Al jjl b SO»®; 264 maken. Maar dit gerucht had geen lang leven, want de koning schonk het gebouw terstond aan de hervormde gemeente die er de Willemskerk in vestigde. Tot een kleine krachtmeting tussen katholieken en de hervormde gemeente in Den Haag kwam het in 1874. De parochie van de Heilige Jacobus moest het nog steeds doen met de bouwvallige Hofkapel en een schuilkerk in de Oude Molstraat. Aan de Parkstraat meenden de katholieken een geschikte plek te hebben gevonden voor een nieuwe Jacobuskerk. Maar omdat op minder dan 200 meter afstand de Kloosterkerk stond, had de hervormde gemeente het recht protest aan te tekenen. En dat gebeurde prompt. De hervormden betoogden in vergaderingen met het gemeentebestuur dat het klokgelui en zelfs de koorzang hinderlijk kon zijn voor de diensten in de Kloosterkerk. Er waren ook opstoppingen te verwachten en onaangenaamheden tussen de koetsiers. Tenslotte zou de hoge toren de bliksem Het rijke roomse leven De protestanten moesten leren leven met de uitingen van het rijke roomse leven. Weliswaar bleven processies in deze streken verboden, maar het katholieke volksdeel hoefde zijn feesten en plechtigheden niet meer in het verborgene te vieren. Op den duur kon ook het verbod op klokgelui, dat voor verscheidene kerken gold, niet meer worden gehandhaafd. Toch zaten ook in deze eeuw katholieken en protestanten elkaar regelmatig dwars. Het besluit om twee nieuwe Haagse straten in 1909 de namen van de geuzen Lumey en Sonoy te geven, stuitte op grote weerstand bij de katholieke gemeenteraadsleden. Heel wat geestelijken waren immers het slachtoffer geworden van deze geuzen. Maar de katholieken deden vervolgens iets terug: de nieuwe parochie in het Staten- en Geuzenkwartier noemden ze naar de H.H. Martelaren van Gorkum, slachtoffers van het geuzengeweld. Kerken had Den Haag inmiddels genoeg, van alle richtingen. Maar er waren steeds meer Hagenaars die hun ziel en zaligheid niet meer aan dominee of pastoor toevertrouwden. De ontkerkelijking, die in de vorige eeuw al begon, zette na de Tweede Wereldoorlog door. Kerken raakten buiten gebruik, kregen een andere bestemming of aantrekken. Ook het bestuur van de Diaconessen-Inrichting aan het Voorhout maakte bezwaar. ’Het herhaalde, zoo wel des nachts als des daags, plaats hebbende klokgelui eener Roomsch Catholieke Kerk, zoude niet anders als een hoogst nadeligen invloed kunnen hebben op zwakken en kranken...’ De Haagse deken J.J. Rioche, pastoor van de Jacobusparochie, beloofde echter dat er nooit klokken zouden worden geluid en er een bliksemafleider op de toren zou worden geplaatst. Voor verkeersopstoppingen was wel een oplossing te bedenken en ’twist tusschen huurkoetsiers over geloofszaken’ vreesde hij allerminst. Burgemeester en wethouders vonden het katholieke standpunt redelijk en de protesten werden afgewezen. Architect P.J.H. Cuypers ontwierp de nieuwe Jacobuskerk, nadat de kinderloze weduwe mevrouw F.J. Meyer-Hovius voor de bouw driehonderdduizend gulden had geschonken. 1 Onderaan op de ree hier pagina: Bij zanguitvoeringen van hei Jeugddienst-kerkkoor van de Grote Kerk ontbrak nooit het fraaie vaandel, waarop de toren is afgebeeld zoals die er uitzag tussen 1866 en 1957. In die tijd had de toren een gietijzeren spits, de bekende 'slaapmuts (HGM). Daarnaast: In 1931 overleed de vooraanstaande rooms-katholieke staatsman Mgr. dr. W.H. Nolens. Na de H. Mis van Requiem in de Willibrorduskerk aan de Assendelftstraat werd zijn baar gevolgd door zestien liefdezusters van de Carolus Borromeüsstichting aan de Prinsegracht GA). Links op deze pagina Vanaf de tweede helft van de vorige eeuw verrezen overal in de stad nieuwe rooms-katholieke kerken, nadat de katholieken hun godsdienst meer dan 300jaar lang in hel verborgene hadden moeten belijden. In 1878 was de hoofdkerk van Den Haag, de St. Jacobus aan de Parkstraat, voltooid. De markante toren steekt, inclusief het kruis, bijna 90 meter boven de stad uit (GA). Linksboven: Hel toenemende aantal badgasten maakte het wenselijk dat in Scheveningen een aparte kerk kwam voorde toeristen. In 1874 werd deze Badkapel aan het Gevers Deijnootplein in gebruik genomen. Er werd vaak in het Duits gepreekt, vandaar de bijnaam Duitse kerk’. In 1915 werden de diensten verplaatst naar de huidige Nieuwe Badkapel aan de Nieuwe Duinweg. Het Duitse kerkjewerd gesloopt (GA). d

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Ach Lieve Tijd 750 jaar Den Haag en de Hagenaars | 1985 | | pagina 14