgewenst kon de route ook worden verlengd. De ’comediewagen’ die de Delftse liefhebbers van de Fransche Opera naar Den Haag bracht, reed bijvoorbeeld door tot J all •fcv I i Brevet: Inventors and Manufacturers of Acouslicons for Pianos Hierboven: Kort na de eerste rit op 23 juni 1864 werd deze foto gemaakt van een 'imperiaalrijtuig der 2e klasse' - waarvan de Dutch Tramway Company er vier had - voor de Oude Kerk in Scheveningen. Het rijtuig kon in totaal 40 passagiers vervoeren. Op het dak mochten alleen heren plaats nemen. Dat een ritje met de paardetram een exclusief genoegen was. blijkt wel uit de kleding van de dames en heren (GA). Daaronder: De paardetram sprak zo tol ieders verbeelding, dat er zelfs een speciaal muziekstuk voor werd gecomponeerd: de Tram- way march galop, getoonzet voor piano, orgel of harmonieorkest. Op het omslag van dit werkje is een paardetram met imperiaal afgebeeld. omlijst door linksboven het Buitenhof en rechtsonder het dorp Scheveningen (GA). Daarnaast: De Prinsestraat werd in 1884 doorgetrokken tot het Kerkplein en veranderde daardoor in een drukke winkelstraat. De Groene lijn van de paardetram reed door deze straat op het traject van de Laan van Nieuw Oost Indië naar de Zoutmanstraat. De tram moest daarbij de drie poorten van het Binnenhof passeren. Dat kon maar over een enkel spoor en gaf eindeloze problemen met het omzetten van de wissels. Om het oponthoud te beperken liet men steeds twee trams achter elkaar door de poorten rijden. Op deze foto zien we een zomerrijtuig de Prinsessewal oprijden bij de tuin van Paleis Noordeinde (GA). I jB Op.5 Price ƒ0.90 10 tehadforHarmony atlhe jiuoiislier;

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Ach Lieve Tijd 750 jaar Den Haag en de Hagenaars | 1984 | | pagina 15