een
Poging tot inbraak
perceel in de Zoutmanstraat
SPORT
RECHTZAKEN
in
in
I
leer
LEGER EN MARINE
HAAGSCHE COURANT VAN DINSDAG 23 JANUARI 194D DERDE BLAD, PAGINA T
HAAGSCHE VOETBALBOND
PROCES VAN VREEMDELING TEGEN
DEN STAAT
o
o
1
1
1
o
2
0
o
o
o
1
1
1
1
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
2
o
2
1
1
0
o
o
1
2
2
2
2
4
o
o
1
1
UITSPRAKEN
B r -- -
o
o
o
o
o
o
o
o
gsp. gw. gel.vrl.pt. v t. gem.
22—10 1.60
OVERTREDING VAN HET
UNIFORMVERBOD?
I «ge
I da,--'
'oua,
ttvir
I ^ek
j ^ord,
“ouw
Het O.M. eischt tegen daders en
medeplichtigen gevangenisstraffen
voor den tijd van resp. twee en een
half en twee jaar1
VOETBAL.
aan
Begrooting Zuiderzeefonds 1940
Cromvliet 2
hard
je
ge-
D H. B. 2
V
OPZET TOT BELEEDIGEN NIET
BEWEZEN GEACHT.
het
het
alg.
5
3
4
5
4
7
5
5
6
5
6
5
5
7
5
5
6
5
7
7
6
6
3
5
5
7
1
0
0
4
4
3
2
1
1
1
1
0
0
5
k
J
2
1
1
1
3
2
2
1
0
0
5
2
3
1
1
1
0
3
3
4
4
3
3
3
0
5
3
3
3
2
1
0
0
4
4
4
2
3
2
1
0
5
4
3
3
4
3
4
1
2
2
1
0
4
4
3
1
2
1
1
0
0
o
o
1
o
1
1
o
1
1
o
o
o
0
0
1
2
2
5
3
4
0
1
1
4
3
3
4
1
1
2
2
3
4
4
6
0
1
2
2
2
1
5
4
0
2
3
2
3
3
5
6
0
O
1
2
4
3
4
6
0
2
2
3
3
3
4
0
1
1
1
3
2
3
5
0
1
2
1
3
3
3
4
10
4
3
3
O
O
10
6
6
7
5
3
1
O
12
7
7
4
3
3
1
10
10
8
8
8
5
3
O
8
8
7
5
3
2
4
2
1
O
9
5
6
3
5
4
2
O
9
10
8
5
6
4
2
O
10
8
7
6
7
7
1
9
10
7
5
5
4
4
2
6
6
8
8
6
6
6
O
10
12
7
5
4
2
O
9
6
8
5
5
5
3
O
39—12 2
20—17 1.33
24—21 1.16
26—19 1.—
23—26 1.—
23—30 1.—
9—20 0.20
2.—
1.33
Voor
toesi-
vai-
5
3
4
3
5
5
4
5
5
5
5
5
7
6
3
4
O
O
O
1
1
o
o
2
3
3
5
1
1
2
1
3
3
3
3
0
1
3
3
4
2
5
8
6
8
6
3
4
1
O
12
6
4
8
4
2
2
2
O
6
9
7
5
4
1
O
O
10
7
6
6
7
5
O
O
21—6
15—6
bij
bij
voor
H. U. S.
V I. O. S. 3
Overvoorde
V. U. C. 6
Or. Blauw 2
D C. S.
Red Cocks
V U. C. 7
Tonegido 3
Maasstraat 2
Celeritas 4
Naaldwijk 2
B. M. T. 4
22—14 1.50
20—14 1.50
33—23 1.33
20—17 1.33
26—22 1
28—16 0.15
16—28 0.15
7—38 O—r
6
3
2
4
2
1
1
1
0
2 5
5
5
4
3
2
5
5
3
3
35—6
15g
29—15 1.20
10—17 0.75
9—21 0.75
9—13 0.—
8—34 0.—
v.t. gem.
23—11 1.50
9—5 1.50
25—15 1.33
12—10 1.25
18—20 0.83
16—21 0.83
11—27 0.60
8—13 0.—
Beide verdachten, nader ondervraagd,
verklaarden, dat zij wel van 1
waren geweest om i—
dat zij, eenmaal binnen
hun voornemen 1-
S.V.G.E.B.
Rijswijk 2
Terlaak 2
S V. H.
B. M. T. 3
S V. C. 2
Texas 2
C V. S. 3
A D. O. 6
Wilsonmeters
Adelaars 2
V. O. D.
V D. S. 3
Quick 6
Oranje BI. 3
C W. P.
M V. K V.
Ooievaars 2
D. A. V.
T E. D. O.
Te Werve 2
H. V. V. 5
V.O.G.E.L. 2
A. E. C.
A T. V. V.
Adelaars
R V. C. 4
Archipel 2
V C. S. T. 2
H D. V. 2
Petrolea
Cromvliet 3
Rijswijk 3
D H. B.
Postduiven 3
E S. D. O. 2
Postalia 2
Monster 2
Terlaak 3
H B. S. 6
Laakkw. 5
V. V. F.
V. U. C. 8
Quick 5
Wassenaar 3
W. I. K. 3
Tonegido 4
C V. S. 2
Dodge S. V.
