WORTH STAT E l I voor De Indische begroeting 1940 VALDA PASTILLES HAAGSCHE COURANT VAN ZATERDAG 20 JANUARI 1940. DERDE BLAD, PAGINA 2. het voor van Waardeering algemeen beleid minister en Landvoogd 11 AMI RICAN WCKARETTES[J de Politiek beleid GEMEENTERAAD ERKOUDHEI ECHTE VALDA J Een vergeefsche tocht per ijsvlet van Elbarg ait Blijkens het voorloopig verslag der Tweede Kamer achtten vele leden voortgang met het aanbrengen van staatkundige hervormingen gewenscht, al behoort daarbij naar hun meening de noodige omzichtigheid te worden betracht. Verscheidene leden bepleitten ruimere zelfstandigheid van den Volksraad Critiek op en lof voor financieele politiek De vlet uit Urk. is wel De schuldpositie. absolute geen AANVULLINGSAGENDA en Tus- Nieuw-Guinea- derscheidenlijk als leeraar en als leerares Met voldoening brengen van een regeling van nivellee renden aard. De financiering van de defen- sie-uitgaven. boord van uitstekend ijs in den Donderdag Voedselschaarschte op Java ter sprake gebracht. zou misbruikt met her- zeer de ge- ook van ver fje b»1 bla vóór zich comphcones voordoen Gebruik hel sterk onfiseptische geneesmiddel Moor vroog noor de m Mollondsche dooien Waardeering voor de finan- cieele politiek. Vele andere leden verklaarden zich met de financieele politiek, gelijk die de laatste jaren door de Regeering werd gevoerd, geheel te kunnen vereenigen Dat de opbrengst der middelen over de jaren 1937 en 1938 zoo zeer de verwach ting overtrof, dat niet alleen de geraam de tekorten in werkelijkheid niet ont stonden, doch zelfs nog overschotten konden worden geboekt, kan slechts tot verheuging strekken. Ook voor het jaar 1939 is. naar deze leden meenden, wan neer de abnormale uitgaven, voorko mende op de nog te verwachten aanvul lingsbegrooting ten behoeve van de de fensie. buiten beschouwing worden ge laten, de verwachting niet ongunstig te noemen. Intusschen waren ook deze leden niet blind voor het feit, dat men op het stuk der financiën voor vele onzekerheden staat. Dit geldt voor Indië evenzeer als voor Nederland. Wel schijnt het, dat In die er in dit opzicht iets gunstiger voor staat. Economisch beleid. Verscheidene leden betoogden, dat, indien men het economische aspect een oogenblik beschouwt los van de oor logsomstandigheden, er alleszins reden is tot voldoening over het bereikte re sultaat. Naar hun misch beleid het den ambte- Verscheidene leden meenden in het bijzonder de aanzienlijke stijging in het licht te moeten stellen, welke de vlottende schuld in den iaatsten tijd vertoont. Van 57.7 millioen in 1938 was deze in December j.l. opgeloopen tot rond 124 millioen. Vele andere leden, die het bedoelde accres zeker niet onbelangrijk achtten en daarin dan ook hunnerzijds een ver sterking zagen van het standpunt, dat bij het financieele beheer de noodige voorzichtigheid moet worden inachtge- nomen, gaven niettemin als hun oor deel te kennen, dat de schuldpositie van Ned.-Indië, gezien de uitgestrekt heid van het land en den omvang van de overheidstaak aldaar, niet dermate verontrustend is, dat met het oog daar op elke bezuiniging, ook inzien die zou leiden tot beknotting van de welvaarts- diensten, zou moeten worden aanvaard. wist te vertellen, dat aan de schepen de stemming was. Het kruien van het nacht van Woensdag op had den schepen weinig schade berok kend. De situatie was, nadat de pas sagiers Woensdag de „Holland” hadden verlaten, vrijwel niet gewijzigd. Er was, dank zij de goede zorgen van den wal en den aanvoer per vliegtuig, vol doende voedsel aan boord. Het ijs was kalm en er was slechts weinig wind. Het vriesweer was gunstig voor de be schadigde schepen, daar het de kans op kruiend ijs sterk verminderde. Om elf uur verliet de bemanning van deze vlet de schepen. Deze aan vaardden op dat tijdstip den terug tocht. den ondervonden. Het was mogelijk ge weest de lekken te dichten, zoodat de schepen thans slechts zeer weinig water maken. Hoe groot de totale schade is welke door deze expeditie is geleden, kan nu nog niet worden vastgesteld, al zeide de heer