van
Begrooting
Buitenlandsche Zaken
van
Critiek op de rede
Churchill
STATEN-GENERAAL
KuHST EN Lr.T
HAAGSCHE COURANT VAN WOENSDAG 24 JANUARI 1940. TWEEDE BLAD, PAGINA 3.
BERLINER PHILHARMONIE
TOONEELGROEP „HET MASKER’
Behandeling door de
Eerste Kamer
Dirigent Dr. Wilhelm Furtwangler
J
EMILE VAN DEN BOSCH
OVERLEDEN.
Snel
Zie verder 4e blad. pag. 2.
door
Rede van mr. van Lanschot.
i
i
r
9
0
speciale
De Volkenbond.
i
i
Geringe invloed der
neutralen.
De neutralen en een toe
komstig vredesverdrag.
der Regeering
en
van
nam
voldoenden invloed ten gunste van den
vrede kunnen uitoefenen; dat heeft de
practijk bewezen. De neutralen mogen
niet hun taak verzuimen. Laat de minis
ter reeds thans stappen ondernemen bij
andere neutrale staten.
Met het uitspreken van zijn waardee-
ring voor en vertrouwen in het beleid
van den minister, eindigde de heer van
Embden.
Zelfstandigheidspolitiek.
De heer deSavornin Lohman
(C.H.) wees er op, dat de Nederlandsche
neutraliteitspolitiek de hoofdschotel van
het debat is. Ook in deze Kamer is het
goed te laten uitkomen, dat zooveel mo
gelijk partijen de politiek der Regeering
steunen. Het beleid van dezen minister
verdient hulde, in het bijzonder ook zijn
rede in de Tweede Kamer. Dat Neder
land zijn bestaan niet aan de gunst van
anderen heeft te danken en dit als het
ware de grondslag van onze zelfstan
digheidspolitiek is, moge nog wel eens
worden gezegd. Terecht maakte de mi
nister dit tot uitgangspunt van zijn rede
Onze neutraliteitspolitiek houdt echter
niet in, dat wij nu ook van alles afzijdig
blijven.
Volgens onze zelfstandigheidspolitiek
wenschen wij ons niet te plaatsen onder
de bescherming van anderen; wij aan
vaarden geen garanties, van wien ook.
Wij sluiten ook geen verdragen met an
dere landen, zelfs niet met België, hoe
goed de verstandhouding met dit land
ook is (dank zij den vooruitzienden blik
van den Koning der Belgen). De „mos-
coviet” de Visser heeft wel vragen daar
omtrent gesteld, doch het spreekt van
zelf, dat wij geen verdrag met België
hebben.
Met grimmige verbetenheid zullen wij
ons tegen eiken aanval verdedigen. Wij
wenschen met rust te worden gelaten;
wie ons niet aanvalt, zal ook door ons
met rust gelaten worden. De neutraliteit
van Nederland is ook een Europeesch
belang.
Tenslotte drong de heer Lohman erop
aan, dat de Regeering zooveel mogelijk
mededeelingen zou doen ter bevordering
van de rust en de kalmte der bevolking,
als er bijzondere maatregelen moeten
worden genomen.
Na de pauze betoogde de heer de
Savornin Lohman, dat uittreden van
Nederland uit den Volkenbond op dit
oogenblik den indruk zou kunnen wek-
De heer van Lanschot (R.K-)
laakte het in den heer Briët dat hij
terug is gekomen op de kabinetscrisis.
Hij zou hem op dien weg niet volgen:
die periode is voor hem afgeloopen en
voorgoed afgeloopen.
Lof bracht hij aan den minister en
zijn bekwame ambtenaren. Het is ge
ruststellend te bedenken, dat de porte
feuille van Buitenlandsche Zaken in
zoo bekwame handen is gelegd. Deze
bewindsman is nog jong genoeg om op
timist te zijn, waar hij optimist mag
zijn.
De Internationale Rijn-
vaartovereenkomst.
ensemble
onze
jarer
Griep, Kou
altijd een poeder ol cachet
Kon
natuurlijk in het bijzonder
Mi'ihs. d>e een langdurig,
applaus in ontvangst te ne-
heer van
aan
creatie
fijnheid,
sti’Jt
I net noogtepunt van aen
de symfonie van Brahms
licht valt en i
1 op de
waarvan
PAULA JALINK VERHOECKX.
Op haar piano-avond. morgen in Dili-
gentia, zal onze bekende pianiste Paula
Jalink-Verhoeckx werken van Bach, Beet
hoven, Brahms en Schumann ten gehoore
brengen.
„De S c h a d u w”,
Dario Niccodemi.
Snel en goed
I, r'ljn. helpen hierbi)
van MIJnhardt.
Mijnharde', Poeders per stuk 8 cl. Doos 45 cc.
