BAAGSCHE COURANT Italië’s sympathie voor Finland Ri Onze gemobiliseerden STADSNIEUWS Zaterdag 6 Januari 1940. koers de Rome richt den scherper tegen sovjet-Unie DERDE BLAD. ■as DE WERKLOOSHEID HIER TER STEDE ZWEMLES VOOR SCHEVENING- SCHE VISSCHERS van den Tem- geïnstalleerd, vraagstuk zal om het de van be de van het het redelijkerwijs niet mogelijk was den oud-gemobiliseerde we der in zijn betrekking te her stellen. In Polen eindelijk was bepaald, dat men een ondernemer niet kan verplichten een arbeider terug te nemen, wanneer hij niet in staat is hem opnieuw werk te geven, hetzij doordat de inrichting of dat deel ervan, waarheen de arbeider na vrij van dienst te zijn gewor den, moest terugkeeren, niet meer bestaat; hetzij doordat de techniek van de productie zoodanig is ge wijzigd, dat de soort van arbeid, waarbij de betrokkene werkzaam was. niet langer wordt verricht. Weerkundige Waarnemingen Barometerstand van hedenmiddag 1*2 .iur Het dunne pijltje geeft den stand i<ui van gisteren Of deze commissie tot practisch uitvoerbare voorstellen zal ko men, zullen we moeten afwachten. Maar de opdracht, aan de Com missie gegeven, om deze kwestie onder de oogen te zien, bewijst, dat ook de Regeering in beginsel in een verzekering tegen het be doelde risico de aangewezen op lossing ziet. Merkwaardig is nu echter, dat, waar men in het bui tenland gepoogd heeft voor de gemobiliseerden een regeling te treffen, welke hen moet vrijwaren voor broodeloosheid na afloop der mobilisatie, een andere weg is in- Wij spraken hierboven van een verzekering van het mobili- satie-risico. Maar bij een verzeke ring behoort een premie. Het is nu de vraag: wie behoort die premie te betalen? Wij zouden in dit ge val meenen, dat de geheele volks gemeenschap deze heeft op te brengen en dat de Staat dus uit eigen middelen de schadevergoe ding of het wachtgeld, waarvan wij spraken, zal hebben te betalen. Immers de mobilisatie is niet af- gekondigd in het belang van deze of gene bevolkingsgroep, maar in het belang van geheel Nederland, in het belang van den Nederland- schen staat en het Nederlandsche volk. De gemobiliseerden hadden het offer en der erkentelijkheid vordert, dat het vaderland hen althans schade loos stelt voor de gevolgen van de mobilisatie in economisch opzicht. Natuurlijk blijft daarnaast onver let de moreele plicht van de werk gevers om hun gemobiliseerde arbeiders terug te nemen, indien daardoor geen belangen van an dere arbeiders of van de onderne ming in ernstige mate geschaad worden. Het is zeker de vraag, of de door ons aangegeven oplossing, al is zij principieel ongetwijfeld volkomen verantwoord, niet zoo danige financieele consequenties met zich medebrengt, dat zij prac tisch niet of niet in vollen omvang voor verwezenlijking vatbaar is. Dit is een zaak, die stellig nadere studie vereischt. Wij zouden dan ook willen aanbevelen, dat een nieuwe ministerieele commissie werd ingesteld, op het voorbeeld van de commissie, welke zich thans met de oorlogs-molestverze- kering bezighoudt, teneinde de practische uitvoerbaarheid, in het bijzonder in financieel opzicht, van de door ons aangegeven rege ling te onderzoeken Het zou ons verheugen, indien wij door deze beschouwing den stoot mochten hebben gegeven tot een oplossing, die ten volle rekening houdt met de eischen der billijkheid naar alle zijden en die ongetwijfeld een uitnemenden invloed zal hebben op de stemming, waarin de gemo biliseerden hun dienst zullen blij ven verrichten, ook indien de mobilisatie aanmerkelijk langer mocht duren dan wij thans hopen en verwachten. Tijdens de behandeling van de Rijksbegrooting voor 1940 hebben intusschen verschillende Tweede- Kamerleden een wettelijke ver plichting