HAAGSCHE courant Weer in veilige haven teruggekeerd EEN NIEUW CRISISFONDS kA a I H O t-ö Psvt r Opgewekt? Ja—ik heb de beste sigaret Ijs van zestig c.m. dikte voor mijn gezondheid gevonden ML, j Zaterdag 20 Januari 1940. DERDE BLAD. Alles wel aan boord de en te to I ven kon worden voor dien toeslag, een Staatscommissie onder voor zitterschap van den heer van Kar- nebeek, den toenmaligen burge meester van onze stad, thans com missaris der Koningin in de pro- vincië Zuid-Holland. Wij hebben er vele vergaderingen aan gewijd en wij hebben gezien, dat het heel Weerkundige Waarnemingen oogenblik zouden beginnen af gezien nog van het feit, waarop de teer Kortenhorst wees, dat men allen prikkel voor het bedrijfsle ven, om nog bepaalde artikelen aan te trekken of bepaalde artike len nog goedkoop te fabriceeren, volkomen afsnijdt, dan zou dat reel veel geld kosten, dat ik op iet oogenblik niet zou weten te vinden.” De minister voegde daaraan toe, dat hij op het oogenblik nog op iet standpunt staat, dat hij moest zorgen, dat de prijsverhooging tot een minimum beperkt blijft, dat lij speciaal en zeer bijzonder het prijspeil van de artikelen voor de eerste levensbehoeften moest na gaan en in geval van ernstiger af wijking, dan moest zien, wat dat oogenblik zou vereischen. In hoeverre deze uitlatingen te rijmen zijn met de thans gedane mededeeling, zal nader moeten blijken. Zooveel is echter zeker, dat indien het nieuwe fonds inder daad dienstbaar wordt gemaakt aan het laag houden van de prij zen der eerste levensbehoeften daarmede zeer aanmerkelijke be gaven ten behoeve van de voedsel voorziening daaruit niet mogen worden gedaan. Van de inmiddels in het bijzonder met betrekking tot de akkerbouwproducten geno men maatregelen is het zeer moei lijk vast te stellen, welk deel daar van betrekking heeft op de voed selvoorziening en welk deel strekt tot steun aan den landbouw. Daarbij komt nog wat anders. Verschillende takken van den land bouw zullen, doordat de wereld marktprijzen sinds het uitbreken van den oorlog niet of onvoldoen de gestegen zijn of de export be langrijke belemmeringen onder vindt, in de naaste toekomst be langrijken financieelen steun be hoeven (de memorie van toelich ting noemt de veehouderij, den tuinbouw en de sierteelt). Maar waar moet het geld voor dien steun vandaan komen, nu de op brengst van een van de voornaam ste bronnen van inkomsten van het Landbouw-Crisisfonds, n.l. de prijsverschillen, geheven bij den invoer van granen, door de stijging van de graanprijzen reeds aanmer kelijk is teruggeloopen? Boven dien zal er in de naaste toekomst nog heel wat meer geld noodig zijn voor de financieele voorzienin gen op het gebied van andere be drijfstakken dan landbouw en vis- scherij. Een en ander heeft de Re- geering tot het voorstel geleid, ten behoeve van de geheele economi sche verdediging des lands één fonds te vormen, waaruit alle daarop betrekking hebbende uit gaven dienen te worden bestreden. De begroeting van dit nieuwe fonds, dat in de plaats treedt van het Landbouw-Crisisfonds, bestaat uit twee hoofdstukken: 1. Land bouw en Voedselvoorziening, 2. Handel, Nijverheid en Scheep vaart. Evenals thans ook de vis- scherij steun ontvangt uit het Landbouw-Crisisfonds, zullen ook in de toekomst de kosten van de maatregelen ten behoeve van de visscherij uit het nieuwe fonds worden bestreden. Aan de instel ling van het nieuwe fonds zal te rugwerkende kracht worden ver leend tot 1 September 1939, aan gezien reeds toen de maatregelen ten behoeve van de voedselvoor ziening in werking zijn getreden en dus de moeilijkheden van de financiering dezer economische verdedigingsmaatregelen zich van dat oogenblik af reeds deden ge voelen. geering met het woord: „hierbij”? Beteekent dit, dat onder de in komsten van het fonds geen hef- ïng zal voorkomen, die op de genoemde eerste levensbehoeften jrijsverhoogend werkt? Maar dit s volkomen in strijd met de be ginselen waarop de landbouwsteun ie rust en die bij de instelling van iet nieuwe fonds, zooals trouwens ilijkt uit de tevens ingediende eer