II i Een bestaan in de vis staakten voor ’meergeld en meer rust’. In de magere jaren hadden ze in hun lage inkomsten berust, maar nu de vangsten beter waren geworden, wilden ze daarvan ook profiteren. Nog niet eerder was een dergelijk massaal conflict tussen vissers en reders uitgebroken. De vissers wilden het bemanningsaandeel van 24 naar 26 procent opgetrokken zien en eisten 48 uur rust tussen twee reizen. Bovendien vroegen ze een verbetering van de ziektegeldregeling. Staken in Scheveningen was geen kleinigheid. Er was durf voor nodig om de machtige werkgevers te trotseren. Het dorp was klein en tussen de vissers en de reders gaapte een grote kloof. De christelijke bond had de staking uitgeroepen; twee dagen later sloot de Centrale Bond van Transportarbeiders zich bij de staking aan. Overal stonden postende stakers om niet-georganiseerde vissers ervan te overtuigen dat ze mee moesten doen. De schippers hielden zich zo lang mogelijk buiten het conflict, In de jaren tussen de wereldoorlogen groeide Scheveningen uit tot het belangrijkste centrum van de haringhandel in ons land. Het dorp telde zo’n dertig rederijen en talloze groothandels in vis en visserijartikelen. Verder waren er rokerijen, netten fabrieken, kuiperijen, visconservenfabrieken en een sleephelling om herstelwerkzaamheden aan de schepen te verrichten. De meeste nevenbedrijven waren overigens eigendom van de reders. Een groot deel van de bevolking vond direct of indirect zijn bestaan in de vis. De crisis in de jaren dertig bracht Scheveningen echter diepe ellende. De haringexport stortte volledig in. Met maar neigden ertoe de kant van de bemanning te kiezen. Schipper C. van der Toom wist de partijen uiteindelijk tot overleg te brengen. De reders gaven in belangrijke mate toe aan de eisen van de vissers. I. MS- - .r. 113 A an het begin van de 20ste eeuw lag ongeveer tweederde van de woningen in Scheveningen in hofjes en aan gangen en sloppen. Alle tussen de straten gelegen terreinen waren volgebouwd met piepkleine woninkjes, voor het merendeel bestaande uit één kamer en een zolder. De woonomstandigheden, zoals in dit slop hij de Drogersdijk (boven) en het Vredenhofje aan de Keizerstraat rechts) waren erbarmelijk (GA). Hieronder: Slaande op een koperen bekken - de klink - gingen de klinkers in het dorp rond om de bewoners te melden dat de vissersschepen van de vangst waren teruggekeerd en dat de visafslag begon (GA). Rechtsboven: Van 4 mei tol 11 juli 1938 staakten de Scheveningse vissers voor de tweede maal voor 'meergeld en meer rust'. Hun eisen werden goeddeels ingewilligd (GA). T *r"’.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Ach Lieve Tijd 750 jaar Den Haag en de Hagenaars | 1985 | | pagina 13