VJSKS GEMEENTERAAD KUNST EN LETTEREN Kou bij Uw kind HAAGSCHE COURANT VAN MAANDAG 8 JANUARI 1940. DERDE BLAD, PAGINA 2. THEO VAN DER PAS VEREENIG1NG VOOR INTER NATIONAAL RECHT VERGADERING VAN HEDEN MIDDAG PROFESSOR WILLEM VAN DEN BERG NIEUWJAARSREDE VAN DEN BURGEMEESTER PIANORECITAL COR DE GROOT Enorm succes in Diligentia Benoemd tot hoogleeraar-directeur Pianoavond in Diligentia Zie verder 3e blad, pay. 3 niet Onzekere Van de Rijksacademie van Beeldende Kunsten. Bij Kon. besluit is de kunstschilder professor Willem van den Berg, hoog- leeraar aan de Rijksacademie voor Beel dende Kunsten te Amsterdam, benoemd tot hoogleeraar-directeur aan diezelfde instelling. HUMBERT WOLFE OVERLEDEN. De Engelsche dichter en satyre-schrijver Humbert Wolfe is onverwacht overleden. Hij maakte vooral naara met zijn verzen .Humoresque” en zijn satyre „News of the Devil”. In 1933 publiceerde hij een auto biografisch werk „Now a stranger”. LAU EZERMAN ERNSTIG ZIEK. Naar wij vernemen is de bekende acteur Lau Ezerman ernstig ziek. Hij is in het ziekenhuis „De Lichtenberg” bij Amers foort geopereerd. Zijn toestand is zorg wekkend. MIS VOOR VROUWENKOOR EN STRIJKORKEST. Onze stadgenoot Otto Glastra van Loon, wiens „Klaagliederen van Jeremia" kort geleden bij de eerste uitvoering te Rotter dam bij pers en publiek een groot succes hebben gehad, heeft een mis voor vrou wenkoor en strijkorkest voltooid. Het werk zal nog in dit jaar voor het eerst hier ter stede worden uitgevoerd. DANTE ALIGHIERI. Voor het Genootschap Dante Alighieri zal dr. Gino Venuti op Maandag 15 dezer spreken over „l’Ordinamento della divina commedia”. De voorzitter, burgemeester de Monchy, spreekt de volgende rede uit van met verwach- uitkomst Wrijf deze aangename zalf op keel, borst en rug. Ze voorkomt dat de maag van streek raakt door inwendige medicijnen. Geeft vlugger verlichting, omdat ze de verkoudheid recht- /-J k J streeks bestrijdt. De Gemeentebedrijven. Richten wij thans onze aandacht op de groote gemeentelijke bedrijven, dan past, naar ik meen, groote voorzichtig heid bij de beschouwing van de op het oog inderdaad zeer gunstige resultaten. is p- te loodsen door BUIZEN VAN WATERLEIDING GESPRONGEN. In den loop van gisteren heeft de politie in verschillende perceelen as sistentie moeten verleenen wegens het springen van waterleidingbuizen, ten gevolge van den ingevallen dooi. AUTO GESTOLEN. Een inwoner van Gouda heeft bij de politie aangifte gedaan van diefstal van zijn Opel-personenauto HZ 30847, welke gisteravond onbeheerd op het Noordeinde had gestaan. Belangrijke feiten. Tot de belangrijkste feiten van den afgesloten jaarkring mogen voorts zeker ook gerekend worden de totstand koming van den nieuwen vleugel van het Gemeenteziekenhuis en de nieuwe huisvesting van de Gemeente-apotheek, het besluit tot den aanleg van een aan vullende drinkwaterleiding aan de Lek en den verkoop van grond m het plan- West ten behoeve van een nieuw ge bouw voor het hoofdbestuur der Poste rijen, Telegrafie en Telefonie. Woningmarkt en bouwbedrijf. Woningmarkt en bouwbedrijf vormen een terrein, waarop de nieuwe toestand zich vooralsnog niet duidelijk aftee- kent. De daling van het aantal leeg staande woningen, sedert 1935 reeds in gang, heeft zich in 1939 verder voort gezet. Van 7,5 is het percentage ge leidelijk tot 4,6 gedaald, daarmede ver moedelijk de normale behoefte vrij dicht naderend in verband met het nog vrij groot aantal ongewilde woningen, dat onder de leegstaande woningen be grepen is. De stijging van den prijs der bouwmaterialen en van den rente voet is oorzaak, dat er thans vrijwel geen nieuwe bouwplannen worden aan gevat. Het feit, dat de uitgifte van gemeentegrond voor woningbouw sedert Augustus ook nagenoeg heeft stilge staan, is daarvan mede een sprekend symptoom. Voorshands schijnt gelukkig in den prijs der