ste begrooting van dit fonds, ge- 2 handhaafd blijven. In dit verband doen de woorden: „ook voortaan” eenigszins vreemd aan. Zeker, de „Prijsopdrijvings- wet 1939” verbiedt in het alge meen artikelen tegen een hoogeren prijs te verkoopen dan in Augus tus 1939. Maar de minister van Economische Zaken erkent, dat rekening mag worden gehouden met gestegen productiekosten en met het beginsel der vervangings waarde En zoo is met name de irijs van het brood reeds gestegen. Nog enkele dagen geleden is die prijs hier ter stede weer met-één cent verhoogd. Is het dan soms de bedoeling van de Regeering door middel van toeslagen uit het fonds aan de pro ducenten dezer eerste levensbe- loeften, gepaard met prijszetting, verdere prijsvbrhooging daarvan tegen te gaan? Er zijn uitlatingen in het vervolg van de memorie van toelichting, welke in die rich ting zouden kunnen wijzen. Zoo ezen we. in verband met de onze kerheid van de hierboven genoem de inkomsten van het fonds, dat zich de mogelijkheid laat denken, dat waar de Regeering zelf pro ducten inkoopt, om deze later door te verkoopen aan handelaren, in- dustrieelen. enz., zich zoowel voor directe verbruiksgoederen als voor industrieele grond- en hulpstoffen de noodzaak laat denken, dat, om ongewenschte prijsstijging hier te lande te voorkomen, voor lageren prijs dan den aankoopprijs zal moeten worden doorverkocht. Ook in de vorige oorlogsperiode Bij de behandeling van de be grooting van Economische Zaken, op 16 November, liet minister Steenberghe zich naar aanleiding van den aandrang van prof, van Gelderen op stabilisatie van het prijspeil, speciaal van de eerste le vensbehoeften, in ongeveer den- zelfden zin uit. Hij zeide: „Men zal zich herinneren, dat men in het laatste jaar van den vorigen oorlog met dergelijke toe slagen heeft gewerkt. Men zal zich ook herinneren de heer Korten horst heeft erop gewezen dat dat honderden milioenen heeft ge kost. Als wij daaraan, reeds op het van de firma Koppe Na het avontuur in het ijs op het Ijsselmeer zijn de schepen „Holland” en „IJssel heden in de Amsterdam sche haven teruggekeerd. dragen gemoeid zullen zijn. Wil de Regeering desniettemin de bijdra gen van het Rijk aan het fonds zoo laag mogelijk houden, dan zal zulks alleen zijn te bereiken óf door sterke opvoering van de overige inkomsten van het fonds, hetgeen beteekent, dat door de verschillende heffingen de prijzen van alle artikelen, die niet tot de eerste levensbehoeften behooren, sterk zullen stijgen, óf door sterke inkrimping van de uitgaven. Maar dan zal er maar weinig terecht komen van den steun aan land bouw en visscherij, aan handel, nijverheid en scheepvaart. De in te stellen Centrale Commissie, die den minister van Economische Za ken bij het beheer over het fonds van advies zal moeten dienen, komt dus wel voor moeilijke pro blemen te staan. Ten slotte, hoe deze problemen ook zullen wor den opgelost, staat één ding vast: het Nederlandsche volk zal deze economische verdediging, in wel ken vorm dan ook, hebben te be talen Moge het bereid zijn de daar voor noodzakelijke offers met de zelfde blijmoedigheid te brengen als die voor de militaire lands verdediging. Natuurlijk zal het saldo van het Landbouw-Crisisfonds in het nieu we fonds worden gestort, met dien verstande, dat een deel van dit saldo, n.l. 20 a 25 millioen gulden, gereserveerd blijft om tekorten op de zuivel te dekken. Het nieuwe fonds zal zooveel mogelijk zichzelf moeten bedrui pen, evenals het Landbouw-Crisis fonds. Welke inkomsten heeft de Regeering daartoe aan het fonds toegedacht? Zij noemt in de me morie van toelichting een vijftal; doch in het wetsontwerp zelf wor den zeven categorieën van in komsten vermeld, waaronder ook bijdragen door het Rijk aan het fonds verstrekt. De in de toelich ting genoemde bronnen van in komsten van het fonds zijn de vol gende: 1. het berekenen van een zekere marge tusschen den prijs, niet een welstandsgrens aangege- waarvoor goederen door de Regee ring in het binnen- of buitenland worden aangekocht en dien, waarvoor deze hier te lande aan