VALDA PASTILLES hel sterk antiseptische geneesmiddel Zorg steeds een doos bij de hand te hebben Vraag naar de ECHTE VALDA PUROL STADSNIEUWS FINANCIEELE KRONIEK Scheveningsche klanken HAAGSCHE COURANT VAN ZATERDAG 13 JANUARI 1940. VIERDE BLAD, PAGINA 2. RECLAMES. de naar Onderhoud met graaf Ciano Groningen bestaat negen eeuwen Instelling van een gulden boek. De spaarbanken in 1938 cxxin. pro- tigs. Oak de klinkers booje’n groat vel Ruwe Huid Ruwe Handen Ruwe Lippen In verband met zijn voorzitterschap der Economische Commissie. het* zijn dan AUTOBUSDIENST TUSSCHEN ’s-GRAVENHAGE EN DOORN Gistermorgen heeft dr. H. Colijn Rome, waar hij sedert Zaterdag avond vertoefde, met den directen trein naar Parijs weer verlaten. Het ligt in zijn bedoeling twee dagen te Parijs te verblijven, alvorens naar Nederland terug te keeren. Een correspondent van het „Hbld” heeft Donderdagavond ten huize van den Nederlandschen gezant, Z. Exc. Hubrecht, gelegenheid gehad dr. Colijn te ontmoeten, en vernam van hem, dat hij op Dinsdag 1.1. een onderhoud van ruim een uur mocht hebben met den Italiaanschen mi nister van buitenlandsche zaken, graaf Ciano. Ook voerde hij met enkele andere Italiaansche autori teiten gesprekken. Hartelijke ontvangst in Italië. dacht, welke Bij Kon. besluit is aan A. E. van Trigt op zijn verzoek eervol ontslag verleend als notaris te Poortugaal. van doet Doos 30 cent. Bij Apoth. en Drog. Buitengewoon crediet voor voedselvoorziening GRIEP MUSEUM VOOR HET ONDERWIJS. Op Woensdagavond 17 Januari a.s. te 8 uur zullen in het Museum voor het Onderwijs, Hemsterhuisstraat 2e. cul- tuurfilms over Japan vertoond worden. Vooraf gaat een inleiding over dit land door den heer W. van der Poel, kolonel b.d. van het Nederlandsch-In- dische Leger. Dr. Colijn uitte in het algemeen zijn groote voldoening over de hartelijke ontvangst, die hem van Italiaansche zijde werd bereid. Zijn reis naar Rome blijkt voor alles een oriëntatie-reis te zijn, en verband te houden met de on langs opgerichte Economische Commis sie, waarvan dr. Colijn tot voorzitter is benoemd. Deze commissie, hoewel te Genève opgericht, staat slechts in een zijdelingsch verband met den Volken bond, wat mede daarom noodig was, omdat men op economisch terrein niet zooveel kan beginnen, wanneer niet ook de Vereenigde Staten van de partij zijn. Men mag dus de hoop koesteren, dat ook Italië zijn medewerking zal ver- leenen, daar Italië niet geheel en al tegen alle internationale samenwerking is, zooals wel blijkt uit het feit, dat het Internationale Landbouwinstituut te Rome zich steeds in de grootste belang stelling van de zijde der Italiaansche regeering mag verheugen. Na den vrede van 1919 werd ons werelddeel, zooals men zich maar al te goed herinneren zal, door allerlei econo mische rampen getroffen, in de eerste plaats de devaluatie, niet alleen in de overwonnen landen, doch ook in enkele der winnende landen. Later volgde de groote crisis, waarvan wij ons nog niet ten volle hersteld hadden, toen de tegen woordige oorlog reeds uitbrak. Een groot deel van deze economische moei lijkheden had wellicht ondervangen kunnen worden, wanneer men bij de vredesonderhandelingen wat meer reke ning had gehouden met de economische vraagstukken. Het schijnt nu, dat de voor kort op gerichte Economische Commissie zich vóór alles ten doel stelt, een herhaling van de fouten van 1919 te voorkomen, door reeds bij voorbaat de groote econo men van alle landen de koppen bij el kaar te doen steken, om de dreigende gevaren te onderzoeken en zoo mogelijk te bezweren. kantore ontvangen, zeer waardeerende gelukwenschen der aangeboden, verge- Dr. Colijn had hier ook gelegenheid andere personen te ontmoeten. Woens dagavond was bij een intiem diner