Cachets.genaamd..Mijnhardtjes "2st. lOct Doos50ct
kennen de
concertbezoe-
geleden. toen
Contra prof, van Embden.
De heer de Savornin Lohman had
zich verwonderd over den aandrang van
den heer van Embden, dat de neutralen
aan de conferentietafel zouden gaan zit
ten. Met alle respect gezegd: zijn rede
was gespeend van werkelijkheidszin.
Het lijkt ook wel pretentieus, dat de
neutralen aan den conferentietafel zou
den gaan zitten. Iets anders is, als er een
reorganisatie, bijv, van den Volkenbond
tot stand zou worden gebracht. Ondanks
dc ondervonden teleurstellingen blijft de
heer van Embden nog optimist. Wel
kunnen de neutralen als eerlijke make
laars trachten om contact tusschen de
oorlogvoerende partijen tot stand te
brengen, zooals pogingen door H.M. de
Koningin en door Koning Leopold zijn
gedaan.
Onze neutraliteit.
Nederland zit intusschen midden tus
schen de oorlogvoerenden, met alle na-
deelen van dien. Voor onze scheepvaart
is het zeer te betreuren, dat de Lon-
densche declaratie niet ten voile wordt
nageleefd. Het ligt waarlijk niet aan
de kleine neutralen, dat er van den
Volkenbond zoo weinig is terechtge
komen; waarom ontziet Churchill in
zijn rede Japan en Italië? Ook de heer
van Lanschot oefende critiek uit op de
rede van den Engelschen minister- Aan
de overzijde van het Kanaal wordt
maar al te zeer vergeten, dat Versailles
en niet een ideologisch verschil de
hoofdoorzaak van dezen oorlog is. Het
Katholieke standpunt houdt in dat neu
traliteit een gewetensplicht is in dit
conflict.
Anderzijds verwijt Duitschland ons,
dat wij ons beperken tot papieren pro
testen tegen de aantasting van onze
rechten door Engeland. Volkenrechte
lijk is dit verwijt onjuist. De Regeering
heeft er voor te waken, dat aan andere
landen niet verleend wordt wat ons ge
weigerd wordt; ook hier geldt: gelijke
monniken gelijke kappen.
In den vorigen oorlog hadden we de
N.O.T., die voor onzen invoer over zee
zorgde, thans hebben we de A.N.I.C.
Laat de Regeering de belangen van
onze scheepvaart door deze centrale
niet minder doen verzorgen.
De Regeering heeft te Londen gepro
testeerd tegen het inbeslagnemen van
de post. Kan zij reeds iets nader om
trent de gevolgen daarvan mededeelen?
De heer van Lanschot betoogde ver
volgens, dat proefondervindelijk is be
wezen, dat onze neutraliteit geen ge
vaar loopt door het blijven in den Vol
kenbond. Dit zou anders hebben kun
nen zijn als onze delegatie te Genève
niet zoo superlatief voorzichtig was op
getreden, door elke bespreking van den
oorlog tusschen Engeland en Frankrijk
eenerzijds en Duitschland anderzijds te
vermijden, bij de aan de ordestelling
van de zaak-Finland.
Ook mocht de materieele hulp aan
Finland niet worden voorgesteld als
collectieve hulp. De heer van Lanschot
juichte eveneens toe, dat onze Regee
ring een bedrag voor dit land wil
uittrekken.
De heer van Embden bepleitte actieve
Churchill’s rede.
Ook de heer Lohman keurde de wijze,
waarop door Churchill en sir Edward
Grigg over de neutralen is gesproken, af.
De neutralen hebben dezen oorlog niet
ontketend. Het gaat niet aan, ons de re
kening te presenteeren voor wat ver
keerd is gegaan.
De kleine mogendheden hebben niet
de collectieve veiligheid om hals ge
bracht, wél Engeland en Frankrijk. Nie
mand minder dan Chamberlain heeft de
collectieve veiligheid dood verklaard en
toch heeft de heer Churchill gemeend de
neutralen te moeten vermanen! Waarom
heeft Engeland Rusland gespaard, toen
het Polen aanviel? Voor dit land geeft
ook het nationale belang den doorslag,
at heeft het eveneens ideëele motieven
voor het voeren van dezen oorlog. Als
de onafhankelijkheid van de kleine lan
den voldoende het belang van Engeland
raakt, dan eerst zal dit in beweging
komen.
Dat is dit land niet kwalijk te nemen,
maar het kan ons evenmin kwalijk
nemen, dat wij niet het slagveld van
Europa willen worden.
De zee-oorlog wordt grootendeels op
de ruggen der neutralen uitgevochten;
in dit koude jaargetijde worden schepen
zonder waarschuwing getorpedeerd. De
eene represaille wordt met de andere
beantwoord. De neutralen betalen
heusch wel hun tol!
