WORTH STAT E l
I
voor
De Indische begroeting
1940
VALDA PASTILLES
HAAGSCHE COURANT VAN ZATERDAG 20 JANUARI 1940. DERDE BLAD,
PAGINA 2.
het
voor
van
Waardeering
algemeen beleid
minister en Landvoogd
11 AMI RICAN WCKARETTES[J
de
Politiek beleid
GEMEENTERAAD
ERKOUDHEI
ECHTE VALDA J
Een vergeefsche tocht per ijsvlet van
Elbarg ait
Blijkens het voorloopig verslag der Tweede Kamer achtten
vele leden voortgang met het aanbrengen van staatkundige
hervormingen gewenscht, al behoort daarbij naar hun meening
de noodige omzichtigheid te worden betracht. Verscheidene
leden bepleitten ruimere zelfstandigheid van den Volksraad
Critiek op en lof voor
financieele politiek
De vlet uit Urk.
is wel
De schuldpositie.
absolute
geen
AANVULLINGSAGENDA
en
Tus-
Nieuw-Guinea-
derscheidenlijk als leeraar en als leerares
Met voldoening
brengen van een regeling van nivellee
renden aard.
De financiering van de defen-
sie-uitgaven.
boord van
uitstekend
ijs in den
Donderdag
Voedselschaarschte op Java
ter sprake gebracht.
zou
misbruikt
met
her-
zeer
de
ge-
ook
van
ver
fje
b»1
bla
vóór zich comphcones voordoen
Gebruik
hel sterk onfiseptische geneesmiddel
Moor vroog noor de
m Mollondsche dooien
Waardeering voor de finan-
cieele politiek.
Vele andere leden verklaarden zich
met de financieele politiek, gelijk die de
laatste jaren door de Regeering werd
gevoerd, geheel te kunnen vereenigen
Dat de opbrengst der middelen over de
jaren 1937 en 1938 zoo zeer de verwach
ting overtrof, dat niet alleen de geraam
de tekorten in werkelijkheid niet ont
stonden, doch zelfs nog overschotten
konden worden geboekt, kan slechts tot
verheuging strekken. Ook voor het jaar
1939 is. naar deze leden meenden, wan
neer de abnormale uitgaven, voorko
mende op de nog te verwachten aanvul
lingsbegrooting ten behoeve van de de
fensie. buiten beschouwing worden ge
laten, de verwachting niet ongunstig te
noemen.
Intusschen waren ook deze leden niet
blind voor het feit, dat men op het stuk
der financiën voor vele onzekerheden
staat. Dit geldt voor Indië evenzeer als
voor Nederland. Wel schijnt het, dat In
die er in dit opzicht iets gunstiger voor
staat.
Economisch beleid.
Verscheidene leden betoogden, dat,
indien men het economische aspect een
oogenblik beschouwt los van de oor
logsomstandigheden, er alleszins reden
is tot voldoening over het bereikte re
sultaat.
Naar hun
misch beleid
het
den
ambte-
Verscheidene leden meenden in het
bijzonder de aanzienlijke stijging in
het licht te moeten stellen, welke de
vlottende schuld in den iaatsten tijd
vertoont. Van 57.7 millioen in 1938
was deze in December j.l. opgeloopen
tot rond 124 millioen.
Vele andere leden, die het bedoelde
accres zeker niet onbelangrijk achtten
en daarin dan ook hunnerzijds een ver
sterking zagen van het standpunt, dat
bij het financieele beheer de noodige
voorzichtigheid moet worden inachtge-
nomen, gaven niettemin als hun oor
deel te kennen, dat de schuldpositie
van Ned.-Indië, gezien de uitgestrekt
heid van het land en den omvang van
de overheidstaak aldaar, niet dermate
verontrustend is, dat met het oog daar
op elke bezuiniging, ook inzien die zou
leiden tot beknotting van de welvaarts-
diensten, zou moeten worden aanvaard.
wist te vertellen, dat aan
de schepen de stemming
was. Het kruien van het
nacht van Woensdag op
had den schepen weinig schade berok
kend. De situatie was, nadat de pas
sagiers Woensdag de „Holland” hadden
verlaten, vrijwel niet gewijzigd. Er was,
dank zij de goede zorgen van den wal
en den aanvoer per vliegtuig, vol
doende voedsel aan boord. Het ijs was
kalm en er was slechts weinig wind.
