van Begrooting Buitenlandsche Zaken van Critiek op de rede Churchill STATEN-GENERAAL KuHST EN Lr.T HAAGSCHE COURANT VAN WOENSDAG 24 JANUARI 1940. TWEEDE BLAD, PAGINA 3. BERLINER PHILHARMONIE TOONEELGROEP „HET MASKER’ Behandeling door de Eerste Kamer Dirigent Dr. Wilhelm Furtwangler J EMILE VAN DEN BOSCH OVERLEDEN. Snel Zie verder 4e blad. pag. 2. door Rede van mr. van Lanschot. i i r 9 0 speciale De Volkenbond. i i Geringe invloed der neutralen. De neutralen en een toe komstig vredesverdrag. der Regeering en van nam voldoenden invloed ten gunste van den vrede kunnen uitoefenen; dat heeft de practijk bewezen. De neutralen mogen niet hun taak verzuimen. Laat de minis ter reeds thans stappen ondernemen bij andere neutrale staten. Met het uitspreken van zijn waardee- ring voor en vertrouwen in het beleid van den minister, eindigde de heer van Embden. Zelfstandigheidspolitiek. De heer deSavornin Lohman (C.H.) wees er op, dat de Nederlandsche neutraliteitspolitiek de hoofdschotel van het debat is. Ook in deze Kamer is het goed te laten uitkomen, dat zooveel mo gelijk partijen de politiek der Regeering steunen. Het beleid van dezen minister verdient hulde, in het bijzonder ook zijn rede in de Tweede Kamer. Dat Neder land zijn bestaan niet aan de gunst van anderen heeft te danken en dit als het ware de grondslag van onze zelfstan digheidspolitiek is, moge nog wel eens worden gezegd. Terecht maakte de mi nister dit tot uitgangspunt van zijn rede Onze neutraliteitspolitiek houdt echter niet in, dat wij nu ook van alles afzijdig blijven. Volgens onze zelfstandigheidspolitiek wenschen wij ons niet te plaatsen onder de bescherming van anderen; wij aan vaarden geen garanties, van wien ook. Wij sluiten ook geen verdragen met an dere landen, zelfs niet met België, hoe goed de verstandhouding met dit land ook is (dank zij den vooruitzienden blik van den Koning der Belgen). De „mos- coviet” de Visser heeft wel vragen daar omtrent gesteld, doch het spreekt van zelf, dat wij geen verdrag met België hebben. Met grimmige verbetenheid zullen wij ons tegen eiken aanval verdedigen. Wij wenschen met rust te worden gelaten; wie ons niet aanvalt, zal ook door ons met rust gelaten worden. De neutraliteit van Nederland is ook een Europeesch belang. Tenslotte drong de heer Lohman erop aan, dat de Regeering zooveel mogelijk mededeelingen zou doen ter bevordering van de rust en de kalmte der bevolking, als er bijzondere maatregelen moeten worden genomen. Na de pauze betoogde de heer de Savornin Lohman, dat uittreden van Nederland uit den Volkenbond op dit oogenblik den indruk zou kunnen wek- De heer van Lanschot (R.K-) laakte het in den heer Briët dat hij terug is gekomen op de kabinetscrisis. Hij zou hem op dien weg niet volgen: die periode is voor hem afgeloopen en voorgoed afgeloopen. Lof bracht hij aan den minister en zijn bekwame ambtenaren. Het is ge ruststellend te bedenken, dat de porte feuille van Buitenlandsche Zaken in zoo bekwame handen is gelegd. Deze bewindsman is nog jong genoeg om op timist te zijn, waar hij optimist mag zijn. De Internationale Rijn- vaartovereenkomst. ensemble onze jarer Griep, Kou altijd een poeder ol cachet Kon natuurlijk in het bijzonder Mi'ihs. d>e een langdurig, applaus in ontvangst te ne- heer van aan creatie fijnheid, sti’Jt I net noogtepunt van aen de symfonie van Brahms licht valt en i 1 op de waarvan PAULA JALINK VERHOECKX. Op haar piano-avond. morgen in Dili- gentia, zal onze bekende pianiste Paula Jalink-Verhoeckx werken van Bach, Beet hoven, Brahms en Schumann ten gehoore brengen. „De S c h a d u w”, Dario Niccodemi. Snel en goed I, r'ljn. helpen hierbi) van MIJnhardt. Mijnharde', Poeders per stuk 8 cl. Doos 45 cc. Cachets.genaamd..Mijnhardtjes "2st. lOct Doos50ct kennen de concertbezoe- geleden. toen Contra prof, van Embden. De heer de Savornin Lohman had zich verwonderd over den aandrang van den heer van Embden, dat de neutralen aan de conferentietafel