een Poging tot inbraak perceel in de Zoutmanstraat SPORT RECHTZAKEN in in I leer LEGER EN MARINE HAAGSCHE COURANT VAN DINSDAG 23 JANUARI 194D DERDE BLAD, PAGINA T HAAGSCHE VOETBALBOND PROCES VAN VREEMDELING TEGEN DEN STAAT o o 1 1 1 o 2 0 o o o 1 1 1 1 o o o o o o o o o o 2 o 2 1 1 0 o o 1 2 2 2 2 4 o o 1 1 UITSPRAKEN B r -- - o o o o o o o o gsp. gw. gel.vrl.pt. v t. gem. 22—10 1.60 OVERTREDING VAN HET UNIFORMVERBOD? I «ge I da,--' 'oua, ttvir I ^ek j ^ord, “ouw Het O.M. eischt tegen daders en medeplichtigen gevangenisstraffen voor den tijd van resp. twee en een half en twee jaar1 VOETBAL. aan Begrooting Zuiderzeefonds 1940 Cromvliet 2 hard je ge- D H. B. 2 V OPZET TOT BELEEDIGEN NIET BEWEZEN GEACHT. het het alg. 5 3 4 5 4 7 5 5 6 5 6 5 5 7 5 5 6 5 7 7 6 6 3 5 5 7 1 0 0 4 4 3 2 1 1 1 1 0 0 5 k J 2 1 1 1 3 2 2 1 0 0 5 2 3 1 1 1 0 3 3 4 4 3 3 3 0 5 3 3 3 2 1 0 0 4 4 4 2 3 2 1 0 5 4 3 3 4 3 4 1 2 2 1 0 4 4 3 1 2 1 1 0 0 o o 1 o 1 1 o 1 1 o o o 0 0 1 2 2 5 3 4 0 1 1 4 3 3 4 1 1 2 2 3 4 4 6 0 1 2 2 2 1 5 4 0 2 3 2 3 3 5 6 0 O 1 2 4 3 4 6 0 2 2 3 3 3 4 0 1 1 1 3 2 3 5 0 1 2 1 3 3 3 4 10 4 3 3 O O 10 6 6 7 5 3 1 O 12 7 7 4 3 3 1 10 10 8 8 8 5 3 O 8 8 7 5 3 2 4 2 1 O 9 5 6 3 5 4 2 O 9 10 8 5 6 4 2 O 10 8 7 6 7 7 1 9 10 7 5 5 4 4 2 6 6 8 8 6 6 6 O 10 12 7 5 4 2 O 9 6 8 5 5 5 3 O 39—12 2 20—17 1.33 24—21 1.16 26—19 1.— 23—26 1.— 23—30 1.— 9—20 0.20 2.— 1.33 Voor toesi- vai- 5 3 4 3 5 5 4 5 5 5 5 5 7 6 3 4 O O O 1 1 o o 2 3 3 5 1 1 2 1 3 3 3 3 0 1 3 3 4 2 5 8 6 8 6 3 4 1 O 12 6 4 8 4 2 2 2 O 6 9 7 5 4 1 O O 10 7 6 6 7 5 O O 21—6 15—6 bij bij voor H. U. S. V I. O. S. 3 Overvoorde V. U. C. 6 Or. Blauw 2 D C. S. Red Cocks V U. C. 7 Tonegido 3 Maasstraat 2 Celeritas 4 Naaldwijk 2 B. M. T. 4 22—14 1.50 20—14 1.50 33—23 1.33 20—17 1.33 26—22 1 28—16 0.15 16—28 0.15 7—38 O—r 6 3 2 4 2 1 1 1 0 2 5 5 5 4 3 2 5 5 3 3 35—6 15g 29—15 1.20 10—17 0.75 9—21 0.75 9—13 0.— 8—34 0.— v.t. gem. 23—11 1.50 9—5 1.50 25—15 1.33 12—10 1.25 18—20 0.83 16—21 0.83 11—27 0.60 8—13 0.— Beide verdachten, nader ondervraagd, verklaarden, dat zij wel van 1 waren geweest om i— dat zij, eenmaal binnen hun voornemen 1- S.V.G.E.B. Rijswijk 2 Terlaak 2 S V. H. B. M. T. 3 S V. C. 2 Texas 2 C V. S. 3 A D. O. 6 Wilsonmeters Adelaars 2 V. O. D. V D. S. 3 Quick 6 Oranje BI. 3 C W. P. M V. K V. Ooievaars 2 D. A. V. T E. D. O. Te Werve 2 H. V. V. 5 V.O.G.E.L. 2 A. E. C. A T. V. V. Adelaars R V. C. 4 Archipel 2 V C. S. T. 2 H D. V. 2 Petrolea Cromvliet 3 Rijswijk 3 D H. B. Postduiven 3 E S. D. O. 2 Postalia 2 Monster 2 Terlaak 3 H B. S. 6 Laakkw. 5 V. V. F. V. U. C. 8 Quick 5 Wassenaar 3 W. I. K. 3 Tonegido 4 C V. S. 2 Dodge S. V. H B. S. 5 Laakkw. 4 C V. H. D H. C 5 Wassenaar 2 Wilden verdachten op het laatste oogenblik terug treden van het misdrijf 1 1 2 2 1 2 3 5 g P. sl Pleidooi mr. Huygens. Mr. M. H. Huygens, de verdediging voerend, kwam er tegen op, dat in deze zaak verklaringen van mede-verdach- ten, die een bekentenis hadden afgelegd, waren gebruikt tegen verdachte K., omdat hier te verwachten was, dat die medeverdachten verklaringen zouden kunnen afleggen, waarmee zij dachten het O.M. te gerieven. PI. critiseerde voorts de houding der politie, die niet had ingegrepen, zoo- dra zij wist, dat het strafbare feit een aanvang zou nemen. Het verstrekken van handschoenen aan K. was volgens pl. van geen be- teekenis, waar verd. Kr. ze niet heeft gebruikt. Uit- de getuigenverklaringen was niet komen vast te staan, dat K. op zich had genomen bij onraad te waarschu wen. Dat K. de daders bij betrapping zou wegrijden, achtte pl. als handeling na het misdrijf, geen medeplichtigheid. Pl. concludeerde tenslotte tot vrij spraak, subs, een ten deele voorwaar delijke veroordeel ing. Uitspraak 6 Februari. j wel van plan in te breken, maar 3 zijnde, van -i hadden afgezien. Ver- dachte K. had plotseling aan zijn moe der gedacht en was voor de gevangenis, van den jongen L. had geen iets gehoord. Zij waren i— weggevlucht, maar impulsie gedreven, gestaakt. Kalm toen verlaten. 