ENGELAND BOUWT AAN ZIJN LUCHTVLOOT Op eenzamen post Haagsche Courant van Dinsdag 16 Januari 1940 BINNENLAND Het zilveren jubileum den heer H. v. d. Burg van Vergadering van arbeidersvakcentralen Verhoogde arbeidsprestatie. diensten bij militaire werkzaamheden Een halve dag per 30 dagen. Vacantie met behoud van loon Achttienduizend onderdeelen. In de fabriek. HOOFDSTUK XVIII. FEUILLETON. (Nadruk verboden.) ergens vier naar Hauser. (Wordt vervolgd.) passeerd '(Van onzen specialen verslaggever.) Londen, 9 Januari. Voorontwerp eener wettelijke regeling bij Hoogen Raad van Arbeid aanhangig gemaakt VIJFDE BLAD, PAGINA 1. Vraagstukken in verband met de huidige tijdsomstandigheden Goede wijn behoeft geen krans. Aan de toelichting van dit voorontwerp ontleend: In den regel zal ztfn paard nog j den kara- welka l ter Voorzitter Multatuli-museum. In het crematorium op Westerveld te Velsen heeft gisteren onder groote be langstelling de crematie plaats gehad van het stoffelijke overschot van den heer J. G. Götze, voorzitter van het Multatuli-Museum te Amsterdam, oud- directeur der Levensverzekering Mij. Aurora, een der pioniers van het socia lisme. Uit alle deelen van ons land waren menschen naar Velsen gekomen. Gesproken hebben de heeren M. A. Reinalda te Haarlem, lid der Eerste Kamer, namens commissarissen van de Aurora, mr. L. J. Barmat, namens de directie en de heer Boomgaard namens het personeel. De heer Groennou sprak namens het Multatuli-Museum, waar van de overledene de groote, stuwende kracht was, de heer E. Cardozo namens de S.D.A.P., die er op wees, dat de heer Götze altijd naast mr. Troelstra had gestaan. De heer Dapper sprak na mens de Dageraad en de Vrijdenkers Radio-Omroep. Een zwager dankte voor de belang stelling. De minister van Sociale Zaken heeft bij den Hoogen Raad van Arbeid aan hangig gemaakt een voorontwerp van een wettelijke regeling inzake vacantie met behoud van loon. Al geniet een niet onbelangrijk aan tal arbeiders vacantie, aldus wordt in de toelichting o.m. gezegd, algemeene practijk is het nog geenszins, terwijl ook niet is te verwachten, dat het dit zonder overheidsbemoeiing binnen af- zienbaren tijd zal worden. In tal van bedrijven, waaronder er ook zijn, waar vacantie als zeer noodzakelijk moet worden beschouwd, hebben de organi saties der werknemers niet voldoenden invloed om een algemeene regeling ten deze tot stand te doen komen. In ver band hiermede is de minister van oor deel, dat voor vacantie een wettelijke regeling dient te worden bevorderd. Toegegeven moet worden, dat een zoodanige maatregel voor vele werk gevers financieele lasten zou mede brengen, daar vacantie van den arbei der vanzelfsprekend vacantie met be- Toch zou dit, van algemeen stand punt bezien, niet kunnen gelden als een argument tegen een wettelijke re geling terzake. Ten aanzien van de meeste bedrijven vormt het juist een motief ten gunste er van. Want een zoodanige regeling zou in verband met de concurrentie een billijke gelijkheid scheppen op dit punt tusschen de werk gevers, die de in die regeling neerge legde vacantie reeds gaven, en dege nen, dit dat niet deden. Voorts kan nog worden opgemerkt, dat tegenover de verhooging van de kosten door het be taald verlof ook een te verwachten verhooging staat van de prestatie van den arbeider. De artikelen, tot de artikelen is het volgende Het aangeboden ontwerp kent in het algemeen aan de arbeiders, op wie het betrekking heeft, voor elke dertig da gen, gedurende welke zij bij eenzelfden werkgever werkzaam zijn geweest, een halven dag vacantie toe. Als grondslag is daarbij genomen de periode van 1 Mei van eenig jaar tot 1 Mei van het daaropvolgende jaar. De vacantie, die zij over deze periode hebben verdiend, moet hun telkens in