H B. S. 5
Laakkw. 4
C V. H.
D H. C 5
Wassenaar 2
Wilden verdachten op het
laatste oogenblik terug
treden van het misdrijf
1
1
2
2
1
2
3
5
g P.
sl
Pleidooi mr. Huygens.
Mr. M. H. Huygens, de verdediging
voerend, kwam er tegen op, dat in deze
zaak verklaringen van mede-verdach-
ten, die een bekentenis hadden afgelegd,
waren gebruikt tegen verdachte K.,
omdat hier te verwachten was, dat die
medeverdachten verklaringen zouden
kunnen afleggen, waarmee zij dachten
het O.M. te gerieven.
PI. critiseerde voorts de houding der
politie, die niet had ingegrepen, zoo-
dra zij wist, dat het strafbare feit een
aanvang zou nemen.
Het verstrekken van handschoenen
aan K. was volgens pl. van geen be-
teekenis, waar verd. Kr. ze niet heeft
gebruikt.
Uit- de getuigenverklaringen was niet
komen vast te staan, dat K. op zich
had genomen bij onraad te waarschu
wen. Dat K. de daders bij betrapping
zou wegrijden, achtte pl. als handeling
na het misdrijf, geen medeplichtigheid.
Pl. concludeerde tenslotte tot vrij
spraak, subs, een ten deele voorwaar
delijke veroordeel ing.
Uitspraak 6 Februari.
j wel van plan
in te breken, maar
3 zijnde, van
-i hadden afgezien. Ver-
dachte K. had plotseling aan zijn moe
der gedacht en was
voor de gevangenis,
van den jongen L. had geen
iets gehoord. Zij waren i—
weggevlucht, maar
impulsie gedreven,
gestaakt. Kalm
toen verlaten. 1-
ben willen stelen
tip gekregen
thans niet meer
bevindend flatge-1 iedereen in hun
i geven
33—16 2
21—8 175
18—10 1.40
14—13 1.—
20—18 1.—
17—31 0.33
9—23 0.25
10—23 0.20
zelf te mogen worden verhoord, hij heeft
verzocht naar Brazilië inplaats van naar
Duitschland te mógen worden uitgeleid,
hij heeft bij request voor de Amster-
damsche rechtbank invrijheidstelling
gevraagd, hij heeft den Staat in kort
geding voor den president hier ter stede
gedagvaard en eindelijk, nadat dit alles
had gefaald, is hij uitgewezen Het was
in zijn eigen belang, dat hij werd vast
gehouden, want men was hier te lande
humaan en welwillend genoeg om alle
mogelijkheden voor hem te probeeren.’
Het standpunt va* de tegenpartij .s
onbillijk, ook voor de vreemdelingen
zelf. Wanneer eischer gelijk krijgt, dan
zal de Staat onmiddellijk alle onge-
wenschte vreemdelingen moeten uitge
leiden zonder een moment te wachten
en dan kan men geen medelijden meer
met hen toonen of probeeren of er voor
ht een anderen uitweg is.
Maar pleiter was van meening, dat de
Staat wel degelijk het recht heeft vreem
delingen, die moeten worden uitgeleid,
vast te houden, indien dit in verband
met hun uitgeleiding staat.
Na re- en dupliek werd de uitspraak
bepaald op 15 Februari.
40—2 2
14—9 1.20
19—15 1.20
6—10 1.20
18—24 1.-
13—17 0.83
3—16 0.—
2—22 0.—
49—13 1.71
16— 7 1.40
24—10 1.40
19—41 0.66
17— 23 0.66
15—33 0.63
10—23 0.20
13—9 2-
15—11 1.50
14—8 1.33
32—28 1.12
22—19 1.—
10—28 0.50
9—23 0.50
6—20 0.50
10—31 O
21—4 2
18—9 1.50
14— 22 1 20
15— 13 1.16
18—10 1
10—7 1
10—26 0.16
3—18 0
OMDAT HIJ ZES MAANDEN IN
VERZEKERDE BEWARING HEEFT
GEZETEN, VOORDAT HU
WERD UITGELEID.
Volgens art. 12 van de Vreemde
lingenwet kan iedere vreemdeling, die
gevaarlijk voor de publieke rust wordt
geacht, op last van de Regeering het
land uit worden gezet. Zulks was ook
het geval met den Duitscher E., die hier
te lande voor een misdrijf heeft terecht
gestaan en weliswaar werd vrijgespro
ken, doch van wien men het toch beter
achtte, dat hij ons land verliet.
De man werd dus aangehouden met
het doel hem over de grens te zetten.
Door allerlei omstandigheden had deze
over de grens zetting pas zes maanden
later plaats, zoodat E. zes maanden in
verzekerde bewaring heeft doorge
bracht. Hij vond hierin aanleiding om
den Nederlandschen Staat in rechten
aan te spreken, daar de Vreemdelingen
wet de Regeering wel toestaat de vreem
delingen over de grens te leiden, doch
niet hen zonder meer in verzekerde be
waring te houden.