materialen een zekere stabiliteit te zijn ingetreden, welke de hoop wettigt, dat de ondernemers den moed tot bouwen zullen herkrijgen. Na nog eenige vragen te hebben be antwoord. heeft prof, van Hamel on der betuiging van den dank der ver gadering aan den inleider, deze bij eenkomst gesloten. De werkloosheid Merkwaardig en zonder twijfel met de mobilisatie samenhangende zijn ook de cijfers der werkloosheid in de laatste vier maanden. Tot en met Augustus had elke maand een getal in geschrevenen bij de Arbeidsbeurs te zien gegeven, dat lager was dan dat van de overeenkomstige maand van 1938. Het verschil schommelde om de 4 pCt. September geeft nu plotseling geen vermindering, maar een, zij het onbeteekenende, vermeerdering. Maar daarna treedt er, in stede van de nor male stijging der werkloosheid als ge volg van seizoensinvloeden, een daling in, welke aan het eind van November het aantal zelfs tot bijna 13 pCt. be neden November 1933 deed dalen. Blijkbaar zijn de door de mobilisatie opengevallen plaatsen in het bedrijfs leven niet dadelijk bezet, maar is ge leidelijk aan de werkgelegenheid in zooverre verbeterd, dat de mobilisatie, gelijk men ook verwachten mocht, de seizoensstijging van het aantal werk- loozen meer dan compenseeren kon. De aflevering van gas door de Gas fabriek steeg met ongeveer een gelijke hoeveelheid als in het vorige jaar. Het aantal van 70,5 millioen kub. m. van het jaar 1935 is thans, na aanmerke lijke daling in de tusschenliggende jaren, op 500.000 kub. m. na weder bereikt. Het Electrisch Bedrijf, welks debiet Gevolgen van den wereldbrand. Ook in het gemeentelijke leven van onze oogenschijnlijk zoo weinig door het internationale gebeuren aangeraakte stad ziet men telkens en telkens weer de gevolgen van den wereldbrand Wan neer ik u uit het jongste verleden van ’s-Gravenhage en uit zijn tegenwoordi- gen toestand aan de hand van mij ver strekte beschouwingen en cijfers een en ander ga mededeelen zal het u blij ken, dat het voorshands nog slechts om symptomen gaat. De oorlogseconomie heeft nog nauwelijks haar intrede ge daan. De vredestoestand van de eerste acht maanden van 1939 doet in menig opzicht nog zijn nawerking gevoelen. Maar schier op elk gebied ziet men sprekende afwijkingen, door den oor logstoestand veroorzaakt, waarvan het alleen nog niet te zien is, welken in vloed zij meer blijvend op onze plaatse lijke gemeenschap zullen uitoefenen. Groot aantal huwelijken. Het zal wel almede de oorlogstoe stand, in dit geval de mobilisatie van onze weermacht, geweest zijn, waaraan het feit is toe te schrijven, dat het aantal huwelijken in de laatste vier en en in genomen wordt? En zal het schonden Nederland Lj zijn historische roeping Kostwinnersvergoedingen. Hoezeer de mobilisatie in het be drijfsleven heeft ingegrepen en hoe zwaar de lasten zijn, welke zij op de Schatkist legt, kan worden afgeleid uit dit enkele gegeven, dat hier ter stede elke week ongeveer 135.000 aan kostwinnersvergoedingen wordt uitge keerd, hetgeen meer is dan de geheele besparing, welke de daling der werk loosheid aan minderen werkloozensteun over het gansche jaar opleverde. Het vreemdelingenverkeer. Wat tenslotte het vreemdelingenver keer betreft, is het moeilijk zich reeds een goed beeld van de naaste toe komst te vormen. Zal een toegenomen binnenlandsch verkeer in staat zijn de baten te vergoeden, welke buitenland- sche gasten, door congressen of door het Scheveningsche badleven aange trokken, langs allerlei kanalen aan de burgerij plachten te verschaffen Het groote succes van de Kerstactie onzer voortvarende en vindingrijke V.V.V. doet in dit opzicht goede tingen koesteren, maar de moet het leeren. Gedachtenwisseling. Na een korte pauze was er gelegen heid met den inleider van gedachten te wisselen. In zijn antwoord aan de debaters merkte de inleider