voor werkgevers bepleit, om de vroeger bij hen in dienst geweest zijnde gemobiliseerden na afloop der mobilisatie terug te nemen. De ministers van den Tempel (Sociale Zaken), Dijx- hoorn (Defensie) en Gerbrandy (Justitie) hebben echter op ver schillende gronden zulk een rege ling van de hand gewezen. In een der bladen is nu dezer dagen de vraag gesteld, of de bedoelde mi nisters wel kennis hadden geno men van de regelingen, welke te dezer zake in het buitenland zijn getroffen en waarbij zulk een ver plichting aan de werkgevers wordt opgelegd. Die regelingen zijn ver meld in het Novembernummer van de Revue Internatio nale du Travail (Internatio naal Arbeidsoverzicht), een maand blad, uitgegeven door het Inter nationaal Arbeidsbureau te Ge nève. Wij hebben dit tijdschrift geraadpleegd en daarbij is ons ge bleken, dat de bedoelde regelingen (vermeld worden die in Duitsch- land, Engeland, Frankrijk en Po len) geenszins bevredigend zijn te achten, omdat de arbeiders er geen baat bij vinden in gevallen, waarin het onmogelijk is hen weer in dienst te nemen. In Duitschland b.v. kan de ondernemer het ar beidscontract doen ontbinden, wanneer de onderneming niet lan ger bestaat, alsmede in andere bui tengewone gevallen. In Frankrijk is de wederindienstneming van den gemobiliseerde afhankelijk ge steld van de voorwaarde, dat de hervatting van den arbeid moge lijk is. De werkgever kan zich vooreerst beroepen op de onmoge lijkheid van den kant der onder neming om het contract weer op te nemen en in de tweede plaats op de onmogelijkheid van den kant van den gemobiliseerde om den arbeid te hervatten. Wat het eerste punt betreft, wordt reke ning gehouden met diepgaande wijzigingen in den gang van zaken der onderneming ten gevolge vernieling van inrichtingen, langrijke veranderingen in werkmethoden en verlies clientèle. Ten aanzien van tweede punt worden als geldig be schouwd motieven, ontleend aan den gezondheidstoestand van den gemobiliseerde: ziekten, wonden, verminkingen, welke merkbaar wijziginp brengen in de geschikt heid van den betrokkene voor de functie, welke hij vervulde vóór de mobilisatie. In Engeland wordt de onderne mer toegelaten tot het bewijs, dat In al deze gevallen baat de re geling den oud-gemobiliseerde dus niet en is hij behalve wanneer hij een rente als oorlogsinvalide mocht trekken ook van schade loosstelling verstoken. Aan den anderen kant brengt deze regeling ook onnoodige onbillijkheden mede voor den ondernemer en de arbeiders in zijn dienst. Hoe lan ger immers de mobilisatie duurt, des te grooter is de kans, dat de gemobiliseerden hun vakbekwaam heid gedeeltelijk, ja zelfs geheel verliezen. Is nu de mobilisatie af- geloopen, dan is de ondernemer in het algemeen verplicht deze half of geheel ongeschikte werk krachten weer in dienst te nemen en daarvoor andere, meer ge schikte arbeiders te ontslaan. Nu kan men wel zeggen: daar moesten de plaatsvervangers, die de pa troon in dienst nam bij het begin der mobilisatie, maar op rekenen. Maar duurt de mobilisatie eenige jaren. dan beschouwen deze arbei ders zich niet meer als tijdelijk; ook de patroon ziet geen tijdelijke werkkrachten meer in hen. Komt daarbij, dat zij zeer goed voldoen, dan is een regeling, welke den pa troon verplicht die krachten af te danken om personen, die geheel van de onderneming zijn ver vreemd en wier handen verkeerd staan, daarvoor in de plaats te nemen, moeilijk te beschouwen als in alle opzichten met de billijk heid strookende. ONEERLIJKE KOSTGANGER AANGEHOUDEN geslagen en de oplossing gezocht is in een zekere verplichting van gemobili- moment, wapenen hen in de werkgevers seerden die op dat dezen onder geroepen werden, bij dienst waren, na afloop van