ENGELAND BOUWT AAN ZIJN
LUCHTVLOOT
Op
eenzamen
post
Haagsche Courant van Dinsdag 16 Januari 1940
BINNENLAND
Het zilveren jubileum
den heer H. v. d. Burg
van
Vergadering van arbeidersvakcentralen
Verhoogde arbeidsprestatie.
diensten bij militaire werkzaamheden
Een halve dag per 30 dagen.
Vacantie met behoud van loon
Achttienduizend onderdeelen.
In de fabriek.
HOOFDSTUK XVIII.
FEUILLETON.
(Nadruk verboden.)
ergens
vier
naar Hauser.
(Wordt vervolgd.)
passeerd
'(Van onzen specialen verslaggever.)
Londen, 9 Januari.
Voorontwerp eener wettelijke regeling bij
Hoogen Raad van Arbeid
aanhangig gemaakt
VIJFDE BLAD, PAGINA 1.
Vraagstukken in verband met
de huidige tijdsomstandigheden
Goede wijn behoeft geen
krans.
Aan de toelichting
van dit voorontwerp
ontleend:
In den regel zal
ztfn paard nog
j den kara-
welka
l ter
Voorzitter Multatuli-museum.
In het crematorium op Westerveld te
Velsen heeft gisteren onder groote be
langstelling de crematie plaats gehad
van het stoffelijke overschot van den
heer J. G. Götze, voorzitter van het
Multatuli-Museum te Amsterdam, oud-
directeur der Levensverzekering Mij.
Aurora, een der pioniers van het socia
lisme. Uit alle deelen van ons land
waren menschen naar Velsen gekomen.
Gesproken hebben de heeren M. A.
Reinalda te Haarlem, lid der Eerste
Kamer, namens commissarissen van de
Aurora, mr. L. J. Barmat, namens de
directie en de heer Boomgaard namens
het personeel. De heer Groennou sprak
namens het Multatuli-Museum, waar
van de overledene de groote, stuwende
kracht was, de heer E. Cardozo namens
de S.D.A.P., die er op wees, dat de
heer Götze altijd naast mr. Troelstra
had gestaan. De heer Dapper sprak na
mens de Dageraad en de Vrijdenkers
Radio-Omroep.
Een zwager dankte voor de belang
stelling.
De minister van Sociale Zaken heeft
bij den Hoogen Raad van Arbeid aan
hangig gemaakt een voorontwerp van
een wettelijke regeling inzake vacantie
met behoud van loon.
Al geniet een niet onbelangrijk aan
tal arbeiders vacantie, aldus wordt in
de toelichting o.m. gezegd, algemeene
practijk is het nog geenszins, terwijl
ook niet is te verwachten, dat het dit
zonder overheidsbemoeiing binnen af-
zienbaren tijd zal worden. In tal van
bedrijven, waaronder er ook zijn, waar
vacantie als zeer noodzakelijk moet
worden beschouwd, hebben de organi
saties der werknemers niet voldoenden
invloed om een algemeene regeling ten
deze tot stand te doen komen. In ver
band hiermede is de minister van oor
deel, dat voor vacantie een wettelijke
regeling dient te worden bevorderd.
Toegegeven moet worden, dat een
zoodanige maatregel voor vele werk
gevers financieele lasten zou mede
brengen, daar vacantie van den arbei
der vanzelfsprekend vacantie met be-
Toch zou dit, van algemeen stand
punt bezien, niet kunnen gelden als
een argument tegen een wettelijke re
geling terzake. Ten aanzien van de
meeste bedrijven vormt het juist een
motief ten gunste er van. Want een
zoodanige regeling zou in verband met
de concurrentie een billijke gelijkheid
scheppen op dit punt tusschen de werk
gevers, die de in die regeling neerge
legde vacantie reeds gaven, en dege
nen, dit dat niet deden. Voorts kan nog
worden opgemerkt, dat tegenover de
verhooging van de kosten door het be
taald verlof ook een te verwachten
verhooging staat van de prestatie van
den arbeider.