Gisterochtend werden door de vierde
Kamer van de Haagsche rechtbank, ge
presideerd door mr. J. R. Thorbecke,
de pleidooien in deze zaak gehouden.
Voor den vreemdeling trad op mr. R.
P. ’s Jacob te Amsterdam, die betoogde,
dat geen enkel wettelijk voorschrift toe
staat, dat men vreemdelingen, die moe
ten worden uitgeleid in verzekerde be
waring houdt. Dit is in strijd met de be
palingen in onze Grondwet. Er is een
uitgebreide regeling gegeven in de ver
schillende wetten voor de aanhouding
van vreemdelingen en daarbuiten mag
men dus niet gaan.
Wil men het anders, dan is wetswij
ziging noodzakelijk.
De Staat, aldus pleiter, heeft in strijd
met zijn rechtsplicht gehandeld en
pleegde daardoor een onrechtmatige
daad. In dit geval mag de rechter deze
daad aan de wet toetsen, aldus betoogde
mr. ’s Jacob,en hij citeerde uitlatingen
in dezen zin van prof. Gerbrandy, toen
deze nog hoogleeraar was en van zijn
tegenpleiter, jhr. mr. G. W. van der
Does in een referaat voor de Ned.
juristenvereeniging.
Subsidiair voerde pleiter aan, dat hier
détournement de pouvoir, misbruik van
overheidsbevoegdheid, was, nu de Staat
van zijn recht om vreemdelingen uit te
zetten, misbruik had gemaakt om een
vreemdeling op te sluiten.
De tegenpartij zegt wel: „Gij hebt dien
langen hechtenistijd zelf bewerkstelligd
door steeds de zaak te rekken”, doch dat
betwistte pleiter. Hij en de vreemdeling
hebben alles gedaan om de hechtenis
te laten opheffen.
Tenslotte zeide mr. *s Jacob, dat dit
geval niet alleen stond. Er zijn tal van
gevallen, waarin vreemdelingen ge
durende eenigen tijd worden vastgehou
den. Op het departement is men niet
altijd in staat de gevallen snel af te
handelen en zoolang blijven de vreemde
lingen in arrest.
Jhr. mr. G. W. van der Does, voor
den Staat optredend, zeide, dat het voor
het over de grens leiden van een vreem
deling noodig is, dat deze wordt aan
gehouden. In den tijd, dat de Vreemde
lingenwet tot stand kwam, was het ver
voer nog niet zoo geperfectionneerd als
thans. Het zal daarom wel voorgekomen
zijn, dat men gedurende de reis naar de
grens moest overnachten. De vreemde
ling bleef in arrest en hieruit blijkt, dat
de wet de inbreuk op de persoonlijke
vrijheid van den vreemdeling, die moet
worden uitgeleid, erkent.
Om deze reden kan in dit geval niet
van onrechtmatige overheidsdaad, noch
van détournement de pouvoir, worden
gesproken. De vreemdeling is in dit ge
val inderdaad zes maanden vastgehou
den, doch dat was zijn eigen schuld.
Hij heeft zelf de uitleiding vertraagd.
Hij heeft zich eerst tot den minister
van Justitie gewend, hij heeft verzocht
N L. S.
Archipel 3
Tour Boys
H U. S. 2
Westerkw. 4
6 6
4 3
5
4
4
6
4
5
24—6 1.60
20—16 1.60
16—6 1.40
14— 12 1.25
15— 10 1.—
6—12 1.—
8—14 0.80
18—24 0.40
5—10 0.33
2—18 0.—
32—6 2.—
36—10 1.71
17—18 1
12— 16 0.83
13— 29 0.66
8— 12 0.60
9— 22 0.—
het uitbreken van den oorlogs
land was dat verschil grooter, het
lieerde van 0.50 tot 1. Aange-
drOngen zal worden °P het vaststellen
het prijsverschil op ƒ0.75 per
100 k.g-
NASLEEP VAN EEN BEROOVING IN
DE HOFWIJCKSTRAAT.
Op een avond in Mei werd de gedele
geerde van een handelssyndicaat, de heer
F K. in een woning in de Hofwijckstraat
beroofd van een bankbiljet van 100 Pond
Sterling en van eenig Nederlandsch geld.
Nadat de nummers van het gestolen hon
derd pondbiljet aan alle banken waren op
gegeven, kwam op 19 Mei de 42-jarige
koopman Ph. P. bij de Ned. Handelmaat
schappij alhier het biljet wisselen. P. werd
gearresteerd en had zich wegens diefstal
subs, heling te verantwoorden. Bij huiszoe
king werd bij hem bovendien een aantal
lampen aangetroffen, welke aan het Ge
meentelijk Electrisch Bedrijf alhier toebe
hoorden. Deze lampen waren door zekeren
S., die bij het G. E. B. in dienst is geweest
ontvreemd.
Het O. M.had tegen P. zes maanden ge
vangenisstraf geëischt.
