k
lii
pi
i
De taken der buurten
Nu moesten ook andere pachtershuizen het
ontgelden, of ze nu door de pachter zelf of door
huurders werden bewoond. Complete inboedels
werden op straat gegooid. De huizen werden
geplunderd en verwoest. Alleen pachter David
Beekhof werd nadrukkelijk gespaard. Hij was alom
geacht vanwege zijn eerlijke optreden. De
oproermakers leidden hem zelfs rond om te laten
zien wat hem bespaard was gebleven.
Na deze uitbarsting kwamen de gemoederen tot
rust. Veel oproerlingen die zich aan plundering
schuldig hadden gemaakt, vluchtten de stad uit.
Toch kreeg de zaak nog een kort vervolg, want op
24 juni werd Dirk Frerking, ’eene der Belhamels by
de kop gevat, digt by het Huis van Prins Maurits’.
De 24-jarige Hagenaar kon kort daarop van de
rechters vernemen ’met de koorde gestraft te
worden dat ’er de dood na volgt’. De wijde
omgeving van de gerechtsplaats werd op de dag
van de executie bewaakt door het garnizoen.
Niettemin was de overheid zo van het oproer
geschrokken dat het bestaande belastingsysteem
een jaar lang werd ingetrokken. De pachters
werden hiema vervangen door inners: ambtenaren
die door de overheid werden betaald en zelf geen
winst op de belastingen hoefden te maken.
Veel zaken van algemeen belang werden in de
middeleeuwen verzorgd door de buurten. Dat
waren een soort verenigingen, door bewoners van
bij elkaar liggende straten in het leven geroepen.
Deze buurten hielden zich bezig met het
onderhoud van het plaveisel in de straat en het
opsteken der straatlantaarns. Ook het hulp
verlenen bij brand was een zaak waar de buurten
zich mee bezig hielden. Maar de oudste en
voornaamste plicht was het begeleiden van
begrafenissen.
Wanneer een buurtlid overleed, werd aan de hand
van een lijst vastgesteld wie van de buren aan de
beurt was om de dode ten grave te dragen. Een
buurtbode informeerde de aangewezenen en
overhandigde hun daarbij een buurtpenning. Wie
de penning niet voor zonsondergang terugbracht,
verplichtte zich tot het dragen van de baar. Op
onaangekondigd wegblijven stond een boete.
Gekleed in het zwart, in sommige buurten met een
I’S
1
‘lj|
iJrai'i
f f5-- S JJ
86
i>
Geheel links: In de strijd
tussen patriotten en
prinsgezinden kwam het in
Den Haag hërhaaldelijk tot
opstootjes. Op zondag
4 september 1785 was het
weer raak. Na afloop van de
wekelijkse inspectie van het
garnizoen door de
stadhouder begonnen
Oranjegezinde Hagenaars
patriotten van buiten de stad
uit te jouwen. Dit leidde al
snel tot een handgemeen en
de patriotten waren
genoodzaakt zich in een huis
van gelijkgezinden terug te
trekken. Na een tijdje keerde
de rust weer en konden de
patriotten ongehinderd
vertrekken (GA).
Rechtsboven: Toen de Vierde
Engelse Oorlog niet al te
gunstig verliep, kreeg
stadhouder prins Willem V
veel kritiek van patriotse
zijde te verduren. Als
steunbetuiging
organiseerden prinsgezinde
Hagenaars op 5 december
1782 een vuurwerk op het
Binnenhof. Daarna trokken
ze de stad in en
demonstreerden voor de
huizen van enkele fanatieke
patriotten. Deze gebeurtenis
staat bekend als de
'Haagsehe Sint Nicolaas
Vroolijkheit '(GA).
Daaronder: Dit
magistraatsportrei uit 1717
is geschilderd door Corel de
Moor die er 2200 guldens
voor betaald kreeg (HGM).
A