Het vriesweer was gunstig voor de be
schadigde schepen, daar het de kans
op kruiend ijs sterk verminderde.
Om elf uur verliet de bemanning
van deze vlet de schepen. Deze aan
vaardden op dat tijdstip den terug
tocht.
den ondervonden. Het was mogelijk ge
weest de lekken te dichten, zoodat de
schepen thans slechts zeer weinig water
maken. Hoe groot de totale schade is
welke door deze expeditie is geleden,
kan nu nog niet worden vastgesteld, al
zeide de heer Koppe ons wel, dat zij in
de tienduizenden guldens zal beloopen.
De petitie-Soetardjo.
In den door hen ontwikkelden gedach
ten gang achtten de leden, hier aan
het woord, het een staatkundige fout,
dat de Regeering de petitie van den
Volksraad de z.g.n. petitie-Soetardjo
waarin gevraagd werd om ruimer
zelfstandigheid, heeft afgewezen. Zij
betreurden het dan ook, dat in de
volksvertegenwoordiging deze beslis
sing niet op grooter verzet is gestuit.
Bezwaarlijk valt naar hun meening
te ontkennen, dat het stadium, waarin
de politieke ontwikkeling in Indië zich
bevindt, de overweging van een her
ziening van de positie van den Volks
raad en van de staatkundige verhou
ding tot het moederland noodig maakt
Een dramatische reis is ten einde.
Drie schepen voeren Maandag uit om
den strijd aan te binden tegen het ijs.
een der meest verbeten vijanden van de
scheepvaart. Twee van de drie schepen
keerden naar huis terug. Zwaar bescha
digd. voorloopig niet in staat om uit te
varen, Het derde schip is achter geble
ven. Eenzaam ligt het nu te midden van
het vijandige ijs, dat wacht op zijn
bondgenoot, den wind, om het vernielde
schip geheel te vermorzelen.
De overwinning van het ijs
volkomen.
en dat ,de tijdsomstandigheden daar
toe te meer dringen.
van d» per-
Nieuwe Havenstraat nos. 63/65 en
t voorstel tot verstrekking van
voedsel gedurende het felle winter.
Verscheidene andere leden wezen er
naar aanleiding van deze beschouwin
gen op, dat de ervaring al wel heel dui
delijk heeft uitgewezen, dat het in-
heemsche kapitaal veel te gering is om
een krachtigen drang naar de ont
plooiing van het eigen bedrijfsleven te
kunnen bijhouden. Ook aanvulling
door credieten, verleend door de over
heid, op zich zelf niet de meest ver
kieslijke vorm van financiering zal
niet voldoende baat kunnen geven.
Noodzakelijk zal het daarom zijn, dat
voor dit doel het inheemsche kapitaal
door Nederlandsch kapitaal wordt aan
gevuld.
Van een ruimere economische sa
menwerking, misschien beter omschre
ven als de stelselmatige opbouw eener
rijkshuishouding door wederzijdsche
hulp en steun, verwachtte een deel de
zer leden nog grootere resultaten dan
van alle vormen van samenwerking in
kleiner verband, welke zijn of nog zou
den mogen worden beproefd.
'I
Bij de afdeeling „Binnenlandsch be
stuur” verzochten vele leden te mogen
worden ingelicht met betrekking tot
den stand der openlegging van Nieuw-
Guinea. Kan de Regeering aan de Ka
mer eenig inzicht verstrekken in de
resultaten, welke de Nieuw-Guinea
Petroleum Maatschappij, de Nieuw-
Guinea Mijnbouw Maatschappij en de
Nieuw-Guinea Handel Maatschappij
tot dusver hebben bereikt, en wellicht
ook mededeelingen doen omtrent ver
dere uitingen van ondernemingsgeest
met betrekking tot dit gebied
Gisteravond om half negen kwamen
te Elburg zes doodelijk vermoeide man
nen met een ijsvlet van het IJsselmeer.