o.m. op, dat de maatregelen, welke ten na- deele van de neutrale scheepvaart ge troffen worden, bewijzen, dat de oor log ter zee een oorlog tegen het ge heele volk is, want ook vrouwen en kinderen worden daardoor getroffen. Wat het vraagstuk der franc-tireurs betreft, zeide spr., dat men van franc- tireurs weinig nut heeft. Het nadeel dat men van hen heeft, is veel grooter dan het voordeel. Men bestempele de franc-tireurs dus niet als oorlogvoe renden. In het algemeen houdt men zich aan oorlogsrecht, hetgeen natuur lijk verschil van meening niet uitsluit. Inperking van het oorlogsrecht lijkt den inleider dan ook ongewenscht. Franc-tireurs toelaten zou uit huma nitair oogpunt tot schromelijke mis standen leiden. De inleider verdedigt, dat naast het militaire deel van de bevolking, d.i. het deel dat de wapens voert, een bur gerlijk deel wel degelijk nuttig en noodzakelijk is. Hij is overtuigd, dat de bezetter uit het bezette gebied alles zal halen wat hij er uit kan halen, maar daarom zou hij nog geen franc-tireurs willen toelaten. De groote Beethoven-vertolker prof. Frederic Lamond zou Zondagmiddag zijn derde recital in dit seizoen in de residen tie komen geven. Het feit dat de kleine intieme Diligentia-zaal ook voor deze ge legenheid bijna volkomen uitverkocht was, heeft ons wel zeer tot nadenken gestemd. Tenslotte mag toch worden verondersteld, dat bij een gezond muzikaal leven het in teresse van de bewonderaars in de eerste plaats zal uitgaan naar de schepping en dan naar den reproductieven kunstenaar. De compositie is immers het doel, de her scheppende musicus slechts het middel tot overdracht. Doch waarom dan voor de Beethoven-klavierliteratuur ongeveer twee pianisten t.w. Elly Ney en Frederic Lamond als eenige uitverkoren vertol kers mogen gelden, is ons niet geheel duidelijk! Een eenzijdige belichting zal een kunstwerk, wat het ook zij, nimmer in volle waarde en schoonheid aan ons open baren. En wanneer wij dan voor het.Beet- hoven-spel denken aan grootheden zooals Wilhelm Kempff, dan komen meerdere namen van geniën in onze gedachten, die zelfs voor serieuze muziekliefhebbers vol komen zonder beteekenis zijn. Men aan vaardt blijkbaar, nu het groepje uitver korenen door de internationale omstan digheden voor ons concertleven nogal ge slonken is, liever drie of vier herhalingen „wegens overweldigend succes” van één zelfden solist Maar de appreciatie voor de schepping „an sich” berust soms op vreemde grondslagen. De termen waar mede namelijk Zondagmiddag door aan wezigen de uitgevoerde werken van Ra vel en Debussy werden aangeduid wij zullen deze woordkeuzen wijselijk niet herhalen hebben ons dit ten volle be wezen. Er klonk namelijk geen Beetho- ven-spel door de kleine Diligentia-zaal. Door de weersgesteldheid was de vlieg- dienst tusschen Engeland en het Con tinent stopgezet, zoodat de bekende pia nist Lamond niet kon overkomen. Onze geniale landgenoot Cor de Groot had zich echter bereid verklaard het recital over te nemen. Zoodoende hoorden wij onzen jon gen meesterpianist voor de tweede maal in één week tijds. Met de Variationen über ein Thema von Handel van J. Brahms opende Cor de Groot deze matinée. Het diep doordacht herscheppen van den jongen kunstenaar heeft aan dit werk een imponeerende grootschheid gegeven, door zijn tot een heid bindende innerlijke bezieling. Overi gens zullen slechts wéinig pianisten een geestelijke kracht bezitten zooals Cor de Groot, die door beheersching iedere uiting van sentiment verheft tot het plan der aristocratische voornaamheid. Er is niets dat slaagt door het toeval, het is al over wogen, gedragen door eigen overtuiging, gestuwd door zijn doelbewustheid. De Nocturne in Fis gr. t. en de Ballade in g kl. t. op 23 van Fr. Chopin volgden hierna. Met ideale toonvorming droeg Cor de Groot deze werken voor. Zelden was de