het laatstbedoel de jaar worden gegeven. Neemt een dienstbetrekking een einde, voordat dat jaar verloopen is, dan heeft de werkgever de keuze om de vacantie. welke de arbeider heeft verdiend, maar nog niet heeft genoten, öf wel te geven vóór het einde der dienstbetrekking, óf wel door extra-loon te vervangen. De minister heeft gemeend deze re geling vooralsnog te moeten beperken tot arbeiders, werkzaam in fabrieken of werkplaatsen, winkels en kantoren. Aan de Kroon ware over te laten, haar mede van toepassing te doen zijn op die categorieën onder de overige arbei ders, ten aanzien van wie er eveneens reden is, een wettelijke vacantie in te voeren. Zonder wetswijziging zou door zoodanigen maatregel dus b.v. aan de arbeiders in de land- of den tuinbouw of aan bepaalde groepen onder hen een verlof kunnen worden verzekerd. Bij het ontwerpen der boven geschet ste regeling is gedacht aan werkne mers, die langeren tijd bij eenzelfden werkgever in dienst blijven. Voor ar beiders, die vaak van patroon verwis selen, moeten andere bepalingen wor den opgesteld, waarbij het z.g. vacan- tiebonnensysteem, dat in sommige bedrijven reeds krachtens collectieve arbeidsovereenkomst toepassing vindt, zou kunnen worden gevolgd. De bedoe ling is, dat dit nader bij Algemeenen gezoem en het met .spottenden zwaai vliegtuig staat reeds weer hauwelijks te onderscheiden tegen de grijze lucht. Nog drie keer herhaalt zich dit spel. Nog drie keer staan wij even met ons figuur verlegen, wanneer wij, eiken keer, dat het vree- selijke ding op ons neerstormt, tegen beter weten in ons zoo klein mogelijk trachten te maken, meenend, dat het ons ditmaal positief moet raken. Dan leidt onze gids ons van het vliegveld weg om ten afscheid een glas sherry te drinken. Ons bezoek aan één van Engeland’s grootste vliegtuigfabrieken is voorbij. Te zijnen huize werd de agent-rechercheur H. v. d. Burg, die gisteren zijn zilveren jubileum bij de politie vierde, gehuldigd door een deputatie van bezitters van het N. O. G.-diploma der H.P. S.V. Inspecteur F. J. Klijzing bood den jubilaris een schilderstuk aan. houd van loon moet zijn. In tal van ondernemingen, waarin tot dan toe geen verlof werd genoten, zou een voorschrift tot het geven van een week vacantie het bestanddeel loon van den kostprijs met ongeveer 2 pCt. kunnen verhoogen. Ongeveer anderhalf uur buiten Lon den wordt de stilte van het kleumen de winterlandschap plotseling verbro ken door een geluid, dat wij hier in de laatste vier maanden zelden meer ge hoord hebben. Het begint als een verre zucht, zwelt aan tot een zwaar ge dreun, dat een oogenblik de geheele wereld met zijn dreiging schijnt te vul len, en gaat de volgende seconde weer verloren in de verte, waaruit het is gekomen. Een zware bommenwerper is uit de laag hangende wolken op ons afgestormd en een oogenblik later weer in een gierende bocht omhoog ge zwiept. We staan met open monden te kijken, alsof we nog nooit een vlieg tuig gezien hadden. We zijn dit immer weer fascineerende schouwspel ont wend. Want in plaats van de lucht met vliegtuigen te vullen heeft, de oorlog haar schoongeveegd. De armada’s, die wij den eersten dag reeds boven Lon den verwacht hadden, zijn niet geko men en daar de commercieele en parti culiere vliegtuigeen, welke in vredes tijd de lucht steeds met hun gezoem zijn verdwenen. al den wee leidde. Hiermede zou ik gevoegelijk kunnen eindigen. Aan den anderen kant zou ik ook verder kunnen gaan. Ik kies dit laatste alternatief. En wel, omdat ik den lezer een verklaring schuldig ben voor mijn speelsche behandeling van zulk een serieus onderwerp als de ver vaardiging van Engeland’s luchtwapen Waarom schrijf ik daar zoo luchtig over? Omdat goede wijn geen krans be hoeft. Omdat ik op