’s Morgens om acht uur waren zij uit
Elburg vertrokken om te trachten de
ingesloten schepen de „IJssel” en
de „Holland” te bereiken en voedsel
te brengen. Onder hen bevond zich een
expert van de verzekeringsmaatschap
pij, welke de lading van de „Fries
land” 70 ton blik, ter waarde vari
ongeveer 23.000 had verzekerd.
Getracht zou worden deze lading te
bergen of althans de mogelijkheid tot
berging onder pogen te zien. Ook be
hoorde tot het gezelschap een film
operateur die wilde trachten de terug
reis van de schepen naar Amsterdam
mede te maken.
Na een vermoeienden tocht kwamen
om ongeveer twaalf uur de schepen in
zicht. De mannen zagen ten Westen
van de „Holland” twee rookpluimen.
Later bleken dit de rookpluimen van
de beide sleepbooten te zijn, welke toen
reeds met de twee schepen op weg
naar Amsterdam waren.
Sociale wetgeving.
Van verschillende zijden werd weder
om geklaagd over den tragen gang
van zaken met betrekking tot de so
ciale wetgeving.
Een behoorlijk uitgegroeiden, recht
streeks onder den Gouverneur-Gene-
raal staanden socialen dienst, achtten
vele leden een onafwijsbare voor
waarde voor de totstandkoming in het
vereischte tempo van een passende
sociale wetgeving in dit gebiedsdeel.
De kennisneming van de mededee
lingen, welke per drie maanden door
het centraal kantoor voor de statistiek
worden verstrekt over het verloop van
de loonen in de cultures, had bij ver
scheidene leden de vraag doen rijzen,
of het toezicht van overheidswege op
den loonstandaard en de van de Regee
ring uitgegane aansporing, de arbei
ders in gunstiger bedrijfsresultaten te
doen deelen, wel het nuttige gevolg
hebben gehad, dat men zich daarvan
aanvankelijk voorstelde.
oordeel zal het econo-
vooral gericht moeten
zijn op het belang van de Indische sa
menleving zelf en zal elk ander belang
slechts in de tweede plaats mogen ko
men. Zoo zal het bijv, gewenscht zijn
zooveel mogelijk te bevorderen, dat de
inheemsche nijverheid, welke van zoo
uitnemend belang voor de economische
ontwikkeling van Indië is, niet met Ne
derlandsch doch met Indisch geld wordt
gefinancierd.
Critiek op het financieele
beleid.
Iridien men aldus verscheidene
leden het financieele beleid van de
laatste jaren nagaat, zooals dat in de
ramingen van middelen en uitgaven tot
uiting komt, moet men tot de conclusie
komen, dat dit beleid niet gedragen
wordt door de immer toch nog juiste
gedachte, dat een sluitende begrooting
een primaire eisch van goede financieele
politiek is.
Nu zijn de uitkomsten voor een deel
gunstiger geweest dan aanvankelijk
werd verwacht. Dit was echter niet te
danken aan eenige daad van financieel
beleid, doch aan de economische ople
ving, welke in 1936 begon en waarvan
in het bijzonder de jaren 1937 en 1938
hebben geprofiteerd. De geraamde te
korten voor deze jaren werden omgezet
in batige sloten van resp. 26.8 en 7.6
millioen. Hoe gevaarlijk het is, op zulke
meevallers te rekenen, toont echter de
uitkomst van het jaar 1939 met een ver
moedelijk tekort van 43.7 millioen.
Voor 1940 schijnt, afgezien van die te
verwachten suppletoire begrooting, een
schatting van het reëele tekort op 72
millioen niet overdreven.
Vele leden brachten de voedsel
schaarschte op Java ter sprake.
Zij meenden te weten, dat op Bali
een regeling bestaat, reeds dateerende
van vóór de bezetting van dat eiland
in 1905, waarbij het verboden is de in
de rijstschuren aanwezige rijst te ver-
koopen voordat de padi van den vol
genden oogst aren geschoten heeft.