Koppe ons wel, dat zij in de tienduizenden guldens zal beloopen. De petitie-Soetardjo. In den door hen ontwikkelden gedach ten gang achtten de leden, hier aan het woord, het een staatkundige fout, dat de Regeering de petitie van den Volksraad de z.g.n. petitie-Soetardjo waarin gevraagd werd om ruimer zelfstandigheid, heeft afgewezen. Zij betreurden het dan ook, dat in de volksvertegenwoordiging deze beslis sing niet op grooter verzet is gestuit. Bezwaarlijk valt naar hun meening te ontkennen, dat het stadium, waarin de politieke ontwikkeling in Indië zich bevindt, de overweging van een her ziening van de positie van den Volks raad en van de staatkundige verhou ding tot het moederland noodig maakt Een dramatische reis is ten einde. Drie schepen voeren Maandag uit om den strijd aan te binden tegen het ijs. een der meest verbeten vijanden van de scheepvaart. Twee van de drie schepen keerden naar huis terug. Zwaar bescha digd. voorloopig niet in staat om uit te varen, Het derde schip is achter geble ven. Eenzaam ligt het nu te midden van het vijandige ijs, dat wacht op zijn bondgenoot, den wind, om het vernielde schip geheel te vermorzelen. De overwinning van het ijs volkomen. en dat ,de tijdsomstandigheden daar toe te meer dringen. van d» per- Nieuwe Havenstraat nos. 63/65 en t voorstel tot verstrekking van voedsel gedurende het felle winter. Verscheidene andere leden wezen er naar aanleiding van deze beschouwin gen op, dat de ervaring al wel heel dui delijk heeft uitgewezen, dat het in- heemsche kapitaal veel te gering is om een krachtigen drang naar de ont plooiing van het eigen bedrijfsleven te kunnen bijhouden. Ook aanvulling door credieten, verleend door de over heid, op zich zelf niet de meest ver kieslijke vorm van financiering zal niet voldoende baat kunnen geven. Noodzakelijk zal het daarom zijn, dat voor dit doel het inheemsche kapitaal door Nederlandsch kapitaal wordt aan gevuld. Van een ruimere economische sa menwerking, misschien beter omschre ven als de stelselmatige opbouw eener rijkshuishouding door wederzijdsche hulp en steun, verwachtte een deel de zer leden nog grootere resultaten dan van alle vormen van samenwerking in kleiner verband, welke zijn of nog zou den mogen worden beproefd. 'I Bij de afdeeling „Binnenlandsch be stuur” verzochten vele leden te mogen worden ingelicht met betrekking tot den stand der openlegging van Nieuw- Guinea. Kan de Regeering aan de Ka mer eenig inzicht verstrekken in de resultaten, welke de Nieuw-Guinea Petroleum Maatschappij, de Nieuw- Guinea Mijnbouw Maatschappij en de Nieuw-Guinea Handel Maatschappij tot dusver hebben bereikt, en wellicht ook mededeelingen doen omtrent ver dere uitingen van ondernemingsgeest met betrekking tot dit gebied Gisteravond om half negen kwamen te Elburg zes doodelijk vermoeide man nen met een ijsvlet van het IJsselmeer. ’s Morgens om acht uur waren zij uit Elburg vertrokken om te trachten de ingesloten schepen de „IJssel” en de „Holland” te bereiken en voedsel te brengen. Onder hen bevond zich een expert van de verzekeringsmaatschap pij, welke de lading van de „Fries land” 70 ton blik, ter waarde vari ongeveer 23.000 had verzekerd. Getracht zou worden deze lading te bergen of althans de mogelijkheid tot berging onder pogen te zien. Ook be hoorde tot het gezelschap een film operateur die wilde trachten de terug reis van de schepen naar Amsterdam mede te maken. Na een vermoeienden tocht kwamen om ongeveer twaalf uur de schepen in zicht. De mannen zagen ten Westen van de „Holland” twee rookpluimen. Later bleken dit de rookpluimen van de beide sleepbooten te zijn, welke toen reeds met de twee schepen op weg naar Amsterdam waren. Sociale wetgeving. Van verschillende zijden werd weder om geklaagd over den tragen gang van zaken met betrekking tot de so ciale wetgeving. Een behoorlijk uitgegroeiden, recht streeks onder den Gouverneur-Gene- raal staanden socialen dienst, achtten vele leden een onafwijsbare voor waarde voor de totstandkoming in het vereischte tempo van een passende sociale wetgeving in