1 n RW OF L 1 4 ^11 til Jol klidl H sg«C Twee schuttersgilden Al in de middeleeuwen bestonden er in Den Haag schuttersgilden. Zij hadden onder andere tot taak de stad te verdedigen tegen gevaar van buiten. Bij oproer en tumult zorgden zij voor het herstel van de orde. Den Haag kende in die tijd twee schuttersgilden: het deftige St. Jorisgilde, waarvan voornamelijk de Suppoosten van den Hove lid waren, en het St. Sebastiaansgilde, dat zijn leden uit de burgerij betrok. De leden van het St. Jorisgilde oefenden zich in het schieten met de dure voetboog. Bij het St. Sebastiaansgilde was de handboog het gebruikelijke wapen. Het lidmaatschap van een schutterij was vrijwillig; de leden moesten zelf hun boog en pijlen bekostigen. Wel zorgde de magistraat ervoor dat de gildebroeders konden oefenen in een schuttershof of’doelen’, waarbij een gebouw behoorde, dat later ook de naam van ’doelen’ kreeg. Zo staat aan de Korte Vijverberg nog altijd het gebouw dat bekend is onder de naam St. Sebastiaansdoelen. In de loop der tijd werd het St. Jorisgilde steeds meer een exclusieve gezelligheidsvereniging. In 1580 werd de Haagse schutterij op een nieuwe leest geschoeid. Het vrijwillige karakter maakte plaats voor een vorm van dienstplicht. Er was nu officieel nog maar één schutterij, waarbij overigens de officiersrangen voornamelijk werden ingenomen door voormalige St. Jorisschutters. In de nieuwe opzet werden aanvankelijk maar twee vendels gevormd, maar al spoedig telde de stad er zes: het Witte, Oranje, Blauwe, Oranje-blanje-bleue, het Groene en het Colombijne vendel. Het geheel stond onder leiding van een van de (oud)burgemeesters als kolonel. Lodewijk Napoleon De Franse tijd waarmee dit verhaal begon, bracht minder bestuurlijke verandering dan velen in Den Haag hadden gehoopt. De hooggestemde verwachtingen van de patriotten waren niet uitgekomen; al snel was het stadsbestuur weer een zaak geworden van regenten. Weliswaar waren er veel nieuwe gezichten bij, maar Jan Slicher bijvoorbeeld, die in 1808 burgemeester werd, was voor 1795 ook al burgemeester geweest. Nee, van invloed van de burgers op het bestuur was al snel geen sprake meer en onder het koningschap van Lodewijk Napoleon 1806-1810), de broer van de Franse keizer, had zelfs de raad niets te vertellen. Alle macht lag bij de burgemeester, die werd geassisteerd door vier wethouders. Nadat de Fransen in 1813 waren verdreven, keerde niet alles eenvoudigweg terug bij het oude. Het rijk trok als erfenis uit de Franse tijd een aantal gespaard gebleven. De grootste brand trof de stad in 1539, toen de bliksem in de Grote Kerk sloeg en het vuur zich uitbreidde naar een veertigtal huizen in de omgeving. Eind vorige eeuw brandde het één jaar oude Kurhaus volledig af en in het recente verleden stond de Haagse brandweer machteloos bij de branden na het bombardement op het Bezuidenhout. De laatste opmerkelijke brand dateert van december 1964, toen het Gebouw van Kunsten en Wetenschappen aan de Zwarteweg in vlammen opging. IpL- - •r sjoris - a X 93 Hierboven: Al vanaf de middeleeuwen had Den Haag twee schuttersgilden, het chique St. Jorisgilde en het St. Sebastiaansgilde voor de gewone man. De leden van het St. Jorisgilde oefenden met de kostbare voetboog op hun schietbanen of doelen. Het gebouw dat daarbij stond, heette algauw ook de Doelen. Het stond aan het Tournooiveld. Toen het St. Sebastiaansgilde een eigen clubgebouw kreeg, werd dit de Nieuwe of St. Sebastiaansdoelen genoemd en dat van het St. Jorisgilde de Oude Doelen, hier afgebeeld op een ets naar een tekening van G. van Giessen uil omstreeks 1730 (GA). Daarnaast: In 1636 verrees de nieuwe behuizing van het St. Sebastiaansgilde op de hoek van de Korte Vijverberg en het Tournooiveld. Het gebouw werd bovendien gebruikt als logement en veilinglokaal. In 1846 betrok de Arrondissementsrecht bank hel pand en van 1884 lot 1935 diende hel als huisvesting voor hel Gemeentemuseum. In 1753 maakte P.C. la F argue deze gravure van De Nieuwen Doelemet de marcherende schutters ervoor (GA). Rechts op deze pagina: 'St. Joris in gevecht met de draakis het embleem van het St. Joris schuttersgilde. In de lijd dat dit verguld zilveren draagteken werd vervaardigd - omstreeks 1785 - had het gilde al lang zijn oorspronkelijke functie verloren: het was meereen deftige Herensociëteit (HGM). ■pH W J>E - ILJ 3 tl m Mb - Am L si R®-: 1 H W nuiBli - alill| j

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Ach Lieve Tijd 750 jaar Den Haag en de Hagenaars | 1985 | | pagina 17