ten huize van den gezant o.a. minister Bottai uitgenoodigd, de tegenwoordige minister van onderwijs, een oude ken nis van dr. Colijn, met wien deze te Genève herhaaldelijk in contact is ge weest. Ook enkele hooge ambtenaren van de Duitsche ambassade, o.a. de marine-attaché, waren aanwezig. Don derdagavond had de gezant wederom een klein gezelschap aan den disch ver- eenigd en daarvan maakte ditmaal de Fransche ambassade Fran?ois-Poncet deel uit. Later op den avond had de ge zant een Klein soiree georganiseerd, waar aan enkele personen, onder wie ook aan de correspondenten van de be langrijkste Nederlandsche dagbladen, de gelegenheid werd gegeven tot een ongedwongen samenzijn met den oud- ’t kerakter van ies gewichtigs en plech- minister-president, 1 De stijging van het ingelegde bedrag niet door spaarders, maar door beleggers veroorzaakt. De statistiek der spaarbanken over 1938, welke jaarlijks door het Cen traal Bureau voor de Statistiek wordt opgesteld, is dezer dagen verschenen. Het totale bedrag der spaargelden is blijkens deze publicatie van 1695 mil- lioen gulden tot 1787 millioen gulden gestegen. Meer dan 95 pCt. van dit enorme bedrag wordt door de spaar ders toevertrouwd aan de Rijkspost- spaarbank, de bijzondere spaarbanken en de boerenleenbanken, de rest wordt Met enkele woorden sprak dr. Colijn over dit onderwerp, en zon der dat er positieve mededeelingen gedaan werden omtrent zijn onder houd met graaf Ciano, meent het blad toch de veronderstelling te mogen wagen, dat dit onderwerp althans een punt is geweest, welk bij het onderhoud zou aangeroerd. Wanneer men weet, dat men op economisch gebied in Italië gewend is zeer realistisch te denken, lijkt het niet onwaar schijnlijk, dat de Italiaansche regee ring tot zekere medewerking aan de Economische Commissie bereid zal blijken. Dieseltractie LeidenWoerden De Nederlandsche Spoorwegen gaan voort met het moderniseeren van het bedrijf. Thans wordt, naar wij vernemen, de stoomtractie op het traject Leiden Woerden door dieseltractie vervan gen. Met ingang van Maandag 15 de zer zal deze verbeterde reisgelegen heid ten dienste van het reizende pu bliek staan. (Van onzen financieelen medewerker). Aan alle kanten viert een in intensiteit en omvang nog steeds verder groeiende oorlogseconomie hoogtij. Een ware mo bilisatie van alle economische krachten vindt plaats en goedschiks of kwaad schiks moeten het geheele bedrijfsleven, het particuliere leven en de algemeene welvaart aan dit streven ondergeschikt worden gemaakt. Het is noodig, zulks bij elke beschouwing wèl in het oog te houden, omdat men anders gevaar loopt, den draad geheel te verliezen. Wanneer men slechts bij het waarnemen van de tallooze paradoxen, die het economisch en financieel leven ons thans biedt, den blik strak gericht houdt op den rooden draad der economische mobiliseering, welke kris-kras door alles heen loopt, dan vervagen die paradoxen meer en meer en zien wij alle verschijnselen in duidelijker proporties. Dan begrijpen wij ook terdege de groote terughoudend heid, die er op elk gebied van goede ren- en geldwezen heerschtmen beseft immers bewust of onbewust, dat alle theorieën van vraag en aanbod, van kosten en ondernemingswinst, van prijs vorming en loonregeling thans worden doorkruist door allerhande regeerings- maatregelen, waardoor elke zekerheid verdwijnt, doch tevens de speculatieve bedrijvigheid wordt gesmoord. Zoo heeft men in Duitschland, waar men volgens veler meening het nee plus ultra van economische concentratie had bereikt, een nog verdere schrede gezet op den weg naar economische en finan- cieele dictatuur een oorlogsraad onder Göring’s leiding zal zich belasten met de algeheele coördinatie van Duitschland’s