Onder deze omstandigheden dwingt
de onpartijdige houding onzer Regee
ring bewondering af. Zij protesteert
telkens krachtig bij beide partijen. Méér
kan zij niet doen. Wil één der partijen
dan, dat wij geweld gebruiken? Het
bewijs, dat onze Regeering onpartijdig
is, wordt al geleverd door het feit, dat
zoowel Duitschland als Engeland ons
beschuldigt van te zwichten voor maat
regelen van den ander.
De heer Lohman besprak tenslotte de
opzegging van de facultatieve clausule
van het Permanente Hof door Engeland
en Frankrijk en wees erop, dat terecht
daartegen door de neutralen is ge
protesteerd.
Het grenst aan landverraad, als men
twijfel tracht te wekken aan het stre
ven der Regeering om de neutraliteit
te handhaven. Zeer juist heeft zij voor
schriften daaromtrent gegeven aan de
buitenlandsche correspondenten, maar
beschikt zij ook over middelen, om
tegen Nederlanders te dien aanzien op
te treden? Alhoewel ’t niet op groote
schaal gebeurt, wordt ook wel eens in
’t openbaar gesproken op een wijze,
welke de taak der Regeering bemoei
lijkt. We moeten er voor oppassen, te
zeer aan onze voorkeur voor één der
partijen uiting te geven.
Meer inlichtingen.
De rede van Churchill.
De heer Briët bestreed de rede van
Churchill, die de houding der neutralen
ten onrechte heeft gecritiseerd. Enge-
and heeft ook niet geprotesteerd toen
ae Oslo-staten zich van art. 16 van het
"olkenbondsverdrag losmaakten. Ove
rigens hebben Engeland en Frankrijk
zich losgemaakt van de facultatieve
pusule betreffende het Internationale
Hof van Permanente Justitie.
Nederland wenscht geen instrument
deelneming der neutralen bij het sluiten
van den vrede. Hier ligt zeker een
taak voor de neutralen, doch zij moeten
dan blijk geven van werkelijkheidszin
en staatsmanswijsheid. De heer van
Embden is wellicht wat tè idealistisch.
Hij bedenke, dat het met groote heeren
slecht kersen eten is. Wel is er plaats
voor een aaneengesloten front der neu
tralen. Het vredesverdrag mag niet de
kiem van een nieuwen oorlog inhouden;
het Volkenbondspact dient te buigen
voor de lessen der historie.
Zoolang de collectieve veiligheid niet
effectief kan worden gemaakt, is een
goed leger noodig. Reeds vroeger had
de heer van Lanschot den heer van
Embden daarop gewezen. We mogen
niet weer vervallen in de fout van na
den vorigen oorlog.
De heer V o r r i n k (S.D.A.P.) be
gon zijn rede met een woord ter her
denking van allen die te land en ter
zee van de oorlogvoerende en neutrale
landen zijn gevallen als gevolg van den
oorlog.
Het geheele volk staat achter de Re
geering bij de handhaving van de neu
traliteit. De heer Vorrink bracht een
eeresaluut aan het heldhaftige Finsche
volk, dat tegen het communistische
Rusland voor eigen onafhankelijkheid
strijdt. Wat Rusland betreft wilde de
heer Vorrink aan ’t adres van den heer
de Savornin Lohman slechts opmerken,
dat het gevaar van een burgeroorlog
niet alleen dreigt van communistische
zijde.
Wij hebben van verschillende zijden
thans druk te verduren. In dit verband
besprak de heer Vorrink, ook de rede
van Churchill. Hij betoogde, dat Enge
land en Frankrijk de verantwoordelijk
heid dragen voor het mislukken van de
sancties tegen Italië, voor de garantie
aan Polen en het uitbreken van dezen
oorlog. Handhaving van de collectieve
veiligheid is door de politiek van Enge
land en Frankrijk mislukt.
Ons redelijk recht op neutraliteit
blijft bestaan, al lijden wij schade door
een nederlaag van Engeland.
De heer Vorrink stemde in met de op
vatting der Regeering, dat Nederland
lid van den Volkenbond moet blijven.
Bij het sluiten van den vrede moeten
betere beginselen worden gehuldigd
dan in 1918 hebben gegolden. Daar
over zijn alle partijen het eens. Het is
daarom niet duidelijk waarom de
heer de Savornin Lohman de rede van
den heer van der Goes de Naters in de
Tweede Kamer gehouden, heeft ge
ïroniseerd, alhoewel bijv, de heer
Smeenk zich op 't zelfde standpunt
plaatste.
De heer Heldring (Lib.) bracht
hulde aan het beleid van den minister
en sprak zijn vertrouwen in hem uit.
