s 8 ral BOSOOM7 A W Ifii een pad plaveien tussen het Binnenhof en het speciaal voor haar gekochte huis aan de Papestraat, maar zag er voorts op toe dat de wilgebomen, die vanaf het Binnenhof het zicht op Aleida’s nieuwe woning belemmerden, terstond werden gesnoeid. Albrecht overlaadde zijn geliefde bovendien zozeer met juwelen, dat hij problemen kreeg met zijn betaalmeester. De bloedige moord op Aleida van Poelgeest en Willem Cuser bracht Albrecht tot razernij. Tweeëndertig Hoekse edelen werden verbannen. Hun huizen werden platgebrand ’datter muir, noch stock, noch stake staende en blive’. Albrechts toom trof ook zijn eigen zoon Willem van Oostervant, die hij van medeplichtigheid aan de aanslag verdacht. Willem moest vluchten naar Frankrijk en pas nadat Albrecht in 1394 was hertrouwd met Margaretha van Kleef, kwamen vader en zoon weer tot elkaar. In 1413 kwam het ook tot een verzoening tussen de verwanten van Aleida van Poelgeest en Dirk en Hugo die Blote, de hoofddaders van de aanslag. Als boetedoening bekostigden Dirk en Hugo een groot aantal missen voor het zieleheil van de vermoorde Aleida. In de loop van de dertiende eeuw begonnen maatschappelijke veranderingen zich af te tekenen. Agrarische nederzettingen ontwikkelden zich tot stadjes en werden belangrijke centra van handel en nijverheid met een eigen bestuur en een eigen rechtspraak. In de steden ontstond een nieuwe stand van kapitaalkrachtige burgers, die met de dag aan politieke invloed won. De steden waren, beter dan de edelen, in staat extra belastingen op te brengen en regimenten huursoldaten te leveren als de graaf in een oorlog verwikkeld was. Floris V ging met zijn tijd mee en voerde een reorganisatie van bestuur en rechtspraak door. Hij verdeelde het gebied van Holland in verschillende gewesten, waar hij naar Vlaams voorbeeld geen edelen, maar ambtenaren, baljuws geheten, aan het hoofd stelde. De graaf voorkwam daarmee niet alleen dat de adel in dat gebied eigen baas zou spelen, maar kon ook zijn ambtenaren zonder pardon ontslaan als iets hem niet zinde. Een solide bestuurscentrum met een geordende administratie was vanaf dat moment noodzakelijk en het Binnenhof in Den Haag bleek zich daar uitstekend voor te lenen; het lag mooi centraal in het langgerekte graafschap dat zich uitstrekte van Zeeland tot in de kop van Noord-Holland. Het Binnenhof werd tevens de basis voor de grafelijke raad, waarin behalve edelen ook baljuws, rentmeesters, klerken en andere bestuursambtenaren een plaats kregen. Bij belangrijke kwesties raadpleegde de graaf ook wel zijn leenmannen die niet tot de hofhouding behoorden en vanaf 1346 werden afgevaardigden van de grootste Hollandse steden bij dit incidentele beraad betrokken. de graaf een vazal van de Duitse keizer en had hij zijn gebied slechts in leen, maar in de praktijk gedroeg hij zich als een onafhankelijk vorst. Op zijn beurt gaf de graaf weer stukken land in leen aan edelen, die zich in ruil daarvoor aan hem onderwierpen en hem in tijden van oorlog met geld of soldaten steunden. Een vaste verblijfplaats had de graaf nog niet in Holland. Hij bezat verspreid over het gehele graafschap een aantal hoven en trok van plaats tot plaats om belasting te innen en recht te spreken. In zaken van politieke aard liet de graaf zich adviseren door edellieden die tot zijn hofhouding behoorden en met hem meetrokken. Het hoogste gezag In de periode dat Den Haag ontstond, vormde de graaf het hoogste gezag in Holland. Eigenlijk was 224 Daarnaast: De moord op jonkvrouwe Aleida van Poelgeest in 1392. Reinier Vinkeles graveerde deze gebeurtenis in 1794, maar gaf de situatie niet juist weer: Aleida werd niet binnenshuis vermoord, maar op straat, ongeveer ter hoogte van de Gevangenpoort (GA). Uiterst links: Floris IV, hier afgebeeld in harnas met gesloten vizier, kan worden beschouwd als de stichter van het Binnenhof. Hij gaf omstreeks 1230 opdracht voor de bouw van het Grafelijk Kwartier dat achter de huidige Ridderzaal ligt (HGM). Linksonder op deze pagina: Graaf Willem II van Holland werd in 1248 in Aken gekroond tot koning van het Heilige Roomse R ijk Duitser NatieHier is het zegel van de vorst afgebeeld met de rijksappel als symbool van de wereldlijke macht over het Duitse keizerrijk. Willem II liet in 1256 het leven in de slag bij Hoogwoud tegen de Friezen (HGM). Hieronder: In tegenstelling tot zijn voorgangers vestigde graaf Albrecht van Beieren zich permanent op het Binnenhof. Hij zorgde ervoor dat Den Haag een echt bestuurscentrum werd. Het bronzen beeldje, waarvan hier een afgietsel is afgebeeld, dateert uit de eerste helft van de 15de eeuw (HGM). ILORENTIVS XELANDIA. )J Z 0EYT.A‘!lZ7f

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Ach Lieve Tijd 750 jaar Den Haag en de Hagenaars | 1985 | | pagina 4