VALDA PASTILLES
hel sterk antiseptische geneesmiddel
Zorg steeds een doos bij de hand
te hebben Vraag naar de
ECHTE VALDA
PUROL
STADSNIEUWS
FINANCIEELE KRONIEK
Scheveningsche klanken
HAAGSCHE COURANT VAN ZATERDAG 13 JANUARI 1940.
VIERDE BLAD, PAGINA 2.
RECLAMES.
de
naar
Onderhoud met graaf Ciano
Groningen bestaat negen eeuwen
Instelling van een gulden boek.
De spaarbanken in 1938
cxxin.
pro-
tigs. Oak de klinkers booje’n groat vel
Ruwe Huid
Ruwe Handen
Ruwe Lippen
In verband met zijn voorzitterschap
der Economische Commissie.
het*
zijn
dan
AUTOBUSDIENST TUSSCHEN
’s-GRAVENHAGE EN DOORN
Gistermorgen heeft dr. H. Colijn
Rome, waar hij sedert Zaterdag
avond vertoefde, met den directen
trein naar Parijs weer verlaten. Het
ligt in zijn bedoeling twee dagen te
Parijs te verblijven, alvorens naar
Nederland terug te keeren.
Een correspondent van het „Hbld”
heeft Donderdagavond ten huize
van den Nederlandschen gezant, Z.
Exc. Hubrecht, gelegenheid gehad
dr. Colijn te ontmoeten, en vernam
van hem, dat hij op Dinsdag 1.1. een
onderhoud van ruim een uur mocht
hebben met den Italiaanschen mi
nister van buitenlandsche zaken,
graaf Ciano. Ook voerde hij met
enkele andere Italiaansche autori
teiten gesprekken.
Hartelijke ontvangst in
Italië.
dacht,
welke
Bij Kon. besluit is aan A. E. van
Trigt op zijn verzoek eervol ontslag
verleend als notaris te Poortugaal.
van
doet
Doos 30 cent.
Bij Apoth. en Drog.
Buitengewoon crediet voor
voedselvoorziening
GRIEP
MUSEUM VOOR HET ONDERWIJS.
Op Woensdagavond 17 Januari a.s.
te 8 uur zullen in het Museum voor het
Onderwijs, Hemsterhuisstraat 2e. cul-
tuurfilms over Japan vertoond worden.
Vooraf gaat een inleiding over dit
land door den heer W. van der Poel,
kolonel b.d. van het Nederlandsch-In-
dische Leger.
Dr. Colijn uitte in het algemeen zijn
groote voldoening over de hartelijke
ontvangst, die hem van Italiaansche
zijde werd bereid. Zijn reis naar Rome
blijkt voor alles een oriëntatie-reis te
zijn, en verband te houden met de on
langs opgerichte Economische Commis
sie, waarvan dr. Colijn tot voorzitter is
benoemd. Deze commissie, hoewel te
Genève opgericht, staat slechts in een
zijdelingsch verband met den Volken
bond, wat mede daarom noodig was,
omdat men op economisch terrein niet
zooveel kan beginnen, wanneer niet ook
de Vereenigde Staten van de partij zijn.
Men mag dus de hoop koesteren, dat
ook Italië zijn medewerking zal ver-
leenen, daar Italië niet geheel en al
tegen alle internationale samenwerking
is, zooals wel blijkt uit het feit, dat het
Internationale Landbouwinstituut te
Rome zich steeds in de grootste belang
stelling van de zijde der Italiaansche
regeering mag verheugen.
Na den vrede van 1919 werd ons
werelddeel, zooals men zich maar al te
goed herinneren zal, door allerlei econo
mische rampen getroffen, in de eerste
plaats de devaluatie, niet alleen in de
overwonnen landen, doch ook in enkele
der winnende landen. Later volgde de
groote crisis, waarvan wij ons nog niet
ten volle hersteld hadden, toen de tegen
woordige oorlog reeds uitbrak. Een
groot deel van deze economische moei
lijkheden had wellicht ondervangen
kunnen worden, wanneer men bij de
vredesonderhandelingen wat meer reke
ning had gehouden met de economische
vraagstukken.
