BAAGSCHE COURANT
Italië’s sympathie voor Finland
Ri
Onze
gemobiliseerden
STADSNIEUWS
Zaterdag 6 Januari 1940.
koers
de
Rome richt den
scherper tegen
sovjet-Unie
DERDE BLAD.
■as
DE WERKLOOSHEID HIER
TER STEDE
ZWEMLES VOOR SCHEVENING-
SCHE VISSCHERS
van den Tem-
geïnstalleerd,
vraagstuk zal
om
het
de
van
be
de
van
het
het redelijkerwijs niet mogelijk
was den oud-gemobiliseerde we
der in zijn betrekking te her
stellen.
In Polen eindelijk was bepaald,
dat men een ondernemer niet kan
verplichten een arbeider terug te
nemen, wanneer hij niet in staat
is hem opnieuw werk te geven,
hetzij doordat de inrichting of dat
deel ervan, waarheen de arbeider
na vrij van dienst te zijn gewor
den, moest terugkeeren, niet meer
bestaat; hetzij doordat de techniek
van de productie zoodanig is ge
wijzigd, dat de soort van arbeid,
waarbij de betrokkene werkzaam
was. niet langer wordt verricht.
Weerkundige Waarnemingen
Barometerstand van hedenmiddag 1*2 .iur
Het dunne pijltje geeft den stand i<ui
van gisteren
Of deze commissie tot practisch
uitvoerbare voorstellen zal ko
men, zullen we moeten afwachten.
Maar de opdracht, aan de Com
missie gegeven, om deze kwestie
onder de oogen te zien, bewijst,
dat ook de Regeering in beginsel
in een verzekering tegen het be
doelde risico de aangewezen op
lossing ziet. Merkwaardig is nu
echter, dat, waar men in het bui
tenland gepoogd heeft voor de
gemobiliseerden een regeling te
treffen, welke hen moet vrijwaren
voor broodeloosheid na afloop der
mobilisatie, een andere weg is in-
Wij spraken hierboven van een
verzekering van het mobili-
satie-risico. Maar bij een verzeke
ring behoort een premie. Het is nu
de vraag: wie behoort die premie
te betalen? Wij zouden in dit ge
val meenen, dat de geheele volks
gemeenschap deze heeft op te
brengen en dat de Staat dus uit
eigen middelen de schadevergoe
ding of het wachtgeld, waarvan
wij spraken, zal hebben te betalen.
Immers de mobilisatie is niet af-
gekondigd in het belang van deze
of gene bevolkingsgroep, maar in
het belang van geheel Nederland,
in het belang van den Nederland-
schen staat en het Nederlandsche
volk.
De gemobiliseerden hadden het
offer
en
der erkentelijkheid vordert, dat
het vaderland hen althans schade
loos stelt voor de gevolgen van de
mobilisatie in economisch opzicht.
Natuurlijk blijft daarnaast onver
let de moreele plicht van de werk
gevers om hun gemobiliseerde
arbeiders terug te nemen, indien
daardoor geen belangen van an
dere arbeiders of van de onderne
ming in ernstige mate geschaad
worden. Het is zeker de vraag, of
de door ons aangegeven oplossing,
al is zij principieel ongetwijfeld
volkomen verantwoord, niet zoo
danige financieele consequenties
met zich medebrengt, dat zij prac
tisch niet of niet in vollen omvang
voor verwezenlijking vatbaar is.
Dit is een zaak, die stellig nadere
studie vereischt. Wij zouden dan
ook willen aanbevelen, dat een
nieuwe ministerieele commissie
werd ingesteld, op het voorbeeld
van de commissie, welke zich
thans met de oorlogs-molestverze-
kering bezighoudt, teneinde de
practische uitvoerbaarheid, in het
bijzonder in financieel opzicht,
van de door ons aangegeven rege
ling te onderzoeken Het zou ons
verheugen, indien wij door deze
beschouwing den stoot mochten
hebben gegeven tot een oplossing,
die ten volle rekening houdt met
de eischen der billijkheid naar
alle zijden en die ongetwijfeld een
uitnemenden invloed zal hebben
op de stemming, waarin de gemo
biliseerden hun dienst zullen blij
ven verrichten, ook indien de
mobilisatie aanmerkelijk langer
mocht duren dan wij thans hopen
en verwachten.