Hij hoopte dat er spoedig vrede zou
komen; inmiddels moeten wij voort
gaan met het versterken van onze de
fensie. Wij deel en onze moeilijke po
sitie met België. De wreede aanval op
Finland heeft het aspect weer geheel
veranderd. Het genereuze aanbod van
de Regeering in het toegezegde wets
ontwerp moet worden toegejuicht.
Het voorbehoud der Regeering in
zake de Internationale Rijnvaartover-
eenkomst heeft onvoldoende aandacht
gevonden. Dat voorbehoud met betrek
king tot een eventueel concessiestelsel
van ons land kan navolging vinden in
het buitenland. De vrijheid van scheep
vaart op de internationale rivieren
moet gehandhaafd worden.
De heer Heldring bepleitte een be
tere outillage van de gezantschappen
en versterking van het consulaire
corps met het oog op de economische
betrekkingen, al valt op de kwaliteit
der consuls niets af te dingen. Hij sloot
zich bij den heer Kropman aan wat
de voorbereiding van een bureau voor
zee-oorlogsschade betreft.
Vergadering op Woensdag
24 Januari,
geopend te 11 uur.
Voorzitter: mr. W. L. baron
de Vos van Steenwijk.
ZEE-OORLOGSSCHADE.
Vandaag heeft de Eerste Kamer een
aanvang gemaakt met de behandeling
van de begrooting van Buitenlandsche
Zaken voor 1940.
De heer Kropman (R.K.) besprak
de zee-oorlogsschade en de moeilijk
heden, welke voor onze scheepvaart
uit de handelingen der oorlogvoeren
den voortvloeien. De protesten tegen
het lange ophouden van onze schepen
en torpedeering hebben nog niet veel
geholpen.
Het ware gewenscht, dat reeds nu
een bureau voor zee-oorlogsschade
wordt opgericht, evenals in den vori
gen oorlog. Daarom is het te betreu
ren, dat de minister nog een afwach
tende houding aanneemt. Het is niet
alleen een taak der belanghebbenden
om materiaal te verzamelen, waaruit
de schade kan worden vastgesteld, ook
de Regeering heeft ten deze een taak
en mede met het oog daarop ware het
gewenscht, dat een vertegenwoordiger
van Buitenlandsche Zaken de zittingen
van den Raad voor de Scheepvaart
bijwoont.
De heer Kropman besprak vervol-
j- gens de schade, welke voor de reede-
rijen en ook voor de havensteden
uit het langdurig oponthoud in de
Downs voortvloeit. Hiermede zijn dui
zenden guldens gemoeid. Volkenrech
telijk is dit een moeilijk punt, maar
wij mogen ons niet bij wat wij als on
recht gevoelen neerleggen. Wij hebben
geprotesteerd en wij moeten blijven
protesteeren. Het is te verheugen, dat
onze minister zoo krachtig voor de
rechten der neutralen opkomt. Welke
vooruitzichten zijn er ten aanzien van
een verbetering van den tpestand in de
Downs?
De heer Kropman bracht den minis
ter hulde voor zijn rede in de Tweede
Kamer, waarin hij krachtig voor de
neutrale positie van ons land is opge
komen. De neutralen kunnen wellicht
ten behoeve van den vrede een rol
spelen. Het vertrouwen in dezen mi
nister is goed gefundeerd. Men moet
in de tegenwoordige omstandigheden
niet „tot den man aan ’t stuur spre
ken”. Deze uit Engeland stammende
zegswijze mogen zich ook sommige
Engelsche staatslieden aantrekken
De heer van Embden (V.D.)
herinnerde aan de vredespogingen,
welke door den Koning der Belgen en
onze Koningin en door de Oslo-staten
zijn ondernomen, aan welke, pogingen
hij hulde bracht. Hij stemde geheel in
met de houding der Regeering ten
aanzien van den Volkenbond en be
toogde, dat Nederland lid van dien
Bond moet blijven. Terecht nam de
Bond geen neutrale houding aan tegen
over Finland. Op deze dingen moet
nog eens gewezen worden, aangezien
de communisten in ons land thans
weer op bevel of op aandrang
den Volkenbond den rug toekeeren en
thans Finland bekladden. Weliswaar
hebben we geen communisten in de
Eerste Kamer, doch hun geestverwan
ten, de N.S.B., zijn er wel
De heer van Vessem (N.S.B.)
Hoor, hoor
De heer van Embden (V.D.)
dankte voor den financieelen steun aan
het Finsche Roode Kruis en vervolgde,
dat de neutrale staten tijdig een recht-
matigen invloed moeten kunnen uit
oefenen op het vredesverdrag, dat te
eenigertijd de oorlogshandelingen moet
afsluiten. Zij mogen daarop een mo-
reele aanspraak laten gelden.