Het schijnt nu, dat de voor kort op
gerichte Economische Commissie zich
vóór alles ten doel stelt, een herhaling
van de fouten van 1919 te voorkomen,
door reeds bij voorbaat de groote econo
men van alle landen de koppen bij el
kaar te doen steken, om de dreigende
gevaren te onderzoeken en zoo mogelijk
te bezweren.
kantore ontvangen,
zeer waardeerende
gelukwenschen der
aangeboden, verge-
Dr. Colijn had hier ook gelegenheid
andere personen te ontmoeten. Woens
dagavond was bij een intiem diner ten
huize van den gezant o.a. minister
Bottai uitgenoodigd, de tegenwoordige
minister van onderwijs, een oude ken
nis van dr. Colijn, met wien deze te
Genève herhaaldelijk in contact is ge
weest. Ook enkele hooge ambtenaren
van de Duitsche ambassade, o.a. de
marine-attaché, waren aanwezig. Don
derdagavond had de gezant wederom
een klein gezelschap aan den disch ver-
eenigd en daarvan maakte ditmaal de
Fransche ambassade Fran?ois-Poncet
deel uit. Later op den avond had de ge
zant een Klein soiree georganiseerd,
waar aan enkele personen, onder wie
ook aan de correspondenten van de be
langrijkste Nederlandsche dagbladen,
de gelegenheid werd gegeven tot een
ongedwongen samenzijn met den oud- ’t kerakter van ies gewichtigs en plech-
minister-president, 1
De stijging van het ingelegde bedrag
niet door spaarders, maar door
beleggers veroorzaakt.
De statistiek der spaarbanken over
1938, welke jaarlijks door het Cen
traal Bureau voor de Statistiek wordt
opgesteld, is dezer dagen verschenen.
Het totale bedrag der spaargelden is
blijkens deze publicatie van 1695 mil-
lioen gulden tot 1787 millioen gulden
gestegen. Meer dan 95 pCt. van dit
enorme bedrag wordt door de spaar
ders toevertrouwd aan de Rijkspost-
spaarbank, de bijzondere spaarbanken
en de boerenleenbanken, de rest wordt
Met enkele woorden sprak dr.
Colijn over dit onderwerp, en zon
der dat er positieve mededeelingen
gedaan werden omtrent zijn onder
houd met graaf Ciano, meent het
blad toch de veronderstelling te
mogen wagen, dat dit onderwerp
althans een punt is geweest,
welk bij het onderhoud zou
aangeroerd. Wanneer men
weet, dat men op economisch gebied
in Italië gewend is zeer realistisch
te denken, lijkt het niet onwaar
schijnlijk, dat de Italiaansche regee
ring tot zekere medewerking aan
de Economische Commissie bereid
zal blijken.
Dieseltractie LeidenWoerden
De Nederlandsche Spoorwegen gaan
voort met het moderniseeren van het
bedrijf.
Thans wordt, naar wij vernemen, de
stoomtractie op het traject Leiden
Woerden door dieseltractie vervan
gen. Met ingang van Maandag 15 de
zer zal deze verbeterde reisgelegen
heid ten dienste van het reizende pu
bliek staan.
(Van onzen financieelen medewerker).
Aan alle kanten viert een in intensiteit
en omvang nog steeds verder groeiende
oorlogseconomie hoogtij. Een ware mo
bilisatie van alle economische krachten
vindt plaats en goedschiks of kwaad
schiks moeten het geheele bedrijfsleven,
het particuliere leven en de algemeene
welvaart aan dit streven ondergeschikt
worden gemaakt. Het is noodig, zulks
bij elke beschouwing wèl in het oog te
houden, omdat men anders gevaar loopt,
den draad geheel te verliezen. Wanneer
men slechts bij het waarnemen van de
tallooze paradoxen, die het economisch
en financieel leven ons thans biedt, den
blik strak gericht houdt op den rooden
draad der economische mobiliseering,
welke kris-kras door alles heen loopt,
dan vervagen die paradoxen meer en
meer en zien wij alle verschijnselen in
duidelijker proporties. Dan begrijpen
wij ook terdege de groote terughoudend
heid, die er op elk gebied van goede
ren- en geldwezen heerschtmen beseft
immers bewust of onbewust, dat alle
theorieën van vraag en aanbod, van
kosten en ondernemingswinst, van prijs
vorming en loonregeling thans worden
doorkruist door allerhande regeerings-
maatregelen, waardoor elke zekerheid
verdwijnt, doch tevens de speculatieve
bedrijvigheid wordt gesmoord.
