’Wc: 1V 32 dienstdoende priester daarvan een bewijsbriefje had gekregen, mocht hij weer in Den Haag terugkeren. Een heel vroege vorm van ’toerisme’ ontstond in de zeventiende eeuw. Het werd in die tijd gebruikelijk dat jongelieden uit de betere standen als afronding van hun opvoeding een reis door Europa maakten. Tijdens deze ’Grand Tour’, die vaak enkele jaren duurde, bezochten zij de bekendste universiteiten van Frankrijk, Italië en Duitsland en bekeken met eigen ogen de hoogtepunten van de eeuwenoude cultuur van die landen. gewaarschuwd ’dat hy hem voor al heeft te wachten van dese volgende vier swarigheeden, als voor valsche speelders, roovers, dieven en hoeren’. Gevaren die hij alleen met de hulp van de Almachtige zou kunnen trotseren. Het reys-boek ving dan ook aan met een achttal gebeden. ’Heylige vader’, bad de reiziger, ’geleydt en voert my vorder op dese reyse door de beschermingh uwer lieve engelen, dat ik seecker sy voor moordenaers en rovers, voor vergiftige lucht en quade sieckte, voor strijdt en alle ongeval’. Dat het reisboek niet overdreef, blijkt wel uit het reisverslag van de Haagse dichter en staatsman Constantijn Huygens, die in 1620 deelnam aan een diplomatieke reis naar Venetië. Huygens schreef daarin dat bij het gehucht Roelandtswerve in Duitsland diefstal en moord zo gewoon waren, dat de galgen er bij tientallen tegelijk langs de Rijn stonden. Huygens maakte de reis door Duitsland per schip, Een naeuw-keurig reys-boek Voor al deze vroege reizigers verscheen in 1679 het ’Naeuw-keurig reys-boek’, een reisgids die ’bysonderlijk dienstig voor kooplieden en reysende persoonen’ was. De reiziger werd nadrukkelijk 1 r i r.-_- Links op dit schilderij van A. van der Venne is een door vier schimmels getrokken reiskoets op weg van Den Haag naar Delft. Op de achtergrond is in de verte nog de toren van de Grote of Sint Jacobskerk zichtbaar. De koets wordt voorafgegaan door twee pages te voet. Dat geeft aan dal zich in de koets een hooggeplaatst persoon bevindt, vermoedelijk stadhouder Frederik Hendrik (Rijksmuseum. Amsterdam). Op deze aquarel van de I8de-eeuw.se kunstenaar J.E. la Fargue draait een fraaie staatsieberline vanuit de Lange Houtstraat het Korte Voorhout op. in de richting van de Bosbrug. De koets, waarin stadhouder Willem V. zijn echtgenote prinses Wilhelmina van Pruisen en één van hun kinderen zitten, wordt door maar liefst zes paarden getrokken. In de 18de eeuw was dat uitsluitend voorbehouden aan de stadhouder en de ambassadeurs van vreemde mogendheden (GA). Wi 'Z- r

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Ach Lieve Tijd 750 jaar Den Haag en de Hagenaars | 1984 | | pagina 4