.-/fF k Kl^ J-V - F Ui tijdens hun aanwezigheid hadden gesierd, als eeuwigdurende herinnering achter. En daar hangen ze nog steeds. In de dagen dat de Orde van het Gulden Vlies in Den Haag bijeenkwam, had het graafschap Holland zijn zelfstandigheid al verloren. Heersers als Philips de Goede en koning Philips II van Spanje kwamen bij hun huldiging aan het begin van hun regering of voor een kort politiek bezoek wel naar het Binnenhof, maar de stad was toch een residentie zonder vorsten geworden. Alleen Karei de Stoute verbleef hier tweemaal langere tijd en Karel V zag zich eens gedwongen twee maanden op het Grafelijk Kwartier te vertoeven, toen hij ’ter causen van eenen quaden beenen’ zijn reis niet kon voortzetten. Ook de Vader des Vaderlands Willem de Zwijger bracht het hofleven niet terug in Den Haag. Deze prins van Oranje verbleef doorgaans in Delft, waar hij op 10 juli 1584 in het Prinsenhof werd vermoord. Het was zijn zoon en opvolger Maurits, die Den Haag weer tot hofstad maakte. Nadat de Staten hem tot stadhouder van Holland en Zeeland hadden benoemd, betrok prins Maurits het voormalige Stadhouderlijk Kwartier op het Binnenhof. De kamer der nachtegalen Maurits heeft wel plannen gehad om zijn behuizing uit te breiden, maar omdat hij voor zichzelf niet meer ruimte nodig had dan het Stadhouderlijk Kwartier hem bood, zijn die voornemens nooit uitgevoerd. Maurits was niet getrouwd. Hij had wel een minnares jonkvrouw Margaretha van Mechelen, die ’s zomers in Rijswijk verbleef en ’s winters in een huis aan de Houtstraat woonde. Maurits’ stiefmoeder Louise de Coligny had zich met haar zoon Frederik Hendrik en haar stiefdochters geïnstalleerd in een kapitaal pand aan het Noordeinde, welk huis later als het Oude Hof een belangrijke rol in het Haagse hofleven zou gaan spelen. Het hof van prins Maurits droeg een uitgesproken mannelijk karakter. In een ’Ordre en reglement van de tafel van Zijne Vorstelijke Genade’ was vastgelegd dat geen enkele vrouw aan tafel mocht aanzitten. Na het eten ontaardde een feest bij de stadhouder nogal eens in een drinkgelag of een orgie. Te middernacht werden prostituées De Winterkoning Vrij onverwachts werd Den Haag als residentie nieuw leven ingeblazen, toen Frederik V van de Palts zich hier vestigde. Frederik, een neef van Maurits, was in 1619 tot koning van Bohemen gekozen door de Tsjechische edelen die het gezag van de Habsburgse keizer Ferdinand II niet erkenden. Zijn bewind duurde echter maar één winter. Bij de slag op de Witte Berg, even buiten Praag, werden de Tsjechen door keizer Ferdinands troepen verslagen. Koning Frederik, vanaf dat moment getooid met de bijnaam ’Winterkoning’, vluchtte met zijn familie en hofhouding en streek na tal van omzwervingen in Den Haag neer. binnengehaald, die werden ondergebracht in de ’kamer der nachtegalen’. Maar ook in de gangen en nissen en zelfs op de keien van het Binnenhof ging het er dan lustig aan toe. 1 ’4 - - 154 Links: Adriaen van de Venne tekende een van de slaapkamers in het Stadhouderlijk Kwartier ten tijde van prins Maurits. Deze kamer behoorde tot de rijkst ingerichte vertrekken van het Binnenhof. De muren waren behangen met kostbare wandtapijten; zelfs voor de deur hing een tapijt (R ijksprentenkabinet. A msterdam). Hierboven: Dit staatsieportret van stadhouder Frederik Hendrik en zijn echtgenote Amalia van Solms werd in 1637/38 geschilderd door Gerard van Honthorst, die hofschilder van de Oranjes was. Het portret was bestemd voor Constantijn Huygens, de secretaris van de stadhouder, en sierde diens huis aan het Plein (Mauritshuis). r z< 4 1 I vi ‘V. éifc'J 1

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Ach Lieve Tijd 750 jaar Den Haag en de Hagenaars | 1985 | | pagina 6