Tijdens de behandeling van de
Rijksbegrooting voor 1940 hebben
intusschen verschillende Tweede-
Kamerleden een wettelijke ver
plichting voor werkgevers bepleit,
om de vroeger bij hen in dienst
geweest zijnde gemobiliseerden na
afloop der mobilisatie terug te
nemen. De ministers van den
Tempel (Sociale Zaken), Dijx-
hoorn (Defensie) en Gerbrandy
(Justitie) hebben echter op ver
schillende gronden zulk een rege
ling van de hand gewezen. In een
der bladen is nu dezer dagen de
vraag gesteld, of de bedoelde mi
nisters wel kennis hadden geno
men van de regelingen, welke te
dezer zake in het buitenland zijn
getroffen en waarbij zulk een ver
plichting aan de werkgevers wordt
opgelegd. Die regelingen zijn ver
meld in het Novembernummer
van de Revue Internatio
nale du Travail (Internatio
naal Arbeidsoverzicht), een maand
blad, uitgegeven door het Inter
nationaal Arbeidsbureau te Ge
nève. Wij hebben dit tijdschrift
geraadpleegd en daarbij is ons ge
bleken, dat de bedoelde regelingen
(vermeld worden die in Duitsch-
land, Engeland, Frankrijk en Po
len) geenszins bevredigend zijn te
achten, omdat de arbeiders er
geen baat bij vinden in gevallen,
waarin het onmogelijk is hen weer
in dienst te nemen. In Duitschland
b.v. kan de ondernemer het ar
beidscontract doen ontbinden,
wanneer de onderneming niet lan
ger bestaat, alsmede in andere bui
tengewone gevallen. In Frankrijk
is de wederindienstneming van
den gemobiliseerde afhankelijk ge
steld van de voorwaarde, dat de
hervatting van den arbeid moge
lijk is. De werkgever kan zich
vooreerst beroepen op de onmoge
lijkheid van den kant der onder
neming om het contract weer op
te nemen en in de tweede plaats
op de onmogelijkheid van den
kant van den gemobiliseerde om
den arbeid te hervatten. Wat het
eerste punt betreft, wordt reke
ning gehouden met diepgaande
wijzigingen in den gang van zaken
der onderneming ten gevolge
vernieling van inrichtingen,
langrijke veranderingen in
werkmethoden en verlies
clientèle. Ten aanzien van
tweede punt worden als geldig be
schouwd motieven, ontleend aan
den gezondheidstoestand van den
gemobiliseerde: ziekten, wonden,
verminkingen, welke merkbaar
wijziginp brengen in de geschikt
heid van den betrokkene voor de
functie, welke hij vervulde vóór
de mobilisatie.
In Engeland wordt de onderne
mer toegelaten tot het bewijs, dat
In al deze gevallen baat de re
geling den oud-gemobiliseerde dus
niet en is hij behalve wanneer
hij een rente als oorlogsinvalide
mocht trekken ook van schade
loosstelling verstoken. Aan den
anderen kant brengt deze regeling
ook onnoodige onbillijkheden
mede voor den ondernemer en de
arbeiders in zijn dienst. Hoe lan
ger immers de mobilisatie duurt,
des te grooter is de kans, dat de
gemobiliseerden hun vakbekwaam
heid gedeeltelijk, ja zelfs geheel
verliezen. Is nu de mobilisatie af-
geloopen, dan is de ondernemer
in het algemeen verplicht deze
half of geheel ongeschikte werk
krachten weer in dienst te nemen
en daarvoor andere, meer ge
schikte arbeiders te ontslaan. Nu
kan men wel zeggen: daar moesten
de plaatsvervangers, die de pa
troon in dienst nam bij het begin
der mobilisatie, maar op rekenen.