De artikelen,
tot de artikelen
is het volgende
Het aangeboden ontwerp kent in het
algemeen aan de arbeiders, op wie het
betrekking heeft, voor elke dertig da
gen, gedurende welke zij bij eenzelfden
werkgever werkzaam zijn geweest, een
halven dag vacantie toe. Als grondslag
is daarbij genomen de periode van 1
Mei van eenig jaar tot 1 Mei van het
daaropvolgende jaar. De vacantie, die
zij over deze periode hebben verdiend,
moet hun telkens in het laatstbedoel
de jaar worden gegeven. Neemt een
dienstbetrekking een einde, voordat
dat jaar verloopen is, dan heeft de
werkgever de keuze om de vacantie.
welke de arbeider heeft verdiend, maar
nog niet heeft genoten, öf wel te geven
vóór het einde der dienstbetrekking,
óf wel door extra-loon te vervangen.
De minister heeft gemeend deze re
geling vooralsnog te moeten beperken
tot arbeiders, werkzaam in fabrieken
of werkplaatsen, winkels en kantoren.
Aan de Kroon ware over te laten, haar
mede van toepassing te doen zijn op
die categorieën onder de overige arbei
ders, ten aanzien van wie er eveneens
reden is, een wettelijke vacantie in te
voeren. Zonder wetswijziging zou door
zoodanigen maatregel dus b.v. aan de
arbeiders in de land- of den tuinbouw
of aan bepaalde groepen onder hen een
verlof kunnen worden verzekerd.
Bij het ontwerpen der boven geschet
ste regeling is gedacht aan werkne
mers, die langeren tijd bij eenzelfden
werkgever in dienst blijven. Voor ar
beiders, die vaak van patroon verwis
selen, moeten andere bepalingen wor
den opgesteld, waarbij het z.g. vacan-
tiebonnensysteem, dat in sommige
bedrijven reeds krachtens collectieve
arbeidsovereenkomst toepassing vindt,
zou kunnen worden gevolgd. De bedoe
ling is, dat dit nader bij Algemeenen
gezoem en het met
.spottenden zwaai
vliegtuig staat reeds weer
hauwelijks te onderscheiden
tegen de grijze lucht. Nog drie keer
herhaalt zich dit spel. Nog drie keer
staan wij even met ons figuur verlegen,
wanneer wij, eiken keer, dat het vree-
selijke ding op ons neerstormt, tegen
beter weten in ons zoo klein mogelijk
trachten te maken, meenend, dat het
ons ditmaal positief moet raken. Dan
leidt onze gids ons van het vliegveld
weg om ten afscheid een glas sherry
te drinken. Ons bezoek aan één van
Engeland’s grootste vliegtuigfabrieken
is voorbij.
Te zijnen huize werd de agent-rechercheur H. v. d. Burg, die gisteren
zijn zilveren jubileum bij de politie vierde, gehuldigd door een
deputatie van bezitters van het N. O. G.-diploma der H.P. S.V.
Inspecteur F. J. Klijzing bood den jubilaris een schilderstuk aan.
houd van loon moet zijn. In tal van
ondernemingen, waarin tot dan toe
geen verlof werd genoten, zou een
voorschrift tot het geven van een week
vacantie het bestanddeel loon van den
kostprijs met ongeveer 2 pCt. kunnen
verhoogen.