1- ben willen stelen tip gekregen thans niet meer bevindend flatge-1 iedereen in hun i geven 33—16 2 21—8 175 18—10 1.40 14—13 1.— 20—18 1.— 17—31 0.33 9—23 0.25 10—23 0.20 zelf te mogen worden verhoord, hij heeft verzocht naar Brazilië inplaats van naar Duitschland te mógen worden uitgeleid, hij heeft bij request voor de Amster- damsche rechtbank invrijheidstelling gevraagd, hij heeft den Staat in kort geding voor den president hier ter stede gedagvaard en eindelijk, nadat dit alles had gefaald, is hij uitgewezen Het was in zijn eigen belang, dat hij werd vast gehouden, want men was hier te lande humaan en welwillend genoeg om alle mogelijkheden voor hem te probeeren.’ Het standpunt va* de tegenpartij .s onbillijk, ook voor de vreemdelingen zelf. Wanneer eischer gelijk krijgt, dan zal de Staat onmiddellijk alle onge- wenschte vreemdelingen moeten uitge leiden zonder een moment te wachten en dan kan men geen medelijden meer met hen toonen of probeeren of er voor ht een anderen uitweg is. Maar pleiter was van meening, dat de Staat wel degelijk het recht heeft vreem delingen, die moeten worden uitgeleid, vast te houden, indien dit in verband met hun uitgeleiding staat. Na re- en dupliek werd de uitspraak bepaald op 15 Februari. 40—2 2 14—9 1.20 19—15 1.20 6—10 1.20 18—24 1.- 13—17 0.83 3—16 0.— 2—22 0.— 49—13 1.71 16— 7 1.40 24—10 1.40 19—41 0.66 17— 23 0.66 15—33 0.63 10—23 0.20 13—9 2- 15—11 1.50 14—8 1.33 32—28 1.12 22—19 1.— 10—28 0.50 9—23 0.50 6—20 0.50 10—31 O 21—4 2 18—9 1.50 14— 22 1 20 15— 13 1.16 18—10 1 10—7 1 10—26 0.16 3—18 0 OMDAT HIJ ZES MAANDEN IN VERZEKERDE BEWARING HEEFT GEZETEN, VOORDAT HU WERD UITGELEID. Volgens art. 12 van de Vreemde lingenwet kan iedere vreemdeling, die gevaarlijk voor de publieke rust wordt geacht, op last van de Regeering het land uit worden gezet. Zulks was ook het geval met den Duitscher E., die hier te lande voor een misdrijf heeft terecht gestaan en weliswaar werd vrijgespro ken, doch van wien men het toch beter achtte, dat hij ons land verliet. De man werd dus aangehouden met het doel hem over de grens te zetten. Door allerlei omstandigheden had deze over de grens zetting pas zes maanden later plaats, zoodat E. zes maanden in verzekerde bewaring heeft doorge bracht. Hij vond hierin aanleiding om den Nederlandschen Staat in rechten aan te spreken, daar de Vreemdelingen wet de Regeering wel toestaat de vreem delingen over de grens te leiden, doch niet hen zonder meer in verzekerde be waring te houden. Gisterochtend werden door de vierde Kamer van de Haagsche rechtbank, ge presideerd door mr. J. R. Thorbecke, de pleidooien in deze zaak gehouden. Voor den vreemdeling trad op mr. R. P. ’s Jacob te Amsterdam, die betoogde, dat geen enkel wettelijk voorschrift toe staat, dat men vreemdelingen, die moe ten worden uitgeleid in verzekerde be waring houdt. Dit is in strijd met de be palingen in onze Grondwet. Er is een uitgebreide regeling gegeven in de ver schillende wetten voor de aanhouding van vreemdelingen en daarbuiten mag men dus niet gaan. Wil men het anders, dan is wetswij ziging noodzakelijk. De Staat, aldus pleiter, heeft in strijd met zijn rechtsplicht gehandeld en pleegde daardoor een onrechtmatige daad. In dit geval mag de rechter deze daad aan de wet toetsen, aldus betoogde mr. ’s Jacob,en hij citeerde uitlatingen in dezen zin van prof. Gerbrandy, toen deze nog hoogleeraar was en van zijn tegenpleiter, jhr. mr. G. W. van der Does in een referaat voor de Ned. juristenvereeniging. Subsidiair