Zoo heeft men in Duitschland, waar
men volgens veler meening het nee plus
ultra van economische concentratie had
bereikt, een nog verdere schrede gezet
op den weg naar economische en finan-
cieele dictatuur een oorlogsraad onder
Göring’s leiding zal zich belasten met de
algeheele coördinatie van Duitschland’s
industrie, handel, financiën en gedeelte
lijk ook van het particulier leven ten
behoeve der oorlogsvoering. Zonder
pardon zullen productie, invoer en
distributie aan den noodtoestand wor
den aangepast, zal alles wat maar
I zweemt naar luxe de kop worden inge-
Lenige Eerste Kamerleden vragen nadere
inlichtingen
Volgens het voorloopig verslag der
Eerste Kamer over het ontwerp van
wet tot verhooging van de begrooting
van Economische Zaken voor 1939
buitengewoon crediet van 600 millioen
gulden voor de voedselvoorziening)
gaven eenige leden als hun meening
te kennen, dat uit deze aanvrage we
derom blijkt, dat de Regeering in ge
breke is geweest, wat betreft de voor-
raadvorming te juister tijd.
Beroep N.V. Nederlandsche Spoor
wegen 'ongegrond verklaard.
Bij Kon. Besluit is ongegrond ver
klaard het beroep, ingesteld door de
N.V. Nederlandsche Spoorwegen tegen
de beschikking van de Commissie
Autovervoer Personen, waarbij aan P.
J. van Beek alhier vergunning is ver
leend voor het exploiteeren van auto
bussen in de uitoefening van den auto
busdienst tusschen ’s-Gravenhage en
Doorn (kindersanatorium „Huis ter
Drift”), uitsluitend tot vervoer van en
naar ’s-Gravenhage van bezoekers van
genoemd sanatorium, te onderhouden
op Zondag om de vier weken en op
den 2den Paasch-, Pinkster- en Kerst
dag.
pepier an, waer ’n schuièt met volle zèi-
le-n-op owebeeld stong. En waer vor-
ders tientalle verze-n-op vóórkwamme,
waerin alles bezonge wier wat op vis-
scherijgebied in ’t ouwe jaer zoa al vóór
evalle was. En onder ’n glijsje pons
kwamme de tonge pas goed los.
’k Weet ’t nog zoa goed as de dag
van gistere, Piet de Klinker kwam ons
meuwejaer wenschte. Beter bekend als
Piet van de „Kanne brouw”, 't Was 'n
echte ronde vent en ien van de orizji-
neelste klinkers.
„Baes”, zèit-ie, „eb je me van de
week iet emist? Je mot wete, dat ik ’n
paer daege-n-al iet goed eweest ben. Me
vrouw was erg ongerust en liet de dok-
tei komme. Die schreef ’n drankje vóór
in ’n fleschje, dat zeker iet groater was
as de lengte van twie nette-outies op
mekaar. Daer mos ik dan drie mael op
’n dag zus droppels van inneme. Maar
dat was non ien van de dinge-n-in me
leve, waer ik met me verstandje maar
iet bij kon. Achttien droppels per dag
voor zoa’n groat wellig lichaem. Daer
begreep ik niks van. Dat zou dan zeker
wel veirtien daege dure-n-eir 't fleschje
leeg was. En daer mos ik mee niks van
ebbe. Ik zat dat fleschje an te kikke en
ik zeg togge me vrouw: de dokter wul
me an 't lijntje ouwe. Weet je wat ik
doet: ik drink 't fleschje in iene slok
leeg. En zoa gebeurde-n-’t oak. En wul
je wel geloave baes, dat ik van *t èige
oagenblik of an al beter schop vernam.
De aare dag was ik volslaege beter, ’t Is
maar goed oak, dat ik dat edaen eb. De
dokters zoue maar ’n loapje bij je neme.
Ze ebbe misschie gelik, want die men-
sche motte-n-oak leve. Maar dat verze
ker ik je: Piet de Klinker zelle ze niet
te pakke neme!”
Gepaerd met ’n lekker glijsje pons
kon je onder al de interessante ge-
sprekkies over ouwejaers-ervaeringe
oak dergelike geschiedenisse wel der
is verneme. 't Was of je ’t leve
vrooger van ’n èil aare kant bezag,
maar de viering van ’t nieuwe jaer
vürmde toch wel ’n oagtepunt. Daer
wete stierlui, zèilmaekers, kuièpers,
maamaekers en droagersknechs van
mee te praete. Die kwamme-n-op die
dag in groepe tegelik de baes geluk-
wensche. En de gezelligste kant dervan
ging al gedèiltelik verlore, toe ’t ge-
weunte wier om dat wensche ’n dag
uièt te stelle. De gemoedelike sfeer van
vrooger, oak in aare opzichte, is van
lieverlee verdwene.