klank van de prachtige Steinway- vleugel zoo kristal-helder, zoo kleurrijk en edel in de breede romantische melodieën. En wanneer wij bedenken dat Chopin, de Poolsche dichter van het klavier, de „Pleyel” tot zijn uitverkoren instrument had verheven, dat hij in de doorzichtige klanken daarvan alles heeft weten uit te drukken en over te brengen wat tot het bovenaardsche behoort, dan mogen wij aannemen, dat Cor de Groot met zijn bril- lant, spel het oorspronkelijke beeld sterk heeft benaderd. Na de pauze bracht de kunstenaar Ra vel- en Debussy-composities ten gehoore. Van hemelsche schoonheid zijn deze ver tolkingen geweest Dit afwisselend be hagen scheppen in het pianistisch effect en liefkoozen van het instrument om de stemming der harmonische- en melo dische wendingen was voor ons een ware muzikale gave. De enthousiaste aanwe zigen huldigden Cor de Groot met lang durig applaus. Een toegift volgde als antwoord op deze ovatie. maanden van het jaar anderhalf maal zoo groot was als in het overeenkom stige tijdvak van 1938 (rond 2100 tegen 1400 in het vorige jaar). De begrijpe lijke begeerte van den soldaat, die tot verdediging der grenzen werd geroe pen, om zijn verloofde een pensioen te verzekeren voor het geval hij mocht terugkeeren, verklaart dit ver schijnsel zeker ten deele. Ik ben ech ter niet vreemd aan de gedachte, dat mede in de regeling ten aanzien van de kostwinnersvergoeding, welke ook aan de jonggetrouwde vrouw een fi- nancieele bestaansbasis verschafte, welke zonder de mobilisatie nog niet zoo spoedig zou zijn verkregen, een verklaring van den plotseling op zoo groote schaal opgekomen trouwlust moet worden gezocht. Prof. Willem van den Berg neemt daar mee de leiding der Rijksacademie voor Beeldende Kunsten over uit handen van prof. dr. P. H. van Moerkerken, die reeds eenige jaren, sedert het heengaan van prof. Roland Holst, hoogleeraar-directeur was. Op 1 September 1938 werd de kunst schilder W. van den Berg, wiens werk in den lande, niet het minst in de residentie, waar hij vele jaren werkte, benoemd tot hoogleeraar aan de Rijksacademie als op volger van prof. H. J. Wolter. Tot dien dag woonde v. d. Berg hier ter stede, waar hij op 15 Februari 1886 werd geboren. Hij bezocht hier ook de Haagsche Academie en werkte onder zijn vader, A. van den Berg en van Willem van Konijnenburg. Zijn zeer persoonlijk, met groote en grondige vakkennis vervaardigde werk, trok steeds opnieuw de aandacht, op tentoonstellingen als Arti, Sint Lucas, Pulchri Studio. Zijn Volendammer werk kreeg een groote ver maardheid. Ook als portrettist werkte v. d. Berg veel. In 1928 en 1929 schilderde hij de aartsbisschop van Utrecht en de bis- schop van Deventer, vlak na den wereld oorlog maakte hij een serie portretten van de Souvereine Orde van MaltaOok zijn grafisch werk en zijn houtsneden worden zeer geroemd. Naar aanleiding van de benoeming van prof. Willem van den Berg, hoogleeraar aan de Rijksacademie van Beeldende Kun sten te Amsterdam, tot directeur dezer in stelling, deelde ons de secretaris van de commissie van toezicht op de Rijksacade mie desgevraagd mede, dat prof. dr. P. H. van Moerkerken, die na het afscheid van prof. Roland Holst gedurende een aantal jaren het directoraat met buitengewone toewijding heeft waargenomen, onlangs verzocht heeft ontheven te mogen worden van deze waarneming. Het heeft nooit in de bedoeling gelegen om bij de defintieve regeling te breken met de traditie, welke het directoraat deed berusten bij een prac- tisch werkend beeldend kunstenaar. Deste- meer mag men ingenomen zijn met de be noeming van den leider der groote schil- dersklasse prof, van den Berg, van wien verwacht mag worden, dat hij het directo raat op waardige wijze zal bekleeden. Zaterdagmiddag omstreeks half zes is een begin van brand ont staan in perceel Jan Blankenstraat 