fabrikant, handelaar of importeur worden doorverkocht; 2. binnen- landsche heffingen op het berei den, telen, afleveren, verhandelen, enz. van crisisproducten op grond van de Landbouw-Crisiswet 1933; moeilijk was een regeling te tref- 3. Prijsverschillen of heffingen bij den uitvoer van crisisproducten op grond van dezelfde wet, voorzoo- ver de opbrengst in het buiten land daartoe aanleiding mocht geven; 4. prijsverschillen of hef fingen bij den invoer van crisis producten op grond van genoemde wet; 5. heffingen ter bestrijding van de kosten, verbonden aan dis- tributieregelingen, als bedoeld in het Distributieheffingsbesluit 1933. De Regeering laat hierop vol gen: „De bedoeling hierbij is, ook voortaan de eerste levensbehoef ten, welke een belangrijk deel van het budget van de lagere inkomens uitmaken, als brood, aardappelen, vetten, schoeisel, kleeding, zoo veel doenlijk aan een prijsverhoo ging te onttrekken.” Dit laatste is een hoogst belang rijke mededeeling, welke echter nog niet voldoende duidelijk is geformuleerd en waarover de schriftelijke gedachtenwisseling met de Kamer zeker meer licht za ontsteken. De vraag, waartoe deze mede deeling in de eerste plaats aanlei ding geeft, is, wat bedoelt de Re- fen, waarbij die toeslag alleen ge geven werd beneden een zekere welstandsgrens, Voordat de Staats commissie goed gereed was, was de oorlog gelukkig geëindigd. Die moeilijkheid zou zich op het oogenblik opnieuw voordoen. Dat is ook een reden, waarom wij niet dan in geval van urgentie het kan natuurlijk noo dig worden tot een toeslag op de distributielevensmiddelen of andere levensmiddelen zullen moeten overgaan.” zoo voegt de Regeering daaraan toe heeft de noodzaak van zulke handelwijzen zich duidelijk doen gevoelen. In dezelfde, richting wijst de verklaring, dat bijdragen van het Rijk aan het fonds ten slotte wel licht niet zullen kunnen worden gemist. Aan den anderen kant echter is bij de behandeling van de Rijks- begrooting voor 1940 in de Tweede Kamer aan den dag getreden, dat de Regeering voor het geven van toeslagen om den prijs der eerste levensbehoeften laag te houden, althans voorshands niet veel ge voelde. Zoo zeide de minister-pre sident, de heer de Geer, bij de al- gemeene beraadslagingen over de begrooting op 1 November 1939, naar aanleiding van het denkbeeld van den heer Drees om zulk een toeslag op levensmiddelen te ge ven: „Wanneer men komt tot een toeslag, zooals die in de vorige oor logsjaren heeft gewerkt, dan moet men niet vergeten, dat men voor deze moeilijkheid komt, dat die toeslag werkt voor iedereen en daardoor een ontzaglijk aantal mil ioenen kost. Ik heb zitting gehad in een Staatscommissie die in de najaren van den oorlog is be noemd, om te onderzoeken, of er „Holland” „IJssel” vanmorgen Amsterdam aangekomen pezer dagen is bij de Tweede Kamer een wetsontwerp inge diend tot instelling van een Fonds voOr de Economische Verdediging. Wat de Regeering onder „economi sche verdediging” van ons land verstaat, is voldoende bekend. Het zijn de door haar getroffen of nog te treffen maatregelen om de in standhouding van het bedrijfs leven te verzekeren, voorzoo- ver het voor de militaire lands verdediging van vitaal belang is en om een zoo goed mogelijke voorziening, een zoo rechtvaardig mogelijke verdeeling en een zoo economisch mogelijk gebruik te bevorderen van de hier te lande beschikbare producten en grond stoffen voor de voedselvoorziening van mensch en dier en voor die industrieën, die, ofschoon niet in de eerste plaats gericht op voorzie ning in de behoeften der defensie, voor ons volksbestaan om andere redenen onmisbaar zijn. Verder valt onder de economische verde diging de regeling van den aan voer van voor ons land noodzake lijke producten en grondstoffen. De Regeering zelf koopt thans groote hoeveelheden producten en grondstoffen aan, zoowel in het binnenland als in het buitenland, voor het meerendeel ten behoeve van de voedselvoorziening, in die gevallen, waarin aanvoer langs de particuliere handelskanalen niet meer voldoende mogelijk is. Bo vendien