Ongeveer anderhalf uur buiten Lon
den wordt de stilte van het kleumen
de winterlandschap plotseling verbro
ken door een geluid, dat wij hier in de
laatste vier maanden zelden meer ge
hoord hebben. Het begint als een verre
zucht, zwelt aan tot een zwaar ge
dreun, dat een oogenblik de geheele
wereld met zijn dreiging schijnt te vul
len, en gaat de volgende seconde weer
verloren in de verte, waaruit het is
gekomen. Een zware bommenwerper is
uit de laag hangende wolken op ons
afgestormd en een oogenblik later weer
in een gierende bocht omhoog ge
zwiept. We staan met open monden
te kijken, alsof we nog nooit een vlieg
tuig gezien hadden. We zijn dit immer
weer fascineerende schouwspel ont
wend. Want in plaats van de lucht met
vliegtuigen te vullen heeft, de oorlog
haar schoongeveegd. De armada’s, die
wij den eersten dag reeds boven Lon
den verwacht hadden, zijn niet geko
men en daar de commercieele en parti
culiere vliegtuigeen, welke in vredes
tijd de lucht steeds met hun gezoem
zijn verdwenen.
al
den wee
leidde.
Hiermede zou ik gevoegelijk kunnen
eindigen. Aan den anderen kant zou ik
ook verder kunnen gaan. Ik kies dit
laatste alternatief. En wel, omdat ik
den lezer een verklaring schuldig ben
voor mijn speelsche behandeling van
zulk een serieus onderwerp als de ver
vaardiging van Engeland’s luchtwapen
Waarom schrijf ik daar zoo luchtig
over? Omdat goede wijn geen krans be
hoeft. Omdat ik op het gebied van vlieg
tuigbouw geen deskundige ben en mijn
lezers waarschijnlijk evenmin. Omdat ik
door mijn verplichting aan mijn gast-
heeren van het Air Ministry gedwongen
ben te schrijven over iets, waar ik zoo
mogelijk nog minder van begrijp dan
van al de andere geheimzinnige zaken,
waar dat literaire manusje van alles: de
journalist, over moet schrijven. Omdat
en nu komt de ware Jozef te voor
schijn alleen speelsche luchtigheid
een toevluchtsoord biedt voor hem, die
ontsnappen wil aan de banale gedachte,
die zich bij het zien van een vliegtuig
fabriek onvermijdelijk opdringt: de ge
dachte, dat al deze zwoegende arbeid, al
deze eindelooze vindingrijkheid, al deze
bijna bovenmenschelijke menschen-
macht geen ander doel dient dan dood
en vernietiging
Eindelijk neemt onze gids, die zooveel
van vliegtuigen weet, dat hij zelfs op
de domste vraag een volkomen onbe
grijpelijk antwoord kan geven, ons dan
mee naar de hal, waar de achttiendui
zend onbegrijpelijke onderdeelen tot een
doodgewonen huis-, tuin- of keukenbom-
menwerper worden samengevoegd. Dit
is aardig. Want hier ziet men Engeland’s
vliegende draken om zoo te zeggen uit
het ei kruipen. Aan het eene einde van
de hal zijn ze nog niets anders dan me
talen geraamtes, vastgeklemd in de tot
op een tiende van een millimeter (ik
zeg maar wat) afgestelde stellages, die
er voor moeten zorgen, dat alles precies
in elkaar past. Een eindje verder wordt
er de vleugel opgezet, nog weer verder
worden de twee machtige motoren aan
gebracht en tenslotte de wielen, waarop
het gevaarte dan naar het andere einde
van de hal waggelt om zijn ingewanden
er. tanden geïnstalleerd te krijgen. Van
die ingewanden begrijp ik, zooals ge
woonlijk niets, maar van de tanden des
te meer. Zij zitten, zooals dit bij draken
meer voorkomt, op een ongewone
plaats, te weten onder aan den buik
van het monster en in drie rijen naast
elkaar. Een ruk van een van de tallooze
handles in de cockpit en het geheele, in
den meest letterlijken zin van het woord
valsche gebit valt er uit, ten ongerieve
van hem, die zoo onfortuinlijk is het op
zijn hoofd te krijgen. Onze gastheeren
hebben ons dat niet gedemonstreerd. Zij
hebben er zich toe beperkt ons de reeds
beschreven doodschrik op het lijf te
jagen door hun vliegende draken tot
vlak boven onze ten berge gerezen ha
ren te laten neerduiken. Dat vonden zij
genoeg. Wij ook.
meisje niet van mijn zijde weg!