49, veroorzaakt door een lek in het rook kanaal van den schoorsteen. De mo- torspuit Rijswijkscheweg heeft het brandje gebluscht met den kleinen straal. In de eerste maanden van den vori- gen wereldoorlog constateerde prof. Casimir bij een groot gedeelte van ons volk een geestesgesteldheid, die hij af keurend „bewustzijnsverenging” noem de en die zich hierin uitte, dat men niet in staat was aan iets anders te denken, over iets anders te spreken dan over den oorlog en wat ermede samenhing, inderdaad kunnen wij, geloof ik, niet beter doen dan onzen normalen arbeid verrichten, onze aandacht geven aan de zaken, die ook vroeger onze belang stelling plachten te hebben. Maar dit neemt niet weg, dat er heden ten dage, ook in ons tot heden nog gespaarde va derland, geen geluk te genieten is dan tegen den donkeren achtergrond der oorlogsdreiging, geen vreugde te bele ven is, zonder dat telkens het besef van de elders doorstane ellende zich aan onzen geest opdringt. in de laatste vijf jaren gelukkig wedér constant gestegen is, zag het aantal afgeleverde kWu stijgen met het bui tengewoon hooge cijfer van 9*4 mil lioen of 6 pCt. (vorig jaar 5>/< millioen of 3.5 pCt.) Het aantal aansluitingen van den Telefoondienst ging weder met 2000 (5 pCt.) naar boven. De ingebruik neming van tal van nieuwe bureaux ten dienste van militaire autoriteiten, crisisdiensten enz. is hieraan zeker niet vreemd. De buitengewoon groote toeneming van het aantal radic-aan- sluitingen (1200 of 16 pCt.) is mede zonder twijfel voor een deel door de tijdsomstandigheden te verklaren. Klinkt dit alles buitengewoon be moedigend, zoo moet toch niet ver geten worden, dat zelfs een geringe stijging van den kolenprijs den gun- stigen invloed van de stijging van het debiet van Gasfabriek en Centrale op de financieele uitkomsten van het be drijf volkomen te niet kan doen dat een rantsoeneering als gevolg van kolenschaarschte de winsten dezer be drijven met millioenen guldens omlaag kan doen gaan dat alle drie de ge noemde bedrijven buitengewoon ge voelig zijn voor conjunctuurinvloeden en dat dus in de onzekere tijden, welke wij beleven, de gunstige resul taten van een enkel jaar wel zeer ver heugend zijn, maar dat helaas op dit terrein het bekende woord' uit het Oudej aarsavondlied, dat „in wat is wat komen zal” ligt opgesloten, aller minst opgaat. Het particuliere bedrijfsleven. Onzekerheid en verwarring is ook wat ons tegenklinkt in de berichten uit het particuliere bedrijfsleven. Over matige drukte in de Septembermaand in sommige winkels voor artikelen als schoeisel, confectie, zeep, stoffen en levensmiddelen. Groote slapte in an dere tijden en branches. Sommige in dustrieën en takken van handel wer den door den ingetreden oorlogstoe stand zelfs geheel lam geslagen, als b.v. de handel in antiquiteiten en kunst voorwerpen, het sleephellingbedrijf, de reisbureaux. Dames en Heeren, Wanneer ik naar goede traditie bij de opening dezer eerste vergadering na de wisseling des jaars u, leden van den Gemeenteraad en u, die verder als amb tenaren, stenografen en journalisten onze vergaderingen bijwoont, voor het nieuw ingetreden jaar alles goeds toe- wensch, dan heeft ditmaal deze aller minst nieuwe formule toch wel een zeer bijzondere beteekenis. Want er zal wel niemand onder u zijn, die in het goede, dat hij voor zich en de zijnen hoopt, niet insluit, dat spoedig de vrede tusschen de strijdende volkeren moge worden hersteld en bo venal, dat ons dierbaar vaderland voor de oorlogsramp moge worden gespaard. Dit is althans een winst van dezen droevigen tijd, dat begrippen als wereld vrede, vrije handel en scheepvaart, na tionale zelfstandigheid en onafhankelijk heid, als het ware voor een ieder tast bare, waardevolle begrippen zijn gewor den; dat wij ons onze verbondenheid, nationaal, maar gelukkig ook interna