['KB® 350 ook in trek bij militairen uit de nabijgelegen kazernes. En in de straten klonken dan ook menigmaal de feestelijke fanfareklanken van de militaire kapel, wanneer die weer eens op moest draven voor een jubileum van een ’hoge piet’. Drassige veengrond Rondom het oude Den Haag werd in de tweede helft van de vorige eeuw druk gebouwd. In de jaren ’90 verrees aan de westzijde de Regentessebuurt. Nabij het Rhijnspoorstation, ten oosten van de stad, was toen al een begin gemaakt met het Bezuiden hout en nog eerder werden in de Zusterpolder aan de zuidkant bij het station Hollandse Spoorde Stationsbuurt en het Oranjeplein aangelegd. De fraaie herenhuizen die daar werden gebouwd, trokken echter in onvoldoende mate het kapitaalkrachtige publiek waarvoor zij bestemd waren. Grenzend aan het Oranjeplein werd de Schilderswijk gebouwd. In de huizen aan de straten woonden de ’kleine luyden’, winkeliers, kleine handelaren en lagere ambtenaren. In de hofjes op de binnenterreinen kwamen arbeiders te wonen. Ook elders werden in diezelfde tijd arbeiderswoningen gebouwd, want de stroom van goedkope arbeidskrachten die naar Den Haag kwamen in de hoop op werk, meest verarmde boeren van de Zuidhollandse eilanden, bleef aanhouden. Particuliere ondernemers zagen daar wel brood in. Gedreven door winstbejag bouwden zij, waar dat maar mogelijk was, de binnenterreinen achter de huizen vol met ’hofjes’. Eerst nog binnen de grachtengordel, maar al spoedig ook achter de huizen in de nieuwe wijken. Het waren kleine, goedkoop en slecht gebouwde huisjes, waarvoor een veel te hoge huur moest worden betaald. Het ging deze ondernemers erom op zo weinig mogelijk grond zo veel mogelijk 'WWW ïll Daaronder: De 18de-eeuwse tuinen van grote buitenplaatsen als Sorghvliet. Clingendael en Duinrell zijn vaak en uitvoerig in beeld gebracht. Van de Haagse stadstuinen uit die eeuw zijn echter nauwelijks afbeeldingen bekend. Dit schilderij van P.C. la Fargue uit 1775 is daarop een uitzondering. De tuin behoorde bij het aan de Spuistraat gelegen huis van de advocaat en bankier Jacques Bergeon (Voorheen S. Nijstad Oude Kunst B. V.. Den Haag). Linksboven: In 1643 kocht Jacob Cats ten noorden van Den Haag een uitgestrekt duingebied, waar hij de hofstede Sorghvliet liet aanleggen. Hans Willem Bentinck. die Sorghvliet ruim dertig jaar later kocht, vergrootte en verfraaide de tuinen van deze buitenplaats aanzienlijk. In de strak symmetrisch aangelegde tuin verrezen prielen, volières en een grote orangerie. Ook kwam er een doolhof waarvan de gangen gevormd werden door hoge, geschoren taxushagen. .1. van den A velen maakte er omstreeks 1700 deze ets van (GA). Daarnaast: Deze aquarel van P.C. la F argue uit omstreeks 1770 toont de landelijke rust van het Nachtegaalspad. dat na de verbreding in 1869 Parkstraat ging heten. Wij zien het pad hier vanaf de Noord Singelsgracht. de huidige Mauritskade. met in de verte het dak en de toren van de Kloosterkerk. Achter de schutting rechts liggen de tuinen die behoorden bij het aan de Kneuterdijk gelegen Huis van Wassenaer-Obdam. Kort na het midden van de 19de eeuw werden deze tuinen bebouwd (GA). .'-’Mc-:*---. r -v x*r.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Ach Lieve Tijd 750 jaar Den Haag en de Hagenaars | 1985 | | pagina 10