Tobias Boas
279
Prinsegracht werd ook wel als varkenswaag
gebruikt, waar het gewicht kon worden bepaald
van de dieren die op de ernaast gelegen
Varkenmarkt werden verhandeld.
Het aanzien van Den Haag als rijke en welvarende
stad gedurende de Gouden Eeuw was voor een deel
te danken aan de komst van veel Portugese joden
die hun land waren ontvlucht nadat Portugal door
de Spanjaarden was veroverd. Veel van deze
vluchtelingen behoorden tot aanzienlijke families
en beschikten over grote vermogens. Zij bleken
doorgaans succesvolle zakenlieden.
De joden hadden in de middeleeuwen in Europa de
functie van geldschieters op zich genomen, nadat
de katholieke kerk het uitlenen van geld tegen
rente had verboden, een verbod waar de joden zich
niets van hoefden aan te trekken. Verscheidene
joden speelden in de zeventiende en achttiende
eeuw een vooraanstaande rol als financier. De
Haagse bankier Tobias Boas bijvoorbeeld, deed
grote zaken met de stadhouders en leende
aanzienlijke bedragen aan zowel Willem IV als
Willem V.
Boas had de door zijn vader begonnen handel in
goud, zilver en juwelen om weten te zetten in een
florerend bankiershuis. De bekende avonturier
Casanova verzilverde in 1759 tijdens een bezoek
aan Den Haag een wissel van 3000 gulden bij
Tobias Boas en verbaasde zich erover dat de
beroemde bankier kantoor hield in het
onaanzienlijke St. Jacobstraatje. Tien jaar na het
overlijden van Boas ging zijn bankiershuis te
gronde. In 1792 moest de directie, die toen gevoerd
werd door de zonen Abraham en Simeon, alle
betalingen staken. De naam Boas verdween uit de
financiële wereld.
Hierboven een goed beklante
bakkerij omstreeks 1800. In
de tweede helft van de 18de
eeuw was de concurrentie
tussen de bakkers groot. Dat
ging zelfs zover, dal in 1766
een viertal Scheveningse
bakkers werd verboden nog
langer klanten met gratis
koekjes bij de concurrentie
weg te lokken. Vier jaar later
vroeg het Haagse
bakkersgilde aan het
stadsbestuur om hel aantal
bakkers te beperken. Het
stadsbestuur besloot daarop
de toelatingseisen voor het
gilde te verhogen (Atlas van
Slolk. Rotterdam).
Ernaast de winkel van deze
bakkerij. In de schappen
achter de toonbank liggen
grote broden uit gestald.
Daaronder staan blikken
koektrommels (Atlas van
Slolk. Rotterdam).
Daaronder: In deze
18de- eeu wse laken winkel
laat een officier zich door een
winkeljuffrouw een
rouwband om de arm
naaien. Een vissersvrouw
met haar dochtertje, beiden
in zware rouw, kopen zwarte
lakense stof. Het schilderij is
in 1882 gemaakt door David
Bles (HGM).