Op hun wenken bediend
Aan alle ellende met de trams kwam pas een einde,
toen de in Brussel gevestigde Société anonyme des
Tramways de la Haye de tramlijnen naar
Scheveningen en Delft ovemam. Met goed
verzorgd materieel en gezonde paarden breidde de
Belgische maatschappij het tramnet verder uit. Na
de aanleg van een stationslijn van de Kapelsbrug
(aan het begin van het Spui, bij de Lange Poten)
over de Gedempte Gracht en de Wagenstraat naar
het Hollandse Spoor, ontstond geleidelijk een
tramnet waarvan het Plein het knooppunt was.
De vergunning voor de lijn op Scheveningen
verplichtte de maatschappij het hele jaar door een
tram te laten rijden. Maar buiten het korte
zomerseizoen waren de trams vrijwel leeg, op een
enkele passagier voor Scheveningen na. Tussen
Witte Brug en het badhuis reed de tram door open
duinlandschap dat nog geheel onbebouwd was.
Cambier, de Belgische directeur van de
maatschappij, besloot daar iets aan te doen. Hij
nam actief deel in de financiering van
bouwprojecten langs de lijn en werd zodoende de
grondlegger van het ’Belgisch Park’. Op deze
manier kweekte de tram zijn eigen klanten. En die
werden letterlijk op hun wenken bediend. Vaste
halteplaatsen waren er niet, de tram stopte overal
winterdienst kreeg het overgrote deel van de
personeelsleden ontslag en de paarden werden
verkocht. Bij het begin van het nieuwe seizoen
moesten dan in allerijl seizoenwerklozen en
jongelui worden aangenomen. Met als gevolg dat
de trams moesten rijden met personeel dat vaak
niets van paarden wist en met paarden die soms
uitgeput voor de rijtuigen neervielen. In 1873 werd
zo’n groot deel van de wagens en de paarden
afgekeurd, dat de heren directeuren zich
genoodzaakt zagen de dienst te staken.
45
Hierboven: Tot 1940 was het
Plein een belangrijk
knooppunt in het Haagse
tramverkeer. Deze foto werd
in de zomer van 1905
gemaakt. We zien
verschillende soorten trams
bij elkaar. Links de nieuwe
beugeltram van de op 31 mei
van dat jaar geëlektrificeerde
lijn 8 naar het Kurhaus en
rechts wagen 19 van de Gele
paardetramlijn die in
november van datzelfde jaar
zou worden geëlektrificeerd
Onder de bomen staat de
'Blauwe Tweeramer' van de
Zwarte lijn, die via het hotel
De Witte Brug ook naar het
Kurhaus reed (GA).
Daarnaast: Sinds 1885 reed
een stoomtram van Den
Haag naar Voorburg, die
zijn vertrekpunt had op de
Schenkweg, hoek
Bezuidenhout. Ondanks de
maximum snelheid van
15 km per uur, was de
stoomtram toch menigmaal
betrokken bij
verkeersongelukken. Tot
1924 heeft de stoomtram
gereden. In dat jaar werd de
lijn geëlektrificeerd en ging
er de blauwe tram naar
Leiden rijden (GA).
Daaronder: Van het station
Rhijnspoor vertrok in 1879
de eerste stoomtram van de
Nederlandsche
Rhijnspoorweg
Maatschappij naar
Scheveningen. De NRM had
liever de spoorlijn uil Utrecht
doorgetrokken naar
Scheveningen. maar
daarvoor kreeg de
maatschappij geen
vergunning. We zien hier de
stoomtram voor het station
(Collectie R.F. de Bock).
A