dit gebiedsdeel. De kennisneming van de mededee lingen, welke per drie maanden door het centraal kantoor voor de statistiek worden verstrekt over het verloop van de loonen in de cultures, had bij ver scheidene leden de vraag doen rijzen, of het toezicht van overheidswege op den loonstandaard en de van de Regee ring uitgegane aansporing, de arbei ders in gunstiger bedrijfsresultaten te doen deelen, wel het nuttige gevolg hebben gehad, dat men zich daarvan aanvankelijk voorstelde. oordeel zal het econo- vooral gericht moeten zijn op het belang van de Indische sa menleving zelf en zal elk ander belang slechts in de tweede plaats mogen ko men. Zoo zal het bijv, gewenscht zijn zooveel mogelijk te bevorderen, dat de inheemsche nijverheid, welke van zoo uitnemend belang voor de economische ontwikkeling van Indië is, niet met Ne derlandsch doch met Indisch geld wordt gefinancierd. Critiek op het financieele beleid. Iridien men aldus verscheidene leden het financieele beleid van de laatste jaren nagaat, zooals dat in de ramingen van middelen en uitgaven tot uiting komt, moet men tot de conclusie komen, dat dit beleid niet gedragen wordt door de immer toch nog juiste gedachte, dat een sluitende begrooting een primaire eisch van goede financieele politiek is. Nu zijn de uitkomsten voor een deel gunstiger geweest dan aanvankelijk werd verwacht. Dit was echter niet te danken aan eenige daad van financieel beleid, doch aan de economische ople ving, welke in 1936 begon en waarvan in het bijzonder de jaren 1937 en 1938 hebben geprofiteerd. De geraamde te korten voor deze jaren werden omgezet in batige sloten van resp. 26.8 en 7.6 millioen. Hoe gevaarlijk het is, op zulke meevallers te rekenen, toont echter de uitkomst van het jaar 1939 met een ver moedelijk tekort van 43.7 millioen. Voor 1940 schijnt, afgezien van die te verwachten suppletoire begrooting, een schatting van het reëele tekort op 72 millioen niet overdreven. Vele leden brachten de voedsel schaarschte op Java ter sprake. Zij meenden te weten, dat op Bali een regeling bestaat, reeds dateerende van vóór de bezetting van dat eiland in 1905, waarbij het verboden is de in de rijstschuren aanwezige rijst te ver- koopen voordat de padi van den vol genden oogst aren geschoten heeft. Voedseltekorten komen dan ook op Bali nimmer voor. Toepassing van deze regeling op Java zou naar het oordeel dezer leden te diep ingrijpen in de be staande maatschappelijke ordening. Het kwam hun evenwel voor, dat een min of meer in gelijke richting geleide bemoeiing van regeeringswege met de rijstdistributie op het laatstgenoemde eiland de groote nadeelen, verbonden aan het idjonsysteem, wel eenigermate zou kunnen ondervangen. Het continueeren van de emigratie naar de buitengewesten na het wegval len van de daarvoor in de jaren 1936 tot en met 1939 beschikbaar geweest zijnde 3 millioen uit de Nederland- sche welvaartsbedrage werd algemeen toegejuicht Voortgang der staatkundige hervormingen gewenscht Vele leden achtten voortgang het aanbrengen van staatkundige vormingen in Ned.-Indië gewenscht, al behoort daarbij naar hun meening de noodige omzichtigheid te worden in acht genomen en al verdient het huns inziens zeker geen aanbeveling, in de desbetreffende plannen reeds thans gelijk van bepaalde zijde wordt voor gestaan een herziening van de po sitie van den Volksraad te betrekken. Naar hun oordeel bestaat een der voornaamste plichten der Regeering daarin, dat met alle beschikbare krach ten wordt voortgewerkt aan de ont wikkeling van de inheemsche bevol king, zoowel op geestelijk als op econo misch gebied. Daarnaast zal moeten worden verder gegaan met den uit bouw van het instituut der locale en regionale gemeenschappen Daarbij zal vooral ook aandacht moeten worden gewijd aan de noodzakelijheid van het aankweeken binnen die gemeen schappen van politieke belangstelling en politiek verantwoordelijkheidsbesef, waaraan thans nog wel het een en an der schijnt te ontbreken. Alleen op deze wijze zal het mogelijk zijn, uitein delijk te geraken tot een