De heer van Vessem (N.S.B.)
Kijk maar eens naar de rede van
Grigg
De heer van Embden (V.D.)
vervolgde, dat een en ander natuur
lijk ook afhankelijk is van den poli-
tiek-militairen afloop van den oorlog.
Hij constateerde, dat de minister oog
voor den mogelijken invloed der neu
tralen en een aanbod van goede dien
sten heeft en zette vervolgens uiteen,
dat in 1918 de belangen der neutralen
niet tot gelding zijn gekomen, alhoe
wel dit rechtmatig en juist zou zijn
geweest, ook in het belang der belli-
gerenten zelf. Een herhaling van dezen
gang van zaken moet worden voor
komen. De positie der neutralen is
thans ook grooter dan toen. In ver
band hiermede keurde de heer van
Embden de jongste rede van Churchill
af, waarbij hij echter zeide niet over ’t
hoofd te willen zien, dat verkondigd
is, dat diens rede niet geheel het in
zicht der Engelsche regeering dekte.
Belangrijk is, dat de leider der oppo
sitie in Engeland, Attlee, en ook eenige
andere Engelsche parlementsleden er
op hebben gewezen, dat de neutralen
bij het sluiten van den vrede geraad
pleegd moeten worden en daarop in
vloed uitoefenen. Dat zijn nog wel
slechts enkele stemmen, doch het is ge
wenscht, dat de neutralen zich op hun
taak voorbereiden. De lotsverbonden
heid der volken is de moreele claim,
welke de neutralen mogen laten gel
den. Hun staatsfinanciën, hun welvaart
en menschenlevens hunner onderdanen
zijn door de oorlogshandelingen, buiten
hun schuld, in gevaar gebracht. Gezien
ook de uitlatingen van den aartsbis
schop van York is de medezeggenschap
der neutralen niet alleen recht, maar
ook plicht. Terecht heeft onze minis
ter-president in zijn radiorede ook her
innerd aan de moreele gevolgen van
den oorlog op de menschheid. De heer
van Embden was van oordeel, dat de
neutralen zich ongevraagd moeten mel
den. Hij steunde zijn aandrang ook op
de invloedrijke positie van president
Roosevelt en den Paus. Hij achtte den
tijd voor 't uiten van speciale wen
schen nog niet rijp.
Alleen wilde hij ten aanzien van den
Volkenbond nog zeggen, dat de leden
van den Volkenbond het nationale be
slissingsrecht zullen moeten prijsgeven.
Particulieren van aanzien zullen niet
verder de ongeneeslijke zieke te spelen,
weggelaten, waardoor de vertooning aan
merkelijk gewonnen heeft
Wij hebben goede herinneringen, van
reeds verscheidene jaren her, o.a aan
Alida TartaudKlein en Tilla Durieux
als ster in dit stuk. Voor ons gevoel heeft
Else Mauhs deze voorgangsters overtrof
fen door een spel dat niet slechts tech
nisch bijzonder knap was maar bovenal
van-binnen-uit kwam met een verbluf
fend talent om de innerlijke roerselen,
die in dit stuk zoovele zijn en elkaar zoo
snel opvolgen te veruiterlijken op een
wijze, die niet alleen machtig boeit en
bewondering wekt maar ook overtuigt en
diep ontroert. Het is een onvergetelijke
creatie.
John Gobau was niet onverdienstelijk
als de echtgenoot; hij had zelfs vaak heel
goede momenten, maar hij is niet dc
figuur voor deze rol en in elk geval een
te zwakke portuur voor een actrice van
de maat van Else Mauhs, op wie zich
nu nog méér dan noodzakelijk alle licht
concentreerde.
Ook Willy Haak gaf verdienste’;ik spel,
zonder veel relief, als de vrien ;n. Ko
Arnoldi maakt van den vriend een fijn fi
guurtje, Cruvs Voorbergh, als dokter,
Georgette Reyewsky, als verpleegster en
Lize Servaes. als huishoudster, dragen
het hunne bij tot een behoorlijke vertoo
ning onder regie van John Gobau en in
goede décofs van Lucas Wensing.
Het succes in den Kon Schouwburg
was groot,
voor Else
geestdriftig
men had.
ken van het verlaten van de neutrali
teit, daar Engeland en Frankrijk den
Volkenbond buiten den oorlog hebben
gehouden.
Hij keurde de politiek der Regeering
ten aanzien van den Volkenbond goed.