tionaal, bewust geworden zijn en dit niet alleen omdat wij beseffen, dat de welvaart van elk volk mede bepaald wordt door den algemeenen toestand in ons werelddeel of beter nog op onze planeet, maar vooral ook, omdat wij, aan welke zijde ook onze sympathieën mogen staan, mede doorleven het groote leed, dat buiten onze grenzen, volkeren en individuen te lijden hebben gekre gen; omdat wij, inniger wellicht dan ooit, ditmaal de hooge waarde van de Kerstboodschap hebben gevoeld. Het programma was aan Debussy gewijd en met de „Suite bergamasque” werd be gonnen. Een sterk beeldende vertolking kiegen wij te hooren, welke ten volle ge tuigde van de schoone ontwikkeling, welke zich in den loop der jaren bij van der Pas voltrokken heeft. Een groot technisch ge mak was hem al heel vroeg eigen. En neigde de kunstenaar van nature eerder tot het beschouwende dan tot een impul sief te werk gaan, meer en meer heeft hij aan een, als het ware, voor-zich-zelf-spelen een zich naar buiten keerend element we ten te paren, waardoor de innerlijke ge waarwordingen tevens een boeiende mede- deeling voor de luisterenden werden. Door het vele begeleiden heeft v. d. Pas zijn persoonlijkheid niet verloren. Zij schijnt zich integendeel door dat intieme contact met de inzichten en belevenissen van ande ren verrijkt te hebben en zich zelf te sterker bewust geworden te zijn. Bovendien, het spel blijft, bij alle door dachtheid, gevoeld. Het heeft niets van het „zakelijke”, het artificieele, dat tot een, reeds weer voorbijgaande, mode gewor den was, waarbij ziel en inspiratie tot ste riliteit gedoemd waren. Hier gelukkig een mensch, niet artificieel maar artistiek „L’isle joyeuse", „Children’s corner”, zij tintelden al evenzeer van geest van leven en vooral het laatste stuk droeg daarbij te vens de kenmerken van smaak en be- heerschtheid naar den aard als bij Debussy een vereischte is. „Danseuses de Delphes”, „Voiles”, zij klonken gelouterd, verdroomd en de klank was van een bekorende week -en donzig- heid, al is nog meer kleuring wellicht te denken. Toch ademde de vertolking van „Les sons et les parfums tournent dans Fair du soir” de poëzie en iets van den geur, waarvan deze compositie verzadigd is terwijl zwier en fantasie de weergave van „Les collines d’Anacapre” sierden Sensitief werd „Feuilles mortes” gege ven en met de dichterlijkheid waardoor dit toonpoëem gedragen wordt. Ook de romantische visie, welke „Général Lavine- eccentric” openbaart, kwam over in de vertolking, waarna van „La terrasse des audiences du clair de lune” de betoove- ring al evenzeer te ondergaan is geweest. En tenslotte heeft de karakteristieke, vcornaam-effectvolle voordrachtsplastiek bij de grillige phantas magorie „Jeux d’ar- tifice” zoo getroffen, dat met een lang durig en wel zeer warm applaus gerea geerd werd. De superieure weergave van het pro gramma (evenals die der extra’s „Min strels” en „Arabesque”) heeft bewezen, dat v d. Pas ten volle gerechtigd is voor zijn visie op Debussy’s kunst de belangstelling van een auditorium te vragen. De loop der bevolking. Dit is al dadelijk het geval, wanne =>r men den loop der bevolking in het oog vat. Was het overschot van vesti ging boven vertrek in 1938 reeds be langrijk hooger dan in de voorafgaan de jaren, 1939 gaf een getal te zien, dat de uitkomst van 1938 met 150 pCt. overtrof (5305 tegen 2101 in 1938). Nederlanders, in den vreemde geves tigd, kwamen de rechtstreeksche be schutting van het nationale gezag zoe ken; naar onze gebiedsdeelen in Oost en West keerden minder verlofgangers terug. Ook bracht de invoering der distributiemaatregelen een aantal ver stekelingen hun verplichting tot aan melding te binnen. Bij geboorte- en sterftecijfers, die geen opmerkelijke verschillen vertoonden, is het dan ook dit overschot van vestiging boven ver trek, hetwelk aansprakelijk is