Mitter colve ft \1 De Ooievaar —J 190 zilveren papegay’ als draagteken. Bovendien was hij een jaar lang vrijgesteld van het meebetalen aan de gezamenlijke maaltijden. Al rond 1400 werd in ons land het colfspel gespeeld, een voorloper van het golf. Jong en oud speelden dit spel van ’den bal mitter colve slaen’, waarbij de bal met een slaghout werd geslagen. Het spel werd ook wel op ijs gespeeld. Het stadsbestuur probeerde het colven echter zoveel mogelijk buiten de stad te houden, want de ballen werden over grote afstanden geslagen, met alle gevaren van dien. De stand werd bijgehouden op een ’kerfstok’ en de ’ballenmerkers’ liepen vooruit om in de gaten te houden waar de ballen terecht kwamen. Een variant van het colven, waarbij het wat rustiger toeging, was het maliespel. In Den Haag werd in 1609 in het Haagse Bos, ter hoogte van de huidige Boorlaan, een 1073 meter lange maliebaan in gebruik genomen. Het Maliehuys in de Maliestraat verraadt nog zijn afkomst als voormalige materiaalopslagplaats. Het was natuurlijk de bedoeling dat op de nieuwe baan malie werd gespeeld, maar daar trok het publiek zich niet veel van aan. Het colfbleef het meest gespeeld. Er ontstond overigens weer een nieuwe variant, het kolven, dat met grotere ballen en zwaardere slaghouten werd gespeeld op aanzienlijk kortere banen. In 1790 had Den Haag negen kolfbanen, onder meer bij de herberg ’Het Bonte Koetje’ aan de Bezuidenhoutseweg. De Maliebaan in het Haagse Bos werd al in 1708 gesloten. In de jaren ’80 van de vorige eeuw maakten de Hagenaars kennis met nieuwe sporten, zoals de wielersport. In 1867 introduceerde de Haagse TT Linksboven: Op nieuwjaarsdag 1929 was het bijzonder druk op de banen van de 's-Gravenhaagsche Ysclub aan de Bezuidenhoutseweg ter hoogte van de Care! Reinierszkade. Tot de Tweede Wereldoorlog werd hier geschaatst (foto H. Gompers/GA). Links: Omstreeks 1655 schilderde Aert van der Neer dit winterse tafereel met colvende mannen op hel ijs (Museum Bredius). Hieronder: Een opzienbarend nieuwtje was deze schaatser die het zonder ijs kon stellen. Op 19 augustus 1790 reed deze uit Zwitserland afkomstige, 'n ieu werwetschen schaatsenrijder' van Den Haag naar Scheveningen op rolschaatsen. Duizenden toeschouwers keken verbaasd toe GA). Daarnaast: Alle begin is moeilijk. Op de ondergespoten METS-banen aan de Nieuwe Parklaan oefenen kinderen zich op de klassieke manier in het schaatsen. Zo te zien gebruiken zij de rieten fauteuils waarin 's zomers toeschouwers op het terras naar het tennissen keken. De foto dateert van omstreeks 1935 (GA).

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Ach Lieve Tijd 750 jaar Den Haag en de Hagenaars | 1985 | | pagina 16