de mobilisatie terug te nemen. Een dergelijke regeling bestaat bij ons niet. Wel rekent de Regeering er op, dat de werkgevers zooveel mogelijk de gemobiliseerden weer in dienst zullen nemen en hebben ook de groote werkgeversorgani saties er bij herhaling den nadruk op gelegd, dat ten deze een mo reele verplichting, of wil men, een sociale plicht op de werkgevers rust. Wel mag men er dan ook op rekenen, dat in een zeer groot aantal gevallen de gemobiliseer den na afloop van de mobilisatie weer in dienst zullen worden ge nomen door hun vroegeren werk gever, maar absolute zekerheid dienaangaande bestaat niet. Even min echter bestaat er zekerheid voor die gemobiliseerden, die zelfstandig een bepaald beroep of bedrijf uitoefenen, dat na de mo bilisatie hun broodwinning niet zal zijn te niet gegaan. Men heeft hier met risico’s te doen, aan de mobilisatie verbonden, welke op juiste, afdoende wijze slechts zijn te dekken langs den weg van ver zekering, in dien zin, dat de be trokkenen de garantie moetqn hebben, dat hun een wachtgeld of eenige andere vergoeding zal wor den uitgekeerd waardoor zij be hoorlijk kunnen rondkomen, tot dat zij weder in staat zijn hun brood te verdienen. Daarbij komt, dat een dergelijke verplichting voor den werkgever om bepaald personeel in dienst te houden of in dienst terug te ne men, principieel in strijd is met het recht van den werkgever zelf zijn personeel te kiezen. Gaat men dit recht aan banden leggen, ten einde arbeiders Voor werkloosheid te vrijwaren, dan is er geen en- kere reden, waarom men zich dan zou beperken tot het geval van mobilisatie. Dan kan men den on dernemer evengoed verplichten een arbeider, dien hij ontslagen heeft en door een ander vervan gen, in dienst terug te nemen, in dien blijkt, dat die arbeider bin nen zekeren termijn bij geen en kelen anderen ondernemer werk heeft kunnen vinden. Een werk gever, die niet vrij is in de keuze van zijn personeel, kan de verant woordelijkheid voor den gang van zaken in zijn bedrijf bezwaarlijk dragen. Daarom zouden wij mee nen, dat een dergelijke ernstige inbreuk op het natuurlijke recht van iederen werkgever slechts dan te verdedigen ware, indien er geen ander middel zou zijn om een be vredigende oplossing te vinden. Dat andere middel wij zagen het is echter wel degelijk aan wezig; het bestaat in een waar borg aan den gemobiliseerde, dat hem het nadeel zal worden ver goed, dat hij lijdt, indien als ge volg van de mobilisatie, zijn broodwinning teloor gaat of be langrijk wordt aangetast. Een re geling in dien geest biedt ook het groote voordeel, dat niet alleen de gemobiliseerde arbeiders, maar ook de gemobiliseerde zelfstandi gen daardoor hun risico, uit de mobilisatie voorspruitend, zien gedekt. van hun bewegingsvrijheid wellicht nog grooter offers, wellicht zelfs het offer van hun gezondheid of hun leven voor land en volk te brengen. De plicht Hoezeer onze gemobiliseerde jongens zich in de algemeene sympathie mogen verheugen en hoe die sympathie zich uit in een veelzijdig streven om het verblijf onder de wapenen voor de bewa kers van onze land- en zeegrenzen zoo aangenaam mogelijk te ma ken, is tijdens de Kerstdagen en bij de jaarwisseling overvloedig gebleken. Men denke slechts aan de Kerstpakketten, die hun gezon den werden, aan de door vele Nederlandsche vrouwen gebreide bivakmutsen en handschoenen, die tijdens de kou van de laatste da gen den soldaten zoo uitstekend te pas kwamen, aan de volijverige bemoeiingen van onze omroep- vereenigingen, van O. en O. en van verschillende particuliere in stellingen om hen zooveel moge lijk op te vroolijken. Dat alles zal ongetwijfeld door de gemobiliseer den hoogelijk worden gewaar deerd, gelijk evenzeer door