voerde pleiter aan, dat hier détournement de pouvoir, misbruik van overheidsbevoegdheid, was, nu de Staat van zijn recht om vreemdelingen uit te zetten, misbruik had gemaakt om een vreemdeling op te sluiten. De tegenpartij zegt wel: „Gij hebt dien langen hechtenistijd zelf bewerkstelligd door steeds de zaak te rekken”, doch dat betwistte pleiter. Hij en de vreemdeling hebben alles gedaan om de hechtenis te laten opheffen. Tenslotte zeide mr. *s Jacob, dat dit geval niet alleen stond. Er zijn tal van gevallen, waarin vreemdelingen ge durende eenigen tijd worden vastgehou den. Op het departement is men niet altijd in staat de gevallen snel af te handelen en zoolang blijven de vreemde lingen in arrest. Jhr. mr. G. W. van der Does, voor den Staat optredend, zeide, dat het voor het over de grens leiden van een vreem deling noodig is, dat deze wordt aan gehouden. In den tijd, dat de Vreemde lingenwet tot stand kwam, was het ver voer nog niet zoo geperfectionneerd als thans. Het zal daarom wel voorgekomen zijn, dat men gedurende de reis naar de grens moest overnachten. De vreemde ling bleef in arrest en hieruit blijkt, dat de wet de inbreuk op de persoonlijke vrijheid van den vreemdeling, die moet worden uitgeleid, erkent. Om deze reden kan in dit geval niet van onrechtmatige overheidsdaad, noch van détournement de pouvoir, worden gesproken. De vreemdeling is in dit ge val inderdaad zes maanden vastgehou den, doch dat was zijn eigen schuld. Hij heeft zelf de uitleiding vertraagd. Hij heeft zich eerst tot den minister van Justitie gewend, hij heeft verzocht N L. S. Archipel 3 Tour Boys H U. S. 2 Westerkw. 4 6 6 4 3 5 4 4 6 4 5 24—6 1.60 20—16 1.60 16—6 1.40 14— 12 1.25 15— 10 1.— 6—12 1.— 8—14 0.80 18—24 0.40 5—10 0.33 2—18 0.— 32—6 2.— 36—10 1.71 17—18 1 12— 16 0.83 13— 29 0.66 8— 12 0.60 9— 22 0.— het uitbreken van den oorlogs land was dat verschil grooter, het lieerde van 0.50 tot 1. Aange- drOngen zal worden °P het vaststellen het prijsverschil op ƒ0.75 per 100 k.g- NASLEEP VAN EEN BEROOVING IN DE HOFWIJCKSTRAAT. Op een avond in Mei werd de gedele geerde van een handelssyndicaat, de heer F K. in een woning in de Hofwijckstraat beroofd van een bankbiljet van 100 Pond Sterling en van eenig Nederlandsch geld. Nadat de nummers van het gestolen hon derd pondbiljet aan alle banken waren op gegeven, kwam op 19 Mei de 42-jarige koopman Ph. P. bij de Ned. Handelmaat schappij alhier het biljet wisselen. P. werd gearresteerd en had zich wegens diefstal subs, heling te verantwoorden. Bij huiszoe king werd bij hem bovendien een aantal lampen aangetroffen, welke aan het Ge meentelijk Electrisch Bedrijf alhier toebe hoorden. Deze lampen waren door zekeren S., die bij het G. E. B. in dienst is geweest ontvreemd. Het O. M.had tegen P. zes maanden ge vangenisstraf geëischt. De rechtbank, het ten laste gelegde niet bewezen achtend, sprak verdachte vrij 0 0 1 1 3 I 2 I 3 3 I 3 l 4 '(Wordt vervolgd^ 29—5 2 34—11 1.42 26—20 1.14 16—15 1.14 15—15 1.14 15—20 0.83 12—27 0.42 4—38 0.— A. D. S. Ooievaars 3 Westerkwar. 2 6 Oranjeplein C V. S. 4 Naaldwijk 3 Texas 3 H D. V. 3 MUTATIES. Bij Kon. Besluit is een eervol ontslag verleend uit den militairen dienst aan den res. kapitein A. van Gelder, van het 2de reg. genietroepen ds. A. de Bruijn en ds. P. G. de Veij Mestdagh, op hun verzoek, als res. veld predikers voor den tijd van oorlog bij het leger te velde den heer F. C. Cosijnse, op zijn verzoek, als hulpaalmoezenier voor den tijd van oorlog bij het leger te velde zijn benoemd en aangesteld, res.-personeel der landmacht, dienstvak der res.-officieren dienst tot res.-kapitein, de res.-kapitein mr. J. J. van den Berg, van het 7de reg. art., de res.