Onze Leen Taal èit waerlik iet
te klaege-n-aad over de belangstelling,
die die van alle kante-n-ondervonne-n-
eb met de 25-jaerige erdenking van z’n
ófslaegerschop. As klinker stae je ae
man erg naè en ben je toch op z’n
minst verplicht, om dem persoonlik te
gaen fillesisteere. Zoa ezèid» zoa edaen
en ik trof de man thuiès an midde-n-
in de blomme en romme-netom in de
kedoo’s. De deur stong iet stil van de
bezookers, die dem geluk kwamme
wensche. De glans lee op z’n gezicht.
Naeder-and vernam ik, dat er
deur de Direkteur van de Vischofslag
beheerd door instellingen als perso-
neelsspaarbanken, spaar- en voorschot
banken en algemeene banken. De toe
neming van het totale saldo-tegoed
met 92 millioen gulden, is voor een
belangrijk deel toe te schrijven aan
de stijging bij de R. P. S. met 76 mil
lioen gulden, waardoor het tegoed bij
deze instelling in 1938 tot rond 679
millioen gulden steeg. Deze stroom van
oneigenlijke spaargelden naar de R.P.S.
bleef aanhouden, d. w. z. van gelden,
welke niet op de kapitaalmarkt, doch
bij de spaarbanken „belegd” worden.
Het saldo-tegoed bij de 268 bijzondere
spaarbanken bedroeg 562 millioen gul
den, bij de 1315 boerenleenbanken
480 millioen gulden. Anders dan bij de
R.P.S., is de toeneming van het tegoed
bij deze instellingen, o.a. als gevolg
van de verlaging der rentevergoeding,
in 1938 niet zoo groot als in vorige
jaren geweest.
Het aantal boekjes in omloop bij de
R.P.S. en de bijzondere spaarbanken
bedroeg rond 3.704.000, d.w.z., dat ein
de 1938 424 spaarbankboekjes op de
1000 inwoners in omloop waren, waar
bij de 578.000 boekjes bij de boeren
leenbanken en de bijna 100.000 boek
jes bij de overige instellingen nog
buiten beschouwing zijn gelaten. Het
gemiddelde saldo-tegoed per boekje bij
de R.P.S. en de bijzondere spaarban
ken bedroeg einde 1938 ƒ330 tegen
ƒ319 einde 1937.
BEBOUWINGSVERORDENING
VAN STOLKPARK
Het bestuur van de Emmakliniek
heeft zich tot den Gemeenteraad ge
wend naar aanleiding van de adres
sen met bezwaren tegen het ontwerp-
raadsbesluit tot wijziging van de ver-
ordening-„van Stolkpark".
Het bestuur weerlegt de bezwaren
tegen de uitbreiding van de kliniek en
verzoekt den Raad, de gewijzigde be-
bouwingsverordening aan te nemen.
Verder verklaarden deze leden, zich
niet in allen deele te kunnen vereeni-
gen met het bescheid, door den minis
ter aan de Tweede Kamer gegeven op
een verzoek om nadere toelichting van
de vorenvermelde aanvrage, hem in
dat Staatscollege gedaan.
Erkennende, dat volledige openbaar
heid te bedoelder zake onder de hui
dige omstandigheden in ’s lands belang
bezwaarlijk kan worden gegeven, acht
ten zij nochtans het verstrekken van
eenige inlichtingen van beperkten
aard alleszins te verantwoorden.
Zoo zouden zij gaarne zien beant
woord de vraag, welk deel van het
bedrag, in het wetsontwerp genoemd,
de Regeering voornemens is te beste
den voor den aankoop van voedings
middelen, en welk deel voor den aan
koop van grondstoffen ten behoeve
van onze industrie.
Andere leden vonden geen aanlei
ding om opmerkingen over deze voor
dracht te maken.
De reis van dr. Colijn
Rome
Goederenverkeer Net? rland-Duitschland
Blijkens het eindverslag der Eerste
Kamer over het ontwerp van wet tot
goedkeuring van het Nederlandsch
Duitsch verdrag aangaande de regeling
van het goederenverkeer op 25 Maart
1939 te Berlijn gesloten, werd instem
ming daarmede betuigd en hulde ge
bracht aan Nederland’s vertegenwoor
diger bij de gevoerde onderhandelingen,
die in de totstandkoming van het ter
goedkeuring voorgedragen verdrag zoo
groot aandeel heeft gehad.
drukt, zal het verbruik dus tot het aller
noodzakelijkste worden beperkt en zal
daarnaast de belastingdruk worden ver
zwaard en spaarplicht worden opgelegd.