hen zal worden op prijs gesteld wat van Overheidswege gedaan is en wordt om hen in de gelegenheid te stellen periodiek hun gezin of hun verwanten te bezoeken en aan degenen, die in hun betrek king absoluut niet kunnen wor den gemist, zakenverlof te verlee- nen. Onze gemobiliseerden hebben waarlijk geen reden tot ontevre denheid; met voldoening kan dan ook geconstateerd worden, dat de geest onder onze weermacht niets te wenschen overlaat. Maar toch zullen er onder de gemobiliseer den zijn, die zich niet zonder eenige bezorgdheid af vragen, wat er van hen worden zal, wanneer de mobilisatie eenmaal tot het ver leden zal behooren. Zullen zij dan in hun oude functie worden her steld? Zullen de ondernemingen, welke zij beheerden, hun nog wel een voldoende bestaan ople veren? Zal, voorzoover zij bij particulieren in dienst waren, hun vroegere werkgever bereid zijn hen terug te nemen op de oude voorwaarden? Of dreigt hun werk loosheid en gebrek9 En het is niet minder begrijpelijk, dat zij die den gemobiliseerden een goed hart toe dragen, zich herhaaldelijk hebben afgevraagd, of het niet wensche- lijk zou zijn een regeling te treffen teneinde te voorkomen, dat de mobilisatie slachtoffers maakt in economischen zin. Het denkbeeld van zulk een regeling is in beginsel stellig niet buitensporig of buitenissig. Onze tijd immers kenmerkt zich door een streven om zooveel mogelijk bestaanszekerheid te scheppen. Het aangewezen middel om dit te bereiken is de verzekering tegen de meest uiteenloopende risico’s, kleine zoowel als groote. Hoe grooter risico men loopt, des te hooger moet uiteraard de te be talen premie zijn. Zoo is thans de premie, welke betaald moet wor den om schepen te verzekeren te gen schade door oorlogsgeweld [(het z.g. molest) buitengewoon hoog De Overheid echter heeft een wettelijke regeling tot stand gebracht, waardoor het mogelijk wordt, dat de Staat bij deze ver zekering te hulp komt. Dat in oor logstijd onze scheepvaart niet ge heel wordt stilgelegd, is immers een algemeen belang van de eer ste orde. Onze voorziening met grondstoffen en levensmiddelen is immers voor een zeer belangrijk deel afhankelijk van den aanvoer van overzee. Maar ook do burgers loopen ge vaar door oorlogsmolest men denke slechts aan bommen uit vliegtuigen groote schade te lijden aan eigendommen of leven. Daarom is, toen in den loop van 1939 de wet werd aangenomen, waardoor de verzekering tegen oorlogsrisico’s uit de ongevallen verzekering werd geschakeld, met de bedoeling hiervoor een af zonderlijke regeling voor te berei- en< van vele zijden de vraag ver nomen, of het niet mogelijk en vnn”80?6^ Z°U Ziin> n*et a^een i_- arbe*ders in dienstbetrek- .iLgmdOCh Voor de bur$?ers in het tgWfen eTen derl?elijke regeling Lï11' J" tweede helft van EocMe 7 miniSter Van bociale Zaken, dr. - pel. een commissie welke zich met dit bezig houden. Zonsopgang: 7 en 8 Jan. 8.10 u. Zonsondergang: 7 Jan. 4.02 u.; 8 Jan. 4.03 u. uur De tweede cursus. tentoongespreide praal zoo belangstelling verdienen No. 17460. Or O Deze houding is, zooals gezegd, gron dig veranderd. Algemeen is men het er over eens, dat Finland de heldhaftige wachtpost is geworden voor onze Wes- tersche beschaving en noodzakelijk moet worden gesteund in zijn dapperen strijd tegen den gemeenschappelijken vijand. Terwijl men tot in den laatsten tijd ten volle bereid was begrip te too- nen voor de Russische wenschen van Bessarabië, dat door het geminachte „Roemenië van Titulescu” werd bezet Verwachting tot den avond van 7 Jan.; In het Zuidwesten: Wind: meest zwak. Zuidoostelijk tot Zuidelijk; afwisselend bewolkte lucht; temperatuur om het vries punt;'geen neerslag van beteekenis; kans op mist Voor het overige deel