s I ïOORWN Floris van Dam Een van de oudste hofjes is dat van Floris van Dam. Deze Haagse schout en zijn vrouw Maria van Dorp hadden elkaar plechtig beloofd dat na de dood van de langstlevende hun nalatenschap moest worden gebruikt voor de bouw van ’twaelff cameren tot behouff van twaelff oude arme menschen’. In 1565 - twee jaar na Floris’ dood - kochten de uitvoerders van het testament drie percelen in de Juffrouw Idastraat om er de ’oude wyfkens huyskens’ te bouwen. Wanneer het hofje voor bewoning gereed is gekomen, is niet bekend. Maar het jaartal 1606 in de gevelsteen boven de poort zou erop kunnen wijzen dat het hofje toen pas in gebruik is genomen. Het leven in de hofjes was aan allerlei regels gebonden. De bewoonsters moesten hun huisjes goed schoonhouden, zij mochten maar af en toe bezoek ontvangen en de poort ging ’s avonds al vroeg op slot. Zo streng ging het ook toe in het Hofje van Floris van Dam. Wie te laat kwam, moest maar elders onderdak voor de nacht zien te vinden. Een opzichter of opzichteres was belast met de dagelijkse gang van zaken. In 1886 verrees aan de Lange Beestenmarkt een nieuw Hofje van De hofjes van liefdadigheid bestonden meestal uit een aantal gelijkvormige huisjes, die om een tuin of binnenplaats waren gebouwd. De woningen bevatten een halletje, een kamer met alkoof en een klein keldertje. Omdat er geen keuken was, werd in de kamer gekookt. Een steile trap leidde naar de zolder. In het midden van de tuin stond een waterpomp. Verder waren er een paar gemeenschappelijke secreten. De hofjeshuizen werden vrijwel zonder uitzondering bewoond door armlastige vrouwen, die wel fatsoenlijk moesten zijn en van de juiste godsdienst. Het bestuur was in handen van enkele regenten. 134 IllUI Linksboven: Op deze foto uit circa 1930 zien we de binnenplaats van hel Heilige Geesthofje aan de Paviljoensgracht. Het hofje omvat 35 huisjes, telkens twee onder één trapgevel. Toen deze opname werd gemaakt, vertoonde het complex zoveel ouderdomsgebreken dat men er ernstig over dacht de huisjes te slopen. Gelukkig wist het College van Regenten te bewerkstelligen dat dit belangrijke historische monument gespaard bleef en in 1936 ingrijpend werd gerestaureerd GA). Hierboven: Ter ere van de Drievuldigheid stichtte de griffier van het Hof van Holland, mr. Cornells BarthoutJansz. in 1565 negen huisjes aan het Padmos, de huidige Sl. Jacobstraat. In deze Drievuldigheidsh u isjes, ook wel Geejhuisjes genoemd, mochten arme ouden van dagen wonen. In 1665 werden de vervallen Geejhuisjes afgebroken, maar nog in datzelfde jaar verrezen aan het Hoge Zand twaalf nieuwe, die daar nog altijd zijn te vinden. Deze foto werd in 1942 gemaakt '(GA). Daaronder: Deze in 1548 door Henricus Grudii (of Hendrik vander Heyden) geschilderde portretten van Floris van Dam en diens echtgenote Maria Willemsd. van Dorp hingen tot 1948 in het Hofje van Floris van Dam. Floris van Dam en zijn vrouw bepaalden in hun testament dal na hun dood een hofje van dertien huisjes moest worden gesticht. Nadat eerst Maria en daarna Floris was overleden, werd met de bouw van hei 'oude wyfkenshuys van die van Dameen begin gemaakt (HGM). SS®

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Ach Lieve Tijd 750 jaar Den Haag en de Hagenaars | 1985 | | pagina 10