industrie, handel, financiën en gedeelte lijk ook van het particulier leven ten behoeve der oorlogsvoering. Zonder pardon zullen productie, invoer en distributie aan den noodtoestand wor den aangepast, zal alles wat maar I zweemt naar luxe de kop worden inge- Lenige Eerste Kamerleden vragen nadere inlichtingen Volgens het voorloopig verslag der Eerste Kamer over het ontwerp van wet tot verhooging van de begrooting van Economische Zaken voor 1939 buitengewoon crediet van 600 millioen gulden voor de voedselvoorziening) gaven eenige leden als hun meening te kennen, dat uit deze aanvrage we derom blijkt, dat de Regeering in ge breke is geweest, wat betreft de voor- raadvorming te juister tijd. Beroep N.V. Nederlandsche Spoor wegen 'ongegrond verklaard. Bij Kon. Besluit is ongegrond ver klaard het beroep, ingesteld door de N.V. Nederlandsche Spoorwegen tegen de beschikking van de Commissie Autovervoer Personen, waarbij aan P. J. van Beek alhier vergunning is ver leend voor het exploiteeren van auto bussen in de uitoefening van den auto busdienst tusschen ’s-Gravenhage en Doorn (kindersanatorium „Huis ter Drift”), uitsluitend tot vervoer van en naar ’s-Gravenhage van bezoekers van genoemd sanatorium, te onderhouden op Zondag om de vier weken en op den 2den Paasch-, Pinkster- en Kerst dag. pepier an, waer ’n schuièt met volle zèi- le-n-op owebeeld stong. En waer vor- ders tientalle verze-n-op vóórkwamme, waerin alles bezonge wier wat op vis- scherijgebied in ’t ouwe jaer zoa al vóór evalle was. En onder ’n glijsje pons kwamme de tonge pas goed los. ’k Weet ’t nog zoa goed as de dag van gistere, Piet de Klinker kwam ons meuwejaer wenschte. Beter bekend als Piet van de „Kanne brouw”, 't Was 'n echte ronde vent en ien van de orizji- neelste klinkers. „Baes”, zèit-ie, „eb je me van de week iet emist? Je mot wete, dat ik ’n paer daege-n-al iet goed eweest ben. Me vrouw was erg ongerust en liet de dok- tei komme. Die schreef ’n drankje vóór in ’n fleschje, dat zeker iet groater was as de lengte van twie nette-outies op mekaar. Daer mos ik dan drie mael op ’n dag zus droppels van inneme. Maar dat was non ien van de dinge-n-in me leve, waer ik met me verstandje maar iet bij kon. Achttien droppels per dag voor zoa’n groat wellig lichaem. Daer begreep ik niks van. Dat zou dan zeker wel veirtien daege dure-n-eir 't fleschje leeg was. En daer mos ik mee niks van ebbe. Ik zat dat fleschje an te kikke en ik zeg togge me vrouw: de dokter wul me an 't lijntje ouwe. Weet je wat ik doet: ik drink 't fleschje in iene slok leeg. En zoa gebeurde-n-’t oak. En wul je wel geloave baes, dat ik van *t èige oagenblik of an al beter schop vernam. De aare dag was ik volslaege beter, ’t Is maar goed oak, dat ik dat edaen eb. De dokters zoue maar ’n loapje bij je neme. Ze ebbe misschie gelik, want die men- sche motte-n-oak leve. Maar dat verze ker ik je: Piet de Klinker zelle ze niet te pakke neme!” Gepaerd met ’n lekker glijsje pons kon je onder al de interessante ge- sprekkies over ouwejaers-ervaeringe oak dergelike geschiedenisse wel der is verneme. 't Was of je ’t leve vrooger van ’n èil aare kant bezag, maar de viering van ’t nieuwe jaer vürmde toch wel ’n oagtepunt. Daer wete stierlui, zèilmaekers, kuièpers, maamaekers en droagersknechs van mee te praete. Die kwamme-n-op die dag in groepe tegelik de baes geluk- wensche. En de gezelligste kant dervan ging al gedèiltelik verlore, toe ’t ge- weunte wier om dat wensche ’n dag uièt te stelle. De gemoedelike sfeer van vrooger, oak in aare opzichte, is van lieverlee verdwene. Onze Leen Taal èit waerlik iet te klaege-n-aad over de belangstelling, die die van alle kante-n-ondervonne-n- eb met de 25-jaerige erdenking van z’n ófslaegerschop. As klinker stae