Y
J 1
I j
als voor de dansers moet het een ware
krachtsinspanning zijn geweest, want de
voorstelling duurde tot zes uur in de ochtend.
Na de Franse revolutie kwam het Nederlandse
ballet tot grote bloei. De techniek ging met
sprongen vooruit en het beroep van danser en
acteur was niet langer te combineren. Het was de
tijd van de romantiek en men haalde allerlei
technische hoogstandjes uit om de illusie van het
bovenmenselijke en het onwerkelijke uit te
beelden. In het ballet La Sylphide, dat in 1836
werd uitgevoerd, zweefden de danseressen boven
het toneel, hangend aan lange touwen. Het Théatre
Royal de la Haye beschikte nog wel over een eigen
groep dansers, maar die traden voornamelijk op in
operaballetten.
Een spectaculaire toegift
Omstreeks 1750 werden tijdens de zomermaanden
drie maal per week concerten gegeven in een
uitspanning aan de Zeestraat. Deze concerten
Een tweetalige schouwburg
In de tweede helft van de achttiende eeuw stichtte
de beroemde toneelspeler Maarten Corver aan de
Assendelftstraat de ’Nederduytsche Schouwburg’.
Zijn gezelschap was vanaf het begin verwikkeld in
een keiharde concurrentiestrijd met het Franse
toneel. Convers schouwburg hield op te bestaan,
toen in 1804 zowel het Franse gezelschap als de
Nederlandse acteurs samen werden ondergebracht
in het verbouwde, nooit voltooide paleis van
Nassau-Weilburg, de huidige Koninklijke
Schouwburg.
De gehele negentiende eeuw werd de schouwburg
bespeeld door twee gezelschappen: het één Frans
en het ander Nederlandstalig. Zij deelden het
gebouw, maar verder was alles strikt gescheiden.
De groepen hadden aparte speeldagen en elk een
eigen directeur. Het publiek maakte ook duidelijk
onderscheid tussen de Franse en de Hollandse
voorstellingen: de ’betere’ klasse bezocht het
Théatre Royal de la Haye, het ’mindere’ publiek
ging gewoon naar de Hollandsche Schouwburg.
Een toneelliefhebber omschreef dat als volgt: ’Als
men in eenige beschaafden of letterkundigen kring
zei: ’Ik ga vanavond naar de Hollanders’, dan
meesmuilde men ongeloovig of glimlachte
spottend’.
Heel anders ging het toe bij de concerten die Jacob
Lopez de Liz, een Portugese jood, tussen 1734 en
1742 in zijn woning aan het Korte Voorhout 7
organiseerde. Hij telde onder zijn publiek hoge
gasten, veel buitenlandse gezanten en zelfs prins
Willem IV. De gefortuneerde De Liz, die niet
alleen in welluidende muziek, maar ook in mooie
zangeressen geïnteresseerd was, bleek op den duur
echter niet in staat zijn ’hofhouding’ te financieren.
De dames wisten hoge gages van hem los te krijgen
en uiteindelijk ging De Liz zelfs aan zijn kostbare
liefhebberij failliet.
waren uitsluitend toegankelijk voor ’fatsoenlijke
lieden, mits twee Schillingen betaelende’. Het
programma bood na afloop vuurwerk en een bal.
Een ’extra ordinaris Vocael en Instrumentael
Concert’ op de verjaardag van de stadhouder had
zelfs als toegift ’een spektakel van te zien klimmen
op een met Oly en Zeep besmeerde Mast’.
1 -
i
326
Linksboven: Het slottafereel
van de operette 'De Postiljon
van Longjumeauzoals die
in 1925 werd uil gevoerd door
de Die Haghe Sangers (GA).
Daaronder: Het gebouw van
K&W aan de Zwarteweg
werd in 1874 ingewijd. De
voorgevel was in klassieke
stijl op getrokken.
Het gebouw werd op
vrijdagavond 18 december
1964 geheel door brand
verwoest (GA).
Daarnaast: Veel
theatervoorstellingen werden
gegeven in het gebouw van
Kunsten en Wetenschappen,
zoals deze uitvoering van
'Samson en Delilahin
november 1920 (GA).
I