Deze heeft z.i. ook de juiste houding
met betrekking tot de behandeling van
de Finsche kwestie, aangenomen. Te
recht heeft Nederland medegewerkt
aan de uitstooting van Rusland. Ook
nu is gebleken, hoe juist het is ge
weest, dat het zich destijds tegen de
toelating van sovjet-Rusland, het land
van de wereldrevolutie, tot den Vol
kenbond. heeft verzet en dat het
dit land niet heeft erkend. De gebrui
kelijke aansporing in het voorloopig
verslag, om dit land te erkennen, ont
breekt dan ook ditmaal.
Vol bewondering gewaagde de heer
Lohman van de heroïeke houding van
Finland. Hij hoopte, dat Nederland
voort zou gaan met het verleenen van
steun, waarbij de hoogsten in den lan
de zijn voorgegaan. De toegezegde in
diening van een wetsontwerp moet
worden toegejuicht. De heer Stalin
heeft in een rede als doel van zijn
streven genoemd de vestiging van de
wereldrevolutie. Rusland is het groote
gevaar voor EuropaDuitschland
heeft het paard van Troje door zijn
verbinding met dit land, binnenge
haald.
Prof, de Savornin Lohman gevoelde
er niet voor, reeds thans plannen aan
te geven voor een reorganisatie van de
wereld. Hij besloot zijn rede met hot
uitspreken van zijn vertrouwen in den
minister.
Het Philharmonieorkest uit Berlijn en
zijn leider dr. Wilhelm Furtwangler wor
den zoo langzamerhand jaarliiks terug-
keerende gasten in ons concertleven en
dat is begrijpelijk. Sinds hun eerste optre
den toch in het Gebouw hebben zij hier
hun pubb'ek veroverd.
Het beroemde
ouderen onder
kers reeds van
het onder dirigenten als Mannstedt. Schar-
rer, Kunwald. in de Kurzaal geregeld
concerteerde gedurende het zomerseizoen.
Dat de kwaliteiten van het orkest onder
zijn tegenwoordigen leider zijn opgevoerd
tot de hoogst denkbare trap van instru
mentale volmaaktheid, hebben wij reeds
meermalen met gevoelens- van bewonde
ring in deze kolommen geconstateerd De
klankschoonheid, de idea’e klankverhou
ding tusschen de versch’Hende samen-
ste'lende instrumentengrnenen. het sterk
cedifferencieerd nu^nceeringsvermogen,
de orkestrale. sterk doorgevoerde disci
pline, waardoor het ensemble als het
ware tot één enkel veelstemmig instru
ment in de hand van den leider wordt,
de zeldzaam reine stemming der instru
menten onderlin" wij hebben er herhaal-
Jr"’i- on geve^ti^d.
Dezelfde superieure e;gensohant>en. de
zelfde virtuose techniek, uitsbvteT,d in
dienst gesteld van het te vertolken kunst
werk en geenszins als einddoel beoefend,
hebben ons ook nu weer getroffen bij het
luisteren naar de uitvoering door dit fa
meuze orkest van het thans gekozen pro
gramma. ingeleid met een Concerto grosso
in d kl t van Handel, waarbij concert
meester Siegfried Borries, de vio
list Erich R öh n en de bij ons ook als
solist te goeder naam en faam bekende
violoncellist Tibor de Machula, het
concertino vormden, vervolgd vóór de
pauze met het symfonisch toondicht uit
der. cyclus „Ma Vlast" (Mnn Vaderland)
van den Tsjechischen componist Smétana,
en met ..Don Juan” van Richard Strauss,
in het tweede gedeelte besloten met de
eerste symfonie in c kl. t. op. 68 van Jo
hannes Brahms.
Furtwanele-- le’dde de uitvoerig
van deze tot het „eiserne Bestand” der
moderne concertprogramma’s behoorende
werken met de hem eigen autoriteit, geheel
uit het hoofd zonder lessenaar voor zich,
dirigeerend, in hooge mate suggestief in
zijn aanvoering, diep doordringend tot de
geestelijke waarden der composities, vol
bezieling, leven en poëzie wekkend in
klank en rhythme, uitermate virtuoos in r'e
beheersching van zijn veelhoofdig klanb-
gevend apparaat Als' orgeltoon klonk b't
ensemble der strijkinstrumenten in Han
dels opus, waarin ook het concerteerende
trio prachtig werk deed, een wonder van
klaarheid was daarin de fuga.
Smétana’s Moldau-gedicht met zijn weel
de van vloeiend en golvend melos werd
onder Furtwanglers suggestieve leiding t't
he tragédienne van onzeft een klankbeeld van wonderdadige scho -
M a u h s, een prachtige ge- t?e'd’ Strauss Tondichtung Don Juan kw n
j__5 tot ons in een herschepping vol felheid van
brandende passie met poëtiseerde tus-
s’-'hr'-’-episoden van ontroerende schoon-
he:d.