Maar duurt de mobilisatie eenige
jaren. dan beschouwen deze arbei
ders zich niet meer als tijdelijk;
ook de patroon ziet geen tijdelijke
werkkrachten meer in hen. Komt
daarbij, dat zij zeer goed voldoen,
dan is een regeling, welke den pa
troon verplicht die krachten af te
danken om personen, die geheel
van de onderneming zijn ver
vreemd en wier handen verkeerd
staan, daarvoor in de plaats te
nemen, moeilijk te beschouwen als
in alle opzichten met de billijk
heid strookende.
ONEERLIJKE KOSTGANGER
AANGEHOUDEN
geslagen en de oplossing gezocht
is in een zekere verplichting van
gemobili-
moment,
wapenen
hen in
de werkgevers
seerden die op
dat dezen onder
geroepen werden, bij
dienst waren, na afloop van de
mobilisatie terug te nemen. Een
dergelijke regeling bestaat bij ons
niet. Wel rekent de Regeering er
op, dat de werkgevers zooveel
mogelijk de gemobiliseerden weer
in dienst zullen nemen en hebben
ook de groote werkgeversorgani
saties er bij herhaling den nadruk
op gelegd, dat ten deze een mo
reele verplichting, of wil men, een
sociale plicht op de werkgevers
rust. Wel mag men er dan ook op
rekenen, dat in een zeer groot
aantal gevallen de gemobiliseer
den na afloop van de mobilisatie
weer in dienst zullen worden ge
nomen door hun vroegeren werk
gever, maar absolute zekerheid
dienaangaande bestaat niet. Even
min echter bestaat er zekerheid
voor die gemobiliseerden, die
zelfstandig een bepaald beroep of
bedrijf uitoefenen, dat na de mo
bilisatie hun broodwinning niet
zal zijn te niet gegaan. Men heeft
hier met risico’s te doen, aan de
mobilisatie verbonden, welke op
juiste, afdoende wijze slechts zijn
te dekken langs den weg van ver
zekering, in dien zin, dat de be
trokkenen de garantie moetqn
hebben, dat hun een wachtgeld of
eenige andere vergoeding zal wor
den uitgekeerd waardoor zij be
hoorlijk kunnen rondkomen, tot
dat zij weder in staat zijn hun
brood te verdienen.
Daarbij komt, dat een dergelijke
verplichting voor den werkgever
om bepaald personeel in dienst te
houden of in dienst terug te ne
men, principieel in strijd is met
het recht van den werkgever zelf
zijn personeel te kiezen. Gaat men
dit recht aan banden leggen, ten
einde arbeiders Voor werkloosheid
te vrijwaren, dan is er geen en-
kere reden, waarom men zich dan
zou beperken tot het geval van
mobilisatie. Dan kan men den on
dernemer evengoed verplichten
een arbeider, dien hij ontslagen
heeft en door een ander vervan
gen, in dienst terug te nemen, in
dien blijkt, dat die arbeider bin
nen zekeren termijn bij geen en
kelen anderen ondernemer werk
heeft kunnen vinden. Een werk
gever, die niet vrij is in de keuze
van zijn personeel, kan de verant
woordelijkheid voor den gang van
zaken in zijn bedrijf bezwaarlijk
dragen. Daarom zouden wij mee
nen, dat een dergelijke ernstige
inbreuk op het natuurlijke recht
van iederen werkgever slechts dan
te verdedigen ware, indien er geen
ander middel zou zijn om een be
vredigende oplossing te vinden.