zelfstandige bestuursvoering, waarbij gezonde volksinvloed als wordt ondervonden. De N.S.B. Met nadruk drongen vele leden er op aan, dat de Regeering niet langer zal volharden in de lijdelijke houding, bij de behandeling van de begrooting voor 1939 door haar verdedigd met betrekking tot het optreden van de Na tionaal Socialistische Beweging in Indië in het algemeen en den invloed van die politieke strooming binnen he* ambtenarencorps in het bijzon der. Met stokken een vaargeul gemaakt. Met stokken moest eerst een vaar geul worden gemaakt, voordat men met de vlet den overtocht kon maken. Dit oponthoud was voor een tweede lid van de bemanning te machtig. De korte rustperiode deed zijn spieren ver stijven. Ook voor hem moest een plaatsje in de vlet worden ingeruimd. Het was voor de zoo zwaar beproefde mannen een verademing, toen zij om ongeveer half acht op het ijs een vijf tal inwoners van Elburg tegenkwamen, die hen tegemoet waren gegaan. Deze namen het touw van de vlet over en toen was het grootste leed geleden. In het café van den heer de Vries in Elburg had men alles klaar gezet om de mannen zoo goed mogelijk te ontvangen. Groote teilen met warm zout water stonden gereed om de ver- Er bestaat rangorde. Verscheidene andere leden verklaar den zich met de hiervoren ontwikkelde zienswijze geenszins te kunnen vereeni gen Ontkend moet worden aldus deze leden dat een normale staat kundige ontwikkeling noodzakelijk bij de lagere bestuurseenheden zou behoo- ren te worden ingezet om daarna langs den weg der geleidelijkheid zich naar de hoogere voort te zetten. Regionaal centraal bestuur hebben elk een eigen taak en een eigen sfeer, schen beide behoort een onderling ver band te zijn. En in dat verband staat het centrale bestuur in zekeren zin als het hoogere boven het regionale. Dit houdt echter niet het bestaan van een absolute rangorde in. De tegen een versnelling van de po litieke ontwikkeling bij herhaling en ook nu weder aangevoerde bedenking, dat, zoo lang niet ook de massa der bevolking staatkundig tot bewustzijn is gekomen, een zelfstandig Indië zou zijn een land, geregeerd door een numeriek onbeteekenende groep intellectueelen, konden de hierbedoelde leden niet als deugdelijk erkennen. Justitieele aangelegenheden. Aan de beschouwingen omtrent de onderafdeelingen der begrooting ont- leenen wij het volgende: Veie leden betuigden hun instem ming met het krachtige optreden van Regeering en rechterlijke macht inza ke de bekende zedenmisdrijven. Andere leden, die niet ontkenden, dat hier een sterk ingrijpen noodig was, vroegen toch, of niet in zeker op zicht met meer beleid te werk had kunnen zijn gegaan. In het bijzonder meenden zij, dat aan deze zaak meer ruchtbaarheid is gegeven, dan strikt noodzakelijk mocht worden geacht. Een van de betreurenswaadige volgen daarvan is geweest, dat namen zijn openbaar gemaakt personen, die tenslotte niet zijn volgd Verscheidene leden, die van oordeel waren, dat in de huidige omstandig heden het oefenen in Indië van scher pe critiek op de Indische Regeering hetgeen in dit milieu zoo licht in we zen tot ophitsing wordt ontoelaat baar moet worden geacht, noemden een nauwer toezicht op de pers gebo den. Verscheidene leden voerden pleit voor een verbetering van rechtstoestand der Indische naren. De schepen voeren reeds Aanvankelijk begreep de bemanning Van de ijsvlet niet, wat er met de schepen in het ijs gebeurde. Ondanks het feit, dat men stevig liep, naderde men de schepen niet. Integendeel zij raakten steeds verder weg. Tenslotte drong het tot de mannen door, dat de schepen den terugtocht reeds aanvaard hadden en dat was een zeer groote teleurstelling. In plaats, dat hun nu een warmen maaltijd in een behaaglijke kajuit wachtte, vonden zij slechts het koude wrak van de „Friesland”, welke sinds Woensdag steeds dieper gezakt was en nu met de gangboorden op het ijs rust. Het water stond aan boord van het wrak tot over de dekken. Van eenig comfort was dus geen sprake en toen de vertegenwoordiger van de ver zekeringsmaatschappij zijn inspectie