je ae man erg naè en ben je toch op z’n minst verplicht, om dem persoonlik te gaen fillesisteere. Zoa ezèid» zoa edaen en ik trof de man thuiès an midde-n- in de blomme en romme-netom in de kedoo’s. De deur stong iet stil van de bezookers, die dem geluk kwamme wensche. De glans lee op z’n gezicht. Naeder-and vernam ik, dat er deur de Direkteur van de Vischofslag beheerd door instellingen als perso- neelsspaarbanken, spaar- en voorschot banken en algemeene banken. De toe neming van het totale saldo-tegoed met 92 millioen gulden, is voor een belangrijk deel toe te schrijven aan de stijging bij de R. P. S. met 76 mil lioen gulden, waardoor het tegoed bij deze instelling in 1938 tot rond 679 millioen gulden steeg. Deze stroom van oneigenlijke spaargelden naar de R.P.S. bleef aanhouden, d. w. z. van gelden, welke niet op de kapitaalmarkt, doch bij de spaarbanken „belegd” worden. Het saldo-tegoed bij de 268 bijzondere spaarbanken bedroeg 562 millioen gul den, bij de 1315 boerenleenbanken 480 millioen gulden. Anders dan bij de R.P.S., is de toeneming van het tegoed bij deze instellingen, o.a. als gevolg van de verlaging der rentevergoeding, in 1938 niet zoo groot als in vorige jaren geweest. Het aantal boekjes in omloop bij de R.P.S. en de bijzondere spaarbanken bedroeg rond 3.704.000, d.w.z., dat ein de 1938 424 spaarbankboekjes op de 1000 inwoners in omloop waren, waar bij de 578.000 boekjes bij de boeren leenbanken en de bijna 100.000 boek jes bij de overige instellingen nog buiten beschouwing zijn gelaten. Het gemiddelde saldo-tegoed per boekje bij de R.P.S. en de bijzondere spaarban ken bedroeg einde 1938 ƒ330 tegen ƒ319 einde 1937. BEBOUWINGSVERORDENING VAN STOLKPARK Het bestuur van de Emmakliniek heeft zich tot den Gemeenteraad ge wend naar aanleiding van de adres sen met bezwaren tegen het ontwerp- raadsbesluit tot wijziging van de ver- ordening-„van Stolkpark". Het bestuur weerlegt de bezwaren tegen de uitbreiding van de kliniek en verzoekt den Raad, de gewijzigde be- bouwingsverordening aan te nemen. Verder verklaarden deze leden, zich niet in allen deele te kunnen vereeni- gen met het bescheid, door den minis ter aan de Tweede Kamer gegeven op een verzoek om nadere toelichting van de vorenvermelde aanvrage, hem in dat Staatscollege gedaan. Erkennende, dat volledige openbaar heid te bedoelder zake onder de hui dige omstandigheden in ’s lands belang bezwaarlijk kan worden gegeven, acht ten zij nochtans het verstrekken van eenige inlichtingen van beperkten aard alleszins te verantwoorden. Zoo zouden zij gaarne zien beant woord de vraag, welk deel van het bedrag, in het wetsontwerp genoemd, de Regeering voornemens is te beste den voor den aankoop van voedings middelen, en welk deel voor den aan koop van grondstoffen ten behoeve van onze industrie. Andere leden vonden geen aanlei ding om opmerkingen over deze voor dracht te maken. De reis van dr. Colijn Rome Goederenverkeer Net? rland-Duitschland Blijkens het eindverslag der Eerste Kamer over het ontwerp van wet tot goedkeuring van het Nederlandsch Duitsch verdrag aangaande de regeling van het goederenverkeer op 25 Maart 1939 te Berlijn gesloten, werd instem ming daarmede betuigd en hulde ge bracht aan Nederland’s vertegenwoor diger bij de gevoerde onderhandelingen, die in de totstandkoming van het ter goedkeuring voorgedragen verdrag zoo groot aandeel heeft gehad. drukt, zal het verbruik dus tot het aller noodzakelijkste worden beperkt en zal daarnaast de belastingdruk worden ver zwaard en spaarplicht worden opgelegd. Reeds wordt gemeld, dat een deel van het loon niet langer in geld, doch in bonnen zal worden uitgekeerd, die ge deeltelijk recht geven op den aankoop van bepaalde goederen, gedeeltelijk als