1 f 11 Sleutels die nergens op passen 84 Den Haag heeft nooit een stadspoort gehad en dus ook geen stadssleutels. Maar toen koning Lodewijk Napoleon in 1806 zijn plechtige intocht in Den Haag wilde maken, was het de uitdrukkelijke wens van de vorst dat hem bij die gelegenheid de sleutels van de stad zouden worden aangeboden. De gemeenteraad was in rep en roer, want er waren nog maar enkele dagen te gaan. Zilversmid Francois Simon maakte in allerijl twee verguld zilveren fantasiesleutels, die de koning op een fraai versierd kussen werden aangeboden. Vijfjaar later kon het stadsbestuur opnieuw gebruik maken van deze sleutels die nergens op pasten. Ze werden nu aan keizer Napoleon zelf aangeboden bij zijn intocht in de stad. De laatste keer dat de sleutels officieel zijn aangeboden, was in 1813. toen Willem I in Den Haag welkom werd gehelen. Links: Op last van prins Willem van Oranje werden in 1580 de oude schuttersgilden vervangen door een geheel nieuwe schutterij. Iedere burger moest in principe dienst doen bij deze schutterij, die tot taak had de stad voor gevaren van buitenaf te beschermen en op te treden bij oproer en relletjes. De schutterij was verdeeld in zes vendels met elk een kapitein, een vaandrig en zes officieren aan het hoofd. Het geheel werd door een kolonel gecommandeerd. Een jaarlijks weerkerend hoogtepunt in het schutters leven was het défilé tijdens de Haagse kermis. Alle zes vendels paradeerden dan op hei Buitenhof gadegeslagen door honderden toeschouwers, onder wie zich dikwijls de stadhouder en zijn familie bevonden. Daniël Marot beeldde de parade van 1687 af op een ets waarvan hier een detail is te zien (HGM). Hierboven een zilveren vroedschapspenning uil 1753. De staande vrouw stelt het stadsbestuur voor. In haar rechter arm houdt zij een roedenbundel en een bijl, een in oorsprong Romeins symbool van de rechtsmacht van de magistraat. Op de achtergrond zien we het silhouet van Den Haag met onder andere de toren van de Grote of Sint Jacobskerk (HGM). ü-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Ach Lieve Tijd 750 jaar Den Haag en de Hagenaars | 1985 | | pagina 8