kl 1 1 ijBïmnopgc j fêtubhro. Hit - f Jt A 11 jl B w j JOODS f H 1 belediging op. Ontslag dreigde voor rector Le Milet, maar het stadsbestuur zag het gebeuren uiteindelijk door de vingers. ’Fraije maniere’ Net als voor de Hervorming waren er, behalve de Latijnse school, nog andere vormen van onderwijs. Kinderen van gegoede families kregen tot hun tiende of twaalfde jaar eerst huisonderwijs van een gouverneur of gouvernante. Daarna konden ze kiezen tussen de Latijnse, Duitse of Franse school. Op de Duitse school leerden de kinderen lezen, schrijven en rekenen, op de Franse school ook nog Frans en vaak boekhouden. De Duitse school was het minst in trek bij de kinderen die al huisonderwijs genoten hadden, aangezien zij de vakken die daar werden onderwezen, doorgaans al beheersten. Een andere mogelijkheid was de kostschool, in feite een Franse school waar de kinderen intern waren. Behalve aan onderwijs werd hier ook veel aandacht besteed aan goede manieren. Philip Valcourt en Rachel Molen leidden in Rijswijk een meisjeskostschool waar de jongedames les kregen in Frans, godsdienst en ’in alle beleefdheijt en fraije maniere van leven’. Meester en doodgraver In Loosduinen en Scheveningen stonden eenvoudige dorpsschooltjes. Het onderwijs dat er werd gegeven, beperkte zich tot lezen, schrijven, rekenen en het leren van de catechismus. De belangstelling voor de schrijflessen was niet zo groot, omdat de ouders daar meer schoolgeld voor moesten betalen en bovendien de aanschaf van pennen en papier zelf moesten bekostigen. De meeste ouders vonden bovendien dat hun kinderen, net als zijzelf, wel zonder te kunnen schrijven in staat zouden zijn hun brood te verdienen. De schoolmeesters in Loosduinen en Scheveningen konden dan ook onmogelijk leven van het onderwijzen alleen. Behalve schoolgeld betalende leerlingen kregen ze ook nog armlastige kinderen in de klas, waarvoor de diaconie in totaal niet meer dan tien gulden per jaar betaalde. De meeste schoolmeesters hadden daarom een bijbaantje als voorlezer in de kerk, doodgraver of koster. 1 Wsan&jCEtobbesfe ÊHfftuI/riïïQnpcï. o w g SESfötnVtorgis. 301 H 1 w Hierboven: Een ezelsbord uit de tweede helfi van de 18de eeuw, dal een domme leerling om zijn nek moest dragen (Nationaal Onderwijsmuseum. Zoetermeer). Rechtsboven de titelpagina van het zogenaamde Haneboek, het grote ABC-boek. Hieruit leerden de kinderen het alfabet en lezen (Nationaal Onderwijsmuseum. Zoetermeer). Daaronder een houten schooltas met een griffeldoos, een lei met spons en een griffel. De tas werd afgesloten met een schuif (Nationaal Onderwijsmuseum, Zoetermeer). Hieronder: Voor joodse kinderen was er dit speciale ABC-boek uit 1728. 'Seer nut ende bequaem voor de jonge Jeugt der selver Natie’ Rechtsonder: Deze pechvogel gooide de meester een onoplettende leerling naar het hoofd. Deze moest het lappenbeest terugbrengen en werd dan bestraft (Nationaal Onderwijsmuseum, Zoetermeer). Wf ft foeKitre ^arni tat «jMfftn fg sw/ Sao laat SonaeSeuflöwt ntsjfojjJI SIJS ÏÏJ 25 ST ABCDEFGHIJKLMN OPQRSTUVWXÏZ. Aabcdefghijklmuopq rfstuvwxyz. dabcdefghijklmnipqrfst'U'vwxfZ,- In ’:GRA VENHAGE. i CORNEL15 van ZANTEN, SJorfc >luhH<c m tp 'tjapup. >?a». 'F Seer nut ende bequaem vöot de jonge Jeugt der fclvcr Natie. ©cetorft wjt Öcn QtSjtmfc eBtioincié/ Ooo?J. v. MacrlTen, Sooiic JIBreptr. Dch tweeden Druk. <-■••31 ■i 1 8

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Ach Lieve Tijd 750 jaar Den Haag en de Hagenaars | 1985 | | pagina 9