Ingespannen bleef hij luisteren, ter
wijl hij duizend angsten doorstond.
Inderdaad, daar naderden voetstap-
Wat hebben wij er gezien? Wij heb
ben gezien, wat de leek in elke groote
fabriek ziet.
Zalen en nog eens zalen met rijen
en nog eens rijen van de meest inge
wikkelde machines om de eenvoudig
ste dingetjes te maken. Hier staat er
een met tal van bewegende stangen,
wielen en krukken, daar één, die dag
en nacht want er wordt in deze
vliegtuigfabrieken dag en nacht door
gewerkt 2 gaatjes in een stukje buis
slaat Weer verder op in een andere
afdeeling een collega, die zich de
moeite gaf om te doen of hij er iets
yan begreep, noemde het de pletkamer
slaat een soort van enorm, cylinder-
vormig heiblok om een ons onbekend
gebleven reden, met een geweldige, ve
nijnige kracht op een onschuldig stukje
blinkend metaal. Het is misschien wel
de meest fascineerende machine van
alle, die hier staan. Haar bewegingen
zijn zoo menschelijk en haar kracht
is zoo bovenmenschelijk, dat men aan
de smidse van Hephaestos begint te
denken. Ziet het ronde stalen blok
boven zijn blinkend slachtoffertje wei
felen; het danst rusteloos op en neer,
het mikt en het maakt schijnbewegin
gen net als een bokser, die zich op den
Eigen regeling.
Indien het bedrijfsleven zelf een va-
cantieregeling heeft vastgesteld, welke
niet achter staat bij die van het ont
werp, verdient het de voorkeur, haar
te doen praevaleeren boven de wette
lijke regeling, daar zij zich nauwer
heeft kunnen aansluiten aan de be
hoeften van het betrokken bedrijf. Op
grond van deze overweging is in het
tweede lid van artikel 5 voorgesteld
om het geven van ontheffing voor te
schrijven.
Op de naleving van deze regeling is
in het aangeboden ontwerp tweeërlei
sanctie gesteld: een privaatrechtelijke
en een publiekrechtelijke. De eerste
sanctie bestaat in een civiele actie van
den arbeider tegen den werkgever tot
betaling van extra-loon over den tijd
dat deze hem in strijd met de voor
schriften geen vacantie heeft gegeven.
Op deze wijze ontvangt de werknemer
althans een geldelijke vergoeding voor
hetgeen hem is onthouden. En om te
voorkomen, dat ook deze hem zou
kunnen ontgaan, wordt verder bepaald,
dat hij van het recht daarop geen af
stand kan doen. Voorts ware ter ver
gemakkelijking van het Invorderen
dezer vergoeding vast te stellen, dat
daarvoor de eenvoudige procedure zal
gelden, welke gevolgd wordt in zaken
betreffende een arbeidscontract.
De voorschriften van de publiekrech
telijke sanctie komen overeen met de
bepalingen in de Arbeidswet 1919.
welke aldaar dezelfde functie vervul
len.
22)'
Vader...!
Hij leefde! Alle smart was verge
ten. Een booze droom was voorbij.
Zoo dadelyk zou zy wakker worden.
Zij klemde zich aan haar vader vast
en luisterde naar zyn hartslag.
Behoedzaam droeg de Bottberg
haar naar zijn legerstede. Hij zette
zich naast haar neer, en streelde haar
over het hoofd, dat zy kinderlijk te
gen hem aanleunde.
Langen tyd zaten zy zoo. Af en toe
klonk de roep van een schildwacht.
Langzaam verscheen een zacht licht
en wierp een helle witte vlek in de
cel: de maan, het gevaar van vele
eenzame uren in de kerker...
Ben je niet boos op me? vroeg
Ysot zachtjes.
Zij had het hoofd in de handen ge
steund; het was haar alsof ze heel
ver weg vloog, in een heerlijk mooi
land, steeds verder en verder...