Dat andere middel wij zagen
het is echter wel degelijk aan
wezig; het bestaat in een waar
borg aan den gemobiliseerde, dat
hem het nadeel zal worden ver
goed, dat hij lijdt, indien als ge
volg van de mobilisatie, zijn
broodwinning teloor gaat of be
langrijk wordt aangetast. Een re
geling in dien geest biedt ook het
groote voordeel, dat niet alleen
de gemobiliseerde arbeiders, maar
ook de gemobiliseerde zelfstandi
gen daardoor hun risico, uit de
mobilisatie voorspruitend, zien
gedekt.
van hun bewegingsvrijheid
wellicht nog grooter offers,
wellicht zelfs het offer van hun
gezondheid of hun leven voor
land en volk te brengen. De plicht
Hoezeer onze gemobiliseerde
jongens zich in de algemeene
sympathie mogen verheugen en
hoe die sympathie zich uit in een
veelzijdig streven om het verblijf
onder de wapenen voor de bewa
kers van onze land- en zeegrenzen
zoo aangenaam mogelijk te ma
ken, is tijdens de Kerstdagen en
bij de jaarwisseling overvloedig
gebleken. Men denke slechts aan
de Kerstpakketten, die hun gezon
den werden, aan de door vele
Nederlandsche vrouwen gebreide
bivakmutsen en handschoenen, die
tijdens de kou van de laatste da
gen den soldaten zoo uitstekend te
pas kwamen, aan de volijverige
bemoeiingen van onze omroep-
vereenigingen, van O. en O. en
van verschillende particuliere in
stellingen om hen zooveel moge
lijk op te vroolijken. Dat alles zal
ongetwijfeld door de gemobiliseer
den hoogelijk worden gewaar
deerd, gelijk evenzeer door hen
zal worden op prijs gesteld wat
van Overheidswege gedaan is en
wordt om hen in de gelegenheid
te stellen periodiek hun gezin of
hun verwanten te bezoeken en
aan degenen, die in hun betrek
king absoluut niet kunnen wor
den gemist, zakenverlof te verlee-
nen. Onze gemobiliseerden hebben
waarlijk geen reden tot ontevre
denheid; met voldoening kan dan
ook geconstateerd worden, dat de
geest onder onze weermacht niets
te wenschen overlaat. Maar toch
zullen er onder de gemobiliseer
den zijn, die zich niet zonder
eenige bezorgdheid af vragen, wat
er van hen worden zal, wanneer
de mobilisatie eenmaal tot het ver
leden zal behooren. Zullen zij dan
in hun oude functie worden her
steld? Zullen de ondernemingen,
welke zij beheerden, hun nog
wel een voldoende bestaan ople
veren? Zal, voorzoover zij bij
particulieren in dienst waren, hun
vroegere werkgever bereid zijn
hen terug te nemen op de oude
voorwaarden? Of dreigt hun werk
loosheid en gebrek9 En het is niet
minder begrijpelijk, dat zij die den
gemobiliseerden een goed hart toe
dragen, zich herhaaldelijk hebben
afgevraagd, of het niet wensche-
lijk zou zijn een regeling te treffen
teneinde te voorkomen, dat de
mobilisatie slachtoffers maakt in
economischen zin.
Het denkbeeld van zulk een
regeling is in beginsel stellig niet
buitensporig of buitenissig. Onze
tijd immers kenmerkt zich door
een streven om zooveel mogelijk
bestaanszekerheid te scheppen.
Het aangewezen middel om dit te
bereiken is de verzekering tegen
de meest uiteenloopende risico’s,
kleine zoowel als groote. Hoe
grooter risico men loopt, des te
hooger moet uiteraard de te be
talen premie zijn. Zoo is thans de
premie, welke betaald moet wor
den om schepen te verzekeren te
gen schade door oorlogsgeweld
[(het z.g. molest) buitengewoon
hoog De Overheid echter heeft
een wettelijke regeling tot stand
gebracht, waardoor het mogelijk
wordt, dat de Staat bij deze ver
zekering te hulp komt. Dat in oor
logstijd onze scheepvaart niet ge
heel wordt stilgelegd, is immers
een algemeen belang van de eer
ste orde. Onze voorziening met
grondstoffen en levensmiddelen is
immers voor een zeer belangrijk
deel afhankelijk van den aanvoer
van overzee.