De rechtbank, het ten laste gelegde niet
bewezen achtend, sprak verdachte vrij
0 0
1
1
3
I 2
I 3
3
I 3
l 4
'(Wordt vervolgd^
29—5 2
34—11 1.42
26—20 1.14
16—15 1.14
15—15 1.14
15—20 0.83
12—27 0.42
4—38 0.—
A. D. S.
Ooievaars 3
Westerkwar. 2 6
Oranjeplein
C V. S. 4
Naaldwijk 3
Texas 3
H D. V. 3
MUTATIES.
Bij Kon. Besluit
is een eervol ontslag verleend uit den
militairen dienst aan
den res. kapitein A. van Gelder, van
het 2de reg. genietroepen
ds. A. de Bruijn en ds. P. G. de Veij
Mestdagh, op hun verzoek, als res. veld
predikers voor den tijd van oorlog bij
het leger te velde
den heer F. C. Cosijnse, op zijn verzoek,
als hulpaalmoezenier voor den tijd van
oorlog bij het leger te velde
zijn benoemd en aangesteld,
res.-personeel der landmacht,
dienstvak der res.-officieren
dienst
tot res.-kapitein, de res.-kapitein mr. J.
J. van den Berg, van het 7de reg. art.,
de res.-eerste-luitenants mr. E. J. Bulder,
mr. F. Kool, mr. C. W. Kuijk en mr. L.
M. C. Rollin Couquerque, onderscheiden
lijk van het 1ste reg. inf., het 18de reg.
inf., het 19de reg. inf. en het 2de reg.
veldart., zulks voor allen met gelijktijdig
eervol ontslag uit hun tegenwoordige
militaire betrekking
tot res.-eerste-luitenant, de res.-eerste-
luitenant mr. dr. H. A. G J. P. de Jonge,
van het 17de reg. inf., zulks met gelijk
tijdig eervol ontslag uit zijn tegenwoor
dige militaire betrekking^
tot res.-tweede-luitenant, de wachtmees
ter J. M. Roos, van het luchtvaartbedrijf
bij den geneesk. dienst der landmacht,
tot res.-officier van gezondheid der
tweede kl.;
de dienstplichtige vaandrigs van het
bataljon geneesk. troepen H. P. Veld-
huijzen. P. Groenhart, J. van Baak en
W O. C. Magnus, allen arts
de res.-eerste-luitenant Q. Numans, van
het 23ste reg. art., zulks onder gelijktijdig
eervol ontslag uit zijn tegenwoordige
militaire betrekking
V. U. C. 5
Monster
P. D. K.
Tonegido 2
Postduiven 2
Quick 4
V D. S. 2
Scheven. 3
gsp.gw.gel.vrl. pt. v t. gem.
6
4
6
4
6
6
5
3
Afdeeling E.
gsp. gw. gel.vrl.pt. v.t. gem.
5 -----
6
6
6
7
7
5
0
1
1
0
0
o
1
1
Afdeeling K.
gsp. gw. gel.vrl.pt. v.t. gem.
- 2 - -
1
1
0
1
1
0
gsp. gw. gel.vrl.pt. v.t. gem.
1
2
1
3
1
2
2
2
Afdeeling D.
gsp. gw. gel.vrl.pt.
- 1
0
0
2
1
1
1
0
5
4
4
3
4
2 p. in mindering w. n. o.
0
0
1
1
0
0
0
Afdeeling C.
D. D. V. K.
D V. C. 2
Delft 2
Wit Blauw 2
B. E. C. 4
O. B. 2
Zuideinde 2
B E. C. 5
D H. C. 6
O B. 3
Zuideinde
Vredenburch
Kranenburg 2 5
--- 5
6
5
6
7
1
1
6 0 0
Afdeeling H.
gsp. gw. gel.vrl.pt. v.t. gem.
4
4
6
6
6
7
7
6
Afdeeling I.
gsp. gw. gel.vrl.pt. v.t. gem.
5 ----- - -
4
5
6
5
3
6
4
Afdeeling J.
gsp. gw. gel.vrl.pt. vt. gem.
- - - 12 --
7
7
4
4
2
1
1
5
2
3
2
3
2
0
0
Afdeeling B.
gsp. gw. gel.vrl.pt. v.t. gem.
5
6
3
2
2
1
0
17—7 1.80
28—17 1.42
24—10 1.40
11—11 1.—
20—22 0.83
16—18 0.80
22—34 0.66
16—35 0.28
dat er een schot tviel, zoo vroeg pleiter.
Mr. Huygens bestreed voorts, dat
verdachte zich zou hebben schuld'?
gemaakt aan medeplichtigheid, alleen
door naar de plek te rijden, waar het
misdrijf is gepleegd.
Het heenrijden is op zichzelf niet
strafbaar, als het geen onmisbare om
standigheid is bij het volbrengen van
het misdrijf.
Spr. eischte ook tegen verdachte W.
K., wegens medeplichtigheid, 2 jaar
gevangenisstraf.
4
2
3
1
2
2
1
0
Afdeeling N.
gsp. gw. gel.vrl.pt. v.—t. gem.
1
1
1
1
1
2
4
2
3
Afdeeling O.