spaarbonnen zullen fungeeren. Uit dit alles blijkt, dat eenerzijds Duitschland duidelijk den wil tot doorzetten toont, dat anderzijds de economische situatie er verre van bevredigend moet zijn. De koude winter is voor Duitschland mili tair noch economisch een meevaller en de groote tegenslagen, welke Rusland in zijn Finsche „expeditie” ondervindt, schijnen bovendien een spaak in het wiel der Russische leveranties aan Duitschland te hebben gestoken. Het is werkelijk haast onbegrijpelijk en het is diep bedroevend, dat een volk als het Duitsche. dat steeds heeft prat gegaan op een der hoogste levensstandaarden in de wereld, zich thans gedwongen ziet, dien standaard zóó drastisch te ver lagen, dat het als nagenoeg gepauperi- seerd moet worden beschouwd. Duitschland is niet het eenige land, dat die welvaartsrichting-omlaag in slaat. Ook Engeland staat voor zware tijden, al zal de verlaging van den levensstandaard aldaar in omvang niet te vergelijken zijn met die van het Duit sche volk. Niettemin heeft Chamberlain in zijn jongste ernstig-gestemde rede de bevolking voor oogen gehouden, dat ook daar de tering omlaag moet worden ge drukt, omdat nog veel ernstiger tijden te verwachten zijn. Ook in Engeland zal de invoer tot het noodzakelijke worden beperkt teneinde deviezen en schepen te sparen en zal de bevolking het ver bruik dienen in te krimpen, opdat den Staat alle niet gebruikte koopkracht zal toevloeien. Hoewel in Engeland de eco nomische concentratie nog niet zoo in tensief is als bij onze Oosterburen, ont waren wij ook daar een steeds toe nemende regeeringsinmenging in het bedrijfsleven ten aanzien van productie, distributie, prijs- en loonregeling. Van voor Engeland bijzonder belang is de tot stand gekomen concentratie in de scheepvaart, waardoor het mogelijk zal worden, de beschikbare scheepsruimte op zoo economisch mogelijke wijze te gebruiken. En dan te denken, dat er ten onzent lieden zijn, die zich met bittere verwij ten kanten tegen verbruiksbeperking en sparen, die slechts in verbruikstoene- ming en vluggeren geldomloop uitkomst zien voor de Nederlandsche welvaart. Het zijn de verblinden, die niet willen of durven zien, dat ook Nederland’s levensstandaard op een veel te hoog niveau ligt en drastisch moet worden verlaagd. Wij kunnen niet voortdurend boven onz^n stand blijven levende rekening van onze niet te verantwoor den uitgaven zal eens in den een of anderen vorm moeten worden gepresen teerd. Het is daarom zoo dringend noo dig, dat meer voorlichting omtrent den waren aard onzer economische en financieele situatie van regeeringszijde worde verspreid, opdat waan-ideeën als bovengemelde verhinderd worden hun noodlottige uitwerking te verrichten. Het moet den loon- en salaristrekken- den duidelijk worden gemaakt, dat zij tegen het belang der natie als geheel werken, indien zij verlangen, dat elke stijging in de kosten van levensonder houd door een evenredige loon- en salarisverhooging moet worden gevolgd. Het moet, zooals dr. F. H. Fentener van Vlissingen terecht in zijn Nieuwjaars rede opmerkte, den industrieel voor oogen worden gehouden, dat hij van groote bekrompenheid blijk geeft, wan neer hij elke verhooging van den kost prijs terstond op den consument tracht te verhalen. Allen zonder uitzondering: loontrekkenden, kapitalisten, onderne mers, verbruikers, zullen hun offer moe ten brengen in het belang der gemeen schap en er moet met nadruk op worden gewezen, dat het nastreven van kleine groepsbelangen ten nadeele van het pu bliek belang in deze tijden in zekeren zin een aanslag is op de veiligheid van den Staat. Onze staatskaspositie heeft inmiddels blijkens de jongste gegevens een ver dere verbetering ondergaan, als gevolg van de storting op de (mislukte) con- solidatieleening. Die verbetering is ech ter grootendeels schijnbaar, omdat zij ten koste gaat van de saldi der Rijks- fondsen, die immers voor circa 200 millioen (inplaats van de hun oorspron kelijk toebedeelde 60 millioen) hebben moeten opnemen, zoodat zij bij een vol gende emissie zwaar gehandicapt zullen zijn. Niettemin valt het verloop der obli- gatiemarkt nogal mee de nieuwe lea ning is, mede uit hoofde van het feit, dat zij thans grootendeels in vaste han den zit en uit hoofde van de belasting- faciliteiten en van het feit, dat de obli gaties kunnen worden aangewend voor inschrijving op een volgende leening, tot boven pari gestegen, terwijl de an dere leeningen goed gesteund blijken. Ook de geldmarkt blijft voorloopig nog vrij ruim, waarbij de vrees voor lang durige beleggingen natuurlijk een rol speelt. In dit verband mag opgemerkt worden, dat onze banken wederom een moeilijken tijd doormaken. De ietwat gestegen rente kan de lusteloosheid in haar andere afdeelingen niet goed ma ken. Zoo hoort men dan ook helaas reeds van ontslag van personeel, vooral bij de internationaal georiënteerde be drijven. Het is te vreezen, dat Amster dam als kapitaalmarkt, indien dan al niet als gevolg van de Mendelssohn- t débacle, dan toch als gevolg van den ooflog meer en meer zijn internationaal karakter zal verliezen. New York zal de winnaar zijn. Het beroep tegen de surséance van Mendelssohn en Co. is een doode musch gebleken. Toen de trustees aankondig- den, dat buiten het liquidatieaccoord nog iets meer zou worden aangeboden (waarin dat meerdere bestaat, blijft nog een raadsel) gaven de opposanten hun verzet op. zoodat men nu van een ge leidelijke afwikkeling van zaken ver zekerd kan zijn. Ook de groote wolfirma Fuhrmann en Co. heeft nu haar 1*4 jaa* surséance verkregen. Ook hier zou een faillisement onnoodige schokken hebben teweeggebracht en de crediteuren slechts hebben geschaad, Zoa is ’t jaer 1939 weer omme- vloge. En al komt dat jaer noait meir brom, tóch blèift al wat er in vóór- evalle-n-is z’n invloed uiètoefene-n-op 't jaer, datte we pas weer innetreeje benne. Dat de groate oarlog, waer 1939 ons bij oppescheept eb, awweer in 1940 oweloape zei weze, daer is nae men- scheberekening gien kikke nae. Dus valt er voor de aèringvisscherij in ’t nieuwe jaer voorloapig wéinig moais te verwachte, 't Angt alles van de vor- dere loap van den oarlog óf. In de ge- geve-n-omstandig-eedes zei ’t oak voor de visscherij van onschatbaer belang weze-n-as ons èige landje buiète den oarlog blèive mag. We ebbe-n-al zóaveul keire-n- ezèid, dat er van tevore vooral van aèringvisscherij niks te zegge valt. En we ebbe-n-al zoa’n mennigte keire- n-ezien, dat alles geregeld aars uièt- loapt, as datte we wel denke. Daerom is ’t maer beter, ons zoa wéinig moge- lik in toekomstbespiegelinge te be- geve en trouw óf te wachte de dinge, die bove-n-ons oafd beslote benne. Wat is ’t opmerkelik as je ziet, oe-e de mensche der èige-n-an alle mogelike toestande van lieverlee wete- n-an te passe. Dat er oarlog is, dat wete we en daer valt non ienmael niks an te doen. Maar overigens gaet 't leve betrekkelik z’n normaele gang. Dat ziene we daegeliks om ons één, dat wiere we gewaer met de Korsemisvie- ring en dat bleek weer bij vernieuwing met de viering van ’t nieuwe jaer. An ’t uiètspreke van goeie wensche gien gebrek. Allemael zoawat net iender as vroogere nieuwejaers-erdenkinge. En tóch is er zoa ongemerkt weg èil wat verandering in ’t viere van de nieuwejaersdag te bespeure. Misschie komt daer oak wel zoa’n beetje bij, datte we de dinge teugewoordig van ’n aar standpunt bezien as in onze jonge jaere. Maar oe 't oak zij, dat knus- gezellige, dat echt-feestelike van vroo gere