van het land: Wind: meest zwak. Zuidoostelijk tot Oos telijk of Noordoostelijk; nevelig tot helder of lichtbewolkte lucht; droog weer; 's nachts strenge tot matige, overdag ma tige tot lichte vorst. Op Dinsdag 9 Januari des middags half 5 zal dr. D. van Veen uit Scheve- ningen in het groote bad van de zwem inrichting „Mauritskade” den tweeden cursus „Zeelieden-zwemmen” openen. Zooals bekend, heeft de Christelijke Sportorganisatie Kontakt Vereemgmg Scheveningen verleden jaar met finan cieele hulp van diverse instellingen en vereenigingen te Scheveningen het ini tiatief genomen tot het geven van gratis zwemles aan de Scheveningsche vis- schers. Van deze personen, die uiteraard veel op zee vertoeven, kon slechts plm. 5 procent zwemmen. Het resultaat van den eersten cursus was, dat aan onge veer 300 visschers het K.V.S.-zwemdi- ploma kon worden uitgereikt. Dit resul taat en de animo onder visschers heeft de vereeniging doen besluiten, dit werk door middel van een tweeden cursus voort te zetten, waartoe bereids weder financieele steun werd toegezegd. Voor een beperkt aantal deelnemer^ is de gelegenheid geopend zich te be kwamen in het reddend zwemmen. Dit voor hen. die het gewone diploma reeds behaalden. Gegadigden, die in het bezit zijn van een monsterboekje, kunnen zich op geven bij hun bond of bij den heer Jac, Vooys, Menninckstraat 74-76. gehouden, ontmoet tegenw’oordig de bloote gedachte van een mogelijke uit breiding van den Russischen invloed naar onverschillig welken kant, onmid dellijk het scherpste verzet. Het behoeft niet te verwonderen, dat de pers, welke het dichtst bij het Vati- caan staat, dus de uitgesproken katho lieke bladen, in deze houding het felst is. „Nooit kunnen wij ook maar het ge ringste stukje weg gemeenschappelijk afleggen met sovjet-Rusland. Met den vijand no. 1 van onze beschaving be staat geen enkel aanrakingspunt, maar zullen wij vroeg öf laat onherroepelijk in botsing moeten komen!” aldus schrijft de „Awenire” van 30 Decem ber. Zelfs de duizendmaal gesmade en gehoonde Volkenbond kreeg in dit blad een sympathieke noot en wonder lijk genoeg het werd door het Ita- liaansche persministerie niet belet. Nadat Italië door de groote rede van graaf Ciano in de corporatieve kamer, zich heeft verdedigd tegen het verwijt, niet loyaal geweest te zijn tegenover den bondgenoot en daardoor dus met het verleden heeft afgerekend, trekt het thans de conclusie uit het wereld gebeuren en zoekt zich ter behartiging van zijn nationale en cultureele belan gen vrienden, waarmede het niet de risico loopt, zich ooit te kunnen com- promitteeren. UITGIFTE VAN GROND. B. en W. stellen den Gemeenteraad voor den aan de Handellaan en de Verdistraat gelegen gemeentegrond, groot ongeveer 1880 m2., in erfpacht uit te geven aan L. Strik, te Monster, tegen een canon van 1.05 per m2, voor woningdoeleinden enz. en 1.45 per m2, voor andere doeleinden. Door de politie is gisteravond aan gehouden de 28-jarige opperman G. L. van Z.. verdacht van diefstal van 340 uit ’n woning in de Kaapstraat. waar gen eenigen tijd in de kost is geweest. Hij is in bewaring gesteld. ste schrede tot dit doel van de red ding der Christelijke en Europeesene beschaving, zou dus kunnen beteekenen, dat het Vaticaan meer toegankelijk wordt voor Italiaansche argumenten nopens de schuld aan den oorlog en de aangewezen redmiddelen, terwijl de fas cistische regeering op haar beurt den koers scherper tegen Rusland richt dan tot dusver vereenigbaar werd geacht met de solidariteit jegens den asge- noot. Inderdaad getuigt de Italiaansche houding tegenover het Russisch-Finsche conflict geleidelijk van steeds meer vastberadenheid. Zeer zeker werd de overval op het vreedzame kleine Fin