Bi I 139 Vrouwen- en Kinderhuis waren bij lange na niet voldoende om voor de opvang te zorgen van armlastigen en behoeftigen. Rond 1800 werden zogenaamde Bestedelingenhuizen gesticht. Er was er één aan de Visschersdijk, de huidige Torenstraat, en twee vlak bij elkaar aan het Westeinde en de Breedstraat. Er werden zowel mannen als vrouwen en zelfs wel kinderen opgenomen. De leiding berustte bij ondernemende personen, die doorgaans zelf in een weeshuis waren opgegroeid en meestal eerst een totaal ander beroep hadden uitgeoefend. Deze ’vaders’ waren vaak niet voor hun taak berekend en het kwam dan ook wel voor dat in de huizen varkens werden gefokt ’de welke tot onderhoud der besteedden’ werden gebruikt. In 1856 voegde het Burgerlijk Armbestuur de bestedelingenhuizen aan de Breedstraat en het Westeinde samen tot het Gemeentelijk Bestedelingenhuis, het huidige Spanjaardshof. Met de amateuristische aanpak was het vanaf dat moment gedaan. De leiding werd in handen gegeven van mensen die ervaring hadden in de omgang met grote groepen, bij voorkeur ex-officieren. Onder dat regime heerste orde en tucht. De ongeveer 200 bejaarden en gebrekkigen moesten zwarte, uniforme kleding dragen en waren verplicht de hun opgelegde arbeid te verrichten. Onreinheid, twist zoeken, verstoring der orde, traagheid, dronkenschap, onbescheidenheid en verzet werden gestraft met huisarrest. Herhaling had ontslag uit het huis ten gevolge. Het leven onder strenge regels genoot niettemin de voorkeur boven een armlastig bestaan buiten het bestedelingenhuis of, zoals een radeloze Hagenaar schreef: ’Waar moet ik thans heen? Zonder dak! Help mij een thuiskomen verschaffen, Heer Burgemeester! Opdat ik niet langer hongerig ronddool in deze rijke stad en weerhouden worde van eenig misdrijf waartoe armoede allicht voert’. Rechtsboven: Het Koningin Emmafonds ondersteunde een beperkt aantal behoeftige bejaarden boven de 80 jaar met een wekelijkse uitkering van een gulden. Deze foto van omstreeks 1935 werd genomen op de wekelijkse uitbetalingsdag in Ons Huis aan de Prinsegracht 77 (GA). Onderaan de linker pagina: Voor behoeftige oude joden werd in 1841 hei Israëlitisch Oude Mannen-en Vrouwenhuis geopend in een huis aan de St. Jacobstraat. IIIV'. Last lithografeerde in 1850 een bestedelinge van dit tehuis (GA). Hierboven: Van 1804 tot 1877 lag er van het einde van de Keizerstraat tot aan het harde gedeelte van het strand een houten plankier, de 'armenbruggeheten. Badgasten die zich een tocht door het mulle zand wilden besparen, konden tegen betaling gebruik maken van de 'armenbrug’. De opbrengst werd gebruikt om de armoede onder de Haagse bevolking te bestrijden. Op deze door J. G. Smits gemaakte aquarel is de boog, die aan het begin van de brug stond, te zien met daarop de tekst 'Gedenk de armen (GA). Rechts: De A rmeninrichting aan het Bleijenburg op een litho uit 1844. Hier verschafte de stad werk aan armen. Aan de werkinrichting was ook een spijskokerij verbonden (GA).

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Ach Lieve Tijd 750 jaar Den Haag en de Hagenaars | 1985 | | pagina 15