Fl
en leverde uiteenlopende zaken als touw, bezems
en wagensmeer, laken, fluweel, wierook en
waskaarsen.
hetgeen ze te koop aanboden. Het waren kleine
ambachtslieden, zoals schoenmakers,
beddentijkers en meubelmakers. Winkel en
werkplaats waren doorgaans één geheel, tenzij het
om een ambacht ging waarbij vuur werd gebruikt.
In dat geval werkte de ambachtsman op het
achtererf en was zijn voorhuis een soort toonzaal.
De koopwaar werd echter meestal min of meer op
straat uitgestald. Voorde winkel lag een stoep,
beschut dooreen houten luifel. Aan die luifel
werden de artikelen opgehangen en ook werd
koopwaar uitgestald op de luiken voor de ramen,
die ’s morgens naar beneden, werden geklapt en dan
een soort toonbank vormden.
Overigens waren er ook handelaren die hun
koopwaar bij verschillende ambachtslieden
betrokken en uitsluitend als leverancier
fungeerden. Handelaar Slaplaken bijvoorbeeld,
deed op die manier halverwege de veertiende eeuw
goede zaken met het hof. Hij nam bestellingen op
Toenemende bedrijvigheid
Een belangrijk handelscentrum was vroeger het
Spui, de binnenhaven van Den Haag. Als
aanvoerroute werd het Spui van groot belang toen
halverwege de veertiende eeuw deze gracht werd
doorgetrokken naar de Vliet. Hierdoor kwam een
verbinding tot stand met Leiden, Delft, Rotterdam
en verderweg gelegen plaatsen. Het Spui, in
diezelfde periode uitgegraven tot een brede gracht
met kades, werd nu een belangrijke losplaats voor
vrachtschepen met koren, wijn, bier, zout, was,
hooi en turf.
Aan de oostzijde van het Spui verrees in 1407 de
eerste hijskraan, waarmee de vaten wijn en bier
makkelijker konden worden gelost. Later kwamen
.1
I?
274
Daarnaast: De algemene
warenmarkt op de Grote
Markt is op deze foto uit
circa 1900 in volle gang.
Rondom het marktterrein
kunnen dorstige
marktgangers terecht in één
van de vele café 's die op
marktdagen goede zaken
deden (GA).
Links: P.C. la Fargue
maakte in 1760 dit schilderij
van de bedrijvigheid op de
Grote Markt. Duidelijk is te
zien dat de markt veel volk
trok en dal er de meest
uiteenlopende zaken werden
verkocht.
Op de markt liep een
marktmeester rond, die hel
marktgeld ophaalde en
'vinders'die de kwaliteit van
de aangeboden produkten
controleerden. De vinders
kregen het nog wel eens aan
de slok met kooplui die er
geen genoegen mee namen
dat hun waren werden
afgekeurd. Maar wie een
vinder te na kwam, kon op
een forse boete rekenen
(National Gallery. Londen).
Linksboven: Marktdag op de
Grote Markt in 1904. Op
deze markt was van alles te
koop: schoenen, boeken,
vogels, honden, borstelwerk,
garen en band, tuinzaden en
'verdere artikelen van
dagelijkse consumptie in hel
klein verkocht wordende'. De
marktgangers konden hier
op maandag- en
vrijdagochtend terecht. Op
zaterdag werd van drie uur in
de middag tot elf uur
's avonds markt gehouden
(GA).
L
"I