750 jaar Den Haag,
de Hagenaars en
de zee
Kh I
E'
j'
Wie in de jaren vijftig aan het eind van de maand
mei op ’Vlaggetjesdag’ naar de Scheveningse haven
ging, kon daar de grootste haringvloot van
Nederland bewonderen. In de overvolle haven
lagen ruim 120 loggers gereed voorvertrek, fris in
de verf en opgetuigd met kleurrijke wimpels. Op de
kade was het dan een drukte van jewelste. Daar
zagen de Scheveningse vrouwen vaak niet alleen
hun echtgenoot, maar ook een broer, zwager of
zoon op één en hetzelfde schip het zeegat kiezen.
Ontroerende taferelen speelden zich af wanneer
het moment van afscheid nemen was gekomen.
Een zelfstandige parochie
De naam ’Sceveninghe’ wordt voor het eerst rond
1280 vermeld. Het is zeker dat al vele eeuwen
eerder mensen in dit duingebied langs de
Noordzeekust woonden, maar een echte
Scheveningse dorpsgemeenschap is pas ontstaan
door de opkomst van Den Haag.
Scheveningen is nooit een zelfstandig dorp
geweest. Het dorp had geen eigen bestuur en ook
economisch was Scheveningen lange tijd
volkomen van Den Haag afhankelijk. Toch was
Scheveningen niet zomaar een Haagse wijk. De
Scheveningers zijn door de eeuwen heen een aparte
gemeenschap gebleven met een eigen taal,
klederdracht en eigen zeden en gebruiken. Graaf
Willem had daar kennelijk al in 1307 oog voor,
toen hij bepaalde dat van de zeven schepenen die
over Haagambacht regeerden, er één uit
Scheveningen moest komen. Vijftig jaar later
Onder redactie van Maarten van Doom, Charles Dumas, Dick van der Maarel,
Michiel van der Mast, Coos Versteeg en Peter Wander;
met medewerking van Angeline Jansen en Kees Stal.
’Zegen en bewaring’ wensten vrouwen en vissers
elkaar dan toe, want een halfjaar lang zouden ze
elkaar slechts zien tijdens de korte periodes tussen
twee reizen, wanneer de schepen in de haven
kwamen om te lossen. De volgende dag stoomde de
vloot op naar de Schotse Shetland-eilanden om
daar de haringvangst te beginnen.
103
Op het omslag een gezicht op
het Scheveningse strand, in
1646 geschilderd door
Willem van Diest. Geheel
rechts is de Oude Kerk te
zien. Op het strand wordt een
partij vis afgeslagen (HGM).
Hieronder de Badhuiskade
met op de achtergrond het
café-restaurant Seinpost. De
kleine haven rechts is het
eindpunt van hei Kanaal dat
tussen 1825 en 1861 van Den
Haag naar Scheveningen
werd gegraven (GA).
Op de linkerpagina:
Nettenboetsters aan het werk
op een open veldbij de
Harstenhoekweg in 1930
(GA).