Boos? vroeg de Bottberg en zocht
in het donker haar gezicht. Wat
zou ik je nu kunnen verwijten? Dat je
die kwelling niet hebt kunnen uithou
den?
de arbeider het
grootste genot van zijn vacantie heb
ben, als hij die in de zomermaanden
ontvangt. Er zijn echter gevallen,
waarin het onmogelijk is voor den
werkgever om ze hem in den genoem
den tijd te geven (men denke b.v. aan
reisbureaux). In verband daarmede
wordt voorgesteld in artikel 2, dat
de vacantie, zoo mogelijk tusschen 30
April en 1 October moet vallen. Om
gelijksoortige redenen is een voor
schrift opgenomen volgens hetwelk die
vacantie zooveel mogelijk aaneengeslo
ten moet worden gegeven.
Aangezien het niet uitgesloten is,
dat zich met betrekking tot deze rege
ling in bijzondere omstandigheden
moeilijkheden voordoen, is voor de ge
vallen, waarin zoodanige omstandig
heden aanwezig zijn, in het eerste lid
van artikel 5 de mogelijkheid van dis
pensatie opengesteld, voor bedrijven,
gedeelten van een bedrijf of groepen
van ondernemingen in een bedrijf in
het geheele land of bepaalde gedeel
ten des lands. Waar het hier bijzon
dere omstandigheden betreft, behoeft
een zoodanige dispensatie slechts be
trekking te hebben op een bepaald
jaar.
Kostwinnersvergoeding.
Verslag werd uitgebracht van een
gehouden bespreking op het departe
ment van Defensie inzake de kostwin
nersvergoeding van hen, die op het
tijdstip van hun oproeping onder de
wapenen, in de werkverschaffing wa
ren tewerkgesteld. Voor deze men
schen is bepleit, bij de vaststelling van
de kostwinnersvergoeding alsnog reke
ning te willen houden met de verstrek
king van goedkoope levensmiddelen en
brandstoffentoeslag, gelijk zulks reeds
geschiedt bij hen, die in de steunrege
ling waren opgenomen ten tijde van
hun oproeping.
Voorts is bepleit, voor de bouwvak
arbeiders op een of andere wijze reke
ning te willen houden met de vacantie-
en feestdagenbonnen, welke aan deze
arbeiders in het bedrijfsleven worden
verstrekt als loonreserveering voor de
feestdagen en de vacantieweek in het
bouwbedrijf. Reeds is verkregen, dat
de 5 procent duurtetoeslag, welke aan
de gesteunden is toegekend, ook zal
gelden voor de gesteunde werkloozen,
die thans gemobiliseerd zijn. Zulks is
ook verkregen voor de zgn. Kerstgave.
Over een regeling van vergoeding
voor ongehuwde militairen is nog over
leg met het departement van Defensie
gaande.
aanval voorbereidt. Totdat het plot
seling, zonder waarschuwing, zijn da
verenden slag slaat Het is deze ma
chine, die natuurlijijk tot veel flauwe
grapjes aanleiding geeft, grapjes over
lieden wier hoofd of ander lichaams
deel men gaarne op dit aambeeld zou
willen leggen en meer leuks van dien
aard.
Een eind verder komen wij in een
zaal welke tot een ander soort grapjes
aanleiding geeft. Hier is het stil en
het eenige geluid, dat de stilte ver
breekt, is een zacht, maar honderstem-
mig gekir. Het komt van „les bomber
girls”, zooals een Fransch collega de
ex-winkelmeisjes en ex-naaistertjes
noemde, die hier in de meest verschil
lende poses cp de half-overtrokken
vliegtuigvleugels zitten. Zij maakten
deel uit van de duizenden en nog eens
duizenden vrouwelijke arbeidskrachten,
die bij’ het uitbreken van den oorlog
in dienst zijn gesteld van England’s
gigantisch productie-apparaat. Zij over
trekken de geraamtes van’ vliegtuig
vleugels, beplakken deze en doen nog
honderd andere hoognoodige dingen,
waar ik niets van begrijp, maar zij ho
penlijk alles.