Maar ook do burgers loopen ge
vaar door oorlogsmolest men
denke slechts aan bommen uit
vliegtuigen groote schade te
lijden aan eigendommen of leven.
Daarom is, toen in den loop van
1939 de wet werd aangenomen,
waardoor de verzekering tegen
oorlogsrisico’s uit de ongevallen
verzekering werd geschakeld, met
de bedoeling hiervoor een af
zonderlijke regeling voor te berei-
en< van vele zijden de vraag ver
nomen, of het niet mogelijk en
vnn”80?6^ Z°U Ziin> n*et a^een
i_- arbe*ders in dienstbetrek-
.iLgmdOCh Voor de bur$?ers in het
tgWfen eTen derl?elijke regeling
Lï11' J" tweede helft van
EocMe 7 miniSter Van
bociale Zaken, dr. -
pel. een commissie
welke zich met dit
bezig houden.
Zonsopgang: 7 en 8 Jan. 8.10 u.
Zonsondergang: 7 Jan. 4.02 u.;
8 Jan. 4.03 u.
uur
De tweede cursus.
tentoongespreide praal zoo
belangstelling verdienen
No. 17460.
Or
O
Deze houding is, zooals gezegd, gron
dig veranderd. Algemeen is men het er
over eens, dat Finland de heldhaftige
wachtpost is geworden voor onze Wes-
tersche beschaving en noodzakelijk
moet worden gesteund in zijn dapperen
strijd tegen den gemeenschappelijken
vijand. Terwijl men tot in den laatsten
tijd ten volle bereid was begrip te too-
nen voor de Russische wenschen van
Bessarabië, dat door het geminachte
„Roemenië van Titulescu” werd bezet
Verwachting tot den avond van 7 Jan.;
In het Zuidwesten: Wind: meest zwak.
Zuidoostelijk tot Zuidelijk; afwisselend
bewolkte lucht; temperatuur om het vries
punt;'geen neerslag van beteekenis; kans
op mist
Voor het overige deel van het land:
Wind: meest zwak. Zuidoostelijk tot Oos
telijk of Noordoostelijk; nevelig tot helder
of lichtbewolkte lucht; droog weer;
's nachts strenge tot matige, overdag ma
tige tot lichte vorst.
Op Dinsdag 9 Januari des middags
half 5 zal dr. D. van Veen uit Scheve-
ningen in het groote bad van de zwem
inrichting „Mauritskade” den tweeden
cursus „Zeelieden-zwemmen” openen.
Zooals bekend, heeft de Christelijke
Sportorganisatie Kontakt Vereemgmg
Scheveningen verleden jaar met finan
cieele hulp van diverse instellingen en
vereenigingen te Scheveningen het ini
tiatief genomen tot het geven van gratis
zwemles aan de Scheveningsche vis-
schers. Van deze personen, die uiteraard
veel op zee vertoeven, kon slechts plm.
5 procent zwemmen. Het resultaat van
den eersten cursus was, dat aan onge
veer 300 visschers het K.V.S.-zwemdi-
ploma kon worden uitgereikt. Dit resul
taat en de animo onder visschers heeft
de vereeniging doen besluiten, dit werk
door middel van een tweeden cursus
voort te zetten, waartoe bereids weder
financieele steun werd toegezegd.
Voor een beperkt aantal deelnemer^
is de gelegenheid geopend zich te be
kwamen in het reddend zwemmen. Dit
voor hen. die het gewone diploma reeds
behaalden.
Gegadigden, die in het bezit zijn van
een monsterboekje, kunnen zich op
geven bij hun bond of bij den heer Jac,
Vooys, Menninckstraat 74-76.
gehouden, ontmoet tegenw’oordig de
bloote gedachte van een mogelijke uit
breiding van den Russischen invloed
naar onverschillig welken kant, onmid
dellijk het scherpste verzet.