nieuwejaersdaege, ’t is owe we dat van jaer tot jaer meir en meir misse. Dan kwamme de aschlui in der beste plunje en met ’n groat vel pepier in der ande vol met versies betrekking ebbende op de belangrikste gebeurte- nisse van ’t vervloge jaer. Bove-n-an stong de aschman owe beeld met kar en paerd. Ons dürp was toe veul kléiner van omvang. Alles ging gemoedeliker. Oak de aschman leefde mee met 't wel en wee van z’n plaes. Teugewoordig is die dienst nae de èische van de tèid èilemael veranderd en van nieuwjaer-wensche is gien spraeke meir. En dan de klinkers. In der Zundag- sche pak gingen ze der daegeliksche roete langs. Ze slooge-n-op der klink, dat 't klonk as ’n klok. En de éil-en-zegen- wensche, die-e ze daerbij teugenover der vaste klante uiètsprakke, aane-n-altèia OPENBAAR LAGER ONDERWIJS. Van de mogelijkheid, opengesteld bij art. 55quater, eerste lid, der Lager On derwijswet 1920, om scholen buiten aanmerking te laten bij de vaststelling van het bedrag, bedoeld in art. 55ter, eerste lid, onder a, van deze wet, naar welk bedrag de z.g. exploitatievergoe ding aan het bijzonder onderwijs wordt vastgesteld, is ten opzichte van de openbare schalen Ley weg 1, Doornik- schestraat 28 en Winterweg 8 over eenige jaren met gunstig gevolg ge bruik gemaakt. Thans stellen B. en W. den Raad voor, den minister voor deze scholen voor het dienstjaar 1940 wederom toe passing te verzoeken van bovenge noemde bepaling. JUBILEUM CH. M. BOUHUYS. Vandaag herdacht de heer Ch. M. Bouhuys, emballeur bij de N.V. Es- veha v.h. Ph. Simons en Co. aan den Rijswijkscheweg, den dag, waarop hij gedurende een kwart eeuw in dit be drijf werkzaam was. De jubilaris, die vandaag vrij had, werd vanmorgen eerst door zijn directeur, den heer M. J. Simons, ten waar hem onder bewoordingen de directie werden zeld van een geschenk onder couvert. Ook het personeel liet zich niet onbe tuigd en bood den jubilaris een stof felijk bewijs van waardeering aan. In zijn woning aan het Hildebrandplein 11 kwamen velen den jubilaris per soonlijk even gelukwenschen. De lezers van de Klanke kenne dervan getuiège, dat ik nog kort eleeje en al verscheie keire-n-eirder voor het groate gevaer waer-eschouwd eb, waer onze uiètvoer nae België van aering en bokkem ’t slachtoffer van zei worde. Tros al de moaie Belgische beloftes, datte ze an onze visscherijprodukte gien stroa brèid in de wegt zoue legge, worde de Belgische invoerrechte ver dubbeld en gaet onze invoer daer met alderlei nieuwe moeilik-eedes gepaerd. ’t Is non al zóa vord, dat er voor bokkem 14 percent en voor de aéring 7 percent invoerrecht verlangd wordt. Ongerekend nog de koste-n-en de romp slomp, waere de Belgische importeurs bij te kampe-n-ebbe. Alles met de be doeling om de invoer van onze aerinkies en bokkempies zoa veul mogelik de pas of te snije. En as er van onze kant iet krachtig genog teuge-n-oppetreeje wordt wie weet wat er dan van de andel op België nog terecht komme zal! Der schiet iet veul plaes meir over, om der nog veul woorde-n-an te span- deere. Maar toch kan ik moeielik an- neme. wat me van zekere zij voor vaste waar-èid verteld wier, dat er van onze kant teugenover al die nieuwe Belgi sche maetregele nog gien enkeld test innediend is. Waer blèift de „Verieniging aèring-andelaere” dan? En wat „Andelsbelang” dan teugeswoordig? KEES DE KLINKER. Dit jaar zal het feit worden her- dat de gemeente Groningen, thans ruim 120.000 inwoners telt, negenhonderd jaar bestaat. Op 21 Mei in het jaar 1040 werd namelijk door Koning Hendrik III een oorkonde uitgegeven, waarbij het land goed der villa Cruoninga en bepaalde rechten aan de Utrechtsche kerk wer den overgedragen. In verband hiermede hebben B. en W. van Groningen thans bij den Raad een voordracht