Voedseltekorten komen dan ook op
Bali nimmer voor. Toepassing van deze
regeling op Java zou naar het oordeel
dezer leden te diep ingrijpen in de be
staande maatschappelijke ordening.
Het kwam hun evenwel voor, dat een
min of meer in gelijke richting geleide
bemoeiing van regeeringswege met de
rijstdistributie op het laatstgenoemde
eiland de groote nadeelen, verbonden
aan het idjonsysteem, wel eenigermate
zou kunnen ondervangen.
Het continueeren van de emigratie
naar de buitengewesten na het wegval
len van de daarvoor in de jaren 1936
tot en met 1939 beschikbaar geweest
zijnde 3 millioen uit de Nederland-
sche welvaartsbedrage werd algemeen
toegejuicht
Voortgang der staatkundige
hervormingen gewenscht
Vele leden achtten voortgang
het aanbrengen van staatkundige
vormingen in Ned.-Indië gewenscht, al
behoort daarbij naar hun meening de
noodige omzichtigheid te worden in
acht genomen en al verdient het huns
inziens zeker geen aanbeveling, in de
desbetreffende plannen reeds thans
gelijk van bepaalde zijde wordt voor
gestaan een herziening van de po
sitie van den Volksraad te betrekken.
Naar hun oordeel bestaat een der
voornaamste plichten der Regeering
daarin, dat met alle beschikbare krach
ten wordt voortgewerkt aan de ont
wikkeling van de inheemsche bevol
king, zoowel op geestelijk als op econo
misch gebied. Daarnaast zal moeten
worden verder gegaan met den uit
bouw van het instituut der locale en
regionale gemeenschappen Daarbij zal
vooral ook aandacht moeten worden
gewijd aan de noodzakelijheid van
het aankweeken binnen die gemeen
schappen van politieke belangstelling
en politiek verantwoordelijkheidsbesef,
waaraan thans nog wel het een en an
der schijnt te ontbreken. Alleen op
deze wijze zal het mogelijk zijn, uitein
delijk te geraken tot een zelfstandige
bestuursvoering, waarbij
gezonde volksinvloed als
wordt ondervonden.
De N.S.B.
Met nadruk drongen vele leden er
op aan, dat de Regeering niet langer
zal volharden in de lijdelijke houding,
bij de behandeling van de begrooting
voor 1939 door haar verdedigd met
betrekking tot het optreden van de Na
tionaal Socialistische Beweging in
Indië in het algemeen en den invloed
van die politieke strooming binnen
he* ambtenarencorps in het bijzon
der.
Met stokken een vaargeul
gemaakt.
Met stokken moest eerst een vaar
geul worden gemaakt, voordat men met
de vlet den overtocht kon maken. Dit
oponthoud was voor een tweede lid
van de bemanning te machtig. De
korte rustperiode deed zijn spieren ver
stijven. Ook voor hem moest een
plaatsje in de vlet worden ingeruimd.
Het was voor de zoo zwaar beproefde
mannen een verademing, toen zij om
ongeveer half acht op het ijs een vijf
tal inwoners van Elburg tegenkwamen,
die hen tegemoet waren gegaan. Deze
namen het touw van de vlet over en
toen was het grootste leed geleden.
In het café van den heer de Vries
in Elburg had men alles klaar gezet
om de mannen zoo goed mogelijk te
ontvangen. Groote teilen met warm
zout water stonden gereed om de ver-
Er bestaat
rangorde.
Verscheidene andere leden verklaar
den zich met de hiervoren ontwikkelde
zienswijze geenszins te kunnen vereeni
gen Ontkend moet worden aldus
deze leden dat een normale staat
kundige ontwikkeling noodzakelijk bij
de lagere bestuurseenheden zou behoo-
ren te worden ingezet om daarna langs
den weg der geleidelijkheid zich naar
de hoogere voort te zetten. Regionaal
centraal bestuur hebben elk een
eigen taak en een eigen sfeer,
schen beide behoort een onderling ver
band te zijn. En in dat verband staat
het centrale bestuur in zekeren zin als
het hoogere boven het regionale. Dit
houdt echter niet het bestaan van een
absolute rangorde in.