10—8 1.50
25—13 1.33
17—13 1.20
9—8 1
10—13 1
8—16 0.25
6—26 0.—
Op 14 Augustus van het vorig jaar
werd te Amstenrade, in tegenwoordig
heid van den algemeenen leider der
N.S.B. een landdag gehouden, waarbij
een aantal leden eenzelfde kleedij
droeg, bestaande uit wit hemd, zwarte
stropdas, zwarten gordel, zwarte rij
broek en zwarte rijlaarzen.
Bij die gelegenheid had de rijksveld-
wachter uit Stein proces-verbaal opge
maakt wegens overtreding van het uni-
formverbod.
Hoewel de ambtenaar van het O.M.
bij het kantongerecht te Sittard een
geldboete van 25 had geëischt, tegen
drie N.S.B.-leden, sprak de kanton
rechter de verdachten vrij, omdat z.i.
hier geen sprake was van kleeding-
stukken, welke uitdrukking gaven van
een bepaald staatkundig streven van
den drager.
Van dit vrijsprekend vonnis kwam
het O.M. in appél en thans diende de
zaak voor de Maastrichtsche recht
bank.
Mr. van Vessem uit Utrecht trad als
verdediger in deze zaak op.
De feiten in de dagvaarding vermeld,
werden door de verdachten waarvan
er slechts één was verschenen toe
gegeven.
Het O.M. waargenomen door mr. Fa
bius, was van oordeel dat hier wel dege
lijk van een uniform sprake was, al
was de kleedij dan ook niet compleet en
al werden er in plaats van zwarte
witte hemden gedragen.
Spreker vroeg het vonnis van den
Kantonrechter tt bevestigen.
Mr. van Vessem, maakte in zijn plei
dooi bezwaar tegen de aanduiding
N.S.B. in de dagvaarding, omdat een
belangrijk deel van een strafbaar ele
ment in de dagvaarding daardoor vaag
en onduidelijk was. Pleiter wees erop,
dat men hier niet kon spreken van
kleedingstukken of van uniformen,
welke uitdrukking gaven aan een
staatkundig streven van de dragers.
De hier gedragen kleedingstukken
zijn niet te beschouwen als deelen
eener kleedij, welke een uniform zou
den kunnen vormen, gelijk een arrest
van den Hoogen Raad strafbaar heeft
gesteld.
Stropdas noch wit hemd enz., zijn
onderdeden van een uniform, welke
uitdrukking geven kan aan een bepaald
staatkundig streven van den drager.
Alleen het zwarte hemd met daarop
gedragen zwarte boord zijn te beschou
wen als hoofdbestanddeelen van een
uniform voor N.S.B.-leden.
In verband met een en ander vroeg
mr. van Vessem vrijspraak van de ver
dachten.
Uitspraak 5 Februari a.s.
43—9 1.80
43—16 1.66
27—18 1.60
22—11 1.—
20—32 0.85
22—27 0.80
14—30 0.40
7—55 0.—
I /ier. ll8ang daarvan de wacht te hou-
I ^oel?11-Van Speykstraat, met de be-
4
3
4
3 0
1 1
2 0
4 0 1
5 0 0
Afdeelin
8sp.gw.gel.vrl.pt
T E. D O. 2 5 4 0 1 8
2 0
3 0
3 0
3 0
2 2
1 3
0 3
0 4
bevreesd geworden
Van het geroep
3 van beiden
niet overhaast
hadden, aoor een
hun misdadig werk
hadden zij het huis
Beiden gaven toe te heb-
Zij hadden n.l. een
van wien wisten zij
precies te zeggen,
kringen had die tip
dat er voor 4 A 5
In den vooravond van den eersten
November 1939 werden de bewoners
van een perceel, gelegen aan de Zout-
ffianstraat no. 62, waar een bloemiste
rij is gevestigd opgeschrikt door een
luiden kreet van hun twaalfjarig
zoontje, dat zich te ongeveer half ne-
sen naar bed had begeven. Het jon
getje sliep in de serre van een achter
kamer van de eerste étage met uit
zicht op den achtertuin. Toen zijn
ouders op het gegil van het kind wa
ren toegesneld, vernamen zij. dat dit
»as opgeschrikt door het gerucht
van voetstappen, het gerinkel van
glas en gekners van grind. De vader
!>ad het licht in de slaapkamer van
ujn jongen aangestoken, maar had
geen onraad kunnen bespeuren. Nog
henzelf den avond werden als verdacht
van een inbraak te hebben gepleegd in
^t aangrenzende perceel no. 90. waar
sigarenwinkelier van der Put zijn
^rijf uitoefende, of althans daaraan
Medeplichtig te zijn geweest, vier jonge
Mannen gearresteerd, t.w. de 24-jarige
hoopman E. F. K„ de 25-jarige los-
’'erkinan M. R., beiden alhier en goede
bekenden van politie en justitie,
de 23-jarige koopman Th. J. S. B., zon
der bekende woon of verblijfplaats hier
lande en de hier ter stede gevestigde
^•jarige garagehouder J. T?. F. Kr.
H. W. V. V
W D. S.
Clingendaal
V I. O. S. 4
M. V. K V. 2 5
D C. S. 2 5
Dodge S.V. 2 5
Afdeeling L.
gsp. gw. gel.vrl.pt. v.t. gem.