Het behoeft niet te verwonderen, dat
de pers, welke het dichtst bij het Vati-
caan staat, dus de uitgesproken katho
lieke bladen, in deze houding het felst
is.
„Nooit kunnen wij ook maar het ge
ringste stukje weg gemeenschappelijk
afleggen met sovjet-Rusland. Met den
vijand no. 1 van onze beschaving be
staat geen enkel aanrakingspunt, maar
zullen wij vroeg öf laat onherroepelijk
in botsing moeten komen!” aldus
schrijft de „Awenire” van 30 Decem
ber. Zelfs de duizendmaal gesmade en
gehoonde Volkenbond kreeg in dit blad
een sympathieke noot en wonder
lijk genoeg het werd door het Ita-
liaansche persministerie niet belet.
Nadat Italië door de groote rede van
graaf Ciano in de corporatieve kamer,
zich heeft verdedigd tegen het verwijt,
niet loyaal geweest te zijn tegenover
den bondgenoot en daardoor dus met
het verleden heeft afgerekend, trekt
het thans de conclusie uit het wereld
gebeuren en zoekt zich ter behartiging
van zijn nationale en cultureele belan
gen vrienden, waarmede het niet de
risico loopt, zich ooit te kunnen com-
promitteeren.
UITGIFTE VAN GROND.
B. en W. stellen den Gemeenteraad
voor den aan de Handellaan en de
Verdistraat gelegen gemeentegrond,
groot ongeveer 1880 m2., in erfpacht
uit te geven aan L. Strik, te Monster,
tegen een canon van 1.05 per m2,
voor woningdoeleinden enz. en 1.45
per m2, voor andere doeleinden.
Door de politie is gisteravond aan
gehouden de 28-jarige opperman G. L.
van Z.. verdacht van diefstal van 340
uit ’n woning in de Kaapstraat. waar
gen eenigen tijd in de kost is geweest.
Hij is in bewaring gesteld.
ste schrede tot dit doel van de red
ding der Christelijke en Europeesene
beschaving, zou dus kunnen beteekenen,
dat het Vaticaan meer toegankelijk
wordt voor Italiaansche argumenten
nopens de schuld aan den oorlog en de
aangewezen redmiddelen, terwijl de fas
cistische regeering op haar beurt den
koers scherper tegen Rusland richt dan
tot dusver vereenigbaar werd geacht
met de solidariteit jegens den asge-
noot.
Inderdaad getuigt de Italiaansche
houding tegenover het Russisch-Finsche
conflict geleidelijk van steeds meer
vastberadenheid. Zeer zeker werd de
overval op het vreedzame kleine Fin
land door een oppermachtig schijnen
den buurman al dadelijk met het groot
ste onbehagen gadegeslagen, maar er
werd toch ook de grootste aandacht ge
schonken aan de officieuze Duitsche
nota, waarin de Finsche regeering en
den Scandinavischen staten hun pekel
zonden werden voorgehouden. In de
verantwoordelijke kringen werd er ook
onmiddellijk aan herinnerd, dat Fin
land destijds met hartstocht aan de be
ruchte sancties had deelgenomen en het
Finsche beroep op den Volkenbond
scheen heelemaal de deur dicht te doen
en wekte slechts ironisch leedvermaak
op.
Bovendien heerschte er in die dagen
een zekere stroom ing, welke heel rea
listisch met de mogelijkheid rekende
van een Russisch opdringen naar het
Zuiden en van oordeel was dat de Ita
liaansche belangen eischten, in dat
geval tot een accoord met Moskou te
komen, gelijk ook Berlijn tot een ac
coord met de sovjet-Unie was geko
men.
Het voordeel hiervan zou dan geweest
zijn, dat de Russische „Stoomwals" in
plaats van in Zuidwestelijke, in Zuid
oostelijke richting kon worden gediri
geerd en dat bovendien de Italiaansche
Twaalfeilanden-archipel door een ge
deelte van Anatolië zou kunnen worden
gedekt.