voor de zooveel grootere vermeerdering van het zielental met 8671 (vorig jaar 5333), waardoor het bevolkingscijfer, nadat nog pas in September de 500.000ste inwoner was ingeschreven, aan het eind van het jaar tot 504.189 was gestegen. INTERNATIONALE RECHTS- GEDACHTE BLIJFT LEVEND. In tegenwoordigheid van den minis- er van Justitie heeft de Verceniging voor Internationaal Recht Zaterdag- liddag. als reeds eerder bericht, in et gebouw van den Hoogen Raad en buitengewone vergadering gehou- en, onder voorzitterschap van prof, ar. J. A. van Hamel. „Ik wil er den nadruk op leggen”, Idus prof, van Hamel in zijn ope ningswoord, „dat er ,nog even goed, 30 niet sterker dan anders, aanlei- ing blijft om de gedachte aan inter nationaal recht levend te houden. Ik <!oe het zelfs met meer klem, om twee edenen. In de eerste plaats, omdat een natie 's de onze zich te allen tijde vast zal oeten klampen aan haar weermacht a haar geestkracht niet alleen, maar cok aan het recht. Recht van bestaan. xht van zelfstandigheid, recht van iternationaal respect. Dit blijven x oor ons krachten in de wereld, god delijke krachten, waaraan kleinere mogendheden zich moeten vasthou den, omdat zij de verdediging bieden t genover de overmacht der machti- en, tegenover geweld en niets-ont- endheid. Zoo blijven wij het volken- cht zien als een nationalen steun en m nationaal belang van de eerstt i ?de. Daarom ook moeten wij thans et internationale recht niet zien in en ledig waas van algemeenheden, i laar als een zaak welke, tot in bij- >nde|heden toe, deel uitmaakt van de v eerbaarheid van ons volk. Meer dan oit is het van reëel en practisch be ing, telkens onder de oogen te zien at voor ons, binnen onzen eigen na- onalen kring en begrepen van ons gen eerlijke nationale standpunt, van i et internationale recht te maken is, a wat het ons geven kan. Een tee- enend voorbeeld daarvan levert het nderwerp van heden. Het sluit ten auwste aan bij de eischen, welke een eerbaar volk zich te stellen heeft om 30 weerbaar en onaantastbaar moge- jk te zijn. Onaantastbaar, óók in zijn esef, te handelen met het recht aan ijn zijde. Het is dus mijn vaste overtuiging, at in deze Nederlandsche vereenl- ing juist in dezen tijd goed werk zal unnen worden gedaan. Niet abstract .f doctrinair, maar in daadwerkelijk indsbelang. Dat wij daarbij het recht als iets jvends mogen blijven gevoelen, maakt ok de omgeving, waarin wij bijeen- omen, volkomen duidelijk. In deze echtzaal van den Hoogen Raad heerscht immers het onomstootelijke ewijs, dat recht bestaat. Wij weten dus ook, dat wij, als wij hier over olkenrecht spreken, niet daarover preken als in het huis van een ge- iangene. Inderdaad, al heeft men het hans duchtig benauwd en gesnoerd, het volkenrecht is niet een gehangene, k zie het veeleer steeds als een heel Jein kind, dat nog amper loepen of >raten kan. De heele familiekring is ook lang niet altijd aardig of liefde- ijk of tegemoetkomend jegens het vicht. Integendeel, maar, zooals in de ■•chool voor baby-zorg wordt gezegd, ij zijn bestemd om op te groeien, en runnen heel wat doorstaan, heel wat meer, dan men denken zou. Dezen re gel mogen wij heden ten dage ook wel weer eens voor het internationale recht uitspreken. In de zekerheid, dat wij daarbij ook spreken in vollen Ne- derlandschen geest.” Vervolgens gaf de voorzitter het woord aan kapitein mr. J. D. Schepers voor het houden van zijn voordracht over „Deelneming van burgerbevol king aan verdedigingsmaatregelen”, welke rede wij reeds publiceerden. „MENEER TOPAZE” BU HET RUYS-ENSEMBLE. Het Ruys-Ensemble, onder leiding van Anton Ruys, zal Donderdag 11 dezer één enkele weder-opvoering geven van „Me neer Topaze", satyre in 4 bedrijven van Marcel Pagnol. Cor Ruys zal wederom de titelrol ver vullen. terwijl verder zullen medespelen: Elly van Stekelenburg, Anton