5 - - ----- - -
Zwart Blauw 2 3
Spoorwijk 2
Kranenburg 3
’s-Gravenz. 2
*De Jagers 2
Scheveningen
*De Jagers
tegen Zwart Blauw 2.
Afdeeling M.
gsp. gw. gel.vrl.pt. v.t. gem.
1.80
1.66
1.50
14—14 1.—
17—19 1.—
19—26 0.80
8— 17 0.40
9— 22 0.—
0
0
1
0
3 -1
3 1
0 1
Afdeeling F.
gsp. gw. gel.vrl.pt. v.t. gem.
1 ------
2
0
1
0
0
o
o
Afdeeling G.
gsp. gw. gel.vrl.pt. v.t. gem.
5 - - ---- - -
7
7
7
weer aan de achterzijde hebben ver
laten en over twee muren zijn geklom
men, waarna zij in den tuin van de wo
ning van den sigarenwinkelier waren
beland. Een hunner zou vervolgens ge
tracht hebben met een beitel de tuin-,
deur open te breken en toen dit niet
wilde lukken, een deurruit aan de ach
terzijde van de woning met zeep heb
ben besmeerd en daarna ingedrukt,
waarna de spagnoletsluiting van die
deur gedeeltelijk naar beneden kon
worden gedrukt.
Verdachte werd gevolgd.
De agent van politie, tevens recher
cheur J de G„ verklaarde als getuige,
dat hij verdachte reeds eenige dagen
was nagegaan. Deze had zich meerma
len opgehouden bij de woning van den
sigarenwinkelier en daar de situatie
trachten op tp nemen. Dien bewusten
avond heeft getuige de auto van den
garagehouder, waarin vier personen wa
ren gezeten, zien aankomen. In de van
Speykstraat stapten er twee uit. Na
geruimen tijd kwamen K. en R. door
een brandgang naar buiten. Toen zij
zich naar de auto wilde begeven, wer
den zij gearresteerd. In den tuin achter
den winkef werden beitels en een
breekijzer gevonden.
Ook op de andere verdachten trof
men soortgelijke voorwerpen aan.
Uit het verhoor van den sigarenwin
kelier bleek, dat verdachten, wanneer
zij niet gestoord waren geworden, zeer
weinig zouden hebben gevonden, daar
e; geen geld of kostbaarheden in zijn
woning aanwezig waren.
De heer P. J. L., die naast den siga
renwinkelier woonde, vertelde, hoe zijn
zoontje luidkeels had geroepen, toen het
onraad had meenen te bespeuren.
De president (mr. Bommezijn): Zou
dat roepen in den tuin er naast te hoo-
ren zijn geweest? i
Get.: Nu, ik geloof het zeker.
Het zoontje zelf verklaarde geknars
van grind, gerinkel van glas en geluid
van stemmen te hebben gehoord. Hij
had toen geroepen.
President: En heb
schreeuwd?
Get.: Ja zeker, meneer.
President: Hoe hard wel?
Het jongentje roep luidkeels „Pa” in
de zaal, zóó dat die roep overal is te
hooren.
mille goudgeld in het perceel in de
Zoutmanstraat no. 90 aanwezig was.
Requisitoir.
Mr. P. R. Blok, het O. M. waarne
mend. begon zijn requisitoir met een
woord van dank te richten tot de po
litie, die zoo actief was opgetreden, dat
deze misdadigers op heeterdaad konden
worden betrapt. Zij heeft een goede
vangst gedaan. Van het verhaal van ver
dachten omtrent hun plotseling opgeko
men berouw, geloofde spreker niet veel.
Na hierover vroeger in het geheel niet
te hebben gesproken, is nu verdachte R
ook al weemoedig geworden. Samen zijn
verdachten op roof uitgegaan, dat zij
nu plotseling samen ook zouden zijn
teruggetreden van hun voornemen, wil
er bij spreker niet in. Beider strafblad is
rijk voorzien met aanteekeningen om
trent door hen gepleegde strafbare fei
ten. Zulks misdadigers worden niet zoo
I spoedig sentimenteel. Zij moeten het
doordringend schreeuwen van het jonge
tje gehoord hebben. Inbrekers letten op
ieder geluid. Toevallig is het ook, dat
hun weggaan precies samenvalt met het
oogenblik, waarop alarm werd gemaakt,
het jongetje heeft immers duidelijk ge
hoord, dat de ongenoode gasten weg
liepen. Verdachte hebben overhaast de
vlucht genomen.
Spr. achtte het bewijs voor de aan hen
ten laste gelegde poging tot inbraak wet
tig en overtuigend bewezen en eischte
tegen ieder hunner gevangenisstraf voor
den tijd van twee jaar en zes maanden.
Pleidooi.
Mr. P. van ’t Hoff Stolk bestreed
als verdediger van verdachte Kr., dat
het O.M. er niet in was geslaagd te
bewijzen, dat verdachte, wanneer hij
zich er op beroept, uit vrees of voor
welke reden dan ook, tijdig van het
misdrijf te zijn teruggetreden, onwaar
heid heeft gesproken. Het is zeer goed
mogelijk, dat zij het jongetje D. niet
hebben hooren roepen. Men heeft hier
niet eens de proef genomen of de stem
van het kind buiten de rechtzaal hoor
baar was. De vader zelf heeft niets
gezien of gehoord. Van een overhaast
wegvluchten is niets gebleken, zij zijn
kalm naar de auto gewandeld.