De tegen een versnelling van de po
litieke ontwikkeling bij herhaling en
ook nu weder aangevoerde bedenking,
dat, zoo lang niet ook de massa der
bevolking staatkundig tot bewustzijn is
gekomen, een zelfstandig Indië zou zijn
een land, geregeerd door een numeriek
onbeteekenende groep intellectueelen,
konden de hierbedoelde leden niet als
deugdelijk erkennen.
Justitieele aangelegenheden.
Aan de beschouwingen omtrent de
onderafdeelingen der begrooting ont-
leenen wij het volgende:
Veie leden betuigden hun instem
ming met het krachtige optreden van
Regeering en rechterlijke macht inza
ke de bekende zedenmisdrijven.
Andere leden, die niet ontkenden,
dat hier een sterk ingrijpen noodig
was, vroegen toch, of niet in zeker op
zicht met meer beleid te werk had
kunnen zijn gegaan. In het bijzonder
meenden zij, dat aan deze zaak meer
ruchtbaarheid is gegeven, dan strikt
noodzakelijk mocht worden geacht.
Een van de betreurenswaadige
volgen daarvan is geweest, dat
namen zijn openbaar gemaakt
personen, die tenslotte niet zijn
volgd
Verscheidene leden, die van oordeel
waren, dat in de huidige omstandig
heden het oefenen in Indië van scher
pe critiek op de Indische Regeering
hetgeen in dit milieu zoo licht in we
zen tot ophitsing wordt ontoelaat
baar moet worden geacht, noemden
een nauwer toezicht op de pers gebo
den.
Verscheidene leden voerden
pleit voor een verbetering van
rechtstoestand der Indische
naren.
De schepen voeren reeds
Aanvankelijk begreep de bemanning
Van de ijsvlet niet, wat er met de
schepen in het ijs gebeurde. Ondanks
het feit, dat men stevig liep, naderde
men de schepen niet. Integendeel zij
raakten steeds verder weg. Tenslotte
drong het tot de mannen door, dat de
schepen den terugtocht reeds aanvaard
hadden en dat was een zeer groote
teleurstelling. In plaats, dat hun nu
een warmen maaltijd in een behaaglijke
kajuit wachtte, vonden zij slechts het
koude wrak van de „Friesland”, welke
sinds Woensdag steeds dieper gezakt
was en nu met de gangboorden op het
ijs rust. Het water stond aan boord van
het wrak tot over de dekken. Van
eenig comfort was dus geen sprake en
toen de vertegenwoordiger van de ver
zekeringsmaatschappij zijn inspectie
had beëindigd werd de terugtocht zoo
spoedig mogelijk aanvaard.
Het vroor hard, doch gelukkig was
er slechts weinig wind. Aan boord van
de „Friesland” werd de medegenomen
mondvoorraad verorberd en een slok
uit de cognacflesch genomen „tegen de
koude voeten” en om half twee be
gaven de zes mannen zich weer op het
ijs om te trachten zoo spoedig mogelijk
Elburg te bereiken.
Een verschrikkelijke terugtocht
Vooral de terugtocht is zeer zwaar
geweest. Wij spraken na de be
houden aankomst met den verzeke
ringsagent en hij typeerde den tocht
met de woorden „Het was verschrik
kelijk”.
Op de vlet was een groote hoeveel
heid vleesch, worst, koffie, boter, brood
en tabak, alsmede honderd kilo aard
appelen geladen. Wel had men de
lichtste vlet, welke te krijgen was,
voor dezen tocht medegenomen, doch
het was nog een heele vracht, welke
de mannen door de laag bevroren
sneeuw, welke sinds gisteren het ijs
bedekt, moesten trekken.
Toen de terugtocht een klein uur
oud was, werd een der mannen onwel.
Waarschijnlijk was hij door overver
moeidheid en koude bevangen. Besloten
werd de aardappelen op het ijs achter
te laten en op deze wijze was vol
doende ruimte in de vlet ontstaan om
den zieke een plaats te geven. Met
kranten en overjassen werd de man
toegedekt en gelukkig bleek hij spoedig
weer in orde te zijn.
