Al in 1730 volgde de tweede school aan het
Slijkeinde en in 1761 een derde aan de
Ammunitiehaven.
Verwerstraat stond. Hier kregen niet alleen de
kinderen van het tehuis les, maar ook kinderen van
door de diaconie bedeelde ouders. Het onderwijs
was zelfs verplicht voor de kinderen uit
ondersteunde gezinnen. De diaconie ging ervan uit
dat zij dan later gemakkelijker op eigen benen
konden staan en dus ook geen beroep zouden
hoeven doen op de armenkas. De controle op hun
aanwezigheid bij de lessen was bijzonder streng.
Spijbelde een leerling, dan liepen de ouders gevaar
hun ondersteuning te verliezen. Weeskinderen die
al werkten, de zogenaamde ambachtsjongens,
moesten tussen de middag, ’s avonds en op zondag
lessen volgen. Als ze spijbelden of te laat kwamen,
liepen ze de kans hun baantje kwijt te raken.
In 1728 besloot het stadsbestuur voor de kinderen
van armen een aparte school op te richten, los van
de diaconie. Een jaar later werd de eerste van de in
totaal vijf stadsarmenscholen die Den Haag heeft
gekend, aan de Voldersgracht in gebruik genomen.
Bedompte ruimten
De schoolgebouwen stelden in die tijd niet veel
voor. Soms was een school gevestigd in een
gedeelte van een groot gebouw, zoals de Latijnse
school die sinds 1593 was ondergebracht in het
voormalige brouwhuis van het Sint
Agnietenklooster aan de Zuilingstraat. De
stadsarmenschool aan de Ammunitiehaven was
gevestigd in twee aangrenzende woonhuizen. Maar
meestal bestond een school uit niet veel meer dan
één grote kamer, waarin wat banken en een
lessenaar stonden. Zo telde de school van Hendrik
Bongaardts niet meer dan een kast, vier tafels,
negen banken, acht tinnen inktkokers en een
lessenaar.
ij f
S'i
303
Daaronder: Voor meisjes
waren er tot ver in de 19de
eeuw weinig mogelijkheden
om na de lagere school door
te leren. Velen van hen
kregen naai- en breiles van
een breimatres, meestal een
'oude vrijster' die met deze
lessen de kost verdiende. Het
leslokaal is op dit schilderij
van G. Henkes uit omstreeks
1870 gewoon bij de
breimatres thuis. De meisjes
zitten op krukjes zonder
leuningen om ze te dwingen
tot een goede houding en om
te voorkomen dat ze in slaap
zullen vallen. De ramen zijn
afgeschermd, zodat de
meisjes niet afgeleid kunnen
worden door wat erbuiten op
straat gebeurt (Rijksmuseum
Mesdag).
Hierboven: Na het bericht
van de verloving van prinses
Juliana bakken leerlingen
van de huishoudschool Laan
van Meerdervoort op 23
oktober 1936 taartjes om
zieken en arme kinderen in
de feestvreugde te laten delen
(GA).
Rechtsboven: Een les
kostuumnaaien op de
's-Gra venhaagsche
Vakschool voor Meisjes aan
de Louise Henriëttestraat
omstreeks 1913. De
verlichting van het leslokaal
door 11 elektrische lampen is
voor die tijd erg modern
(GA).
I
-7-
u- ’fei
- 'fj'
'-J&