zouden gaan zit ten. Met alle respect gezegd: zijn rede was gespeend van werkelijkheidszin. Het lijkt ook wel pretentieus, dat de neutralen aan den conferentietafel zou den gaan zitten. Iets anders is, als er een reorganisatie, bijv, van den Volkenbond tot stand zou worden gebracht. Ondanks dc ondervonden teleurstellingen blijft de heer van Embden nog optimist. Wel kunnen de neutralen als eerlijke make laars trachten om contact tusschen de oorlogvoerende partijen tot stand te brengen, zooals pogingen door H.M. de Koningin en door Koning Leopold zijn gedaan. Onze neutraliteit. Nederland zit intusschen midden tus schen de oorlogvoerenden, met alle na- deelen van dien. Voor onze scheepvaart is het zeer te betreuren, dat de Lon- densche declaratie niet ten voile wordt nageleefd. Het ligt waarlijk niet aan de kleine neutralen, dat er van den Volkenbond zoo weinig is terechtge komen; waarom ontziet Churchill in zijn rede Japan en Italië? Ook de heer van Lanschot oefende critiek uit op de rede van den Engelschen minister- Aan de overzijde van het Kanaal wordt maar al te zeer vergeten, dat Versailles en niet een ideologisch verschil de hoofdoorzaak van dezen oorlog is. Het Katholieke standpunt houdt in dat neu traliteit een gewetensplicht is in dit conflict. Anderzijds verwijt Duitschland ons, dat wij ons beperken tot papieren pro testen tegen de aantasting van onze rechten door Engeland. Volkenrechte lijk is dit verwijt onjuist. De Regeering heeft er voor te waken, dat aan andere landen niet verleend wordt wat ons ge weigerd wordt; ook hier geldt: gelijke monniken gelijke kappen. In den vorigen oorlog hadden we de N.O.T., die voor onzen invoer over zee zorgde, thans hebben we de A.N.I.C. Laat de Regeering de belangen van onze scheepvaart door deze centrale niet minder doen verzorgen. De Regeering heeft te Londen gepro testeerd tegen het inbeslagnemen van de post. Kan zij reeds iets nader om trent de gevolgen daarvan mededeelen? De heer van Lanschot betoogde ver volgens, dat proefondervindelijk is be wezen, dat onze neutraliteit geen ge vaar loopt door het blijven in den Vol kenbond. Dit zou anders hebben kun nen zijn als onze delegatie te Genève niet zoo superlatief voorzichtig was op getreden, door elke bespreking van den oorlog tusschen Engeland en Frankrijk eenerzijds en Duitschland anderzijds te vermijden, bij de aan de ordestelling van de zaak-Finland. Ook mocht de materieele hulp aan Finland niet worden voorgesteld als collectieve hulp. De heer van Lanschot juichte eveneens toe, dat onze Regee ring een bedrag voor dit land wil uittrekken. De heer van Embden bepleitte actieve Churchill’s rede. Ook de heer Lohman keurde de wijze, waarop door Churchill en sir Edward Grigg over de neutralen is gesproken, af. De neutralen hebben dezen oorlog niet ontketend. Het gaat niet aan, ons de re kening te presenteeren voor wat ver keerd is gegaan. De kleine mogendheden hebben niet de collectieve veiligheid om hals ge bracht, wél Engeland en Frankrijk. Nie mand minder dan Chamberlain heeft de collectieve veiligheid dood verklaard en toch heeft de heer Churchill gemeend de neutralen te moeten vermanen! Waarom heeft Engeland Rusland gespaard, toen het Polen aanviel? Voor dit land geeft ook het nationale belang den doorslag, at heeft het eveneens ideëele motieven voor het voeren van dezen oorlog. Als de onafhankelijkheid van de kleine lan den voldoende het belang van Engeland raakt, dan eerst zal dit in beweging komen. Dat is dit land niet kwalijk te nemen, maar het kan ons evenmin kwalijk nemen, dat wij niet het slagveld van Europa willen worden. De zee-oorlog wordt grootendeels op de ruggen der neutralen uitgevochten; in dit koude jaargetijde worden schepen zonder waarschuwing getorpedeerd. De eene represaille wordt met de andere beantwoord. De neutralen betalen heusch wel hun tol! Onder deze omstandigheden dwingt de onpartijdige houding onzer Regee ring bewondering af. Zij protesteert