De geul in het ijs op ongeveer ander
half uur gaans van Elburg, welke reeds
Woensdag was gesignaleerd, bleek te
zijn uitgedijd tot een breedte van on
geveer dertig meter. Reeds op de heen
reis had de bemanning van de vlet
hier met moeilijkheden te kampen ge
had. doch toen men op den terugtocht
de spleet bereikt, bleek het water te
zijn bevroren, echter niet voldoende,
om de vlet te dragen.
een ware,
een zegen
Zou men reeds
thans met het geven van zulk een in
vloed aan den top beginnen, dan
die ongefundeerd zijn en
kunnen worden.
Naar verscheidene leden meenden,
zal de toepassing van het door de In
dische Regeering uiteengezette stelsel
van financiering der defensie-uitgaven,
daarop neerkomende, dat die uitgaven
in beginsel in haar geheel ten laste
van den gewonen dienst zullen worden
gebracht, onvermijdelijk tot een veel te
zwaren druk op dien dienst leiden. Zij
vroegen daarom, of niet alsnog de in
stelling van een defensiefonds voor In
dië in overweging kan worden ge
nomen.
Andere leden daarentegen achtten de
in dezen bij de Regeering bestaande
voornemens juist. Zij zouden zich met
de instelling van een defensiefonds niet
kunnen vereenigen.
Gevraagd werd, of de minister be
reid is te bevorderen, dat de totstand
koming van een heffing op oorlogs
winsten zooveel mogelijk wordt be
spoedigd. Naar men meende, staat van
een aantal bedrijven wel vast, dat zij
reeds thans van de buitengewone om
standigheden profiteeren.
moeide voeten nieuwe kracht te schen
ken en een groote pan erwtensoep
stond op het vuur.
Toen om half negen de mannen van
de vlet den wal bereikten, was het
eerste wat zij deden, met hun door en
door verkleumde voeten in de teilen
te gaan zitten. Nadat men op deze
wijze een beetje bekomen was van de
erbarmelijke koude en de intense ver
moeienis, viel men aan op de soep,
welke werd rondgediend door de vroo-
lijke dochter van den heer de Vries.
Na verloop van tijd waren zij weer
zoo opgekikkerd, dat de verzekerings-
expert en de filmoperateur besloten
den terugtocht naar huis te aanvaarden.
De positie van den Volksraad.
Zij bepleitten een wijziging betref
fende de samenstelling van den Volks
raad en meenden allereerst de beper
king van het benoemingsrecht te moe
ten voorstaan. Daarnaast zou naar hun
meening mede ter betere benade
ring van een werkelijke vertegenwoor
diging een gedeeltelijke vervanging
van de indirecte verkiezing door een
rechtstreeksche dienen plaats te vin
den. Het in het leven te roepen recht
streeksche kiesrecht ware dan te ver-
leenen aan hen, die aan zekere eischen
van ontwikkeling en welstand voldoen.
In de hierboven weergegeven uiteen
zetting vonden de leden, die zich reeds
eerder als tegenstanders van een uit
breiding van de bevoegdheden van den
Volksraad hadden doen kennen, nog
aanleiding tot de verklaring, dat zij
zich ook met de bepleite veranderin
gen in de wijze van samenstelling van
dat college niet zouden kunnen ver
eenigen.
Vele leden stelden er prijs op te
doen blijken van hun groote waardee
ring voor het rustige en beheerschte
beleid, dat in politiek opzicht is en
wordt gevoerd.
Het moge waar zijn aldus deze
leden dat het karakter der natio
nale beweging een verandering ten
goede heeft ondergaan, en daarin
moge reden kunnen worden gevon
den om over die beweging anders te
denken dan vroeger, dat behoeft toch
niet te leiden tot inwilliging van alle
wenschen, welke door die beweging
worden geuit.
De Indische pensioenen
Hun beschouwingen beëindigend, ga
ven deze leden nog als hun meening te
kennen, dat in den financieelen toestand
van Ned.-Indië alle reden gelegen is om
het vraagstuk van het toepassen van een
korting op de reeds toegekende pen
sioenen opnieuw in overweging te
nemen.
