F
2?
Sl
R
mt
BB
'W
72^
P-HP- -
i'1':
Bakkers en molenaars
i J
De Haagse bakkers waren voor het malen van hun
graan afhankelijk van vier korenmolens aan de
rand van de stad, langs de
Noord-West-Binnensingel, waar het nu nog Bij de
Westermolens heet. De bakkers waren allerminst
te spreken over de molenaars. Ze waren te duur en
maalden de rogge en tarwe vaak zo fijn mogelijk,
zodat er veel maalafval overbleef waar de bakkers
niets mee konden doen. De molenaars deden dat
met opzet. Om toch voldoende brood te kunnen
bakken, moest de bakker dan meer graan laten
malen dan strikt noodzakelijk was. Niet alleen
ontving de molenaar daardoor meer geld van de
bakker, maar ook kreeg hij van de regering nog
eens twintig procent van de belasting die over
iedere zak graan moest worden betaald.
Belastinginners controleerden de hele dag
nauwgezet hoeveel zakken graan door de molenaar
werden gemalen. Soms gooide een bakker het met
de molenaar op een accoordje en bracht hij zijn
graan de molen binnen zonder dat de
belastinginner het in de gaten had. Om te
verhinderen dat bakkers op deze manier de
belasting zouden ontduiken, mochten zij hun
bakkerijen niet te dicht bij een molen bouwen.
Ook wilden bakkers nog wel eens meer graan in
een zak doen dan wettelijk was toegestaan.
Wanneer de belastinginner dat merkte, werd de
zak graan verbeurd verklaard en kreeg de bakker
een fikse boete.
buitenlandse gist te laten heffen, liep op niets uit.
De stadsbestuurders waren veel te bang dat
hierdoor het brood duurder zou worden, wat
gemakkelijk tot oproer kon leiden. De
bierbrouwerijen De Ooivaar en De Roode Leeuw
konden de strijd niet volhouden en moesten het
loodje leggen.
205
Hierboven: Dit enigszins
vertekende panorama van
Den Haag, gezien vanuit het
zuidoosten, geeft een beeld
van de stad op de drempel
van het industriële tijdperk,
omstreeks 1845. Er waren al
een paar fabrieken gevestigd:
de spoorwegverbinding met
Amsterdam was gereed
gekomen, maar rechts vaart
nog een trekschuit op de
Trekvliet. Geheel links zien
we de Westermolens. De
fabrieksschoorsteen
daarnaast is die van de in
1844 opgerichte gasfabriek
van Goldsmid Co aan de
Lijnbaan. Links, onder de
Grote Kerk, zien we het oude
stationsgebouw van het
Hollandse Spoor met het
daarbij behorende
wagenhuis. Rechts van het
station rookt de schoorsteen
van de ijzergieterij De Prins
van Oranje aan de
Oranje laan. Bij de spoorbrug
over het Zieken ligt een
scheepshelling en daarachter
strekt zich het complex van
de Pletterij Enthoven uit
(GA).
Daaronder: In de tweede
helft van de 19de eeuw
vestigde een aantal grote
broodfabrieken zich in Den
Haag. De kleine 'warme
bakkers konden met veel
moeite concurreren tegen het
goedkopefabrieksbrood. Zij
waren vaak gedwongen hun
bedrijf ook te mechaniseren.
Op de Voldersgracht had
bakker Van Weijl naast zijn
winkel zijn eigen, door stoom
aangedreven meel- en
bloemfabriekje. De foto is
omstreeks 1868 gemaakt
(GA).
--