De stilte in haar zaal is echter nog
niets vergeleken bij die, welke heerscht
in de afdeeling waar wij vervolgens
belanden. Hier klinkt zelfs geen gekir,
hoort men alleen maar het fronsen van
tientallen wenkbrauwen: aan de hier
opgestelde reeksen van tafels wordt
gedacht, gerekend en gemeten Hier
wordt de verderfelijke vindingrijkheid
van het menschelijk brein op papier
gebracht, worden de drakentanden ge
zaaid waaruit de vervaarlijke monsters
van Engeland’s luchtmacht zullen
groeien. En ook in deze troonzaal van
de op dood en verderf zinnende gedach
ten zitten tallooze vrouwenhoofden
(„meisjeskopjes” lijkt hier nauwelijks
op zijn plaats) over hun werk ge
bogen
de t
losliet en
roffelen.
De r
meer in;
maatregel van Bestuur wordt uitge
werkt.
Loonnormen voor persoonlijke
W achtgeldregelingen.
Besloten werd, bij de aangesloten
vakbonden te informeeren, of er in de
resp. bedrijfstakken aanleiding bestaat
tot het bevorderen van het op grooter
schaal instellen van wachtgeldrege
lingen voor arbeiders, die tengevolge
van de huidige bijzondere omstandig
heden tijdelijk werkloos worden. Het
is bekend, dat de overheid bereid is,
deze wachtgeldregelingen in belang
rijke mate te subsidieeren.
Een studie-commissie uit de Vak-
centralen is ingesteld ter bestudeering
van de vraag, wat er dient te geschie
den, om stagnatie in den volkswoning
bouw in mobilisatietijd zooveel moge
lijk te voorkomen.
pen... de ketting aan de deur rinkelde
zachtjes. Kwamen ze nu al?... De
Bottberg stond op en greep een stuk
hout, dat in den hoek lag. Gemakke
lijk zouden zij het meisje niet krijgen!
Langzaam opende de deur zich tot
op een kier en iemand trad binnen.
Hoog en donker teekende de figuur
van een man zich af tegen het maan
licht. Hij bewoog zich niet. Nauw-
lijks hoorbaar vroeg hij:
Ysot?
Ysot sprong op. In het donker
breidde zij haar armen wijd uit, rende
de cel door en hing om den hals van
den man.
Ysot, fluisterde Hauser en sloeg
de armen zoo vast om haar heen, dat
zij bijna dreigde te stikken. Hij voelde
haar mond brandend op zijn lippen.
De wereld vloeide als water aan hen
voorbij. Zy stonden op een klein
eiland, dat alleen van hun was. Heirv
de en ver waren geen menschen. Him
lippen beefden, toen zij elkander kus
ten. Hun zielen smolten tezamen...
Je bent gekomen, fluisterde zij
gelukkig en streelde zijn gezicht, dat
zich verlangend tot haar overboog,
ik wist, dat je zou komen...
Midden in den nacht werd O’Murphy
plotseling wakker. Een onverklaarba
re onrust overviel hem. Onrustig
woelde hij heen en weer. Eindelijk kon
hij het niet langen uithouden en sprong
van zijn brits. Hij wierp een blik op
Achilles, die sliep en mompelde voor
durend in zijn droomen. Zachtjes sloop
hij naar d» deur en wipte de gang in.
Hij was halverwege de gang, toen zijn
voet tegen een leeg zeepblik stootte.
Dezer dagen heeft wederom een ver
gadering der Arbeiders Vakcentralen
plaats gevonden, waarop een aantal
urgente zaken, verband houdende met
de huidige tijdsomstandigheden, zijn
besproken.