-eerste-luitenants mr. E. J. Bulder, mr. F. Kool, mr. C. W. Kuijk en mr. L. M. C. Rollin Couquerque, onderscheiden lijk van het 1ste reg. inf., het 18de reg. inf., het 19de reg. inf. en het 2de reg. veldart., zulks voor allen met gelijktijdig eervol ontslag uit hun tegenwoordige militaire betrekking tot res.-eerste-luitenant, de res.-eerste- luitenant mr. dr. H. A. G J. P. de Jonge, van het 17de reg. inf., zulks met gelijk tijdig eervol ontslag uit zijn tegenwoor dige militaire betrekking^ tot res.-tweede-luitenant, de wachtmees ter J. M. Roos, van het luchtvaartbedrijf bij den geneesk. dienst der landmacht, tot res.-officier van gezondheid der tweede kl.; de dienstplichtige vaandrigs van het bataljon geneesk. troepen H. P. Veld- huijzen. P. Groenhart, J. van Baak en W O. C. Magnus, allen arts de res.-eerste-luitenant Q. Numans, van het 23ste reg. art., zulks onder gelijktijdig eervol ontslag uit zijn tegenwoordige militaire betrekking V. U. C. 5 Monster P. D. K. Tonegido 2 Postduiven 2 Quick 4 V D. S. 2 Scheven. 3 gsp.gw.gel.vrl. pt. v t. gem. 6 4 6 4 6 6 5 3 Afdeeling E. gsp. gw. gel.vrl.pt. v.t. gem. 5 ----- 6 6 6 7 7 5 0 1 1 0 0 o 1 1 Afdeeling K. gsp. gw. gel.vrl.pt. v.t. gem. - 2 - - 1 1 0 1 1 0 gsp. gw. gel.vrl.pt. v.t. gem. 1 2 1 3 1 2 2 2 Afdeeling D. gsp. gw. gel.vrl.pt. - 1 0 0 2 1 1 1 0 5 4 4 3 4 2 p. in mindering w. n. o. 0 0 1 1 0 0 0 Afdeeling C. D. D. V. K. D V. C. 2 Delft 2 Wit Blauw 2 B. E. C. 4 O. B. 2 Zuideinde 2 B E. C. 5 D H. C. 6 O B. 3 Zuideinde Vredenburch Kranenburg 2 5 --- 5 6 5 6 7 1 1 6 0 0 Afdeeling H. gsp. gw. gel.vrl.pt. v.t. gem. 4 4 6 6 6 7 7 6 Afdeeling I. gsp. gw. gel.vrl.pt. v.t. gem. 5 ----- - - 4 5 6 5 3 6 4 Afdeeling J. gsp. gw. gel.vrl.pt. vt. gem. - - - 12 -- 7 7 4 4 2 1 1 5 2 3 2 3 2 0 0 Afdeeling B. gsp. gw. gel.vrl.pt. v.t. gem. 5 6 3 2 2 1 0 17—7 1.80 28—17 1.42 24—10 1.40 11—11 1.— 20—22 0.83 16—18 0.80 22—34 0.66 16—35 0.28 dat er een schot tviel, zoo vroeg pleiter. Mr. Huygens bestreed voorts, dat verdachte zich zou hebben schuld'? gemaakt aan medeplichtigheid, alleen door naar de plek te rijden, waar het misdrijf is gepleegd. Het heenrijden is op zichzelf niet strafbaar, als het geen onmisbare om standigheid is bij het volbrengen van het misdrijf. Spr. eischte ook tegen verdachte W. K., wegens medeplichtigheid, 2 jaar gevangenisstraf. 4 2 3 1 2 2 1 0 Afdeeling N. gsp. gw. gel.vrl.pt. v.—t. gem. 1 1 1 1 1 2 4 2 3 Afdeeling O. 10—8 1.50 25—13 1.33 17—13 1.20 9—8 1 10—13 1 8—16 0.25 6—26 0.— Op 14 Augustus van het vorig jaar werd te Amstenrade, in tegenwoordig heid van den algemeenen leider der N.S.B. een landdag gehouden, waarbij een aantal leden eenzelfde kleedij droeg, bestaande uit wit hemd, zwarte stropdas, zwarten gordel, zwarte rij broek en zwarte rijlaarzen. Bij die gelegenheid had de rijksveld- wachter uit Stein proces-verbaal opge maakt wegens overtreding van het uni- formverbod. Hoewel de ambtenaar van het O.M. bij het kantongerecht te Sittard een geldboete van 25 had geëischt, tegen drie N.S.B.-leden, sprak de kanton rechter de verdachten vrij, omdat z.i. hier geen sprake was van kleeding- stukken, welke uitdrukking gaven van een bepaald staatkundig streven van den drager. Van dit vrijsprekend vonnis kwam het O.M. in appél en thans diende de zaak voor de Maastrichtsche recht bank. Mr. van Vessem uit Utrecht trad als verdediger in deze zaak op. De feiten in de dagvaarding vermeld, werden door de verdachten waarvan er slechts één was verschenen toe gegeven. Het O.M. waargenomen door mr. Fa bius, was van oordeel dat hier wel dege lijk van een uniform sprake was, al was de kleedij dan ook niet compleet en al werden er in plaats van zwarte witte hemden gedragen. Spreker vroeg het vonnis van den Kantonrechter tt bevestigen. Mr. van Vessem, maakte in zijn plei dooi