112 of blauw van kleur: tinten die aan de zee doen denken. Tegenwoordig dragen nog maar weinig Scheveningse vrouwen de klederdracht. Maar men kan het traditionele kostuum op zondag nog volop bewonderen bij het uitgaan van de Oude Kerk in de Keizerstraat of de Julianakerk in Duindorp. Veel streng gelovige Scheveningers hebben overigens niet genoeg aan twee kerkdiensten op zondag en gaan na afloop van de dienst naar ’huiskerkjes’ om in kleine kring de preek van de dominee nog eens dunnetjes over te doen. Op de rand van de armoede Met de visserij ging het aan het begin van deze eeuw steeds beter. De meeste bommen werden geleidelijk vervangen door de grotere zeil- en later motorloggers. Het aantal schepen werd kleiner, maar de vangstopbrengst groeide van jaar tot jaar. De Eerste Wereldoorlog maakte hieraan een eind. Aanvankelijk ondervonden de vissers weinig hinder van de krijgshandelingen, Nederland was immers neutraal. Maar toen de Duitsers in 1917 de onbeperkte duikbootoorlog afkondigden en alles op zee torpedeerden, hadden de vissers geen andere keus dan in de haven te blijven. Ook na het einde van de oorlog in 1918 bleven de vangsten kleiner dan voorheen. De Commissie voor het Schevenings Visserijbedrijf constateerde in 1926 dat het afzetgebied in het buitenland was verkleind en dat er minder en bovendien kleinere haring werd gevangen dan normaal. In de daaropvolgende jaren ging het echter weer beter. Voor de vissers, wier loon afhing van de grootte van de vangst, was dat van levensbelang, want hun gezinnen leefden doorgaans op de rand van de armoede. Buiten het seizoen waren de vissers werkloos. Dat de vrouwen als garnalenpelster, bokkingspeetster, nettenboetster of visvrouw werkten, was harde noodzaak. Jongens verzuimden vaak van school en knapten her en der karweitjes op. Nauwelijks twaalf jaar oud voeren ze al mee op het schip waar ook hun vader, oom of oudere broer had aangemonsterd. Staking in de haven Op 13 mei 1929 ontbrak in de Scheveningse haven de bedrijvigheid die gewoonlijk gepaard ging met de voorbereidingen op het vangstseizoen. De bemanningen van ongeveer honderd motorloggers Uiterst links: De handel in vis werd vroeger gedreven door vrouwen, die 'negotiantes' werden genoemd. Oorspronkelijk werd de vis in manden op het hoofd vervoerd GA). Daarnaast: Later werd de vis vervoerd met handkarren. Deze 'negotiante' duwt haar kar in 1932 voort op de ScheveningsewegfFoto Polygoon/GA). Hieronder: De traditionele dracht van de Scheveningse vrouwen kan men nog steeds het best zien tijdens hel uitgaan van de Oude Kerk. Deze foto dateert uil 1955 (Foto Thuring/GA).

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Ach Lieve Tijd 750 jaar Den Haag en de Hagenaars | 1985 | | pagina 12