Reeds wordt gemeld, dat een deel van
het loon niet langer in geld, doch in
bonnen zal worden uitgekeerd, die ge
deeltelijk recht geven op den aankoop
van bepaalde goederen, gedeeltelijk als
spaarbonnen zullen fungeeren. Uit dit
alles blijkt, dat eenerzijds Duitschland
duidelijk den wil tot doorzetten toont,
dat anderzijds de economische situatie
er verre van bevredigend moet zijn. De
koude winter is voor Duitschland mili
tair noch economisch een meevaller en
de groote tegenslagen, welke Rusland in
zijn Finsche „expeditie” ondervindt,
schijnen bovendien een spaak in het
wiel der Russische leveranties aan
Duitschland te hebben gestoken. Het is
werkelijk haast onbegrijpelijk en het is
diep bedroevend, dat een volk als het
Duitsche. dat steeds heeft prat gegaan
op een der hoogste levensstandaarden
in de wereld, zich thans gedwongen ziet,
dien standaard zóó drastisch te ver
lagen, dat het als nagenoeg gepauperi-
seerd moet worden beschouwd.
Duitschland is niet het eenige land,
dat die welvaartsrichting-omlaag in
slaat. Ook Engeland staat voor zware
tijden, al zal de verlaging van den
levensstandaard aldaar in omvang niet
te vergelijken zijn met die van het Duit
sche volk. Niettemin heeft Chamberlain
in zijn jongste ernstig-gestemde rede de
bevolking voor oogen gehouden, dat ook
daar de tering omlaag moet worden ge
drukt, omdat nog veel ernstiger tijden
te verwachten zijn. Ook in Engeland zal
de invoer tot het noodzakelijke worden
beperkt teneinde deviezen en schepen
te sparen en zal de bevolking het ver
bruik dienen in te krimpen, opdat den
Staat alle niet gebruikte koopkracht zal
toevloeien. Hoewel in Engeland de eco
nomische concentratie nog niet zoo in
tensief is als bij onze Oosterburen, ont
waren wij ook daar een steeds toe
nemende regeeringsinmenging in het
bedrijfsleven ten aanzien van productie,
distributie, prijs- en loonregeling. Van
voor Engeland bijzonder belang is de
tot stand gekomen concentratie in de
scheepvaart, waardoor het mogelijk zal
worden, de beschikbare scheepsruimte
op zoo economisch mogelijke wijze te
gebruiken.
En dan te denken, dat er ten onzent
lieden zijn, die zich met bittere verwij
ten kanten tegen verbruiksbeperking en
sparen, die slechts in verbruikstoene-
ming en vluggeren geldomloop uitkomst
zien voor de Nederlandsche welvaart.
Het zijn de verblinden, die niet willen
of durven zien, dat ook Nederland’s
levensstandaard op een veel te hoog
niveau ligt en drastisch moet worden
verlaagd. Wij kunnen niet voortdurend
boven onz^n stand blijven levende
rekening van onze niet te verantwoor
den uitgaven zal eens in den een of
anderen vorm moeten worden gepresen
teerd. Het is daarom zoo dringend noo
dig, dat meer voorlichting omtrent den
waren aard onzer economische en
financieele situatie van regeeringszijde
worde verspreid, opdat waan-ideeën als
bovengemelde verhinderd worden hun
noodlottige uitwerking te verrichten.
Het moet den loon- en salaristrekken-
den duidelijk worden gemaakt, dat zij
tegen het belang der natie als geheel
werken, indien zij verlangen, dat elke
stijging in de kosten van levensonder
houd door een evenredige loon- en
salarisverhooging moet worden gevolgd.
Het moet, zooals dr. F. H. Fentener van
Vlissingen terecht in zijn Nieuwjaars
rede opmerkte, den industrieel voor
oogen worden gehouden, dat hij van
groote bekrompenheid blijk geeft, wan
neer hij elke verhooging van den kost
prijs terstond op den consument tracht
te verhalen. Allen zonder uitzondering:
loontrekkenden, kapitalisten, onderne
mers, verbruikers, zullen hun offer moe
ten brengen in het belang der gemeen
schap en er moet met nadruk op worden
gewezen, dat het nastreven van kleine
groepsbelangen ten nadeele van het pu
bliek belang in deze tijden in zekeren
zin een aanslag is op de veiligheid van
den Staat.