bezwaar tegen de aanduiding N.S.B. in de dagvaarding, omdat een belangrijk deel van een strafbaar ele ment in de dagvaarding daardoor vaag en onduidelijk was. Pleiter wees erop, dat men hier niet kon spreken van kleedingstukken of van uniformen, welke uitdrukking gaven aan een staatkundig streven van de dragers. De hier gedragen kleedingstukken zijn niet te beschouwen als deelen eener kleedij, welke een uniform zou den kunnen vormen, gelijk een arrest van den Hoogen Raad strafbaar heeft gesteld. Stropdas noch wit hemd enz., zijn onderdeden van een uniform, welke uitdrukking geven kan aan een bepaald staatkundig streven van den drager. Alleen het zwarte hemd met daarop gedragen zwarte boord zijn te beschou wen als hoofdbestanddeelen van een uniform voor N.S.B.-leden. In verband met een en ander vroeg mr. van Vessem vrijspraak van de ver dachten. Uitspraak 5 Februari a.s. 43—9 1.80 43—16 1.66 27—18 1.60 22—11 1.— 20—32 0.85 22—27 0.80 14—30 0.40 7—55 0.— I /ier. ll8ang daarvan de wacht te hou- I ^oel?11-Van Speykstraat, met de be- 4 3 4 3 0 1 1 2 0 4 0 1 5 0 0 Afdeelin 8sp.gw.gel.vrl.pt T E. D O. 2 5 4 0 1 8 2 0 3 0 3 0 3 0 2 2 1 3 0 3 0 4 bevreesd geworden Van het geroep 3 van beiden niet overhaast hadden, aoor een hun misdadig werk hadden zij het huis Beiden gaven toe te heb- Zij hadden n.l. een van wien wisten zij precies te zeggen, kringen had die tip dat er voor 4 A 5 In den vooravond van den eersten November 1939 werden de bewoners van een perceel, gelegen aan de Zout- ffianstraat no. 62, waar een bloemiste rij is gevestigd opgeschrikt door een luiden kreet van hun twaalfjarig zoontje, dat zich te ongeveer half ne- sen naar bed had begeven. Het jon getje sliep in de serre van een achter kamer van de eerste étage met uit zicht op den achtertuin. Toen zijn ouders op het gegil van het kind wa ren toegesneld, vernamen zij. dat dit »as opgeschrikt door het gerucht van voetstappen, het gerinkel van glas en gekners van grind. De vader !>ad het licht in de slaapkamer van ujn jongen aangestoken, maar had geen onraad kunnen bespeuren. Nog henzelf den avond werden als verdacht van een inbraak te hebben gepleegd in ^t aangrenzende perceel no. 90. waar sigarenwinkelier van der Put zijn ^rijf uitoefende, of althans daaraan Medeplichtig te zijn geweest, vier jonge Mannen gearresteerd, t.w. de 24-jarige hoopman E. F. K„ de 25-jarige los- ’'erkinan M. R., beiden alhier en goede bekenden van politie en justitie, de 23-jarige koopman Th. J. S. B., zon der bekende woon of verblijfplaats hier lande en de hier ter stede gevestigde ^•jarige garagehouder J. T?. F. Kr. H. W. V. V W D. S. Clingendaal V I. O. S. 4 M. V. K V. 2 5 D C. S. 2 5 Dodge S.V. 2 5 Afdeeling L. gsp. gw. gel.vrl.pt. v.t. gem. 5 - - ----- - - Zwart Blauw 2 3 Spoorwijk 2 Kranenburg 3 ’s-Gravenz. 2 *De Jagers 2 Scheveningen *De Jagers tegen Zwart Blauw 2. Afdeeling M. gsp. gw. gel.vrl.pt. v.t. gem. 1.80 1.66 1.50 14—14 1.— 17—19 1.— 19—26 0.80 8— 17 0.40 9— 22 0.— 0 0 1 0 3 -1 3 1 0 1 Afdeeling F. gsp. gw. gel.vrl.pt. v.t. gem. 1 ------ 2 0 1 0 0 o o Afdeeling G. gsp. gw. gel.vrl.pt. v.t. gem. 5 - - ---- - - 7 7 7 weer aan de achterzijde hebben ver laten en over twee muren zijn geklom men, waarna zij in den tuin van de wo ning van den sigarenwinkelier waren beland. Een hunner zou vervolgens ge tracht hebben met een beitel de tuin-, deur open te breken en toen dit niet wilde lukken, een deurruit aan de ach terzijde van de woning met zeep heb ben besmeerd en daarna ingedrukt, waarna de spagnoletsluiting van die deur gedeeltelijk naar beneden kon worden gedrukt. Verdachte werd gevolgd. De agent van politie, tevens recher cheur J de G„ verklaarde als getuige, dat hij verdachte reeds eenige dagen was nagegaan. Deze had zich meerma