r Steunt onze Collecte op DINSDAG 21 JUNI De Dolfijn 73 daartegen kunnen we ons gelukkig verzekeren, zoals we ook zeker zijn van inkomsten bij ziekte. Het is nog niet eens zo erg lang geleden, dat iemand die niet kon werken als gevolg van ziekte, slechts bittere armoede te wachten stond. Kreeg de zieke al een uitkering uit de ziekenkas van zijn bedrijf, dan bedroeg die meestal slechts de helft van het loon. Bovendien duurde die ziekteuitkering maximaal dertien weken. In 1913 kwam een ziektewet tot stand, die onder meer uitkeringen bij ziekte regelde: 70% van het loon gedurende zes maanden. Overigens bestond al in de zeventiende eeuw zoiets als een ziektekostenverzekering. Meestal waren het de gilden die een zogenaamde ’bos’ instelden. Een bos was zowel een ziekenfonds, dat dokters en chirurgijns betaalde, als een ziekenkas, waaruit een zieke een uitkering kreeg. Doorgaans waren niet de gildemeesters, maar alleen de leerlingen, de gezellen, hierbij aangesloten; dan sprak men van knechtsbossen. Toen in de Franse tijd (1795-1813) de gilden werden opgeheven, verdwenen ook de meeste bossen. Er kwamen algemene ziekenfondsen voor in de plaats, maar de echte armen, die het fonds het meeste nodig hadden, konden doorgaans de contributie niet opbrengen. Deze fondsen, meestal opgezet met de bedoeling winst te maken, beconcurreerden elkaar hevig. Ze beloofden hoge uitkeringen, ook bij overlijden. In die concurrentiestrijd ging echter menig fonds failliet en moesten Hagenaars, na trouw dertig jaar te hebben betaald, tot de ontdekking komen dat er niets voor hun begrafenis was gereserveerd. En ’van de armen’ begraven worden, vond men in die tijd een schande. De Volharding Dat het ook anders kon met de ziekenzorg, bewees het Haagse ziekenfonds De Volharding, dat geheel door de leden zelf - merendeels arbeiders uit de sociaal-democratische hoek - werd beheerd. De Volharding was in 1880 begonnen als coöperatieve bakkerij. Al spoedig werden andere ondernemingen, zoals slagerijen en kruidenierswinkels opgezet. In 1892 volgde het ziekenfonds. Artsen en andere medewerkers werden in dienst genomen op voorwaarde dat zij uitsluitend voor De Volharding zouden werken. Het ziekenfonds wilde namelijk voorkomen dat artsen naast hun lucratieve particuliere praktijk de Hei opmerkelijkste Haagse ziekenhuis is. wal zijn vorm betreft, de Rudolf Steinerkliniek. Het wordt in de volksmond wel 'de dolfijn of'de walvis' genoemd. Het is gebouwd volgens de principes van de antroposofische architectuur. In de Rudolf Steinerkliniek werd vanaf1928 op antroposofische wijze behandeld, volgens een methode die door Steiner en de Nederlandse arts ha Wegman was ontwikkeld. In 1942 werd het gebouw gevorderd door de Duitse bezetters. In die eerste oorlogsjaren, maar ook in de periode 1945-1950 werden er operaties uitgevoerd, wat eigenlijk tegen de principes van de antroposofische geneeswijze was. Na de oorlog waren er lange tijd geen antroposofische specialisten beschikbaar. Pas in 1974 werd weer een antroposofische afdeling voor interne ziekten opgezet. Deze afdeling werd echter in 1980 naar Bilthoven verplaatst. Sindsdien is de kliniek in gebruik als verpleeghuis.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Ach Lieve Tijd 750 jaar Den Haag en de Hagenaars | 1984 | | pagina 21