het gebied van vlieg tuigbouw geen deskundige ben en mijn lezers waarschijnlijk evenmin. Omdat ik door mijn verplichting aan mijn gast- heeren van het Air Ministry gedwongen ben te schrijven over iets, waar ik zoo mogelijk nog minder van begrijp dan van al de andere geheimzinnige zaken, waar dat literaire manusje van alles: de journalist, over moet schrijven. Omdat en nu komt de ware Jozef te voor schijn alleen speelsche luchtigheid een toevluchtsoord biedt voor hem, die ontsnappen wil aan de banale gedachte, die zich bij het zien van een vliegtuig fabriek onvermijdelijk opdringt: de ge dachte, dat al deze zwoegende arbeid, al deze eindelooze vindingrijkheid, al deze bijna bovenmenschelijke menschen- macht geen ander doel dient dan dood en vernietiging Eindelijk neemt onze gids, die zooveel van vliegtuigen weet, dat hij zelfs op de domste vraag een volkomen onbe grijpelijk antwoord kan geven, ons dan mee naar de hal, waar de achttiendui zend onbegrijpelijke onderdeelen tot een doodgewonen huis-, tuin- of keukenbom- menwerper worden samengevoegd. Dit is aardig. Want hier ziet men Engeland’s vliegende draken om zoo te zeggen uit het ei kruipen. Aan het eene einde van de hal zijn ze nog niets anders dan me talen geraamtes, vastgeklemd in de tot op een tiende van een millimeter (ik zeg maar wat) afgestelde stellages, die er voor moeten zorgen, dat alles precies in elkaar past. Een eindje verder wordt er de vleugel opgezet, nog weer verder worden de twee machtige motoren aan gebracht en tenslotte de wielen, waarop het gevaarte dan naar het andere einde van de hal waggelt om zijn ingewanden er. tanden geïnstalleerd te krijgen. Van die ingewanden begrijp ik, zooals ge woonlijk niets, maar van de tanden des te meer. Zij zitten, zooals dit bij draken meer voorkomt, op een ongewone plaats, te weten onder aan den buik van het monster en in drie rijen naast elkaar. Een ruk van een van de tallooze handles in de cockpit en het geheele, in den meest letterlijken zin van het woord valsche gebit valt er uit, ten ongerieve van hem, die zoo onfortuinlijk is het op zijn hoofd te krijgen. Onze gastheeren hebben ons dat niet gedemonstreerd. Zij hebben er zich toe beperkt ons de reeds beschreven doodschrik op het lijf te jagen door hun vliegende draken tot vlak boven onze ten berge gerezen ha ren te laten neerduiken. Dat vonden zij genoeg. Wij ook. meisje niet van mijn zijde weg! Ingespannen bleef hij luisteren, ter wijl hij duizend angsten doorstond. Inderdaad, daar naderden voetstap- Wat hebben wij er gezien? Wij heb ben gezien, wat de leek in elke groote fabriek ziet. Zalen en nog eens zalen met rijen en nog eens rijen van de meest inge wikkelde machines om de eenvoudig ste dingetjes te maken. Hier staat er een met tal van bewegende stangen, wielen en krukken, daar één, die dag en nacht want er wordt in deze vliegtuigfabrieken dag en nacht door gewerkt 2 gaatjes in een stukje buis slaat Weer verder op in een andere afdeeling een collega, die zich de moeite gaf om te doen of hij er iets yan begreep, noemde het de pletkamer slaat een soort van enorm, cylinder- vormig heiblok om een ons onbekend gebleven reden, met een geweldige, ve nijnige kracht op een onschuldig stukje blinkend metaal. Het is misschien wel de meest fascineerende machine van alle, die hier staan. Haar bewegingen zijn zoo menschelijk en haar kracht is zoo bovenmenschelijk, dat men aan de smidse van Hephaestos begint te denken. Ziet het ronde stalen blok boven zijn blinkend slachtoffertje wei felen; het danst rusteloos op en neer, het mikt en het maakt schijnbewegin gen net als een bokser, die zich op den Eigen regeling. Indien het bedrijfsleven zelf een va- cantieregeling heeft vastgesteld, welke niet achter staat bij die