len opgehouden bij de woning van den sigarenwinkelier en daar de situatie trachten op tp nemen. Dien bewusten avond heeft getuige de auto van den garagehouder, waarin vier personen wa ren gezeten, zien aankomen. In de van Speykstraat stapten er twee uit. Na geruimen tijd kwamen K. en R. door een brandgang naar buiten. Toen zij zich naar de auto wilde begeven, wer den zij gearresteerd. In den tuin achter den winkef werden beitels en een breekijzer gevonden. Ook op de andere verdachten trof men soortgelijke voorwerpen aan. Uit het verhoor van den sigarenwin kelier bleek, dat verdachten, wanneer zij niet gestoord waren geworden, zeer weinig zouden hebben gevonden, daar e; geen geld of kostbaarheden in zijn woning aanwezig waren. De heer P. J. L., die naast den siga renwinkelier woonde, vertelde, hoe zijn zoontje luidkeels had geroepen, toen het onraad had meenen te bespeuren. De president (mr. Bommezijn): Zou dat roepen in den tuin er naast te hoo- ren zijn geweest? i Get.: Nu, ik geloof het zeker. Het zoontje zelf verklaarde geknars van grind, gerinkel van glas en geluid van stemmen te hebben gehoord. Hij had toen geroepen. President: En heb schreeuwd? Get.: Ja zeker, meneer. President: Hoe hard wel? Het jongentje roep luidkeels „Pa” in de zaal, zóó dat die roep overal is te hooren. mille goudgeld in het perceel in de Zoutmanstraat no. 90 aanwezig was. Requisitoir. Mr. P. R. Blok, het O. M. waarne mend. begon zijn requisitoir met een woord van dank te richten tot de po litie, die zoo actief was opgetreden, dat deze misdadigers op heeterdaad konden worden betrapt. Zij heeft een goede vangst gedaan. Van het verhaal van ver dachten omtrent hun plotseling opgeko men berouw, geloofde spreker niet veel. Na hierover vroeger in het geheel niet te hebben gesproken, is nu verdachte R ook al weemoedig geworden. Samen zijn verdachten op roof uitgegaan, dat zij nu plotseling samen ook zouden zijn teruggetreden van hun voornemen, wil er bij spreker niet in. Beider strafblad is rijk voorzien met aanteekeningen om trent door hen gepleegde strafbare fei ten. Zulks misdadigers worden niet zoo I spoedig sentimenteel. Zij moeten het doordringend schreeuwen van het jonge tje gehoord hebben. Inbrekers letten op ieder geluid. Toevallig is het ook, dat hun weggaan precies samenvalt met het oogenblik, waarop alarm werd gemaakt, het jongetje heeft immers duidelijk ge hoord, dat de ongenoode gasten weg liepen. Verdachte hebben overhaast de vlucht genomen. Spr. achtte het bewijs voor de aan hen ten laste gelegde poging tot inbraak wet tig en overtuigend bewezen en eischte tegen ieder hunner gevangenisstraf voor den tijd van twee jaar en zes maanden. Pleidooi. Mr. P. van ’t Hoff Stolk bestreed als verdediger van verdachte Kr., dat het O.M. er niet in was geslaagd te bewijzen, dat verdachte, wanneer hij zich er op beroept, uit vrees of voor welke reden dan ook, tijdig van het misdrijf te zijn teruggetreden, onwaar heid heeft gesproken. Het is zeer goed mogelijk, dat zij het jongetje D. niet hebben hooren roepen. Men heeft hier niet eens de proef genomen of de stem van het kind buiten de rechtzaal hoor baar was. De vader zelf heeft niets gezien of gehoord. Van een overhaast wegvluchten is niets gebleken, zij zijn kalm naar de auto gewandeld. Spr. concludeerde tot vrijspraak en verzocht de onmiddellijke invrijheid stelling van zijn cliënt. De rechtbank wees dit verzoek van de hand. Mej. mr. J. J. L. Timmer sloot zich ten aanzien van verdachte R. bij dit pleidooi aan. De medeplichtigen staan terecht. Hierna hadden zich de koopman Th. J. S. B. en de garagehouder J. P. F. K. te verantwoorden. Hun was ten laste gelegd dat zij gelegenheid, middelen en inlichtingen hadden verschaft aan de beide vorige verdachten. B.