Tegen dit denkbeeld werd aanstonds
opgekomen door andere leden, die met
betrekking tot de pensioenen wel bereid
waren hun medewerking te verleenen
aan het afsnijden van excessen, doch
met aan het toepassen van een algemeen
geldende korting of aan het tot stand
de lagere ressorten in de behartiging
van de overgedragen onderwijsbelangen
zeer tekort schiet.
Wat het HollandschIndisch onder
wijs betreft, gaven verscheidene leden
te kennen, zich niet wel te kunnen
indenken in het beleid door de Indi
sche Regeering met betrekking tot dat
onderwijs gevoerd.
Den groei van het Westersch onder
wijs zoowel van het lager, het meer
uitgebreid lager en het middelbaar
onderwijs als van het vakonderwijs
achtten vele leden verblijdend. Ver
trouwd werd, dat de aandacht der
Regeering op verderen voortgang in
dezen gericht zal blijven.
De reorganisatie van het leger,
In verband met de belangrijke be
dragen, welke voor de verdere uitbrei
ding en moderniseering van het leger
worden uitgetrokken en met de uitga
ven van gelijken aard, welke nog in
uitzicht worden gesteld, stelden ver
scheidene leden de vraag, wanneer het
legerbestuur meent met deze reorgani
satie geheel gereed te kunnen zijn.
Aangedrongen werd op het in het le
ven roepen van een Inheemsche volks
militie.
Vele leden spraken naar aanleiding
van dien aandrang als hun meening uit,
dat een uitbreiding van de militie tot
de inheemsche bevolking voor de ver
dediging van Java niet urgent is te
achten en bovendien om financieele re
denen thans niet uitvoerbaar zou zijn.
Gevraagd werd, of de proeven met
metalen bommenwerpers als geslaagd
kunnen worden beschouwd en of de
plannen tot aanschaffing van deze
vliegtuigen voor Indië doorgang zullen
vinden.
Van verschillende zijden werd de
vraag gesteld, of de stijging van de
kosten van levensonderhoud aan de
Regeering aanleiding kan geven een
toeslag te verleenen op de pensioenen
van de oud-Indische militairen.
De versterking van de vloot
Vele leden verklaarden het te be
treuren, dat er inzake de versterking
van de defensie in Indië controversen
zijn ontstaan, doordat allerlei in dezen
geen verantwoordelijkheid dragende
personen het pleit hebben gevoerd voor
een bepaalde, eenzijdige bewapening,
zonder rekening te houden met den or-
ganischen samenhang van alle wapenen
te land en ter zee.
Voorts wenschten vele leden thans
niet in een gedachtenwisseling te tre
den over de vraag, of aan de Neder-
landsche vloot in Indië al dan niet
zware artilleneschepen behooren te
worden toegevoegd.
Zij zouden de Regeeringsvoorstellen
inzake de vlootuitbreiding afwachten
en te zijner tijd met die voorstellen als
grondslag hun oordeel uitspreken.
Gevraagd werd, of in Indië beschikt
wordt over vliegtuigen, die ingericht
zijn voor het uitwerpen van drijvende
mijnen, r-n zoc neen, of het in dienst
stellen van zoodanige vliegtuigen dan
spoedig kan worden verwacht.
Eveneens zou men gaarne vernemen,
of de Regeering geslaagd is in het aan
schaffen van luchtkruisers.
Onderwijs-
hadden zeer vele
leden kennis genomen van de voor
nemens tot uitbreiding en versterking
van eenige takken van onderwijs.
Die voldoening kan een deel dezer
leden er echter niet van weerhouden,
te constateeren, dat hetgeen thans zal
worden gedaan bij lange na niet ge
noeg is om den bestaanden achterstand
in te halen.
Afgezien van de frequentie van het
volksonderwijs, kan het peil daarvan
naar het oordeel van vele leden niet
bevredigend worden geacht.