van het ont werp, verdient het de voorkeur, haar te doen praevaleeren boven de wette lijke regeling, daar zij zich nauwer heeft kunnen aansluiten aan de be hoeften van het betrokken bedrijf. Op grond van deze overweging is in het tweede lid van artikel 5 voorgesteld om het geven van ontheffing voor te schrijven. Op de naleving van deze regeling is in het aangeboden ontwerp tweeërlei sanctie gesteld: een privaatrechtelijke en een publiekrechtelijke. De eerste sanctie bestaat in een civiele actie van den arbeider tegen den werkgever tot betaling van extra-loon over den tijd dat deze hem in strijd met de voor schriften geen vacantie heeft gegeven. Op deze wijze ontvangt de werknemer althans een geldelijke vergoeding voor hetgeen hem is onthouden. En om te voorkomen, dat ook deze hem zou kunnen ontgaan, wordt verder bepaald, dat hij van het recht daarop geen af stand kan doen. Voorts ware ter ver gemakkelijking van het Invorderen dezer vergoeding vast te stellen, dat daarvoor de eenvoudige procedure zal gelden, welke gevolgd wordt in zaken betreffende een arbeidscontract. De voorschriften van de publiekrech telijke sanctie komen overeen met de bepalingen in de Arbeidswet 1919. welke aldaar dezelfde functie vervul len. 22)' Vader...! Hij leefde! Alle smart was verge ten. Een booze droom was voorbij. Zoo dadelyk zou zy wakker worden. Zij klemde zich aan haar vader vast en luisterde naar zyn hartslag. Behoedzaam droeg de Bottberg haar naar zijn legerstede. Hij zette zich naast haar neer, en streelde haar over het hoofd, dat zy kinderlijk te gen hem aanleunde. Langen tyd zaten zy zoo. Af en toe klonk de roep van een schildwacht. Langzaam verscheen een zacht licht en wierp een helle witte vlek in de cel: de maan, het gevaar van vele eenzame uren in de kerker... Ben je niet boos op me? vroeg Ysot zachtjes. Zij had het hoofd in de handen ge steund; het was haar alsof ze heel ver weg vloog, in een heerlijk mooi land, steeds verder en verder... Boos? vroeg de Bottberg en zocht in het donker haar gezicht. Wat zou ik je nu kunnen verwijten? Dat je die kwelling niet hebt kunnen uithou den? de arbeider het grootste genot van zijn vacantie heb ben, als hij die in de zomermaanden ontvangt. Er zijn echter gevallen, waarin het onmogelijk is voor den werkgever om ze hem in den genoem den tijd te geven (men denke b.v. aan reisbureaux). In verband daarmede wordt voorgesteld in artikel 2, dat de vacantie, zoo mogelijk tusschen 30 April en 1 October moet vallen. Om gelijksoortige redenen is een voor schrift opgenomen volgens hetwelk die vacantie zooveel mogelijk aaneengeslo ten moet worden gegeven. Aangezien het niet uitgesloten is, dat zich met betrekking tot deze rege ling in bijzondere omstandigheden moeilijkheden voordoen, is voor de ge vallen, waarin zoodanige omstandig heden aanwezig zijn, in het eerste lid van artikel 5 de mogelijkheid van dis pensatie opengesteld, voor bedrijven, gedeelten van een bedrijf of groepen van ondernemingen in een bedrijf in het geheele land of bepaalde gedeel ten des lands. Waar het hier bijzon dere omstandigheden betreft, behoeft een zoodanige dispensatie slechts be trekking te hebben op een bepaald jaar. Kostwinnersvergoeding. Verslag werd uitgebracht van een gehouden bespreking op het departe ment van Defensie inzake de kostwin nersvergoeding van hen, die op het tijdstip van hun oproeping onder de wapenen, in de werkverschaffing wa ren tewerkgesteld. Voor deze men schen is bepleit, bij de vaststelling van de kostwinnersvergoeding alsnog reke ning te willen houden met de verstrek king van goedkoope levensmiddelen en brandstoffentoeslag, gelijk zulks reeds geschiedt bij hen, die in de steunrege ling waren opgenomen ten tijde van hun oproeping. Voorts is