> zou de winkelier gevolgd zijn toen hij zk-h naar de bioscoop begaf, blijK- baar om er zich van te overtuigen dat het terrein op no. 90 veilig was. B. ontkende dit, bewerende dat hij alleen maar wat was gaan wandelen. Verdachte Kr. verklaarde, thans als getuige, dat men met vier personen was uitgereden naar de van Speijk- straat. B. is het eerst uitgestapt, hij is later komen zeggen, dat v. d. P. was uitgegaan en zich had begeven naar het Metropool-theater. Hij had er aan toegevoegd Jullie kunt je gang wel gaan, alles is in orde. Inlichtingen heeft B. niet verstrekt. Verdachte R. legde een soortgelijke verklaring af. B. ontkende alle schuld. Hij is wel meegegaan, met de anderen, maar wist niet dat zij zouden gaan inbreken, wel gaf hij toe tevoren met Kr. het per ceel te hebben bekeken. Het O.M. achtte B.’s medeplichtig heid wettig en overtuigend bewezen en eischte tegen hem twee jaar gevange nisstraf. Tenslotte moest de garage-houder J. Ph. F. K. in de verdachtebank plaats nemen. K. zat aan het stuur, toen de politie de auto aanhield. In de auto werd een paar glacé handschoenen ge vonden. Ook de beide verdachten K. en R. uit de vorige zaken moesten als ge tuige optreden. Reeds in October, zoo verklaarde K., ben ik met den verdachte in de auto meegegaan om het huis eens te bekijken. President: Hoe wist u, dat daar wat te halen was? Getuige: Ik hoorde het van deze en gene. Dan wist die het weer en dan weer een ander. Onder eede durf ik niet precies te verklaren van wien ik het heb. Aan de politie heeft K. evenwel ver klaard, dat hij van verdachte heeft gehoord. Ook. voor den Rechter-Com- missaris heeft hij een dergelijke verkla ring afgelegd. Op de vraag van den verdediger, mr. M. H. Huygens, zeide getuige, dat hij voor het eerst van den te halen buit van zekeren G. hoorde. Het was niet afgesproken, dat verdachte K. voor on raad zou waarschuwen. Ook in deze zaak legde R. een gelijksoortige verkla ring af. Verdachte zelf deelde bij zijn onder vraging mede, dat hij den bewusten avond de inbrekers naar de van Speyk straat heeft gereden. Er was niet a (gesproken, dat ik op hen zou wach ten, maar, zoo zeide verdachte, ik was nieuwsgierig om te zien, hoe het afliep. Hij wist wel, dat er ingebroken zou worden De officier van Justitie, mr. P. R. Blek, achtte verdachte medeplichtig aan de inbraak. Uit de vroegere verkla ringen van de inbrekers blijkt, dat K. inlichtingen voor de inbraak heeft ge geven. Hij heeft ze ook naar de plaats des misdrijfs gereden en daardoor de inbraak vergemakkelijkt. Wanneer de politie te weten zou ko men, dat er ergens een moord zou wor den gepleegd, zou zij dan wachten tot- de vorenvermelde toezegging alsnog kon worden voldaan. Dezelfde leden hadden destijds even eens met voldoening kennis genomen van het voornemen van s ministers ambtsvoorganger, mede de economische zijde van de droogmaking van het Zui delijk deel van het IJsselmeer met de meeste zorg te doen bestudeeren. Zij spraken de hoop uit, dat ook de tegen woordige bewindsman daartoe bereid zou zijn. Andere leden verklaarden, zich bij dit betoog aan te sluiten. Overzicht van de in de inpolderingen gestoken kapitalen. Aan het voorloopig verslag van de Eerste Kamer over de begrooting van j,et Zuiderzeefonds voor 1940 is het volgende ontleend gij de overweging van dit wetsont werp leden De heer L. de Visser vrijgesproken. De rechtbank te Almelo heeft van daag den heer L. de Visser, lid van de Tweede Kamer voor de Communistische partij Nederland, vrijgesproken van de hem ten laste gelegde beleediging, daar zij den opzet niet bewezen achtte. De heer de Visser zou in een onlangs te Enschedé gehouden vergadering be- leedigende woorden hebben gebezigd aan het adres van de rechterlijke macht. Hij