Lm iW r LiW'Ol 311 Beroepsonderwijs De Haagse afdeling van de Vereniging tot bevordering van Fabrieks- en Handwerksnijverheid nam in 1872 naar Amsterdams voorbeeld het initiatief tot het oprichten van een ambachtsschool. Leerjongens werden voordien door een baas in een vak opgeleid, maar er bestond in de tweede helft van de negentiende eeuw zoveel vraag naar bekwame werklieden, dat een beter georganiseerde opleiding gewenst was. Al spoedig konden in een schoolgebouw aan de Nieuwe Haven de eerste veertig jongens les krijgen in timmeren, smeden, meubelmaken en schilderen. Meisjes konden vanaf 1888 voor een beroepsopleiding terecht op de Haagse Kookschool. Deze school, de eerste in haar soort, leidde meisjes uit alle standen op tot goede keukenprinsessen. Hoewel de maaltijden die op school werden bereid, goed verkoopbaar bleken en de school zelfs de ’uitzending van diners’ verzorgde, floreerde de school niet. Het aantal leerlingen dat de twaalf-en-een-halve cent voor een les niet op kon brengen en toch onderwijs mocht blijven volgen, was te groot. Er kwamen steeds meer niet betalende leerlingen en het bleek financieel onmogelijk de school voort te zetten. Een aantal leden van de vereniging die de kookschool had geëxploiteerd, zette in 1902 de ’s-Gravenhaagsche Vakschool voor Meisjes op. Een ander soort beroepsonderwijs werd gegeven op de kappersschool. Deze opleiding begon haar lessen in 1908 in de Wagenstraat en zwierf jarenlang van koffiehuis naar kapsalon. Eindelijk kreeg men de beschikking over een lokaal in de Terwestenstraat, waar de heren- en damesafdeling door een gordijn van elkaar gescheiden waren. Aan oefenmodellen hadden de leerlingen geen gebrek: de Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon Pb pH Hierboven: De gebroeders Van Lier maakten in 1836 deze litho van het gebouw van de Teeken-, Bouw- en Zang-Akademie die drie jaar later gereed kwam. Bijna honderd jaar stond dit gebouw aan de Prinsessegracht. Het huis rechts van de academie herbergde vanaf1888 het museum voor kunstnijverheid, dat nauwe banden met de academie onderhield (GA). Rechts: De grote zaal in het oude academiegebouw werd voor allerlei activiteiten en evenementen gebruikt, zoals voor een schilderijententoonstelling, een plantenexpositie en soms ook als balzaal. De orkestklas van de muziekschool gebruikte de grote zaal enige tijd als repetitieruimte, vaak tot ongenoegen van de overige studenten die last hadden van het rumoer. In latere jaren werden er afgietsels van bekende Griekse beeldhouwwerken neergezet, die als modellen dienden (GA).

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Ach Lieve Tijd 750 jaar Den Haag en de Hagenaars | 1985 | | pagina 19