1 11J r voorwendsel dat zij anders niet veilig konden vergaderen. Diep beledigd verliet de stadhouder de residentie en vestigde zich in Gelderland. Zijn patriotse tegenstanders kregen hiema vrij spel. In het ’prinsgezinde broeinest’, zoals zij Den Haag noemden, zouden ze de zaken meteen definitief naar hun hand zetten. Nu Willem V verdwenen was, meenden de regenten dat de voorrechten die de stadhouder altijd had genoten, nu hun toekwamen. Eén van die voorrechten was het gebruik van de stadhouderspoort tussen Binnenhof en Buitenhof, tot dan slechts voorbehouden aan de koets van de stadhouder. Op vrijdag 17 maart 1786, de laatste zittingsdag van de Staten van Holland, besloten twee patriotse afgevaardigden uit Dordrecht, OckerGevaerts en Comelis de Gijselaar, van hun nieuwbakken recht gebruik te maken. Een grote menigte nieuwsgierigen had zich op het Binnenhof verzameld en de koets van de twee afgevaardigden kon slechts met grote moeite en met hulp van ordebewaarders de poort passeren. Na de zitting wilden Gevaerts en De Gijselaar hun waagstuk herhalen, maar de massa was nu aanmerkelijk onrustiger. Niettemin gaven de beide regenten de koetsier opdracht door de poort te rijden. Op dat moment klonk er een luid ’Ho, ho’ uit de menigte en velen staken de hand op, als wilden zij dit voornemen verijdelen. Een opgewonden Oranjeklant, de hofkapper Francois Mourrand, maakte zich uit de massa los, stormde op de paarden af en bracht de dieren tot stilstand. De op de binnenplaats opgestelde gardetroepen, die in hun hart even prinsgezind waren als de menigte, bleven onbeweeglijk staan. De opzichter van het Binnenhof schoot echter met zijn helpers te hulp en nam de pruikenmaker gevangen. Bij deze arrestatie bleef het; de overige oproermakers hielden zich verder koest. Mourrand werd ter dood veroordeeld, een vonnis dat later in I 238 Linksboven: In oktober 1795 werd de Oranjegezinde raadpensionaris Laurens Pieter van de Spiegel door de Franse bezetter in de Gevangenpoort opgesloten. R. VinkelesenD. Vrijdag maakten een gravure van het moment dat Van de Spiegel de koets verlaat om de Gevangenpoort binnen te gaan. De huizen rechts, die aan de Hofvijver lagen, zijn in 1923 afgebroken (GA). Daarnaast: Tot de buitenlandse troepen die meehielpen ons land van de Fransen te bevrijden, behoorden ook de Kozakken. Op 28 november 1813 trokken zo'n 75 Kozakken Den Haag binnen en sloegen op het Lange Voorhout hun bivak op. De officieren betrokken een groot huis aan de Denneweg, dat na hun vertrek geheel was uitgewoond. Op deze aquarel door N.L. Penning is links op de achtergrond de Koninklijke Schouwburg te zien GA). Daaronder: In de Franse tijd was het Binnenhofcomplex er zo slecht aan toe. dat men overwoog een groot deel af te breken. Maar hoe bouwvallig ook, de ruimtes kon men goed gebruiken. Er was onder meer een militair hospitaal ondergebracht en jonge soldaten kregen er hun eerste militaire training. Bij slecht weer werd de Ridderzaal als exercitieplaats gebruikt. H. Carbentus maakte daar omstreeks 1812 deze aquarel van (GA). F -

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Ach Lieve Tijd 750 jaar Den Haag en de Hagenaars | 1985 | | pagina 18