telkens krachtig bij beide partijen. Méér kan zij niet doen. Wil één der partijen dan, dat wij geweld gebruiken? Het bewijs, dat onze Regeering onpartijdig is, wordt al geleverd door het feit, dat zoowel Duitschland als Engeland ons beschuldigt van te zwichten voor maat regelen van den ander. De heer Lohman besprak tenslotte de opzegging van de facultatieve clausule van het Permanente Hof door Engeland en Frankrijk en wees erop, dat terecht daartegen door de neutralen is ge protesteerd. Het grenst aan landverraad, als men twijfel tracht te wekken aan het stre ven der Regeering om de neutraliteit te handhaven. Zeer juist heeft zij voor schriften daaromtrent gegeven aan de buitenlandsche correspondenten, maar beschikt zij ook over middelen, om tegen Nederlanders te dien aanzien op te treden? Alhoewel ’t niet op groote schaal gebeurt, wordt ook wel eens in ’t openbaar gesproken op een wijze, welke de taak der Regeering bemoei lijkt. We moeten er voor oppassen, te zeer aan onze voorkeur voor één der partijen uiting te geven. Meer inlichtingen. De rede van Churchill. De heer Briët bestreed de rede van Churchill, die de houding der neutralen ten onrechte heeft gecritiseerd. Enge- and heeft ook niet geprotesteerd toen ae Oslo-staten zich van art. 16 van het "olkenbondsverdrag losmaakten. Ove rigens hebben Engeland en Frankrijk zich losgemaakt van de facultatieve pusule betreffende het Internationale Hof van Permanente Justitie. Nederland wenscht geen instrument deelneming der neutralen bij het sluiten van den vrede. Hier ligt zeker een taak voor de neutralen, doch zij moeten dan blijk geven van werkelijkheidszin en staatsmanswijsheid. De heer van Embden is wellicht wat tè idealistisch. Hij bedenke, dat het met groote heeren slecht kersen eten is. Wel is er plaats voor een aaneengesloten front der neu tralen. Het vredesverdrag mag niet de kiem van een nieuwen oorlog inhouden; het Volkenbondspact dient te buigen voor de lessen der historie. Zoolang de collectieve veiligheid niet effectief kan worden gemaakt, is een goed leger noodig. Reeds vroeger had de heer van Lanschot den heer van Embden daarop gewezen. We mogen niet weer vervallen in de fout van na den vorigen oorlog. De heer V o r r i n k (S.D.A.P.) be gon zijn rede met een woord ter her denking van allen die te land en ter zee van de oorlogvoerende en neutrale landen zijn gevallen als gevolg van den oorlog. Het geheele volk staat achter de Re geering bij de handhaving van de neu traliteit. De heer Vorrink bracht een eeresaluut aan het heldhaftige Finsche volk, dat tegen het communistische Rusland voor eigen onafhankelijkheid strijdt. Wat Rusland betreft wilde de heer Vorrink aan ’t adres van den heer de Savornin Lohman slechts opmerken, dat het gevaar van een burgeroorlog niet alleen dreigt van communistische zijde. Wij hebben van verschillende zijden thans druk te verduren. In dit verband besprak de heer Vorrink, ook de rede van Churchill. Hij betoogde, dat Enge land en Frankrijk de verantwoordelijk heid dragen voor het mislukken van de sancties tegen Italië, voor de garantie aan Polen en het uitbreken van dezen oorlog. Handhaving van de collectieve veiligheid is door de politiek van Enge land en Frankrijk mislukt. Ons redelijk recht op neutraliteit blijft bestaan, al lijden wij schade door een nederlaag van Engeland. De heer Vorrink stemde in met de op vatting der Regeering, dat Nederland lid van den Volkenbond moet blijven. Bij het sluiten van den vrede moeten betere beginselen worden gehuldigd dan in 1918 hebben gegolden. Daar over zijn alle partijen het eens. Het is daarom niet duidelijk waarom de heer de Savornin Lohman de rede van den heer van der Goes de Naters in de Tweede Kamer gehouden, heeft ge ïroniseerd, alhoewel bijv, de heer Smeenk zich op 't zelfde standpunt plaatste. De heer Heldring (Lib.) bracht hulde aan het beleid van den minister en sprak zijn vertrouwen in hem uit. Hij hoopte dat er spoedig vrede zou