bepleit, voor de bouwvak arbeiders op een of andere wijze reke ning te willen houden met de vacantie- en feestdagenbonnen, welke aan deze arbeiders in het bedrijfsleven worden verstrekt als loonreserveering voor de feestdagen en de vacantieweek in het bouwbedrijf. Reeds is verkregen, dat de 5 procent duurtetoeslag, welke aan de gesteunden is toegekend, ook zal gelden voor de gesteunde werkloozen, die thans gemobiliseerd zijn. Zulks is ook verkregen voor de zgn. Kerstgave. Over een regeling van vergoeding voor ongehuwde militairen is nog over leg met het departement van Defensie gaande. aanval voorbereidt. Totdat het plot seling, zonder waarschuwing, zijn da verenden slag slaat Het is deze ma chine, die natuurlijijk tot veel flauwe grapjes aanleiding geeft, grapjes over lieden wier hoofd of ander lichaams deel men gaarne op dit aambeeld zou willen leggen en meer leuks van dien aard. Een eind verder komen wij in een zaal welke tot een ander soort grapjes aanleiding geeft. Hier is het stil en het eenige geluid, dat de stilte ver breekt, is een zacht, maar honderstem- mig gekir. Het komt van „les bomber girls”, zooals een Fransch collega de ex-winkelmeisjes en ex-naaistertjes noemde, die hier in de meest verschil lende poses cp de half-overtrokken vliegtuigvleugels zitten. Zij maakten deel uit van de duizenden en nog eens duizenden vrouwelijke arbeidskrachten, die bij’ het uitbreken van den oorlog in dienst zijn gesteld van England’s gigantisch productie-apparaat. Zij over trekken de geraamtes van’ vliegtuig vleugels, beplakken deze en doen nog honderd andere hoognoodige dingen, waar ik niets van begrijp, maar zij ho penlijk alles. De stilte in haar zaal is echter nog niets vergeleken bij die, welke heerscht in de afdeeling waar wij vervolgens belanden. Hier klinkt zelfs geen gekir, hoort men alleen maar het fronsen van tientallen wenkbrauwen: aan de hier opgestelde reeksen van tafels wordt gedacht, gerekend en gemeten Hier wordt de verderfelijke vindingrijkheid van het menschelijk brein op papier gebracht, worden de drakentanden ge zaaid waaruit de vervaarlijke monsters van Engeland’s luchtmacht zullen groeien. En ook in deze troonzaal van de op dood en verderf zinnende gedach ten zitten tallooze vrouwenhoofden („meisjeskopjes” lijkt hier nauwelijks op zijn plaats) over hun werk ge bogen de t losliet en roffelen. De r meer in; maatregel van Bestuur wordt uitge werkt. Loonnormen voor persoonlijke W achtgeldregelingen. Besloten werd, bij de aangesloten vakbonden te informeeren, of er in de resp. bedrijfstakken aanleiding bestaat tot het bevorderen van het op grooter schaal instellen van wachtgeldrege lingen voor arbeiders, die tengevolge van de huidige bijzondere omstandig heden tijdelijk werkloos worden. Het is bekend, dat de overheid bereid is, deze wachtgeldregelingen in belang rijke mate te subsidieeren. Een studie-commissie uit de Vak- centralen is ingesteld ter bestudeering van de vraag, wat er dient te geschie den, om stagnatie in den volkswoning bouw in mobilisatietijd zooveel moge lijk te voorkomen. pen... de ketting aan de deur rinkelde zachtjes. Kwamen ze nu al?... De Bottberg stond op en greep een stuk hout, dat in den hoek lag. Gemakke lijk zouden zij het meisje niet krijgen! Langzaam opende de deur zich tot op een kier en iemand trad binnen. Hoog en donker teekende de figuur van een man zich af tegen het maan licht. Hij bewoog zich niet. Nauw- lijks hoorbaar vroeg hij: Ysot? Ysot sprong op. In het donker breidde zij haar armen wijd uit, rende de cel door en hing om den hals van den man. Ysot, fluisterde Hauser en sloeg de armen zoo vast om haar heen, dat zij bijna dreigde te stikken. Hij voelde haar mond brandend op zijn lippen. De wereld vloeide als water aan