bevordert zij op verschil lende wijzen o.a. door molest- verzekering mogelijk te maken den aanvoer van particuliere goe deren van overzee. Ook de rege ling van de landbouwproductie be hoort tot de economische lands verdediging. De Regeering acht het eveneens denkbaar, dat zij te zijner tijd tot het geven van ze kere richtlijnen voor de in dustrieele productie zal moeten overgaan. Eveneens valt de steun aan landbouw en visscherij, voor- zoover de opbrengst daarvan de productiekosten niet dekt, naar het oordeel der Regeering onder de economische verdediging van ons land. Zij acht daarbij de mogelijk heid niet uitgesloten dat wellicht andere bedrijfstakken in bijzon dere gevallen zullen moeten wor den geholpen door maatregelen, welke het doen van uitgaven noodzakelijk maken. Tenslotte re kent de Regeering tot de economi sche verdediging de regelingen, welke getroffen worden om den uitvoer zooveel mogelijk gaande te houden. Voor verschillende land bouwproducten is reeds overge gaan tot centralisatie van den export, al dan niet gepaard gaande met aankoop door de Regeering van de te exporteeren producten. Waarom is hiervoor nu een /nieuw fonds noodig? Het behoeft 'geen betoog zegt de Regeering in de memorie van toelichting op het ingediende wetsontwerp dat dit samenstel van economische maatregelen uitgebreide financiee ls voorzieningen eischt. Tot dus ver werden deze uitgaven bestre den uit een aan de Regeering ver leend buitengewoon crediet van 60 millioen, waarvan inmiddels bij de Staten-Generaal een verhoo- ging is aangevraagd tot 160 mil lioen, en voorts uit het Landbouw- Crisisfonds. De Regeering acht het echter niet gewenscht deze wijze van financiering te bestendigen. Wanneer immers de Regeering uit dit crediet of uit het Landbouw- Crisisfonds gelden put om produc ten aan te koopen, welke zij Weer verkoopt, dan is het, naar zij mededeelt, niet mogelijk de op brengst van dien verkoop aan te Wenden tot dekking van nieuwe aankoopen. Waarom dit niet mo gelijk is, wordt in de memorie van toelichting niet medegedeeld, «laar de Regeering verzekert, dat de bestaande financieringsmethode bet gevolg zou moeten hebben, dat bij eiken nieuwen aankoop verhooging van het credietbedrag 2ou moeten worden aangevraagd. Een krachtiger argument voor de instelling van een nieuw fonds achten we, dat de financiering uit bet Landbouw-Crisisfonds thans aanmerkelijke moeilijkheden on dervindt, aangezien dit fonds uit sluitend dient tot steun aan den andbouw en de visscherij en. uit- 'i I I uur Het afscheid. CHIEF WHIP I No. 17472. Barometerstand van hedenmiddag 12 uur Vanmorgen om kwart voor kwam het convooi, bestaande In de Oostzee zijn de barometers weer dalende onder invloed van een depressie, welke zich in Noordelijke richting be weegt. Het hooge drukgebied over de Randstaten heeft zich in intensiteit toe nemend naar Finland verplaatst en de uitlooper, welke gisteren tot België reikte, trekt in Noordwestelijke richting en ligt nu over de Noordzee. Tijdens den helderen nacjit kwam in ons land plaatselijk zeer strenge vorst voor. De laagste temperatuur werd op Schiphol waargenomen, n.l. -17 graden, de Bilt had als minimum -16.3 graden, hetgeen voor de maand Januari een record betee- kent in de waarnemingsreeks in de Bilt, welke tot 1897 teruggaat. Tengevolge van den toenemenden wind ging tegen den ochtend de temperatuur weer stijgen. Ons land komt thans onder invloed van een krachtige Noordoostelijke luchtstrooming. Op den Oceaan is de depressie-activiteit nog zeer gering. Stormwaarschuwingsdienst. Geseind van de Bilt te 10 uur aan de posten van Delfzijl tot Hoek van Holland: „Weest op uw hoede”. Zonsopgang: 21 Jan. 7.59 uurj 22 Jan. 7.58 uur. Zonsondergang: 21 Jan. 4.24 u.; 22 Jan. 4.26 u. Lantarens aan: 21 Jan. tot 's m. 7.27 u.; 21 Jan. 4.55 u. nam.; 22 Jan. tot 'sm. 7.26 u.; 22 Jan. 4.57 u. nam. Hoogwater te Scheveningen. 21 Jan. ’s morgens 11.10 u.; nam. 11.40 u. 22 Jan. 