1
1
Meester Jan
312
verwees werklozen doorvoor een gratis knipbeurt.
Een unicum in Nederland was de ’Koloniale
school voor meisjes en vrouwen’ aan het
Westeinde, opgericht door de dames Van Deventer
en Hellemans. Zij hadden gemerkt dat veel pas
getrouwde Nederlandse vrouwen in onze koloniën
tot hun schade niets afwisten van de
omstandigheden waarin ze bijvoorbeeld op een
afgelegen suikerplantage terecht konden komen.
Tropische ziekten, de verpleging ervan, hygiëne,
Indisch koken en het omgaan met inlandse
bedienden waren vakken waarin de dames zich op
deze school konden bekwamen.
Tot de belangrijkste onderwijsvernieuwers van het
eind van de vorige eeuw behoorde de Haagse
schoolmeester Gerard Jan Ligthart. In 1885 kwam
hij als hoofdonderwijzer terecht op de ’school voor
onvermogenden’ aan de Tullinghstraat. Ligthart
hield er opmerkelijke methoden op na. Zo
ontwikkelde hij het ’verbandhoudend onderwijs’,
waarbij hij bijvoorbeeld de kinderen duiven liet
voeren om ze vervolgens allerlei kennis bij te
brengen over de eetgewoonten van de vogels, hun
dons- en dekveren en de anatomie van de dieren.
Hij nam kinderen mee door de stad en wees ze op
bijzonderheden uit het verleden. In de duinen
leerde hij de scholieren het nut van de natuurlijke
zeewering en vertelde ze over de plantengroei en
de dieren die er leefden.
Samen met zijn collega H. Scheepstra maakte
Ligthart een complete leesmethode, waaronder de
bekende boekjes van ’Ot en Sien’. Het eenvoudige
Haagse schooltje werd dank zij Ligthart een begrip
in internationale onderwijskringen. Zelfs vanuit
Scandinavië kwamen onderwijzers naar de
Tullinghstraat om zijn methoden te bestuderen en
mi
jjj_L
LLLbI
Linksboven: In 1908 stichtte
de 's-Gravenhaagsche
Stadsgezondheidskolonie
een huis in de duinen, waar
in de zomermaanden
Haagse bleekneusjes konden
aansterken. In 1931 werd dit
inmiddels lot
'Herstellingsoord De Eerste
Nederlandsche Buitenschool'
omgedoopte complex aan de
Doorniksestraat
overgedragen aan de
gemeente. Die had juist een
jaar eerder in de voormalige
buitenplaats Leyenburg (hier
op de foto) ook een
buitenschool gevestigd, met
grote openslaande ramen
waardoor licht en lucht
vrijelijk binnen konden
komen (GA).
Links: Behalve in hel
schoolgebouw kregen de
kinderen ook les in de
openlucht. Op de school aan
de Doorniksestraat was het
gebruikelijk dat de leerlingen
met schoolbanken en al in
een beschutte duinpan les
kregen, zoals deze foto van
omstreeks I960 laat zien
(GA).
Hierboven: Ook in de winter
gingen de openluchtlessen
aan de 'Bosschool', zoals de
Eerste Nederlandsche
Buitenschool oorspronkelijk
wel werd genoemd, gewoon
door. De kinderen kregen
dan een speciaal wintertenue
aan om enigszins beschermd
te zijn legen het slechte weer
(GA).