komen; inmiddels moeten wij voort gaan met het versterken van onze de fensie. Wij deel en onze moeilijke po sitie met België. De wreede aanval op Finland heeft het aspect weer geheel veranderd. Het genereuze aanbod van de Regeering in het toegezegde wets ontwerp moet worden toegejuicht. Het voorbehoud der Regeering in zake de Internationale Rijnvaartover- eenkomst heeft onvoldoende aandacht gevonden. Dat voorbehoud met betrek king tot een eventueel concessiestelsel van ons land kan navolging vinden in het buitenland. De vrijheid van scheep vaart op de internationale rivieren moet gehandhaafd worden. De heer Heldring bepleitte een be tere outillage van de gezantschappen en versterking van het consulaire corps met het oog op de economische betrekkingen, al valt op de kwaliteit der consuls niets af te dingen. Hij sloot zich bij den heer Kropman aan wat de voorbereiding van een bureau voor zee-oorlogsschade betreft. Vergadering op Woensdag 24 Januari, geopend te 11 uur. Voorzitter: mr. W. L. baron de Vos van Steenwijk. ZEE-OORLOGSSCHADE. Vandaag heeft de Eerste Kamer een aanvang gemaakt met de behandeling van de begrooting van Buitenlandsche Zaken voor 1940. De heer Kropman (R.K.) besprak de zee-oorlogsschade en de moeilijk heden, welke voor onze scheepvaart uit de handelingen der oorlogvoeren den voortvloeien. De protesten tegen het lange ophouden van onze schepen en torpedeering hebben nog niet veel geholpen. Het ware gewenscht, dat reeds nu een bureau voor zee-oorlogsschade wordt opgericht, evenals in den vori gen oorlog. Daarom is het te betreu ren, dat de minister nog een afwach tende houding aanneemt. Het is niet alleen een taak der belanghebbenden om materiaal te verzamelen, waaruit de schade kan worden vastgesteld, ook de Regeering heeft ten deze een taak en mede met het oog daarop ware het gewenscht, dat een vertegenwoordiger van Buitenlandsche Zaken de zittingen van den Raad voor de Scheepvaart bijwoont. De heer Kropman besprak vervol- j- gens de schade, welke voor de reede- rijen en ook voor de havensteden uit het langdurig oponthoud in de Downs voortvloeit. Hiermede zijn dui zenden guldens gemoeid. Volkenrech telijk is dit een moeilijk punt, maar wij mogen ons niet bij wat wij als on recht gevoelen neerleggen. Wij hebben geprotesteerd en wij moeten blijven protesteeren. Het is te verheugen, dat onze minister zoo krachtig voor de rechten der neutralen opkomt. Welke vooruitzichten zijn er ten aanzien van een verbetering van den tpestand in de Downs? De heer Kropman bracht den minis ter hulde voor zijn rede in de Tweede Kamer, waarin hij krachtig voor de neutrale positie van ons land is opge komen. De neutralen kunnen wellicht ten behoeve van den vrede een rol spelen. Het vertrouwen in dezen mi nister is goed gefundeerd. Men moet in de tegenwoordige omstandigheden niet „tot den man aan ’t stuur spre ken”. Deze uit Engeland stammende zegswijze mogen zich ook sommige Engelsche staatslieden aantrekken De heer van Embden (V.D.) herinnerde aan de vredespogingen, welke door den Koning der Belgen en onze Koningin en door de Oslo-staten zijn ondernomen, aan welke, pogingen hij hulde bracht. Hij stemde geheel in met de houding der Regeering ten aanzien van den Volkenbond en be toogde, dat Nederland lid van dien Bond moet blijven. Terecht nam de Bond geen neutrale houding aan tegen over Finland. Op deze dingen moet nog eens gewezen worden, aangezien de communisten in ons land thans weer op bevel of op aandrang den Volkenbond den rug toekeeren en thans Finland bekladden. Weliswaar hebben we geen communisten in de Eerste Kamer, doch hun geestverwan ten, de N.S.B., zijn er wel De heer van Vessem (N.S.B.) Hoor, hoor De heer van Embden (V.D.) dankte voor den financieelen steun aan het Finsche Roode Kruis en vervolgde, dat de neutrale staten tijdig een recht- matigen invloed moeten kunnen uit oefenen op het vredesverdrag, dat te eenigertijd de oorlogshandelingen moet afsluiten. Zij