's morgens 12.u.; nam. 12.20 u. Maandag géén schietoefeningen op het strand. Koppe benut om allen te danken voor de voortreffelijke wijze waarop men zich van zijn taak had gekweten, ook al had de tocht een tragisch verloop ge had. Gedurende zes etmalen was de be manning der schepen vrijwel voortdu rend in touw geweest. Om kwart voor drie zagen wij op de Oranjesluizen de schepen naderen en spoedig daarna hoorden wij het kraken van het brekende ijs. Voorop voeren de „Daniël”, en de „Wilhelmina”, gevolgd door de „IJssel” en de „Holland”, die in tegenstelling met de eerste berichten, de reis op eigen kracht volbracht en niet gesleept behoefde te worden. Om half vier lagen de „Daniël” en de „Holland” in de kolk. De stemming aan boord was opperbest. Iedereen was blij weer thuis te zijn na de spannende avonturen, welke beleefd waren. Een zware reis. De sleepbooten hadden een zeer zware reis gehad naar de schepen toe. Om kwart over zes waren de „Daniël” en de „Wilhelmina” Woensdagochtend uit Am sterdam vertrokken. Op volle kracht was doorgevaren tot des avonds kwart over tien. Toen woedde ’n felle sneeuw storm. Het zicht bedroeg ten hoogste vijf meter, zoodat de bemanningen van beide sleepbooten elkaar niet meer za gen. Om half zes werd Donderdag de reis weer hervat. Het ijs was gemiddeld vijf tig tot zestig centimeter dik, waardoor het uiterst moeilijk was te vorderen. Omstreeks middernacht circuleerde het bericht, dat de schepen tusschen het ijs zouden overnachten en bij het opko men van de zon de reis zouden voortzet ten. Inderdaad lagen de schepen gedu rende ruim een half uur stil, naar later bleek, om gelegenheid te geven de vu ren schoon te maken en.een intiem afscheidsfeestje te vieren. Met de haven in zicht riep de heer Koppe jr., alle op varenden aan boord van de „Holland” waar de hofmeester, die gedurende de geheele reis reeds blijken had gegeven zijn vak op uitmuntende wijze te ver staan, een wijngrog had gemaakt en en kele blikjes had geopend. Dit geïmpro viseerde souper gold als laatsten maal tijd aan boord en werd door den heer Tegen half tien ’s avonds werden de in het ijs beknelde schepen bereikt. Op enthousiaste wijze werd de bemanning der sleepbooten begroet. Een korte bespreking van de kapi teins, de chefs van den technischen dienst van de reederijen Koppe en Goed koop en den heer Koppe jr., had tot re sultaat. dat besloten werd naèr Amster dam terug te keeren, Het werd niet mo gelijk geacht Kampen te bereiken, daar juist in die richting het ijs zeer dik en glashard is. Vrijdagochtend om zes uur werd be gonnen met het uitbreken van de „Hol land” en de ..IJssel”. waarmede men na twee uur klaar was en toen de totale kolenvoorraad over de vier schepen was verdeeld, werd om half twaalf de terug tocht aanvaard, Deze verliep zeer vlot, daar het mogelijk bleek van de geul, welke de sleepbooten op hun heenreis hadden gebroken, gebruik te maken. Het weer was uitstekend. De lucht was helder en er stond vrijwel geen wind. Wel was het intens koud. De terugreis binnen een etmaal volbracht, was een uitstekende prestatie. Het bleek ons thans, dat de schepen van het kruien van het ijs op Woensdag en Donderdag vrijwel geen schade had- drie uit de sleepbooten „Daniël Goedkoop” en „Wil helmina Goedkoop” en de beide schepen van de reederij Koppe, de „IJssel” en de „Holland” in zicht van de Oranje sluizen af. Reeds vroeg in den avond had men van Marken uit de schepen waargenomen en om half tien zag de vuurtorenwachter van Durgerdam den schijnwerper van de „Daniël”. Met spanning werd uitgezien naar de vordering van de schepen, want het was bekend, dat juist het laatste gedeel te van den terugtocht uiterst zwaar zou zijn, daar de vorst en de wind hadden samengewerkt om een koek van gemid deld zestig centimeter dikte over het water te leggen. Barometer alhier v.m. 8 u. 767J m.m., v.m. 12 u. 767J m.m.; thermometer resp. -11 gr. en -5J gr. Celsius. Barometer na hedenmiddag 12 stationnair. Verwachting tot den avond van 21 Jan.: Wind: matig tot krachtig, Noordoostelijk tot Noordelijk; zwaarbewolkte tot betrok ken lucht; waarschijnlijk eenige sneeuw; matige tot lichte vorst.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 9