750 jaar Den Haag, de Hagenaars en hun onderwijs De Latijnse school In de middeleeuwen waren de scholen meestal verbonden aan een kerk of klooster. Het onderwijs stond geheel ten dienste van de kerk. De leerlingen werden opgeleid tot priesters en moesten bovendien de missen in de kerk opluisteren met hun gezang. Behalve in lezen en schrijven werden ze dan ook onderwezen in Latijn en de catechismus. Belangrijke vakken waren voorts zingen en het leren van gebeden. Minister Goeman Borgesius kon opgelucht adem halen: met een meerderheid van slechts één stem had de Tweede Kamer die vrijdagmiddag de 30ste maart 1900 zijn wetsvoorstel tot invoering van de leerplicht aangenomen. Was de geachte afgevaardigde Schimmelpenninck - een overtuigd tegenstander van deze wet - niet kort tevoren van zijn paard gevallen, dan had dit voorstel het niet gehaald. Eindelijk kon nu een begin worden gemaakt met iets waar Karei de Grote al van droomde: verplicht onderwijs voor iedereen. Tot aan de eeuwwisseling gingen immers lang niet alle kinderen naar school. De meeste mensen waren zo arm, dat de kinderen al jong moesten helpen de kost te verdienen. Al in het midden van de veertiende eeuw had Den Haag een ’scole’, ook wel Latijnse school en later grote school genoemd. De school was gevestigd in een huis aan de straat die naar de Grote Kerk liep. Vanaf 1465 werd deze straat dan ook niet langer Kerkstraat, maar Schoolstraat genoemd. De grote school was toen de enige officiële school en op den duur zaten er niet alleen kinderen die voor het priesterambt opgeleid werden, maar stuurden ook rijke ouders hun kinderen wel naar deze school om ze te laten vormen tot vooraanstaande bestuurders ofkooplieden. Onder redactie van Maarten van Doom, Charles Dumas, Dick van der Maarel, Michiel van der Mast, Coos Versteeg en Peter Wander; met medewerking van Svend E. Veldhuijzen. 295 Links: Hei uit 1839 stammende gebouw van de Academie voor Beeldende Kunsten aan de Prinsessegracht had een voorgevel als van een Griekse tempel. Deze foto uit 1913 toont de oude academie in alle statigheid. In de periode 1934-1937 verrees op deze plaats het huidige academiegebouw GA). Rechts: Deze foto van omstreeks 1920 is waarschijnlijk genomen in de herhalingsschool voor meisjes aan de Korte Lombardstraat. De herhalingsschool, die onderdak genoot in de gemeentelijke burgerschooi op nummer 11. was een soort voortgezet lager onderwijs (GA). Op het omslag: Een kijkje in een schoollokaal in de 18de eeuw. Een school bestond in die lijd meestal uil niet meer dan één lokaal waar alle kinderen, of ze nu al jar en school gingen of pas kwamen kijken, bij en door elkaar zaten. Het geheel maakt een rommelige en wanordelijke indruk. Sommige leerlingen vechten met elkaar, anderen proberen wat te schrijven of te lezen. Aan de muur hangen de houten schooltassen en achter de meester hangen de roe en de plak. Een leerling heeft hei ie bont gemaakt en moet met het kwaaddoenersbord om zijn nek lot voorbeeld strekken van de anderen. De meester snijdt een ganzepen en overhoort een leerling terwijl een ander op zijn beurt wacht (Stedelijk Museum 'Hel CatharinagasthuisGouda).

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Ach Lieve Tijd 750 jaar Den Haag en de Hagenaars | 1985 | | pagina 3