.r ■Bi 'K 89 gedraaid, vervolgens drie jaar in het tuchthuis opgesloten en daarna nog eens voor zes jaar uit Den Haag verbannen. Ook de waardin Pieternella Galjaerd, bijgenaamd Pietemel met de neus, kreeg deze straf, omdat zij deze drie dames in haar ’Logement van Rome’ onder de Uilebomen hun beroep had laten uitoefenen. Het draaien van de kooi was kennelijk zwaar werk, want de dienders kregen per dame ruim vier gulden betaald. Verder stond op de Riviervismarkt ’de kaak’, waarop een veroordeelde - bijvoorbeeld voor het afleggen van een valse eed - ten toon werd gesteld. Pas omstreeks 1840 werd deze straf afgeschaft. Andere in het openbaar uitgevoerde straffen waren onder meer het afsnijden van de oren en het doorsteken van de tong met een gloeiend ijzer. Geseling en verbanning vielen Maerten Jansz. van Leiden ten deel, nadat hij was betrapt op beurzensnijderij. De uitdrukking geeft letterlijk weer wat deze gauwdief uithaalde: hij sneed met een scherp mes de beurzen los, die in die tijd aan een leren riempje aan de gordel hingen. Maerten werd veroordeeld om tot bloedens toe te worden gegeseld en bovendien mocht hij twaalf jaar lang niet in Den Haag komen. Het rasp- en spinhuis Straffen deelde men vroeger louter uit als vergelding voor het begane misdrijf. Daarbij ging men uit van de stelregel ’oog om oog, tand om tand’. Ook was men van mening dat een straf kon dienen als afschrikking voor anderen. In de zeventiende eeuw echter won de opvatting terrein dat men bedelaars, gauwdieven en prostituées kon verbeteren door ze te dwingen tot een geregeld en vooral werkzaam leven. Om die reden stichtte het stadsbestuur een tucht- of verbeterhuis. V-rouwen werden er aan het spinnen gezet en mannen ‘1 3^ Rechts een verzameling folter- en strafwerktuigen in de kelder van de Gevangenpoort op een foto uit het begin van deze eeuw. Op de voorgrond zien we een pijnbank. In het midden hangen executiezwaarden en eronder een houten schandblok. In de schouw staat een vuurbak waarin met gloeiende kolen de brandijzers werden verhit (Foto Haagsch Illustratie- en Persbureau/GA). Hieronder: In een houten huik, een soort ton waar alleen het hoofd en de benen uit slaken, moesten vaak veroordeelde vrouwen door de stad lopen. Iedereen mocht de ongelukkige bespotten en met vuil en rot fruit bekogelen (Gevangenpoort). Hierboven: Op I mei 1618 werd de juwelier Jan van Wely vermoord door Jan de la Vigne en Jean de Paris. De daders kregen de doodstraf HGM Daarnaast: Bij het stadhuis, aan de kant van de Grote Kerk, stond tot 1733 de draaikooi. Overspelige vrouwen en prostituees werden op de stoel in de kooi vastgebonden en dan een kwartier lang rondgedraaid (GA). lts - tji ff, --“^7- -_T jlil,i|;W,l.l'|| i Jl

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Ach Lieve Tijd 750 jaar Den Haag en de Hagenaars | 1985 | | pagina 13