had beëindigd werd de terugtocht zoo spoedig mogelijk aanvaard. Het vroor hard, doch gelukkig was er slechts weinig wind. Aan boord van de „Friesland” werd de medegenomen mondvoorraad verorberd en een slok uit de cognacflesch genomen „tegen de koude voeten” en om half twee be gaven de zes mannen zich weer op het ijs om te trachten zoo spoedig mogelijk Elburg te bereiken. Een verschrikkelijke terugtocht Vooral de terugtocht is zeer zwaar geweest. Wij spraken na de be houden aankomst met den verzeke ringsagent en hij typeerde den tocht met de woorden „Het was verschrik kelijk”. Op de vlet was een groote hoeveel heid vleesch, worst, koffie, boter, brood en tabak, alsmede honderd kilo aard appelen geladen. Wel had men de lichtste vlet, welke te krijgen was, voor dezen tocht medegenomen, doch het was nog een heele vracht, welke de mannen door de laag bevroren sneeuw, welke sinds gisteren het ijs bedekt, moesten trekken. Toen de terugtocht een klein uur oud was, werd een der mannen onwel. Waarschijnlijk was hij door overver moeidheid en koude bevangen. Besloten werd de aardappelen op het ijs achter te laten en op deze wijze was vol doende ruimte in de vlet ontstaan om den zieke een plaats te geven. Met kranten en overjassen werd de man toegedekt en gelukkig bleek hij spoedig weer in orde te zijn. De geul in het ijs op ongeveer ander half uur gaans van Elburg, welke reeds Woensdag was gesignaleerd, bleek te zijn uitgedijd tot een breedte van on geveer dertig meter. Reeds op de heen reis had de bemanning van de vlet hier met moeilijkheden te kampen ge had. doch toen men op den terugtocht de spleet bereikt, bleek het water te zijn bevroren, echter niet voldoende, om de vlet te dragen. een ware, een zegen Zou men reeds thans met het geven van zulk een in vloed aan den top beginnen, dan die ongefundeerd zijn en kunnen worden. Naar verscheidene leden meenden, zal de toepassing van het door de In dische Regeering uiteengezette stelsel van financiering der defensie-uitgaven, daarop neerkomende, dat die uitgaven in beginsel in haar geheel ten laste van den gewonen dienst zullen worden gebracht, onvermijdelijk tot een veel te zwaren druk op dien dienst leiden. Zij vroegen daarom, of niet alsnog de in stelling van een defensiefonds voor In dië in overweging kan worden ge nomen. Andere leden daarentegen achtten de in dezen bij de Regeering bestaande voornemens juist. Zij zouden zich met de instelling van een defensiefonds niet kunnen vereenigen. Gevraagd werd, of de minister be reid is te bevorderen, dat de totstand koming van een heffing op oorlogs winsten zooveel mogelijk wordt be spoedigd. Naar men meende, staat van een aantal bedrijven wel vast, dat zij reeds thans van de buitengewone om standigheden profiteeren. moeide voeten nieuwe kracht te schen ken en een groote pan erwtensoep stond op het vuur. Toen om half negen de mannen van de vlet den wal bereikten, was het eerste wat zij deden, met hun door en door verkleumde voeten in de teilen te gaan zitten. Nadat men op deze wijze een beetje bekomen was van de erbarmelijke koude en de intense ver moeienis, viel men aan op de soep, welke werd rondgediend door de vroo- lijke dochter van den heer de Vries. Na verloop van tijd waren zij weer zoo opgekikkerd, dat de verzekerings- expert en de filmoperateur besloten den terugtocht naar huis te aanvaarden. De positie van den Volksraad. Zij bepleitten een wijziging betref fende de samenstelling van den Volks raad en meenden allereerst de beper king van het benoemingsrecht te moe ten voorstaan. Daarnaast zou naar hun meening mede ter betere benade ring van een werkelijke vertegenwoor diging een gedeeltelijke vervanging van de indirecte verkiezing door een rechtstreeksche dienen plaats te vin den. Het in het leven te roepen recht streeksche kiesrecht ware dan te ver- leenen aan hen, die aan zekere eischen van ontwikkeling en welstand voldoen. In de hierboven weergegeven uiteen zetting vonden de leden, die zich reeds eerder als tegenstanders van een uit breiding van de bevoegdheden van den