land door een oppermachtig schijnen den buurman al dadelijk met het groot ste onbehagen gadegeslagen, maar er werd toch ook de grootste aandacht ge schonken aan de officieuze Duitsche nota, waarin de Finsche regeering en den Scandinavischen staten hun pekel zonden werden voorgehouden. In de verantwoordelijke kringen werd er ook onmiddellijk aan herinnerd, dat Fin land destijds met hartstocht aan de be ruchte sancties had deelgenomen en het Finsche beroep op den Volkenbond scheen heelemaal de deur dicht te doen en wekte slechts ironisch leedvermaak op. Bovendien heerschte er in die dagen een zekere stroom ing, welke heel rea listisch met de mogelijkheid rekende van een Russisch opdringen naar het Zuiden en van oordeel was dat de Ita liaansche belangen eischten, in dat geval tot een accoord met Moskou te komen, gelijk ook Berlijn tot een ac coord met de sovjet-Unie was geko men. Het voordeel hiervan zou dan geweest zijn, dat de Russische „Stoomwals" in plaats van in Zuidwestelijke, in Zuid oostelijke richting kon worden gediri geerd en dat bovendien de Italiaansche Twaalfeilanden-archipel door een ge deelte van Anatolië zou kunnen worden gedekt. Een „belangengrens” met Rusland zou dan volgens zeker voorbeeld wel af te bakenen zijn geweest. Verzet tegen uitbreiding. Barometer alhier v.m. 8 uur 764$ m m., v.m. 12 uur 764$ m.m.; thermometer resp. -4 gr. en 1 gr. Celsius, Barometer na hedenmiddag 12 stationnair. Aantal ingeschrevenen in December met 2,8 pCt. toegenomen. Verge leken met 31 December 1938 15,4 pCt. lager. Op 31 December 1939 stonden bij de Gemeentelijke Arbeidsbeurs alhier in geschreven 21.058 werkzoekenden (waarvan volgens eigen opgave niet werkloos 725 en bovendien 265 in de werkverschaffing) tegen 20.476 op 30 November 1939 en 24.878 op 31 Decem ber 1938. Het aantal ingeschrevenen nam dus in December toe met 582 of 2,8 pCt. Vergeleken met 31 December van het jaar 1938 was thans het aantal inge schrevenen 3820 of 15,4 pCt. lager. In December werden geplaatst 2073 (v.j. 1815) werkzoekenden. De vermindering van het aantal in geschrevenen (bouwbedrijf met 1200, losse werklieden met 1200) en de totale stijging der plaatsingen in het afge- loopen jaar houden vooral verband met de mobilisatie. Het hotel-, restau rant- en café-bedrijf gaf sinds die mo bilisatie (de Kerstweek uitgezonderd) een vrij scherpen achteruitgang in het plaatsingcijfer te zien. In totaal werden in 1939 geplaatst 32.139 werkzoekenden (v.j. 28.478). Een smalle voor van lagen luchtdruk vormt thans de Noordelijke begrenzing van het continentale gebied van hoogen luchtdruk. Over de Baltische staten breidt zich van uit het Noorden een nieuw gebied van hoogen luchtdruk uit met temperatu ren beneden -20 graden. Het gebied van continentale koude omvat weer de Arden nen en reikt vermoedelijk tot de Vogezen. In Hongarije en de Balkanlanden is de vorst meest matig. Op den Oceaan ligt een zeer uitgestrekt gebied van lagen luchtdruk, langs welks Oostrand zich een breede strooming van warme lucht over het geheele Westen met matige snelheden naar het Noorden be weegt en tot diep in de Poolzee indringt. De warmere strooming reikt juist tot het Westelijke deel van België en ’t Zuid westelijke deel van ons land. Lantarens opsteken: 7 Jan. tot 7.38 uur v.m.; 4.34 uur nam.; 8 Jan. tot 7.37 uur v.m.; 4.35 uur nam. Hoogwater te Scheveningen. 