hen voorbij. Zy stonden op een klein eiland, dat alleen van hun was. Heirv de en ver waren geen menschen. Him lippen beefden, toen zij elkander kus ten. Hun zielen smolten tezamen... Je bent gekomen, fluisterde zij gelukkig en streelde zijn gezicht, dat zich verlangend tot haar overboog, ik wist, dat je zou komen... Midden in den nacht werd O’Murphy plotseling wakker. Een onverklaarba re onrust overviel hem. Onrustig woelde hij heen en weer. Eindelijk kon hij het niet langen uithouden en sprong van zijn brits. Hij wierp een blik op Achilles, die sliep en mompelde voor durend in zijn droomen. Zachtjes sloop hij naar d» deur en wipte de gang in. Hij was halverwege de gang, toen zijn voet tegen een leeg zeepblik stootte. Dezer dagen heeft wederom een ver gadering der Arbeiders Vakcentralen plaats gevonden, waarop een aantal urgente zaken, verband houdende met de huidige tijdsomstandigheden, zijn besproken. Met voldoening werd vastgesteid, dat de opperbevelhebber van Land- en Zeemacht in zijn verordening op grond waarvan inwoners van elke ge-> meente des Rijks kunnen worden op geroepen of aangewezen tot het ver richten van persoonlijke diensten voor hulp bij militaire werkzaamheden - wel heeft willen bepalen, dat voor de belooning van deze werkzaamheden zullen gelden de loonnormen, i voor overeenkomstigen arbeid plaatse gangbaar zijn. Onderzocht zal worden, of geen na dere (wettelijke) voorzieningen moeten worden getroffen voor z.g. mobilisatie- slachtoffers. Prijsverhooging van anthraciet. Kennis werd genomen van een brief van den minister van Economische Zaken, waarin deze bewindsman in antwoord op een adres der Vakcen tralen mededeelt, dat hij aanleiding heeft gevonden, geen bezwaar te moe ten maken tegen een verhooging van den prijs van Wales-anthraciet met 25 cent per h.l. en van Belgische anthra ciet met 10 cent per h.l. op grond van den eenigermate gestegen kostprijs voor de detail-handelaren. In verband met een tot den minister gericht verzoek, ook den prijs van Nederlandsche anthraciet met 10 cent per h.l. te verhoogen, wordt een uit gebreid accountants-onderzoek inge steld. zyn, nu nogmaals naar het fort terug te moeten gaan. Niet prettig, mompelde Hauser, het zou den dood beteekenen. Het is de dood... En luchtigjes zei hij: Ik hoop, dat wij den laatsten post gepasseerd zijn, maar het is moge lijk, dat men U toch nog zou kunnen aanhouden, ik zal dus nog een half uur meegaan. Ontzet keek Vsot in zyn oogen, wel ke den horizon afzochten. Een half uur? Wat bedoelde hij? De dagen la gen achter haar, afgesjoten door een ijzeren gordijn, als een tooneel, waar op ze een comedie gespeeld had, een stuk -vol ontzetting en dood. Maar nu was het voorbij... zy keerde terug tot het werkelijke leven. En niet alleen... Zij bracht een nieuw mensch mee in dit leven, bracht hem uit de hel in het aardsche paradijs... Zij had een mensch gewonnen! Was dat niet grootsch en heerlijk?... Nog drie uur... dan zou de kleine Devilliers met zijn groote sabel kletteren en Ber- rier zou zijn snor opdraaien. De ge neraal zou wel de noodige stappen voor Hauser’s invrijheidsstelling doen. En terwille van haar vader, zou hij het vlug doen, terwille van haar ook. In dien tusschentijd zou zy met een apéritif in het woestijncafé zitten, met de laatste Parijsche krant op haar schoot... Verder! De Bottberg leidde zijn paard op w^lke naar Ben Schiorsch Geschrokken bleef hij een oogenblik staan, maar toen verder niets de stil te verstoorde, vervolgde hij haastig zijn weg. Maar het geluid, hoe gering ook, was voldoende geweest om Achilles wakker te maken. Met een ruk zat hij overeind en in één oogopslag zag hij, dat het bed van O’Murphy leeg was. Zijn oogen begonnen vuur te schie ten, zijn vuisten balden