mogen daarop een mo- reele aanspraak laten gelden. De heer van Vessem (N.S.B.) Kijk maar eens naar de rede van Grigg De heer van Embden (V.D.) vervolgde, dat een en ander natuur lijk ook afhankelijk is van den poli- tiek-militairen afloop van den oorlog. Hij constateerde, dat de minister oog voor den mogelijken invloed der neu tralen en een aanbod van goede dien sten heeft en zette vervolgens uiteen, dat in 1918 de belangen der neutralen niet tot gelding zijn gekomen, alhoe wel dit rechtmatig en juist zou zijn geweest, ook in het belang der belli- gerenten zelf. Een herhaling van dezen gang van zaken moet worden voor komen. De positie der neutralen is thans ook grooter dan toen. In ver band hiermede keurde de heer van Embden de jongste rede van Churchill af, waarbij hij echter zeide niet over ’t hoofd te willen zien, dat verkondigd is, dat diens rede niet geheel het in zicht der Engelsche regeering dekte. Belangrijk is, dat de leider der oppo sitie in Engeland, Attlee, en ook eenige andere Engelsche parlementsleden er op hebben gewezen, dat de neutralen bij het sluiten van den vrede geraad pleegd moeten worden en daarop in vloed uitoefenen. Dat zijn nog wel slechts enkele stemmen, doch het is ge wenscht, dat de neutralen zich op hun taak voorbereiden. De lotsverbonden heid der volken is de moreele claim, welke de neutralen mogen laten gel den. Hun staatsfinanciën, hun welvaart en menschenlevens hunner onderdanen zijn door de oorlogshandelingen, buiten hun schuld, in gevaar gebracht. Gezien ook de uitlatingen van den aartsbis schop van York is de medezeggenschap der neutralen niet alleen recht, maar ook plicht. Terecht heeft onze minis ter-president in zijn radiorede ook her innerd aan de moreele gevolgen van den oorlog op de menschheid. De heer van Embden was van oordeel, dat de neutralen zich ongevraagd moeten mel den. Hij steunde zijn aandrang ook op de invloedrijke positie van president Roosevelt en den Paus. Hij achtte den tijd voor 't uiten van speciale wen schen nog niet rijp. Alleen wilde hij ten aanzien van den Volkenbond nog zeggen, dat de leden van den Volkenbond het nationale be slissingsrecht zullen moeten prijsgeven. Particulieren van aanzien zullen niet verder de ongeneeslijke zieke te spelen, weggelaten, waardoor de vertooning aan merkelijk gewonnen heeft Wij hebben goede herinneringen, van reeds verscheidene jaren her, o.a aan Alida TartaudKlein en Tilla Durieux als ster in dit stuk. Voor ons gevoel heeft Else Mauhs deze voorgangsters overtrof fen door een spel dat niet slechts tech nisch bijzonder knap was maar bovenal van-binnen-uit kwam met een verbluf fend talent om de innerlijke roerselen, die in dit stuk zoovele zijn en elkaar zoo snel opvolgen te veruiterlijken op een wijze, die niet alleen machtig boeit en bewondering wekt maar ook overtuigt en diep ontroert. Het is een onvergetelijke creatie. John Gobau was niet onverdienstelijk als de echtgenoot; hij had zelfs vaak heel goede momenten, maar hij is niet dc figuur voor deze rol en in elk geval een te zwakke portuur voor een actrice van de maat van Else Mauhs, op wie zich nu nog méér dan noodzakelijk alle licht concentreerde. Ook Willy Haak gaf verdienste’;ik spel, zonder veel relief, als de vrien ;n. Ko Arnoldi maakt van den vriend een fijn fi guurtje, Cruvs Voorbergh, als dokter, Georgette Reyewsky, als verpleegster en Lize Servaes. als huishoudster, dragen het hunne bij tot een behoorlijke vertoo ning onder regie van John Gobau en in goede décofs van Lucas Wensing. Het succes in den Kon Schouwburg was groot, voor Else geestdriftig men had. ken van het verlaten van de neutrali teit, daar Engeland en Frankrijk den Volkenbond buiten den oorlog hebben gehouden. Hij keurde de politiek der Regeering ten aanzien van den Volkenbond goed. Deze heeft z.i. ook de juiste houding met betrekking tot de behandeling van de Finsche kwestie, aangenomen. Te recht heeft Nederland medegewerkt aan de uitstooting