Het hoogtepunt van den avond was wel
3 na de pauze,
waarvan een sterk bewogen, psychologisch
diep tastende, qua orkesttechniek niet *e
evenaren meesterlijke interpretatie werd
gegeven. Geen wonder, dat de talrijke
hoorders het Gebouw was zoo goed ris
uitverkocht die reeds na het inleiden e
werk vol geestdrift hadden geapplaudis
seerd, steeds meer werden meegesleept en
aan het slot van den avond v'toarstten a
een stormachtige ovatie, welke eerst tot
bedaren kwam, nadat Furtwangler eeni~e
malen naar het voorpodium was terug
gekeerd. Terecht liet hij zijn fameus or
kest. door het te laten opstaan, deelen in
de hem gebrachte hulde. Na „Don Juan”
had men hem bloemen aangeboden.'
Er is nogal eens minder vriéndelijke
critiek geoefend op dit, reeds vele jaien
oude, stuk van Dario Niccodemi, maar het
feit, dat men het telkens weer op het
repertoire van verschillende gezelschap
pen en in verschihenae landen heeft zien
terugkeeren, bewijst toch wel, dat het
ongewone kwaliteiten moet hebben. Eén
van die kwaliteiten vermoedelijk de
voornaamste voor zooveel betreft de ver
klaring van dit repertoire-houden is
de gelegenheid, welke net stuk biedt
aan tragédiennes van groote allure om
vele zijden van haar talent breed-uit te
ontplooien. Doch ook algezien hiervan,
zal men moeten erkennen, dat „rOm’ora”
in den goeden zin des woords volop „too-
neel” is. En juist aan echt „tooneel” heeft
men op de planken waar dikwijls
rneer of minder geslaagd gedramatiseerde
litteratuur wordt te zien en te hooren ge
geven, zoozeer behoefte Daarbij is o.i.
dit stuk zuiver opgezet en goed gebouwd,
met een diepgaande, door-en-door men-
schelijke en geheele verantwoorde psy
chologie.
Toch zou „het Masker” vermoedelijk
„De Schaduw" niet op het repertoire heb
ben genomen als het niet aan de beste
Nederlandsche
tijd Flse L
legenheid had geboden om een
te geven van buitengewone
diepte, expressieve kracht en rijke psy
chologische schakeering. Want dit rx"2:
(dat is inderdaad in zekeren zi.i een
zwakkere kant van de comoositie) is een
sterre-stuk, waarbij alle
alle aandacht is geconcentreerd
ééne centrale figuur, terwille i
de overige personages meer of minder
naar den achtergrond gedrongen en vaag
gehouden zijn Intusschen is dit een be
trekkelijke zwakheid, die men graag op
den koop toe neemt bij een zóó geniale
en diepontroerende vertolking van de
hoofdrol als Else Mauhs ons gisteravond
heeft doen genieten
Zij is de vrouw, die gedurende zes ja
ren verlamd in haar rolstoel zit, onbewe
gelijk, hulpeloos maar innerlijk intens
levend door haar groote. allesbeheer-
schende liefde voor haar man, den kunst
schilder, die elders zijn atelier en woning
heeft, doch trouw tweemaal per dag'haar
komt bezoeken. Zij vermoedt, dat de
man wel bij andere vrouwen vergoeding
zal vinden voor hetgeen zij hem niet
meer kan geven; zij wil niets weten
daarvan maar voedt met een zeker raf
finement haar jaloezie, die haar liefde
brandende en haar geestelijke vitaliteit
intact houdt.
Dan, als door een wonder, geneest zij
plotseling kan zij weer armen en han
den bewegen, weer loopen Ondanks
haar verbijsterend geluk weet zij dit voor
haar man en anderen te verzwijgen, want
zij wil hem verrassen. En zoodra zij er de
kracht voor heeft, bezoekt zij haar man
op zijn atelier om daar tot de ontzettende
ontdekking te komen, dat hij samenleeft
met haar beste vriendin, die hem een
zoontje heeft geschonken en die zich van
haar man heeft laten scheiden om met
den schilder te kunnen trouwen zoodra
ook deze zich zal hebben vrijgemaakt
Aangrijpend is de smart van de zoo
wreed ontgoochelde vrouw, benauwend in
haar f ,len strijd om den man van haar
liefde te behouden, ontroerend in de be
rusting, waarmee zij ten slotte zich ge
wonnen geeft om terug te keeren tot haar
rolstoel, waar zij verder haar leven wil
doorbrengen, zooals vroeger, vóór zij
wist.
Dit slot is even t e theatraal in den
minder gunstigen zin en doet niet als
waarschijnlijk aan maar men neemt het
bij zóó schitterend spel graag op den
koop toe. Bovendien heeft men bij „het
Masker” terecht de al te sentimznteele
slotscène, waarin de geknakte vrouw haar
plaats in den rolstoel weer inneemt om
«a 1.1
In den afgeloopen nacht is op 51-jari-
gen leeftijd plotseling overleden de be
kende operette-zanger Emile van den
Bosch.