Spr. concludeerde tot vrijspraak en
verzocht de onmiddellijke invrijheid
stelling van zijn cliënt. De rechtbank
wees dit verzoek van de hand.
Mej. mr. J. J. L. Timmer sloot zich
ten aanzien van verdachte R. bij dit
pleidooi aan.
De medeplichtigen staan
terecht.
Hierna hadden zich de koopman Th.
J. S. B. en de garagehouder J. P. F. K.
te verantwoorden. Hun was ten laste
gelegd dat zij gelegenheid, middelen en
inlichtingen hadden verschaft aan de
beide vorige verdachten.
B.> zou de winkelier gevolgd zijn toen
hij zk-h naar de bioscoop begaf, blijK-
baar om er zich van te overtuigen dat
het terrein op no. 90 veilig was. B.
ontkende dit, bewerende dat hij alleen
maar wat was gaan wandelen.
Verdachte Kr. verklaarde, thans als
getuige, dat men met vier personen
was uitgereden naar de van Speijk-
straat. B. is het eerst uitgestapt, hij is
later komen zeggen, dat v. d. P. was
uitgegaan en zich had begeven naar
het Metropool-theater. Hij had er aan
toegevoegd Jullie kunt je gang wel
gaan, alles is in orde. Inlichtingen heeft
B. niet verstrekt.
Verdachte R. legde een soortgelijke
verklaring af.
B. ontkende alle schuld. Hij is wel
meegegaan, met de anderen, maar wist
niet dat zij zouden gaan inbreken, wel
gaf hij toe tevoren met Kr. het per
ceel te hebben bekeken.
Het O.M. achtte B.’s medeplichtig
heid wettig en overtuigend bewezen en
eischte tegen hem twee jaar gevange
nisstraf.
Tenslotte moest de garage-houder J.
Ph. F. K. in de verdachtebank plaats
nemen. K. zat aan het stuur, toen de
politie de auto aanhield. In de auto
werd een paar glacé handschoenen ge
vonden. Ook de beide verdachten K. en
R. uit de vorige zaken moesten als ge
tuige optreden.
Reeds in October, zoo verklaarde
K., ben ik met den verdachte in de
auto meegegaan om het huis eens te
bekijken.
President: Hoe wist u, dat daar
wat te halen was?
Getuige: Ik hoorde het van deze
en gene. Dan wist die het weer en dan
weer een ander. Onder eede durf ik
niet precies te verklaren van wien ik
het heb.
Aan de politie heeft K. evenwel ver
klaard, dat hij van verdachte heeft
gehoord. Ook. voor den Rechter-Com-
missaris heeft hij een dergelijke verkla
ring afgelegd.
Op de vraag van den verdediger, mr.
M. H. Huygens, zeide getuige, dat hij
voor het eerst van den te halen buit
van zekeren G. hoorde. Het was niet
afgesproken, dat verdachte K. voor on
raad zou waarschuwen. Ook in deze
zaak legde R. een gelijksoortige verkla
ring af.
Verdachte zelf deelde bij zijn onder
vraging mede, dat hij den bewusten
avond de inbrekers naar de van Speyk
straat heeft gereden. Er was niet
a (gesproken, dat ik op hen zou wach
ten, maar, zoo zeide verdachte, ik
was nieuwsgierig om te zien, hoe het
afliep.
Hij wist wel, dat er ingebroken zou
worden
De officier van Justitie, mr. P. R.
Blek, achtte verdachte medeplichtig
aan de inbraak. Uit de vroegere verkla
ringen van de inbrekers blijkt, dat K.
inlichtingen voor de inbraak heeft ge
geven. Hij heeft ze ook naar de plaats
des misdrijfs gereden en daardoor de
inbraak vergemakkelijkt.
Wanneer de politie te weten zou ko
men, dat er ergens een moord zou wor
den gepleegd, zou zij dan wachten tot-
de vorenvermelde toezegging alsnog
kon worden voldaan.
Dezelfde leden hadden destijds even
eens met voldoening kennis genomen
van het voornemen van s ministers
ambtsvoorganger, mede de economische
zijde van de droogmaking van het Zui
delijk deel van het IJsselmeer met de
meeste zorg te doen bestudeeren. Zij
spraken de hoop uit, dat ook de tegen
woordige bewindsman daartoe bereid
zou zijn.
Andere leden verklaarden, zich bij
dit betoog aan te sluiten.
Overzicht van de in de inpolderingen
gestoken kapitalen.
Aan het voorloopig verslag van de
Eerste Kamer over de begrooting van
j,et Zuiderzeefonds voor 1940 is het
volgende ontleend
gij de overweging van dit wetsont
werp
leden
De heer L. de Visser vrijgesproken.
De rechtbank te Almelo heeft van
daag den heer L. de Visser, lid van de
Tweede Kamer voor de Communistische
partij Nederland, vrijgesproken van de
hem ten laste gelegde beleediging, daar
zij den opzet niet bewezen achtte.