Volksraad hadden doen kennen, nog aanleiding tot de verklaring, dat zij zich ook met de bepleite veranderin gen in de wijze van samenstelling van dat college niet zouden kunnen ver eenigen. Vele leden stelden er prijs op te doen blijken van hun groote waardee ring voor het rustige en beheerschte beleid, dat in politiek opzicht is en wordt gevoerd. Het moge waar zijn aldus deze leden dat het karakter der natio nale beweging een verandering ten goede heeft ondergaan, en daarin moge reden kunnen worden gevon den om over die beweging anders te denken dan vroeger, dat behoeft toch niet te leiden tot inwilliging van alle wenschen, welke door die beweging worden geuit. De Indische pensioenen Hun beschouwingen beëindigend, ga ven deze leden nog als hun meening te kennen, dat in den financieelen toestand van Ned.-Indië alle reden gelegen is om het vraagstuk van het toepassen van een korting op de reeds toegekende pen sioenen opnieuw in overweging te nemen. Tegen dit denkbeeld werd aanstonds opgekomen door andere leden, die met betrekking tot de pensioenen wel bereid waren hun medewerking te verleenen aan het afsnijden van excessen, doch met aan het toepassen van een algemeen geldende korting of aan het tot stand de lagere ressorten in de behartiging van de overgedragen onderwijsbelangen zeer tekort schiet. Wat het HollandschIndisch onder wijs betreft, gaven verscheidene leden te kennen, zich niet wel te kunnen indenken in het beleid door de Indi sche Regeering met betrekking tot dat onderwijs gevoerd. Den groei van het Westersch onder wijs zoowel van het lager, het meer uitgebreid lager en het middelbaar onderwijs als van het vakonderwijs achtten vele leden verblijdend. Ver trouwd werd, dat de aandacht der Regeering op verderen voortgang in dezen gericht zal blijven. De reorganisatie van het leger, In verband met de belangrijke be dragen, welke voor de verdere uitbrei ding en moderniseering van het leger worden uitgetrokken en met de uitga ven van gelijken aard, welke nog in uitzicht worden gesteld, stelden ver scheidene leden de vraag, wanneer het legerbestuur meent met deze reorgani satie geheel gereed te kunnen zijn. Aangedrongen werd op het in het le ven roepen van een Inheemsche volks militie. Vele leden spraken naar aanleiding van dien aandrang als hun meening uit, dat een uitbreiding van de militie tot de inheemsche bevolking voor de ver dediging van Java niet urgent is te achten en bovendien om financieele re denen thans niet uitvoerbaar zou zijn. Gevraagd werd, of de proeven met metalen bommenwerpers als geslaagd kunnen worden beschouwd en of de plannen tot aanschaffing van deze vliegtuigen voor Indië doorgang zullen vinden. Van verschillende zijden werd de vraag gesteld, of de stijging van de kosten van levensonderhoud aan de Regeering aanleiding kan geven een toeslag te verleenen op de pensioenen van de oud-Indische militairen. De versterking van de vloot Vele leden verklaarden het te be treuren, dat er inzake de versterking van de defensie in Indië controversen zijn ontstaan, doordat allerlei in dezen geen verantwoordelijkheid dragende personen het pleit hebben gevoerd voor een bepaalde, eenzijdige bewapening, zonder rekening te houden met den or- ganischen samenhang van alle wapenen te land en ter zee. Voorts wenschten vele leden thans niet in een gedachtenwisseling te tre den over de vraag, of aan de Neder- landsche vloot in Indië al dan niet zware artilleneschepen behooren te worden toegevoegd. Zij zouden de Regeeringsvoorstellen inzake de vlootuitbreiding afwachten en te zijner tijd met die voorstellen als grondslag hun oordeel uitspreken. Gevraagd werd, of in Indië beschikt wordt over vliegtuigen, die ingericht zijn voor het uitwerpen van drijvende mijnen, r-n zoc neen, of het in dienst stellen van zoodanige vliegtuigen dan spoedig kan worden verwacht. Eveneens zou men gaarne vernemen, of de Regeering geslaagd is in het aan schaffen van luchtkruisers. Onderwijs- hadden zeer vele leden kennis genomen van de voor nemens tot uitbreiding en versterking van eenige