Met voldoening werd vastgesteid, dat
de opperbevelhebber van Land- en
Zeemacht in zijn verordening op
grond waarvan inwoners van elke ge->
meente des Rijks kunnen worden op
geroepen of aangewezen tot het ver
richten van persoonlijke diensten voor
hulp bij militaire werkzaamheden -
wel heeft willen bepalen, dat voor de
belooning van deze werkzaamheden
zullen gelden de loonnormen, i
voor overeenkomstigen arbeid
plaatse gangbaar zijn.
Onderzocht zal worden, of geen na
dere (wettelijke) voorzieningen moeten
worden getroffen voor z.g. mobilisatie-
slachtoffers.
Prijsverhooging van
anthraciet.
Kennis werd genomen van een brief
van den minister van Economische
Zaken, waarin deze bewindsman in
antwoord op een adres der Vakcen
tralen mededeelt, dat hij aanleiding
heeft gevonden, geen bezwaar te moe
ten maken tegen een verhooging van
den prijs van Wales-anthraciet met 25
cent per h.l. en van Belgische anthra
ciet met 10 cent per h.l. op grond van
den eenigermate gestegen kostprijs
voor de detail-handelaren.
In verband met een tot den minister
gericht verzoek, ook den prijs van
Nederlandsche anthraciet met 10 cent
per h.l. te verhoogen, wordt een uit
gebreid accountants-onderzoek inge
steld.
zyn, nu nogmaals naar het fort terug
te moeten gaan.
Niet prettig, mompelde Hauser,
het zou den dood beteekenen. Het
is de dood... En luchtigjes zei hij:
Ik hoop, dat wij den laatsten post
gepasseerd zijn, maar het is moge
lijk, dat men U toch nog zou kunnen
aanhouden, ik zal dus nog een half uur
meegaan.
Ontzet keek Vsot in zyn oogen, wel
ke den horizon afzochten. Een half
uur? Wat bedoelde hij? De dagen la
gen achter haar, afgesjoten door een
ijzeren gordijn, als een tooneel, waar
op ze een comedie gespeeld had, een
stuk -vol ontzetting en dood. Maar nu
was het voorbij... zy keerde terug tot
het werkelijke leven. En niet alleen...
Zij bracht een nieuw mensch mee in
dit leven, bracht hem uit de hel in
het aardsche paradijs... Zij had een
mensch gewonnen! Was dat niet
grootsch en heerlijk?... Nog drie
uur... dan zou de kleine Devilliers
met zijn groote sabel kletteren en Ber-
rier zou zijn snor opdraaien. De ge
neraal zou wel de noodige stappen
voor Hauser’s invrijheidsstelling doen.
En terwille van haar vader, zou hij
het vlug doen, terwille van haar ook.
In dien tusschentijd zou zy met een
apéritif in het woestijncafé zitten, met
de laatste Parijsche krant op haar
schoot...
Verder!
De Bottberg leidde zijn paard op
w^lke naar Ben Schiorsch
Geschrokken bleef hij een oogenblik
staan, maar toen verder niets de stil
te verstoorde, vervolgde hij haastig
zijn weg.
Maar het geluid, hoe gering ook,
was voldoende geweest om Achilles
wakker te maken. Met een ruk zat hij
overeind en in één oogopslag zag hij,
dat het bed van O’Murphy leeg was.
Zijn oogen begonnen vuur te schie
ten, zijn vuisten balden zich. Hij siste
van woede, zijn witte roofdiertanden
schitterden...
Hij zou O’Murphy wel afleeren, om
hem te bedriegen... om alleen naar
dat meisje te gaan... om...
Hij hoorde O’Murphy
schreeuwen.
Achilles sprong van zijn brits en
rende de gang in, waar O’Murphy
raasde en brulde, zoodat de wanden
ervan schudden. O’Murphy kwam
groot en kolossaal op den kleinen
Achilles toegestormd, bleef staan en
zwaaide met zijn armen als molen
wieken. Achilles stond kleintjes voor
hem en staarde naar dien grooten
mond, welke schreeuwde en
schreeuwde... tot de Griek hem aan
stootte. O’Murphy verslikte zich, ver
stomde en keek Achilles aan.