De heer de Visser zou in een onlangs
te Enschedé gehouden vergadering be-
leedigende woorden hebben gebezigd
aan het adres van de rechterlijke
macht. Hij ontkende de hem ten laste
gelegde uitdrukking „klasse-justitie” te
hebben gebruikt.
De officier van justitie had een voor
waardelijke gevangenisstraf voor den
tijd van een maand geëischt, met een
proeftijd van drie jaar en vijftig gul
den boete, subsidiair 25 dagen hech
tenis.
in de afdeelingen gaven eenige
andermaal als hun meening te
jennen, dat de wijze, waarop de be
groeting van het Zuiderzeefonds, als
ook die van andere fondsen, is inge
richt, het den leden der Staten-Gene-
raal zeer moeilijk maakt, een indruk
te verkrijgen van de kapitalen, welke,
van den aanvang van elk afzonderlijk
werk af, daarin zijn gestoken. In de
jlemorie van Antwoord op het voor
lopig verslag van deze Kamer nopens
je Zuiderzeefondsbegrooting-1939 was
jn uitzicht gesteld, dat op gezette
tijden mededeeling zou worden gedaan
omtrent de kapitalen, in de» onder
scheidene inpolderingen gestoken. Bij
de openbare behandeling van bedoeld
wetsontwerp was die verklaring zelfs
aangevuld in dier voege, dat zoodanige
mededeeling bij de jaarlijksche begroo
ting zou kunnen geschieden. Mitsdien
had het de hier aan het woord zijnde
leden bevreemd, dat zulk een over
zicht nochtans niet is verstrekt. Zij
zouden het op prijs stellen, indien aan
5 0
5 0
4 0
3 2
7 4 0
6 2
7 1
De competitieatanden
Nu op den afgeloopen Zondag de compe
titie van den H. V. B. wederom stil
heeft gelegen, meenen we vele lezers van
dienst te zijn deze pauze te benutten voor
het publiceeren der standen in de diverse
klassen. Zij luiden aldus:
Afdeeling A.
gsp. gw. gel.vrl.pt. v.t. gem.
Westerkwart.
W I. K. 2
Z.-Holland
B. E. C. 3
A D. O. 5
Celeritas 3
S E. P.
B. T. C. 2
Laakkw. 6
Archipel 4
V U. F
A. E. C. 2
D S. B.
V D. S. 4
H. B. S. 7
P D. K. 2
Maasstraat 3
Innndatie-schade.
gesloten werd overleg te plegen met
jjet Rijksbureau voor ontruiming om
trent de wijze, waarop de georgani-
.eerde iaodbouw zal kunnen medewer-
Ln aan het terugbrengen in goeden
cultuurtoestand der geïnundeerde lan
derijen, na opheffing der inundaties en
aan het voorzien van de daarbij be
trokken landbouwers van de noodige
bedrijfsmiddelen.
De tenlastelegging.
ZÜ hadden zich thans alk vier voor
I de rechtbank te verantwoorden. Het
I «erst werd de zaak tegen de beide
I ^rstgenoemde jongelieden behandeld.
I Hun was bij dagvaarding ten laste ge-
I {egd. dat zij in den avond van 1 Nov.
I ter uitvoering van een in gemeen-
I j’happelijk overleg gevormd plan zou-
I den hebben getracht uit perceel Zout-
I 'Manstr. 90 met het oogmerk van we-
I a rechtelijke toeëigening geld of goe-
I eren weg te nemen, welke van hun
I gading zouden blijken te zijn. Zij zou-
I zich door verbreking en inklim-
I sei?8 Hegang hebben weten te ver-
I ^en tot genoemd perceel, nadat
I van verdachte B., die het terrein
I ...Oren had verkend, te weten waren
I «tornen, dat de sigarenwinkelier dien
I thuis zou zijn, omdat hij
I hiervan had B. zich vergewist
I ga naar het Metropooltheater was ge-
I d?an vierde man in het complot.
I v garagehouder K zou hulp hebben
I j^aeen<t door Kr. en R. met zijn auto
I Had't d<? Zoutmenstraat te rijden en,
a deze een ingang van een nabu-
woning waren binnengegaan, bij
den j“'v*an8 aaarvan de wacht te hou-
j n de van Speykstraat, met de be-
ld8 om in geval van onraad de da-
c waarschuwen en hun c.q., wan-
lar, .deze zouden moeten vluchten
‘j behulpzaam te zijn. Kr. en R.
m een zich in de Zoutmanstraat
e,1den zijingang van een op den
van dje straat en de Laan van
^Tvoort zich L_.L_4—
zÜn binnengegaan, dit gebouw kunnen
v.t. gem
25—8 1.6 j
14—4 1.50
34—16 1.50
13—9 140
12—7 1.25
12—10 0.80
8—15 0.25
4— 24 0.-T-
5- 34 0 -
4 2
6 3
Bezuidenhout 5 2
41
5
- 4
Overvoorde 2 3
3 4 0..
Afdeeling R.
6
4
3
7
4
4
4
4
4