7 Januari 's morgens 12.40 u.: nam. L— u. 8 Januari 's morgens 1.20 u.: nam. 1.40 u. Maandag géén schietoefeningen op het strand. (Van onzen correspondent.) Rome, 30 December 1939. Het einde van het jaar 1939 heeft voor de Italianen nog een aardige ver rassing medegebracht, een zooals men het in ons vaderland zou noemen echten ouderwetschen winter. Maar voor Italië is dit noch echt, noch ouder- wetsch en zeker niet voor de hoofdstad en de nog Zuidelijker gelegen streken. Terwijl we met de Kerstdagen, de be volking der Eeuwige stad, nog in het meest verrukkelijke lenteklimaat langs de bloeiende perken van de elegante Via Vittorio Veneto zagen rondwande- len, is thans plotseling een intense koudegolf over het „zonnige” schier eiland gekomen. In de bergstreken van het Frioul wer den reeds temperaturen van 29 centi graden onder nul gemeten en de bladen van hedenavond berichten al van een geval te Venetië, waar een man is dood gevroren! Hedennacht is dan een ander wonder geschied: het heeft gesneeuwd. Tien uren achter elkaar viel onafge broken een dichte sneeuw, welke Rome en geheel Zuid-Italië met een wit kleed van 30 tot 50 c.m. dikte heeft overdekt. Het feit is zoo zeldzaam, dat zelfs de Paus zijn werk onderbrak en gedurende langen tijd van zijn balkon af het on- gew’one schouwspel gadesloeg. Inder daad zou men de klassieke Latijnsche literatuur tevergeefs doorspeuren, op zoek naar de minste toespeling op een sneeuwval in het oude Rome. Alleen de ten tijde van keizer Augustus levende dichter Horatius .gew'aagt van het witte sneeuwkleed, maar dan van den hoogen ru>6en berg Soracte Nu ech ter ziet men de jongelui ski loopen vóór de Sint Pieter, ziet Napels den ouden Vesuvius zijn vurige pijp rooken. gehuld in een w>tten mantel en heeft men zelfs in het Zuidelijk gelegen Bari den juist in vollen gang zijnden oüj- venoogst moeten staken. De verzoening tusschen Quirinaal en Vaticaan. In polif*ek °Pzicht eindigt het jaar 'n de italiaansche hoofdstad met de van de historische verzoening aP° hen bet Quirinaal en het Vaticaan. M kan zeggen' dat de tweede helft en 2e maand December voor de Ita- ^an _ebe politiek in het teeken staat iaan<ie wederzijdsche bezoeken van het Yai?. enSche koningspaar bij den Paus Italiaan^ paus jn het QuirinaaJ Niet van bezoeken zfelf en de bij deze ge- legen hede overdad_^r wej duidelijk geble- ofsch°o eieer het Italiaansche volk ge- k6.’1/5 js over de tien iaar geleden ein' „^vonden oplossing van een de 1J üUd vraagstuk, dat als het eeuwen voltooiing van zijn natio- S^Lnhmd m den weg stond. D D herliaalde intieme besprekingen De 0 paus en koning, alsmede tus- tussene mjnjsters van buitenlandsche scbcn aaf Ciano en kardinaal Mag- zaken vooral de omstandigheid, dat k°np zich bereid liet vinden de dc a pauselijke residentie van het °udc aj, waaruit de Pausen zeventig yuinngCleden werden verdreven, als Jaa{ betreden, hebben aan de Ita- faS de overtuiging geschonken, dat hun1 regeering en de Heilige Stoel el kaar hebben gevonden op een gemeen- nclijke basis, welke in deze dagen en gezien de verschillende Pauselijke redevoeringen en verklaringen, die haar omlijsten. 8een andere kan zijn dan het blijven zoeken naar den vrede. Uiteraard kan de Paus met betrek king tot de actueele vraagstukken over het algemeen slechts academische en theoretische beschouwingen geven, pp- dat zijn neutraliteit of althans objecti viteit door geen der strijdvoerenden in twijfel kan worden getrokken. Steeds blijkt dan ook weer, dat alle partijen den Pauselijken lof op zichzelf en de Pauselijke maanwoorden op hun tegen standers weten te betrekken. Een uit zondering op dezen regel maakt slechts de aanval der bolsjewiki op Polen en in veel sterker mate nog op Finland, die reeds meerdere keeren door Pius XII op zeer ondubbelzinnige wijze wer den gebrandmerkt. De Italiaansche houding jegens het Finsch-Russische conflict. Een samengaan van Italië en het Va ticaan op den weg naar voorbereiding Van een nieuwen vrede en als eer- 770 I 7/i

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 9