ontkende de hem ten laste gelegde uitdrukking „klasse-justitie” te hebben gebruikt. De officier van justitie had een voor waardelijke gevangenisstraf voor den tijd van een maand geëischt, met een proeftijd van drie jaar en vijftig gul den boete, subsidiair 25 dagen hech tenis. in de afdeelingen gaven eenige andermaal als hun meening te jennen, dat de wijze, waarop de be groeting van het Zuiderzeefonds, als ook die van andere fondsen, is inge richt, het den leden der Staten-Gene- raal zeer moeilijk maakt, een indruk te verkrijgen van de kapitalen, welke, van den aanvang van elk afzonderlijk werk af, daarin zijn gestoken. In de jlemorie van Antwoord op het voor lopig verslag van deze Kamer nopens je Zuiderzeefondsbegrooting-1939 was jn uitzicht gesteld, dat op gezette tijden mededeeling zou worden gedaan omtrent de kapitalen, in de» onder scheidene inpolderingen gestoken. Bij de openbare behandeling van bedoeld wetsontwerp was die verklaring zelfs aangevuld in dier voege, dat zoodanige mededeeling bij de jaarlijksche begroo ting zou kunnen geschieden. Mitsdien had het de hier aan het woord zijnde leden bevreemd, dat zulk een over zicht nochtans niet is verstrekt. Zij zouden het op prijs stellen, indien aan 5 0 5 0 4 0 3 2 7 4 0 6 2 7 1 De competitieatanden Nu op den afgeloopen Zondag de compe titie van den H. V. B. wederom stil heeft gelegen, meenen we vele lezers van dienst te zijn deze pauze te benutten voor het publiceeren der standen in de diverse klassen. Zij luiden aldus: Afdeeling A. gsp. gw. gel.vrl.pt. v.t. gem. Westerkwart. W I. K. 2 Z.-Holland B. E. C. 3 A D. O. 5 Celeritas 3 S E. P. B. T. C. 2 Laakkw. 6 Archipel 4 V U. F A. E. C. 2 D S. B. V D. S. 4 H. B. S. 7 P D. K. 2 Maasstraat 3 Innndatie-schade. gesloten werd overleg te plegen met jjet Rijksbureau voor ontruiming om trent de wijze, waarop de georgani- .eerde iaodbouw zal kunnen medewer- Ln aan het terugbrengen in goeden cultuurtoestand der geïnundeerde lan derijen, na opheffing der inundaties en aan het voorzien van de daarbij be trokken landbouwers van de noodige bedrijfsmiddelen. De tenlastelegging. ZÜ hadden zich thans alk vier voor I de rechtbank te verantwoorden. Het I «erst werd de zaak tegen de beide I ^rstgenoemde jongelieden behandeld. I Hun was bij dagvaarding ten laste ge- I {egd. dat zij in den avond van 1 Nov. I ter uitvoering van een in gemeen- I j’happelijk overleg gevormd plan zou- I den hebben getracht uit perceel Zout- I 'Manstr. 90 met het oogmerk van we- I a rechtelijke toeëigening geld of goe- I eren weg te nemen, welke van hun I gading zouden blijken te zijn. Zij zou- I zich door verbreking en inklim- I sei?8 Hegang hebben weten te ver- I ^en tot genoemd perceel, nadat I van verdachte B., die het terrein I ...Oren had verkend, te weten waren I «tornen, dat de sigarenwinkelier dien I thuis zou zijn, omdat hij I hiervan had B. zich vergewist I ga naar het Metropooltheater was ge- I d?an vierde man in het complot. I v garagehouder K zou hulp hebben I j^aeen<t door Kr. en R. met zijn auto I Had't d<? Zoutmenstraat te rijden en, a deze een ingang van een nabu- woning waren binnengegaan, bij den j“'v*an8 aaarvan de wacht te hou- j n de van Speykstraat, met de be- ld8 om in geval van onraad de da- c waarschuwen en hun c.q., wan- lar, .deze zouden moeten vluchten ‘j behulpzaam te zijn. Kr. en R. m een zich in de Zoutmanstraat e,1den zijingang van een op den van dje straat en de Laan van ^Tvoort zich L_.L_4— zÜn binnengegaan, dit gebouw kunnen v.t. gem 25—8 1.6 j 14—4 1.50 34—16 1.50 13—9 140 12—7 1.25 12—10 0.80 8—15 0.25 4— 24 0.-T- 5- 34 0 - 4 2 6 3 Bezuidenhout 5 2 41 5 - 4 Overvoorde 2 3 3 4 0.. Afdeeling R. 6 4 3 7 4 4 4 4 4

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 11