ingediend, waarin wordt medegedeeld, dat de tijdsom standigheden niet toestaan, groote feestelijkheden te organiseeren bij deze herdenking. Zij stellên echter voor, een stadsboek te doen aanleggen, waarin de namen van burgers, die zich jegens het gemeenebest op uitzonder lijke wijze verdienstelijk hebben ge maakt, met gulden letters zullen wor den ingeschreven. In zeer bijzondere gevallen zal bovendien nog een leg penning worden uitgereikt, zooals ook elders te doen gebruikelijk is. nog ’n aparte uldiging op touw ezet was in ’t aèringsófslaggebouw. En dat te der met die gelegen-èid artelike toe- spraeke-n-ouwe benne. Volgens onze Jochem mot 't oak daèr kostelik nae toe-egaen weze. Der was ’n geweldige toeloap van réiders en van groate en kléine koaplui. Met ’n prachtig schil- derstik is ie daer vereird. Onze Jochem was netuurlik oak van de partij. As Jochem der iet bij is, dan is ’t spul iet volmaekt. En ij was uiètermaete in z’n noppies oak. „Kees”, zèit ie, „je ken iet begrèipe in wat voor echt-ge- zellige stemming of ik m’n glijsje op nam, om op de gezondèid van de jube- laeris te drinke. In gien maende-n-aa ik dat goedje-n-eproofd, maar ’t smaek- te maar wat goed Oak de Permanente Kommissie is de ófslaeger persoonlik an z’n uiès kom me fillesisteere. Daerbij ebbe ze dem ’n prachtige leuningstoel kedoo edaen. Dat was ’n uiètstekende gedachte. Want as de ófslaeger soms urelang in de vischloos op de bien eweest is, dan èit ie toch zeker *t volste recht om der is ’n poasje op z’n gemak in zoa’n moaie makkelike stoel te gaen zitte. En as de Permanente Kommissie wat geeft, ge- loaf dan maar zeker, dat 't wat goes is. Neen, onze ófslaeger èit vast iet te klaege-n-aad over te wéinig belang stelling. Oak de „Aègsche krant” is iet achterwege-n-ebleve-n-om van dat jube- leum in kleure-n-en geure melding te maeke. En dat mag ezèid worde: de man èit ’t verdiend en ’t is te wensche, dat ie z’n moeilike taek nog lang, èrg lang verrichte mag. ’s-GRAVENHAAGSCHE VEREEN. VAN HANDELAREN IN AARDAPPELEN, GROENTEN EN FRUIT. Donderdag hield bovengenoemde ver- eeniging haar eerste ledenvergadering in dit jaar. De voorzitter, de heer W. Wijnman, gaf in zijn openingswoord een beknopt overzicht van den handel in 1939, waarbij hij wees op de vele moeilijkheden, waarmede de kleinhan del in groenten en fruit in dat jaar jaar heeft te kampen gehad. Begon het jaar in een strenge vorst periode met, als gevolg, weinig en zeer dure groenten, het najaar bracht de mobilisatie, waarbij zeer groote moeilijkheden ontstonden met den aan voer van fruit uit het buitenland. De groote oogst van Hollandsch fruit heeft dit nadeel slechts gedeeltelijk gecom penseerd. Als spreker trad op de heer Tj. Reitsma, secretaris van het hoofd bestuur. Deze gaf een beeld van den middenstand in mobilisatietijd en van zijn taak in deze. In een zeer vlotte rede drong spreker aan op een steunen van de Regeering bij haar taak om de distributie der noodzakelijkste levens middelen op regeiipatige wijze te doen functionneeren. Hij zette tevens uiteen, waarom het tijdige ingrijpen der over heid tegelijk een groot belang is voor den kleinen middenstander. Met een opwekking tot voortdurende paraatheid van den kleinhandel en groote activiteit in de uitvoering van zijn taak, besloot de heer Reitsma zijn rede. De heer Weerheim werd gehuldigd vanwege het groote aandeel, dat hij had bij de uitbreiding van het leden aantal, waarvoor hem een geschenk werd overhandigd. Besloten werd het 25-jarig jubileum der organisatie, zoo de omstandigheden dit toelaten, op waardige wijze in het najaar te herdenken. fff Verkoudheid en Keelpijn worden krochtig bestreden door HoHonchche

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 14