Onze staatskaspositie heeft inmiddels
blijkens de jongste gegevens een ver
dere verbetering ondergaan, als gevolg
van de storting op de (mislukte) con-
solidatieleening. Die verbetering is ech
ter grootendeels schijnbaar, omdat zij
ten koste gaat van de saldi der Rijks-
fondsen, die immers voor circa 200
millioen (inplaats van de hun oorspron
kelijk toebedeelde 60 millioen) hebben
moeten opnemen, zoodat zij bij een vol
gende emissie zwaar gehandicapt zullen
zijn. Niettemin valt het verloop der obli-
gatiemarkt nogal mee de nieuwe lea
ning is, mede uit hoofde van het feit,
dat zij thans grootendeels in vaste han
den zit en uit hoofde van de belasting-
faciliteiten en van het feit, dat de obli
gaties kunnen worden aangewend voor
inschrijving op een volgende leening,
tot boven pari gestegen, terwijl de an
dere leeningen goed gesteund blijken.
Ook de geldmarkt blijft voorloopig nog
vrij ruim, waarbij de vrees voor lang
durige beleggingen natuurlijk een rol
speelt. In dit verband mag opgemerkt
worden, dat onze banken wederom een
moeilijken tijd doormaken. De ietwat
gestegen rente kan de lusteloosheid in
haar andere afdeelingen niet goed ma
ken. Zoo hoort men dan ook helaas
reeds van ontslag van personeel, vooral
bij de internationaal georiënteerde be
drijven. Het is te vreezen, dat Amster
dam als kapitaalmarkt, indien dan al
niet als gevolg van de Mendelssohn- t
débacle, dan toch als gevolg van den
ooflog meer en meer zijn internationaal
karakter zal verliezen. New York zal de
winnaar zijn.
Het beroep tegen de surséance van
Mendelssohn en Co. is een doode musch
gebleken. Toen de trustees aankondig-
den, dat buiten het liquidatieaccoord
nog iets meer zou worden aangeboden
(waarin dat meerdere bestaat, blijft nog
een raadsel) gaven de opposanten hun
verzet op. zoodat men nu van een ge
leidelijke afwikkeling van zaken ver
zekerd kan zijn. Ook de groote wolfirma
Fuhrmann en Co. heeft nu haar 1*4 jaa*
surséance verkregen. Ook hier zou een
faillisement onnoodige schokken hebben
teweeggebracht en de crediteuren
slechts hebben geschaad,
Zoa is ’t jaer 1939 weer omme-
vloge. En al komt dat jaer noait meir
brom, tóch blèift al wat er in vóór-
evalle-n-is z’n invloed uiètoefene-n-op
't jaer, datte we pas weer innetreeje
benne. Dat de groate oarlog, waer 1939
ons bij oppescheept eb, awweer in 1940
oweloape zei weze, daer is nae men-
scheberekening gien kikke nae. Dus
valt er voor de aèringvisscherij in ’t
nieuwe jaer voorloapig wéinig moais
te verwachte, 't Angt alles van de vor-
dere loap van den oarlog óf. In de ge-
geve-n-omstandig-eedes zei ’t oak voor
de visscherij van onschatbaer belang
weze-n-as ons èige landje buiète den
oarlog blèive mag.
We ebbe-n-al zóaveul keire-n-
ezèid, dat er van tevore vooral van
aèringvisscherij niks te zegge valt.
En we ebbe-n-al zoa’n mennigte keire-
n-ezien, dat alles geregeld aars uièt-
loapt, as datte we wel denke. Daerom
is ’t maer beter, ons zoa wéinig moge-
lik in toekomstbespiegelinge te be-
geve en trouw óf te wachte de dinge,
die bove-n-ons oafd beslote benne.
Wat is ’t opmerkelik as je ziet,
oe-e de mensche der èige-n-an alle
mogelike toestande van lieverlee wete-
n-an te passe. Dat er oarlog is, dat
wete we en daer valt non ienmael niks
an te doen. Maar overigens gaet 't leve
betrekkelik z’n normaele gang. Dat
ziene we daegeliks om ons één, dat
wiere we gewaer met de Korsemisvie-
ring en dat bleek weer bij vernieuwing
met de viering van ’t nieuwe jaer. An
’t uiètspreke van goeie wensche gien
gebrek. Allemael zoawat net iender as
vroogere nieuwejaers-erdenkinge.
En tóch is er zoa ongemerkt weg
èil wat verandering in ’t viere van de
nieuwejaersdag te bespeure. Misschie
komt daer oak wel zoa’n beetje bij,
datte we de dinge teugewoordig van ’n
aar standpunt bezien as in onze jonge
jaere. Maar oe 't oak zij, dat knus-
gezellige, dat echt-feestelike van vroo
gere nieuwejaersdaege, ’t is owe we
dat van jaer tot jaer meir en meir
misse.