Een „belangengrens” met Rusland
zou dan volgens zeker voorbeeld wel af
te bakenen zijn geweest.
Verzet tegen uitbreiding.
Barometer alhier v.m. 8 uur 764$ m m.,
v.m. 12 uur 764$ m.m.; thermometer resp.
-4 gr. en 1 gr. Celsius,
Barometer na hedenmiddag 12
stationnair.
Aantal ingeschrevenen in December
met 2,8 pCt. toegenomen. Verge
leken met 31 December 1938
15,4 pCt. lager.
Op 31 December 1939 stonden bij de
Gemeentelijke Arbeidsbeurs alhier in
geschreven 21.058 werkzoekenden
(waarvan volgens eigen opgave niet
werkloos 725 en bovendien 265 in de
werkverschaffing) tegen 20.476 op 30
November 1939 en 24.878 op 31 Decem
ber 1938.
Het aantal ingeschrevenen nam dus
in December toe met 582 of 2,8 pCt.
Vergeleken met 31 December van het
jaar 1938 was thans het aantal inge
schrevenen 3820 of 15,4 pCt. lager.
In December werden geplaatst 2073
(v.j. 1815) werkzoekenden.
De vermindering van het aantal in
geschrevenen (bouwbedrijf met 1200,
losse werklieden met 1200) en de totale
stijging der plaatsingen in het afge-
loopen jaar houden vooral verband
met de mobilisatie. Het hotel-, restau
rant- en café-bedrijf gaf sinds die mo
bilisatie (de Kerstweek uitgezonderd)
een vrij scherpen achteruitgang in het
plaatsingcijfer te zien.
In totaal werden in 1939 geplaatst
32.139 werkzoekenden (v.j. 28.478).
Een smalle voor van lagen luchtdruk
vormt thans de Noordelijke begrenzing
van het continentale gebied van hoogen
luchtdruk. Over de Baltische staten breidt
zich van uit het Noorden een nieuw gebied
van hoogen luchtdruk uit met temperatu
ren beneden -20 graden. Het gebied van
continentale koude omvat weer de Arden
nen en reikt vermoedelijk tot de Vogezen.
In Hongarije en de Balkanlanden is de
vorst meest matig.
Op den Oceaan ligt een zeer uitgestrekt
gebied van lagen luchtdruk, langs welks
Oostrand zich een breede strooming van
warme lucht over het geheele Westen met
matige snelheden naar het Noorden be
weegt en tot diep in de Poolzee indringt.
De warmere strooming reikt juist tot
het Westelijke deel van België en ’t Zuid
westelijke deel van ons land.
Lantarens opsteken: 7 Jan. tot
7.38 uur v.m.; 4.34 uur nam.; 8 Jan. tot
7.37 uur v.m.; 4.35 uur nam.
Hoogwater te Scheveningen.
7 Januari 's morgens 12.40 u.: nam. L— u.
8 Januari 's morgens 1.20 u.: nam. 1.40 u.
Maandag géén schietoefeningen op het
strand.
(Van onzen correspondent.)
Rome, 30 December 1939.
Het einde van het jaar 1939 heeft
voor de Italianen nog een aardige ver
rassing medegebracht, een zooals
men het in ons vaderland zou noemen
echten ouderwetschen winter. Maar voor
Italië is dit noch echt, noch ouder-
wetsch en zeker niet voor de hoofdstad
en de nog Zuidelijker gelegen streken.
Terwijl we met de Kerstdagen, de be
volking der Eeuwige stad, nog in het
meest verrukkelijke lenteklimaat langs
de bloeiende perken van de elegante
Via Vittorio Veneto zagen rondwande-
len, is thans plotseling een intense
koudegolf over het „zonnige” schier
eiland gekomen.