De cel is leeg! stamelde hij en
was ineens verdwenen, even plotseling
als hij gekomen was. Achilles hoorde
hoe hij de trappen naar Hauser’s ka
mer oprende. Een kort oogenblik stond
Achilles als versteend. Toen keerden
zijn gedachten terug.
Een valsch glimlachje krulde om
zyn lippen...
Ysot knikte.
Het is te laat, zei ze eenvoudig
en schoof met een lichte beweging van
de hand, de toekomst van zich af.
Ik heb U er ook ingeholpen. Zij
streelde zijn hand. Als wij sterven,
dan zullen wij samen sterven, vader.
Ik zal een dapper soldaat zijn.
Xj probeerde te lachen.
Sterven? De Bottberg lachte,
hoewel zijn hart dreigde te breken.
Wie spreekt er nu van sterven,
dom kindje! Zij zullen zich wel be
denken en je morgen naar huis sturen.
En ik zal wachten, tot onze vrienden
er mij met een machinegeweer uitha
len. Je moet zulke domme gedachten
niet uitspreken en nog veel minder
denken, dom...
Zijn stem was zwak geworden, als
of hij de laatste woorden niet meer
kon uitbrengen.
Ysot knikte.
Je wilt mij moed inspreken? Ik
heb niet meer moed noodig, dan ik
al h^>. Denk je dat ik niet weet, hoe
ik sterven moet? Ik zal rechtop staan
als een oude veteraan en mij ook niet
eens laten blinddoeken...
Zij schoof dicht naar haar vader
toe. Ik zal me ook niet laten blind
doeken, fluisterde ze.
De Bottberg bleef zwijgend zitten.
Hij luisterde ingespannen.
Schenk mij deze uren, tot de zon
opgaat, bad hij in stilte, neem het
Vervulden, geheel
heerscht er in het luchtruim nu
meer dan drie maanden een ongekende
rust. Vandaar onze nieuwe belangstel
ling in het over onze hoofden razende
ding. Wij staren het lang na totdat het
plotseling, nu echter uit een anderen
hoek, weer recht op ons af komt stor
men. Als een razende, dreunende roof
vogel schiet het op onze hoofden neer,
wij krimpen onwillekeurig in elkaar en
draaien ons dan met een ruk om. Maar
te laat: de gierende dreun heeft zich
reeds opgelost in een snel wegstervend
een glorieuzen,
omhoog getrokken
als een
silhouet
Afscheid.
Zonder merkbare kenteekenen slin
gert de groote karavaanweg zich door
de onafzienbare vlakte. Hij vertakt
zich naar twee richtingen: Naar Ben
Schiorsch en Sidi Malekesch. De weg
wordt aangegeven door beenderen,
schoongeslepen door het woestijnzand,
verdroogd door de zon, welke hen ver
brandt, voor ze tot stof uiteenvallen.
Overste de Bottberg hield zijn
paard in en keek om. Ysot en Hauser
galoppeerden achter hem aan. De
paarden snoven en zogen den wind door
hun bevende neusgaten. Zij roken wa
ter...
De overste wachtte tot de sidderen
den leren wat rust*ger waren gewor-
SeNo^K V‘er “Ur we B“
Nadenkend keek hy
had zUitnrthield het h00fd gebogen; hij
ren hi™?r°Penhelm verloren, zijn ha
ken stan Vi°^r Zijn gezicht. Met el
lijkerteL^T de Paarde" °°ste-
hem d»"
dig langen °P’ na een onein-
leven, Vol sJgl’ lang als een geheel
raket schoot ?ii -en ,en vreugden. Als
de woestijn inJ den hemel en zette
zX UUFJ 200dat het zand
jes begon te rollen en
bottberg hield zii„
vaanweg naffenkend keek hy
duf .w1j alle Posten ge-
Het zou niet prettig
Crematie J. G. Götze