Dan kwamme de aschlui in der
beste plunje en met ’n groat vel pepier
in der ande vol met versies betrekking
ebbende op de belangrikste gebeurte-
nisse van ’t vervloge jaer.
Bove-n-an stong de aschman owe
beeld met kar en paerd. Ons dürp was
toe veul kléiner van omvang. Alles ging
gemoedeliker. Oak de aschman leefde
mee met 't wel en wee van z’n plaes.
Teugewoordig is die dienst nae de èische
van de tèid èilemael veranderd en van
nieuwjaer-wensche is gien spraeke meir.
En dan de klinkers. In der Zundag-
sche pak gingen ze der daegeliksche
roete langs. Ze slooge-n-op der klink, dat
't klonk as ’n klok. En de éil-en-zegen-
wensche, die-e ze daerbij teugenover der
vaste klante uiètsprakke, aane-n-altèia
OPENBAAR LAGER ONDERWIJS.
Van de mogelijkheid, opengesteld bij
art. 55quater, eerste lid, der Lager On
derwijswet 1920, om scholen buiten
aanmerking te laten bij de vaststelling
van het bedrag, bedoeld in art. 55ter,
eerste lid, onder a, van deze wet, naar
welk bedrag de z.g. exploitatievergoe
ding aan het bijzonder onderwijs wordt
vastgesteld, is ten opzichte van de
openbare schalen Ley weg 1, Doornik-
schestraat 28 en Winterweg 8 over
eenige jaren met gunstig gevolg ge
bruik gemaakt.
Thans stellen B. en W. den Raad
voor, den minister voor deze scholen
voor het dienstjaar 1940 wederom toe
passing te verzoeken van bovenge
noemde bepaling.
JUBILEUM CH. M. BOUHUYS.
Vandaag herdacht de heer Ch. M.
Bouhuys, emballeur bij de N.V. Es-
veha v.h. Ph. Simons en Co. aan den
Rijswijkscheweg, den dag, waarop hij
gedurende een kwart eeuw in dit be
drijf werkzaam was. De jubilaris, die
vandaag vrij had, werd vanmorgen
eerst door zijn directeur, den heer M.
J. Simons, ten
waar hem onder
bewoordingen de
directie werden
zeld van een geschenk onder couvert.
Ook het personeel liet zich niet onbe
tuigd en bood den jubilaris een stof
felijk bewijs van waardeering aan. In
zijn woning aan het Hildebrandplein
11 kwamen velen den jubilaris per
soonlijk even gelukwenschen.
De lezers van de Klanke kenne
dervan getuiège, dat ik nog kort eleeje
en al verscheie keire-n-eirder voor het
groate gevaer waer-eschouwd eb, waer
onze uiètvoer nae België van aering en
bokkem ’t slachtoffer van zei worde.
Tros al de moaie Belgische beloftes,
datte ze an onze visscherijprodukte
gien stroa brèid in de wegt zoue legge,
worde de Belgische invoerrechte ver
dubbeld en gaet onze invoer daer met
alderlei nieuwe moeilik-eedes gepaerd.
’t Is non al zóa vord, dat er voor
bokkem 14 percent en voor de aéring
7 percent invoerrecht verlangd wordt.
Ongerekend nog de koste-n-en de romp
slomp, waere de Belgische importeurs
bij te kampe-n-ebbe. Alles met de be
doeling om de invoer van onze aerinkies
en bokkempies zoa veul mogelik de pas
of te snije. En as er van onze kant iet
krachtig genog teuge-n-oppetreeje wordt
wie weet wat er dan van de andel op
België nog terecht komme zal!
Der schiet iet veul plaes meir over,
om der nog veul woorde-n-an te span-
deere. Maar toch kan ik moeielik an-
neme. wat me van zekere zij voor vaste
waar-èid verteld wier, dat er van onze
kant teugenover al die nieuwe Belgi
sche maetregele nog gien enkeld
test innediend is.
Waer blèift de „Verieniging
aèring-andelaere” dan? En wat
„Andelsbelang” dan teugeswoordig?
KEES DE KLINKER.
Dit jaar zal het feit worden her-
dat de gemeente Groningen,
thans ruim 120.000 inwoners
telt, negenhonderd jaar bestaat.
Op 21 Mei in het jaar 1040 werd
namelijk door Koning Hendrik III een
oorkonde uitgegeven, waarbij het land
goed der villa Cruoninga en bepaalde
rechten aan de Utrechtsche kerk wer
den overgedragen.