In de bergstreken van het Frioul wer
den reeds temperaturen van 29 centi
graden onder nul gemeten en de bladen
van hedenavond berichten al van een
geval te Venetië, waar een man is dood
gevroren! Hedennacht is dan een ander
wonder geschied: het heeft gesneeuwd.
Tien uren achter elkaar viel onafge
broken een dichte sneeuw, welke Rome
en geheel Zuid-Italië met een wit kleed
van 30 tot 50 c.m. dikte heeft overdekt.
Het feit is zoo zeldzaam, dat zelfs de
Paus zijn werk onderbrak en gedurende
langen tijd van zijn balkon af het on-
gew’one schouwspel gadesloeg. Inder
daad zou men de klassieke Latijnsche
literatuur tevergeefs doorspeuren, op
zoek naar de minste toespeling op een
sneeuwval in het oude Rome. Alleen de
ten tijde van keizer Augustus levende
dichter Horatius .gew'aagt van het
witte sneeuwkleed, maar dan van den
hoogen ru>6en berg Soracte Nu ech
ter ziet men de jongelui ski loopen
vóór de Sint Pieter, ziet Napels den
ouden Vesuvius zijn vurige pijp rooken.
gehuld in een w>tten mantel en heeft
men zelfs in het Zuidelijk gelegen Bari
den juist in vollen gang zijnden oüj-
venoogst moeten staken.
De verzoening tusschen
Quirinaal en Vaticaan.
In polif*ek °Pzicht eindigt het jaar
'n de italiaansche hoofdstad met de
van de historische verzoening
aP° hen bet Quirinaal en het Vaticaan.
M kan zeggen' dat de tweede helft
en 2e maand December voor de Ita-
^an _ebe politiek in het teeken staat
iaan<ie wederzijdsche bezoeken van het
Yai?. enSche koningspaar bij den Paus
Italiaan^ paus jn het QuirinaaJ Niet
van bezoeken zfelf en de bij deze ge-
legen hede
overdad_^r wej duidelijk geble-
ofsch°o eieer het Italiaansche volk ge-
k6.’1/5 js over de tien iaar geleden ein'
„^vonden oplossing van een
de 1J üUd vraagstuk, dat als het
eeuwen voltooiing van zijn natio-
S^Lnhmd m den weg stond.
D D herliaalde intieme besprekingen
De 0 paus en koning, alsmede tus-
tussene mjnjsters van buitenlandsche
scbcn aaf Ciano en kardinaal Mag-
zaken vooral de omstandigheid, dat
k°np zich bereid liet vinden de
dc a pauselijke residentie van het
°udc aj, waaruit de Pausen zeventig
yuinngCleden werden verdreven, als
Jaa{ betreden, hebben aan de Ita-
faS de overtuiging geschonken, dat
hun1 regeering en de Heilige Stoel el
kaar hebben gevonden op een gemeen-
nclijke basis, welke in deze dagen
en gezien de verschillende Pauselijke
redevoeringen en verklaringen, die haar
omlijsten. 8een andere kan zijn dan het
blijven zoeken naar den vrede.
Uiteraard kan de Paus met betrek
king tot de actueele vraagstukken over
het algemeen slechts academische en
theoretische beschouwingen geven, pp-
dat zijn neutraliteit of althans objecti
viteit door geen der strijdvoerenden in
twijfel kan worden getrokken. Steeds
blijkt dan ook weer, dat alle partijen
den Pauselijken lof op zichzelf en de
Pauselijke maanwoorden op hun tegen
standers weten te betrekken. Een uit
zondering op dezen regel maakt slechts
de aanval der bolsjewiki op Polen en
in veel sterker mate nog op Finland,
die reeds meerdere keeren door Pius
XII op zeer ondubbelzinnige wijze wer
den gebrandmerkt.
De Italiaansche houding jegens
het Finsch-Russische conflict.
Een samengaan van Italië en het Va
ticaan op den weg naar voorbereiding
Van een nieuwen vrede en als eer-
770 I
7/i