zich. Hij siste van woede, zijn witte roofdiertanden schitterden... Hij zou O’Murphy wel afleeren, om hem te bedriegen... om alleen naar dat meisje te gaan... om... Hij hoorde O’Murphy schreeuwen. Achilles sprong van zijn brits en rende de gang in, waar O’Murphy raasde en brulde, zoodat de wanden ervan schudden. O’Murphy kwam groot en kolossaal op den kleinen Achilles toegestormd, bleef staan en zwaaide met zijn armen als molen wieken. Achilles stond kleintjes voor hem en staarde naar dien grooten mond, welke schreeuwde en schreeuwde... tot de Griek hem aan stootte. O’Murphy verslikte zich, ver stomde en keek Achilles aan. De cel is leeg! stamelde hij en was ineens verdwenen, even plotseling als hij gekomen was. Achilles hoorde hoe hij de trappen naar Hauser’s ka mer oprende. Een kort oogenblik stond Achilles als versteend. Toen keerden zijn gedachten terug. Een valsch glimlachje krulde om zyn lippen... Ysot knikte. Het is te laat, zei ze eenvoudig en schoof met een lichte beweging van de hand, de toekomst van zich af. Ik heb U er ook ingeholpen. Zij streelde zijn hand. Als wij sterven, dan zullen wij samen sterven, vader. Ik zal een dapper soldaat zijn. Xj probeerde te lachen. Sterven? De Bottberg lachte, hoewel zijn hart dreigde te breken. Wie spreekt er nu van sterven, dom kindje! Zij zullen zich wel be denken en je morgen naar huis sturen. En ik zal wachten, tot onze vrienden er mij met een machinegeweer uitha len. Je moet zulke domme gedachten niet uitspreken en nog veel minder denken, dom... Zijn stem was zwak geworden, als of hij de laatste woorden niet meer kon uitbrengen. Ysot knikte. Je wilt mij moed inspreken? Ik heb niet meer moed noodig, dan ik al h^>. Denk je dat ik niet weet, hoe ik sterven moet? Ik zal rechtop staan als een oude veteraan en mij ook niet eens laten blinddoeken... Zij schoof dicht naar haar vader toe. Ik zal me ook niet laten blind doeken, fluisterde ze. De Bottberg bleef zwijgend zitten. Hij luisterde ingespannen. Schenk mij deze uren, tot de zon opgaat, bad hij in stilte, neem het Vervulden, geheel heerscht er in het luchtruim nu meer dan drie maanden een ongekende rust. Vandaar onze nieuwe belangstel ling in het over onze hoofden razende ding. Wij staren het lang na totdat het plotseling, nu echter uit een anderen hoek, weer recht op ons af komt stor men. Als een razende, dreunende roof vogel schiet het op onze hoofden neer, wij krimpen onwillekeurig in elkaar en draaien ons dan met een ruk om. Maar te laat: de gierende dreun heeft zich reeds opgelost in een snel wegstervend een glorieuzen, omhoog getrokken als een silhouet Afscheid. Zonder merkbare kenteekenen slin gert de groote karavaanweg zich door de onafzienbare vlakte. Hij vertakt zich naar twee richtingen: Naar Ben Schiorsch en Sidi Malekesch. De weg wordt aangegeven door beenderen, schoongeslepen door het woestijnzand, verdroogd door de zon, welke hen ver brandt, voor ze tot stof uiteenvallen. Overste de Bottberg hield zijn paard in en keek om. Ysot en Hauser galoppeerden achter hem aan. De paarden snoven en zogen den wind door hun bevende neusgaten. Zij roken wa ter... De overste wachtte tot de sidderen den leren wat rust*ger waren gewor- SeNo^K V‘er “Ur we B“ Nadenkend keek hy had zUitnrthield het h00fd gebogen; hij ren hi™?r°Penhelm verloren, zijn ha ken stan Vi°^r Zijn gezicht. Met el lijkerteL^T de Paarde" °°ste- hem d»" dig langen °P’ na een onein- leven, Vol sJgl’ lang als een geheel raket schoot ?ii -en ,en vreugden. Als de woestijn inJ den hemel en zette zX UUFJ 200dat het zand jes begon te rollen en bottberg hield zii„ vaanweg naffenkend keek hy duf .w1j alle Posten ge- Het zou niet prettig Crematie J. G. Götze

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 17