T L J 'O' LS i Een voedzame maaltijd 135 Floris van Dam. Enkele jaren eerder had de gemeenteraad namelijk besloten de Prinsestraat tot aan het Kerkplein door te trekken en dat betekende het einde van het oorspronkelijke hofje. Een veel merkwaardiger voorgeschiedenis heeft het aangrenzende Hofje van Wouw. Het werd in 1647 gesticht door de schependochter Cornelia van Wouw, uit dankbaarheid jegens haar dienstbode Elsje Ariëns. De dienstbode had namelijk een jaar eerder kunnen voorkomen dat freule Cornelia levend werd begraven. Chirurgijns hadden officieel Cornelia’s dood geconstateerd, maar Elsje slaagde erin vlak voor de teraardebestelling de schijndode weer tot leven te brengen. Cornelia liet voor een bedrag van 25.000 gulden aan de Lange Beestenmarkt een hofje met zestien huisjes bouwen, bestemd voor oude vrouwen en vrijsters, ’openlijk belijdenis doende van de ware hervormde godsdienst’. Zij benoemde Elsje tot portierster en bleef er zelf nog 34 jaar lang als regentes wonen. Cornelia van Wouw maakte er overigens een uitgesproken vrouwenhuis van, door te bepalen dat van de regenten er ten hoogste één van het mannelijke geslacht mocht zijn. Maartje Stoep Aan de Prinsegracht staat het tussen 1658 en 1661 gebouwde Hofje van Nieuwkoop, met 62 huisjes het grootste hofje van Den Haag. Daar vond men op 12 augustus 1805 onder de poort een te vondeling gelegde baby van nog geen twee weken oud. Het meisje werd genoemd naar het hofje en kreeg de naam Maria Niekoop. Het kwam regelmatig voor dat kinderen te vondeling werden gelegd, zelfs zo vaak, dat in de zeventiende eeuw overwogen werd een speciaal tehuis voor vondelingen te bouwen. Doorgaans kregen de kinderen de naam van de straat waar ze gevonden waren, zoals Paulina Louiza Boterstraat, Aalbert M r.r» na bp b L~-r r- Tcht le plïïi tlF! Rechts: Deze aquarel uit omstreeks 1830. die wordt toegeschreven aan Wijnand Esser, toont ons de Assendelftstraat in de richting van de Prinsegracht. Rechts staat de inmiddels afgebroken Sint Willibrorduskerk. Links daarvan is de voorgevel van het Hoofts Hojje te zien. De stichtster van dit hojje was de bejaarde jonkvrouwe Angenis Hooft, die had bepaald dat de uitvoerders van haar testament de jaarlijkse renten en inkomsten van haar nalatenschap twintigjaar moesten laten oplopen om vervolgens van dat bedrag in Den Haag een hojje te stichten. In 1756. 22jaar na haar overlijden, was het hojje. dat uit acht huisjes bestaat, gereed (GA). Rechtsboven: Aan de Lange Beestenmarkt ligt ook het Hojje van Wouw, in 1647 gesticht door Cornelia van Wouw, dochter van de schepen Cornells van Wouw en kleindochter van burgemeester Jacob Cornells van Wouw. Het hojje. dat uit zestien woningen bestaat, was bestemd voor protestantse vrouwen. Tussen 1958 en 1962 werd het geheel gerestaureerd. Deze gravure van G. van Giessen dateert van circa 1730 (GA). De regenten van het Heilige Geesthojje kregen geen salaris: het regentschap was een erefunctie. Wel genoten deze heren jaarlijks een gezamenlijke maaltijd. In het jaar 1709 kwam daarbij het volgende op tafel: een stoofpot met groente, een gebraden runderrib van 14 pond, een gekookte en gelardeerde 'kallehaeneen schotel bloemkool, een schotel spinazie, een worst, twee schotels groene erwten, 6 gekookte kleine eenden met een mierikswortelsaus, 200 gebakken oesters. 12 amandeltaartjes. 12 spritskoeken. gebakken fleurons, 2 gebraden kapoenen, 4 gebraden en gelardeerde hoenders, een gebraden en gelardeerde haas, 14 gebraden poelsnippen met saus, 18 metspek gebraden leeuweriken, een kwart speenvarken, een ragout van kalfsborst met artisjokken en morilles, 16 pond kalfsribben, klapstuk, 2 pond gekookt kalfsvlees, salade en 3 citroenen. Het is niet waarschijnlijk dat de regenten alles hebben opgegeten. In elk geval was de hoeveelheid voedsel zodanig, dat er een extra tafel nodig was. 1 J I jT* |tap:

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Ach Lieve Tijd 750 jaar Den Haag en de Hagenaars | 1985 | | pagina 11