Uit 'de Volksraadstukken hadden
verscheidene leden den indruk ge
kregen, dat een deel der besturen van
De vlet, welke Woensdag uit Urk
naar de „Holland” en de „IJssel” was
vertrokken, is gisteravond om zes uur,
nadat de sleepbooten de schepen uit
het ijs hadden verlost, op Urk terug
gekeerd. De bemanning van deze vlet
Aan het voorloopig verslag van de
Tweede Kamer over de Indische be
grooting voor 1940 is het volgende ont
leend:
Vele leden gaven uiting aan hun waar
deering voor het algemeene beleid, zoo
als dat door den minister en den gou-
verneur-generaal wordt gevoerd.
Andere leden oordeelden, hoezeer
overigens ook zij zich in menig opzicht
achter Regeering en Gouverneur-Gene-
xaal konden scharen, het gevoerde be
leid in financieel opzicht aan ernstige
bedenking onderhevig. Op dit cardinale
punt achtten zij een koerswijziging
noodzakelijk, opdat niet te eeniger tijd
een toestand ontsta, waarin financieele
moeilijkheden dwingen ook af te zien
van het vele goede, dat thans nog be
reikbaar is.
Verscheidene leden verklaarden met
het algemeene beleid slechts matig te
zijn ingenomen.
Uit menige beslissing van den Volks
raad en uit verschillende in dat college
gedane uitlatingen mag de gevolgtrek
king worden gemaakt, dat zoowel in In
heemsche kringen als binnen andere
overwegend Indisch georiënteerde groe
pen een sterkere behoefte aan meer
staatkundige rechten bestaat dan de
Regeering blijkbaar onderkent of al
thans wenscht te erkennen.
Eenige andere leden, die zich bij het
critische gedeelte van dit betoog aanslo
ten, noemden het in het bijzonder ook
teleurstellend, dat noch in de Troonrede
noch in de jongste rede van den Land
voogd tot opening van de zitting van
den Volksraad eenig perspectief inzake
de politieke ontwikkeling van Indië in
de naaste toekomst werd geopend.
voor de vergadering van den Gemeenteraad
op Maandag 22 Januari, 1.30 uur n.m.
Beraadslaging over:
5. het voorstel tot inbreng van gronden
in het Grondbedrijf;
6 het voorstel tot het maken van een
voorplein en toegangswegen, dienstgebou
wen. enz. bij en op de tweede algemeene
begraafplaats „Westduin”
7. het voorstel tit verhuring van het
trottoir voor het perceel Bonistraat no.
2B aan J. C de Bruijn.
8 het voorstel tot het verleenen van
eervol ontslag aan G. Vermeulen en aan
mevr. W M C. Verstege-Rademaker, on
derscheidenlijk als leeraar en als leerares
aan de Gemeentelijke Handelsavondscho-
len.
9. het voorstel om goed te keuren, dat
eenige boomen worden geveld en verkócht
10. het voorstel tot verbetering van dcii
toegangsweg van de algemeene ’-.egraaf-
plaats aan de zijde van de Koninginne
gracht.
11. het voorstel tot straataanleg en tot
dec aanleg van een rijwielpad in het plan
12. het voorstel om te verklaren dat
de instandhouding van een zestal ópen
bare lagere scholen ingevolge art 19 der
L-O -wet 1920 wordt gevorderd scholen
met minder dan 125 leerlingen)
13. het voorstel van de Raadsberoeps-
commissie naar aanleiding van het vnr-ock
van G. H Voorham om vergunning voor
de verbouwing van het perceel vliken-
boschlaan 19.
U. Het voorstel tot het toekennen van
een subsidie aan de stichting „Volksmu-
ziekscnool
15. het voorstel tot het toekennen van
een subsidie aan de vereeniging „Armen
zorg”
16 het voorstel tot het toekennen van
aanvulüngssubsidies voor 1939 len behoeve
van de 3e ambachtsschool, de 3e avond-
teekenschool en de ie1 avondteekenschool
van de vereeniging „De Ambachtsschool
te 's-Gravenhage
17. het Voorstel tot wijziging van een
erfpachtsovereenkomst voor grond, gele
gen aan de Cruquiuskade en de Cruquius-
straat.
18. het voorstel tot aankoop
ceelen IU.
67/69.
19. het
warm t--
weer.