Deze bariton-zanger heeft in zijn loop
baan van ruim 30 jaar op de planken gou
den dagen van de operette in Nederland
meegemaakt en ook is hij, evenals zoovele
zijner collega’s, een slachtoffer van de cri
sis geworden. Van den Bosch was van
geboorte een Belg, doch toen hij in zijn
jeugd naar ons land kwam en zijn car
rière als operette-zanger was begonnen,
werd hij een echt-Amsterdamsche figuur,
zonder wien men zich de groote voorstel
lingen in Flora en Alter in het Apollo-
theater niet kon denken.
Emile van den Bosch heeft een groot
aantal rollen gezongen en gespeeld. Hij
was niet alleen een zeer goed zander,
maar daarenboven een voortreffelijk
acteur, wiens typeeringen opmerkelijk
waren.
Gedurende de laatste maanden was hij
werkzaam bij het troepje van Henco, dat
voorstellingen geeft voor gemobiliseerden
in het kader van O. en O.
te worden in de handen van welke
mogendheid ook. Terecht heeft de ge
heele Nederlandsche pers de suggesties
van den Engelschen minister Churchill
afgewezen.
Wat den Volkenbond betreft, sloot de
heer Briët zich geheel bij de opvatting
der Regeering aan. Wel heeft de Re
geering er op toe te zien, dat Neder
land niet deelneemt aan eenige collec
tieve actie van den Volkenbond. Aan
uittreding uit den Bond op dit oogen
blik zouden verkeerde conclusies kun
nen worden getrokken. Bovendien kan
de Volkenbond op sociaal en econo
misch gebied nog belangrijk werk
doen.
De heer Briët sprak zijn sympathie
uit voor Finland en herdacht den
overleden vroegeren Zwitserschen pre
sident Motta, die voor de positie der
neutrale landen zooveel heeft gedaan.
Het verheugde hem, dat ook de Ned.
Regeering steun aan ’t Finsche Roode
Kruis zal verleenen. Het bolsjewisti
sche Rusland blijft een groot gevaar
voor Europa.
De heer Briët was dankbaar voor de
waakzaamheid der Regeering, zooals
deze zich eenige dagen geleden heeft
gedemonstreerd. Zij moet naar alle
zijden waakzaamheid blijven betrach
ten. Ons volk is nuchter en zal dit
blijven onder de vastberadenheid der
Regeering.
De heer Briët zeide dezen minister
in een andere functie als een bekwaam
man met een vluggen geest te hebben
leeren kennen. Hij stelde groot ver
trouwen- in hem en hoopte, dat het
hem gelukken zou ons schip van staat
behouden door de stormen heen te
loodsen.
De heer Briët (A.R.) herinnerde
eraan, dat het optreden van R.K. en
soc.-democraten in dit Kabinet tot ge
volg heeft gehad, dat dr. Colijn uit het
Kabinet is verdwenen. Hoe verwonderd
zal men daarover zijn geweest in het
buitenland, waar men dr. Colijn een
der belangrijkste Nederlandsche staats
lieden van den tegenwoordigen tijd
acht. Dr. Colijn is lid geworden van
eenige belangrijke Volkenbondscommis-
sies, waarvan er een in den Haag zal
bijeenkomen.
De heer van Vessem (N.S.B.)
Helaas
De heer Briët (A.R.) vervolgde,
dat wij nu wel kunnen gaan spreken
over de organisatie van den vrede en
den invloed van de neutralen daarop,
doch deze vrede is er nog niet. Wij
Weten, dat ook de overwinnaar in dezen
oorlog verliezer zal zijn en dat de in
vloed der neutralen gering is. Dit
neemt niet weg, dat ons diplomatieke
corps van den eersten rang moet zijn
en op de beste wijze geoutilleerd.
Daaraan ontbreekt nog wel wat. In
Rome heeft Nederland niet eens een
eigen gezantschapsgebouw, België daar
entegen wel. Wij moeten ’t daar doen
ttiet een gehuurd huis.
De heer Briët zette vervolgens uit
een, dat zelfbeperking in de uitingen
een eisch is, welke voor alle neutralen
geldt, zoowel voor Regeeringspersonen
als voor particulieren.
Er wordt in ons land nog op beden
kelijke en onverantwoordelijke wijze
gebruik gemaakt van de vrije mee-
ningsuiting, waardoor het streven der
Regeering om onze neutraliteit te
handhaven, wordt verdacht gemaakt.
De toestand van 19141918 was in dat
opzicht voor ons land niet zoo moeilijk.