J Toneel inde tuin Jan Baptist van Fornenbergh moet een bijzonder acteur zijn geweest, want speciaal voor hem creëerde Joost van den Vondel in zijn stuk ’Gebroeders’ alsnog een extra personage. Met zijn ’Oprechte Nederduytsche Comedian ten’ verzorgde Jan Baptist succesvolle optredens aan de vorstenhoven van Brussel, Kopenhagen en Stockholm. Op 21 mei 1658 kocht de gevierde toneelspeler een huis tussen de huidige Spekstraat, Denneweg en Hooikade. Hij ging er zelf met zijn gezin wonen en in de tuin liet hij een ’Schouburgh ofte Theatrum’ compleet met loges en een voor die tijd in Nederland uniek coulissentoneel bouwen. Twee jaar later, juist toen Den Haag de nieuwe koning van Engeland Karel II verwelkomde, ging de schouwburg open met onder meer ’Vertooningen, gepast op de Blijde en Staatsryke Inkomsten van d’Alderdoorlugtigste Majesteit Carolus II’. Het publiek kwam binnen via de gang van het woonhuis, waar ook wijn en bier werd geschonken. De Haagsche Schouwburg van Van Fornenbergh was allerminst een volkstheater, maar de waardering die Jan Baptist telkens weer aan buitenlandse vorstenhoven ten deel was gevallen, kreeg hij hier niet. De stadhouder is zelfs nooit in Van Fornenberghs schouwburg geweest. Maar erger nog dan dit gebrek aan belangstelling was, dat Van Fornenbergh zijn leven lang is vervolgd door kerkeraden en predikanten die geen enkele waardering konden opbrengen voor dit lichtzinnige vermaak. De theaterdirecteur wist wel in 1679 gedaan te krijgen dat elk Nederlands toneelgezelschap dat in Den Haag optrad, dit uitsluitend mocht doen in zijn theater. Voor dit monopolie moest hij aanvankelijk per bezoeker echter alweer optreden, mits zij aan de diaconie twintig ponden voor de armen betaalden. Er kwamen in die tijd ook steeds meer Franse groepen langs. Bij de prinsen van Oranje vonden de Fransen een warm onthaal. Eén ’compagnie’ kreeg zelfs het recht zich ’Les Comédiens du Prince d’Orange’ te noemen. Stadhouder Frederik Hendrik liet de komedianten op feestdagen onder meer in de Pikeurschuur, een manege op het Buitenhof, optreden. Het nieuwste Parijse repertoire werd er gespeeld, tot groot ongenoegen van de Haagse predikanten. ..j» 323 Daarnaast: Bij hun feestelijke intocht in Haarlem trokken de rederijkers door de hier afgebeelde erepoort, waarop een compleet toneel was gebouwd (GA). Rechts: In het jaar 1606 werd in Haarlem een groot rederijkersfeest gehouden. In de optocht liepen ook vertegenwoordigers van de Haagse rederijkerskamer 'De Corenbloem mee. Op deze gravure zijn een trommelaar en twee mannen die het blazoen dragen, afgebeeld (GA). jeugd neemt (drank) in'. Dat drinkgelagen bij de rederijkers vaak voorkwamen, wordt op het schilderij nog eens benadrukt door de druiveranken boven hel venster en door de man links op de achtergrond, die een glas ledigt (Philadelphia Museum of Art, John G. Johnson Collection). Hierboven: Dit schilderij van Jan Steen geeft enkele leden weer van de Haagse rederijkerskamer 'De Groene Laurierspruitzoals blijkt uit het blazoen met wijnglas en gekruiste Goudse pijpen, dat onder het venster hangt. Op het bord staat ook de spreuk IVGHT NEMT IN, dat zich zowel laat lezen als 'dejeugd is innemend'als 'de

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Ach Lieve Tijd 750 jaar Den Haag en de Hagenaars | 1985 | | pagina 7