In verband hiermede hebben B. en
W. van Groningen thans bij den Raad
een voordracht ingediend, waarin
wordt medegedeeld, dat de tijdsom
standigheden niet toestaan, groote
feestelijkheden te organiseeren bij
deze herdenking. Zij stellên echter
voor, een stadsboek te doen aanleggen,
waarin de namen van burgers, die zich
jegens het gemeenebest op uitzonder
lijke wijze verdienstelijk hebben ge
maakt, met gulden letters zullen wor
den ingeschreven. In zeer bijzondere
gevallen zal bovendien nog een leg
penning worden uitgereikt, zooals ook
elders te doen gebruikelijk is.
nog ’n aparte uldiging op touw ezet
was in ’t aèringsófslaggebouw. En dat
te der met die gelegen-èid artelike toe-
spraeke-n-ouwe benne. Volgens onze
Jochem mot 't oak daèr kostelik nae
toe-egaen weze. Der was ’n geweldige
toeloap van réiders en van groate en
kléine koaplui. Met ’n prachtig schil-
derstik is ie daer vereird. Onze Jochem
was netuurlik oak van de partij. As
Jochem der iet bij is, dan is ’t spul
iet volmaekt. En ij was uiètermaete
in z’n noppies oak. „Kees”, zèit ie, „je
ken iet begrèipe in wat voor echt-ge-
zellige stemming of ik m’n glijsje op
nam, om op de gezondèid van de jube-
laeris te drinke. In gien maende-n-aa
ik dat goedje-n-eproofd, maar ’t smaek-
te maar wat goed
Oak de Permanente Kommissie is
de ófslaeger persoonlik an z’n uiès kom
me fillesisteere. Daerbij ebbe ze dem
’n prachtige leuningstoel kedoo edaen.
Dat was ’n uiètstekende gedachte. Want
as de ófslaeger soms urelang in de
vischloos op de bien eweest is, dan
èit ie toch zeker *t volste recht om der
is ’n poasje op z’n gemak in zoa’n moaie
makkelike stoel te gaen zitte. En as de
Permanente Kommissie wat geeft, ge-
loaf dan maar zeker, dat 't wat goes is.
Neen, onze ófslaeger èit vast iet
te klaege-n-aad over te wéinig belang
stelling. Oak de „Aègsche krant” is iet
achterwege-n-ebleve-n-om van dat jube-
leum in kleure-n-en geure melding te
maeke. En dat mag ezèid worde: de
man èit ’t verdiend en ’t is te wensche,
dat ie z’n moeilike taek nog lang, èrg
lang verrichte mag.
’s-GRAVENHAAGSCHE VEREEN. VAN
HANDELAREN IN AARDAPPELEN,
GROENTEN EN FRUIT.
Donderdag hield bovengenoemde ver-
eeniging haar eerste ledenvergadering
in dit jaar. De voorzitter, de heer W.
Wijnman, gaf in zijn openingswoord een
beknopt overzicht van den handel in
1939, waarbij hij wees op de vele
moeilijkheden, waarmede de kleinhan
del in groenten en fruit in dat jaar
jaar heeft te kampen gehad.
Begon het jaar in een strenge vorst
periode met, als gevolg, weinig en
zeer dure groenten, het najaar bracht
de mobilisatie, waarbij zeer groote
moeilijkheden ontstonden met den aan
voer van fruit uit het buitenland. De
groote oogst van Hollandsch fruit heeft
dit nadeel slechts gedeeltelijk gecom
penseerd.
Als spreker trad op de heer Tj.
Reitsma, secretaris van het hoofd
bestuur. Deze gaf een beeld van den
middenstand in mobilisatietijd en van
zijn taak in deze. In een zeer vlotte
rede drong spreker aan op een steunen
van de Regeering bij haar taak om de
distributie der noodzakelijkste levens
middelen op regeiipatige wijze te doen
functionneeren. Hij zette tevens uiteen,
waarom het tijdige ingrijpen der over
heid tegelijk een groot belang is voor
den kleinen middenstander.
Met een opwekking tot voortdurende
paraatheid van den kleinhandel en
groote activiteit in de uitvoering van
zijn taak, besloot de heer Reitsma
zijn rede.
De heer Weerheim werd gehuldigd
vanwege het groote aandeel, dat hij
had bij de uitbreiding van het leden
aantal, waarvoor hem een geschenk
werd overhandigd.
Besloten werd het 25-jarig jubileum
der organisatie, zoo de omstandigheden
dit toelaten, op waardige wijze in het
najaar te herdenken.
fff Verkoudheid en Keelpijn
worden krochtig bestreden door
HoHonchche