takken van onderwijs. Die voldoening kan een deel dezer leden er echter niet van weerhouden, te constateeren, dat hetgeen thans zal worden gedaan bij lange na niet ge noeg is om den bestaanden achterstand in te halen. Afgezien van de frequentie van het volksonderwijs, kan het peil daarvan naar het oordeel van vele leden niet bevredigend worden geacht. Uit 'de Volksraadstukken hadden verscheidene leden den indruk ge kregen, dat een deel der besturen van De vlet, welke Woensdag uit Urk naar de „Holland” en de „IJssel” was vertrokken, is gisteravond om zes uur, nadat de sleepbooten de schepen uit het ijs hadden verlost, op Urk terug gekeerd. De bemanning van deze vlet Aan het voorloopig verslag van de Tweede Kamer over de Indische be grooting voor 1940 is het volgende ont leend: Vele leden gaven uiting aan hun waar deering voor het algemeene beleid, zoo als dat door den minister en den gou- verneur-generaal wordt gevoerd. Andere leden oordeelden, hoezeer overigens ook zij zich in menig opzicht achter Regeering en Gouverneur-Gene- xaal konden scharen, het gevoerde be leid in financieel opzicht aan ernstige bedenking onderhevig. Op dit cardinale punt achtten zij een koerswijziging noodzakelijk, opdat niet te eeniger tijd een toestand ontsta, waarin financieele moeilijkheden dwingen ook af te zien van het vele goede, dat thans nog be reikbaar is. Verscheidene leden verklaarden met het algemeene beleid slechts matig te zijn ingenomen. Uit menige beslissing van den Volks raad en uit verschillende in dat college gedane uitlatingen mag de gevolgtrek king worden gemaakt, dat zoowel in In heemsche kringen als binnen andere overwegend Indisch georiënteerde groe pen een sterkere behoefte aan meer staatkundige rechten bestaat dan de Regeering blijkbaar onderkent of al thans wenscht te erkennen. Eenige andere leden, die zich bij het critische gedeelte van dit betoog aanslo ten, noemden het in het bijzonder ook teleurstellend, dat noch in de Troonrede noch in de jongste rede van den Land voogd tot opening van de zitting van den Volksraad eenig perspectief inzake de politieke ontwikkeling van Indië in de naaste toekomst werd geopend. voor de vergadering van den Gemeenteraad op Maandag 22 Januari, 1.30 uur n.m. Beraadslaging over: 5. het voorstel tot inbreng van gronden in het Grondbedrijf; 6 het voorstel tot het maken van een voorplein en toegangswegen, dienstgebou wen. enz. bij en op de tweede algemeene begraafplaats „Westduin” 7. het voorstel tit verhuring van het trottoir voor het perceel Bonistraat no. 2B aan J. C de Bruijn. 8 het voorstel tot het verleenen van eervol ontslag aan G. Vermeulen en aan mevr. W M C. Verstege-Rademaker, on derscheidenlijk als leeraar en als leerares aan de Gemeentelijke Handelsavondscho- len. 9. het voorstel om goed te keuren, dat eenige boomen worden geveld en verkócht 10. het voorstel tot verbetering van dcii toegangsweg van de algemeene ’-.egraaf- plaats aan de zijde van de Koninginne gracht. 11. het voorstel tot straataanleg en tot dec aanleg van een rijwielpad in het plan 12. het voorstel om te verklaren dat de instandhouding van een zestal ópen bare lagere scholen ingevolge art 19 der L-O -wet 1920 wordt gevorderd scholen met minder dan 125 leerlingen) 13. het voorstel van de Raadsberoeps- commissie naar aanleiding van het vnr-ock van G. H Voorham om vergunning voor de verbouwing van het perceel vliken- boschlaan 19. U. Het voorstel tot het toekennen van een subsidie aan de stichting „Volksmu- ziekscnool 15. het voorstel tot het toekennen van een subsidie aan de vereeniging „Armen zorg” 16 het voorstel tot het toekennen van aanvulüngssubsidies voor 1939 len behoeve van de 3e ambachtsschool, de 3e avond- teekenschool en de ie1 avondteekenschool van de vereeniging „De Ambachtsschool te 's-Gravenhage 17. het Voorstel tot wijziging van een erfpachtsovereenkomst voor grond, gele gen aan de Cruquiuskade en de Cruquius- straat. 18. het voorstel tot aankoop ceelen IU. 67/69. 19. het warm t-- weer.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 10