Ruys, Adolphe Hamburger, Pierre Myin, Ans van Merlevoort, Ben Aerden, Mies Peters, Ko van den Bosch, Dick Swidde en Ma- delon Waldorp. Vertaling en regie: Cor Ruys. De ontwikkeling der stad. Voor de ontwikkeling der stad, gelijk zij zich aan het oog van ingezetene en vreemdeling vertoont en in de toekomst vertoonen zal, is 1939 een belangrijk jaar geweest. Aan het saneeringsplan- Spui werd door de aanvraag van ont eigening ten behoeve van een nieuw hoofdbureau van politie een krachtige stoot gegeven. In de saneering van oud-Scheveningen werd door den bouw van 241 gemeente- en vereenigings- woningen een belangrijke periode afge sloten. Driehonderd woningen in de binnenstad werden onbewoonbaar ver klaard. Behalve de groote uitbreidings plannen van den architect Dudok, waarmede de Raad zich in December vereenigde en waarin is neergelegd, hoe men zich den stadsuitleg naar alle zijden tot aan de tegenwoordige gren zen der Gemeente heeft te denken, werden plannen vastgesteld voor het Uilennest en Arendsdorp, welk laatste plan tevens een toekomstig openbaar park omvat. Een transactie met het Rijk verschafte de Gemeente het 16 h.a. groote, voor villabouw bestemde terrein Duttendel. De Hofweg, de brug bij den Dierentuin, de Laan van Nieuw- Oost-Indië, de Boschlaan, het Spui en de Vaillantlaan, het zijn alle namen, waarvan het noemen alleen voldoende is om de gedachte op te roepen aan be langrijke verbeteringen in het stads beeld, welke op het credit van het jaar 1939 zijn te schrijven. De Scheveningsche visscherij. Voor de Scheveningsche visscherij was in het begin van het seizoen de vangst schraal geweest en ver beneden de resultaten van 1938. Het uitbreken van den oorlog had een onderbreking met zes weken ten gevolge, waar na echter een geregelde handel zich door allerlei omstandigheden ook nog niet ontwikkelen kon. In den reeds sedert jaren slechten toestand der tuinderij bracht het af- geloopen jaar helaas geen verbetering. Zoo ergens, dan is hier het wachten op het opengaan der grenzen, waar door onze bekwame tuiniers weder het volle profijt van hun kennis en er varing en van de Westlandsche bodem gesteldheid zullen kunnen incasseeren. toekomst Zoo is het dus, ondanks enkele be moedigende teekenen, maar welke bij nadere beschouwing toch niet meer zijn dan op zichzelf staande verschijnselen, waaruit de toekomst niet valt af te lezen, in hoofdzaak met een groot gevoel van onzekerheid, dat wij ditmaal het nieuwe jaar ingaan. Hoe lang nog zullen honderdduizenden door de mo bilisatie der weermacht worden vast gehouden, terwijl de een zijn nering gaandeweg ziet verloopen, de ander zijn plaats in kantoor of werkplaats inge nomen ziet? Zal de loop der prijzen van allerlei levensbehoeften ons weder een herhaling geven van de sociale onrust, waardoor de jaren van en na den vorigen oorlog ook ten onzent wer den gekenmerkt? Hoever zal zich de I uitwerking der onvermijdelijke belas- j tingverhoogingen doen gevoelen op de inkomens van de talloozen, die in een of anderen vorm afhankelijk zijn van de verteringen der welgestelden? Het zijn altemaal vragen, welke zich opdringen, wanneer wij in de bezinning dezer dagen ons rekenschap geven van de plaats, waarop wij staan. Maar zij worden alle overschaduwd door deze andere: hoe lang het nog duren zal. voordat de wapens worden opgeborgen de opbouw van wat aan mateneele geestelijke waarden vernield werd, gemeenschappelijk overleg ter hand i een onge- zijn, dat dan, aan -getrouw, in dat vredeswerk zijn aandeel nemen mag’ ij estuurders dezer gemeente we- en et antwoord al evenmin als welke n ere sterveling ook. Aan ons slechts ae taak om te trachten de stedelijke gemeenschap, welke ons ter verzorging is gegeven, met de minste averij heen I e oodsen door den storm, welke over

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 10