van Rusland. Ook nu is gebleken, hoe juist het is ge weest, dat het zich destijds tegen de toelating van sovjet-Rusland, het land van de wereldrevolutie, tot den Vol kenbond. heeft verzet en dat het dit land niet heeft erkend. De gebrui kelijke aansporing in het voorloopig verslag, om dit land te erkennen, ont breekt dan ook ditmaal. Vol bewondering gewaagde de heer Lohman van de heroïeke houding van Finland. Hij hoopte, dat Nederland voort zou gaan met het verleenen van steun, waarbij de hoogsten in den lan de zijn voorgegaan. De toegezegde in diening van een wetsontwerp moet worden toegejuicht. De heer Stalin heeft in een rede als doel van zijn streven genoemd de vestiging van de wereldrevolutie. Rusland is het groote gevaar voor EuropaDuitschland heeft het paard van Troje door zijn verbinding met dit land, binnenge haald. Prof, de Savornin Lohman gevoelde er niet voor, reeds thans plannen aan te geven voor een reorganisatie van de wereld. Hij besloot zijn rede met hot uitspreken van zijn vertrouwen in den minister. Het Philharmonieorkest uit Berlijn en zijn leider dr. Wilhelm Furtwangler wor den zoo langzamerhand jaarliiks terug- keerende gasten in ons concertleven en dat is begrijpelijk. Sinds hun eerste optre den toch in het Gebouw hebben zij hier hun pubb'ek veroverd. Het beroemde ouderen onder kers reeds van het onder dirigenten als Mannstedt. Schar- rer, Kunwald. in de Kurzaal geregeld concerteerde gedurende het zomerseizoen. Dat de kwaliteiten van het orkest onder zijn tegenwoordigen leider zijn opgevoerd tot de hoogst denkbare trap van instru mentale volmaaktheid, hebben wij reeds meermalen met gevoelens- van bewonde ring in deze kolommen geconstateerd De klankschoonheid, de idea’e klankverhou ding tusschen de versch’Hende samen- ste'lende instrumentengrnenen. het sterk cedifferencieerd nu^nceeringsvermogen, de orkestrale. sterk doorgevoerde disci pline, waardoor het ensemble als het ware tot één enkel veelstemmig instru ment in de hand van den leider wordt, de zeldzaam reine stemming der instru menten onderlin" wij hebben er herhaal- Jr"’i- on geve^ti^d. Dezelfde superieure e;gensohant>en. de zelfde virtuose techniek, uitsbvteT,d in dienst gesteld van het te vertolken kunst werk en geenszins als einddoel beoefend, hebben ons ook nu weer getroffen bij het luisteren naar de uitvoering door dit fa meuze orkest van het thans gekozen pro gramma. ingeleid met een Concerto grosso in d kl t van Handel, waarbij concert meester Siegfried Borries, de vio list Erich R öh n en de bij ons ook als solist te goeder naam en faam bekende violoncellist Tibor de Machula, het concertino vormden, vervolgd vóór de pauze met het symfonisch toondicht uit der. cyclus „Ma Vlast" (Mnn Vaderland) van den Tsjechischen componist Smétana, en met ..Don Juan” van Richard Strauss, in het tweede gedeelte besloten met de eerste symfonie in c kl. t. op. 68 van Jo hannes Brahms. Furtwanele-- le’dde de uitvoerig van deze tot het „eiserne Bestand” der moderne concertprogramma’s behoorende werken met de hem eigen autoriteit, geheel uit het hoofd zonder lessenaar voor zich, dirigeerend, in hooge mate suggestief in zijn aanvoering, diep doordringend tot de geestelijke waarden der composities, vol bezieling, leven en poëzie wekkend in klank en rhythme, uitermate virtuoos in r'e beheersching van zijn veelhoofdig klanb- gevend apparaat Als' orgeltoon klonk b't ensemble der strijkinstrumenten in Han dels opus, waarin ook het concerteerende trio prachtig werk deed, een wonder van klaarheid was daarin de fuga. Smétana’s Moldau-gedicht met zijn weel de van vloeiend en golvend melos werd onder Furtwanglers suggestieve leiding t't he tragédienne van onzeft een klankbeeld van wonderdadige scho - M a u h s, een prachtige ge- t?e'd’ Strauss Tondichtung Don Juan kw n j__5 tot ons in een herschepping vol felheid van brandende passie met poëtiseerde tus- s’-'hr'-’-episoden van ontroerende schoon- he:d. Het hoogtepunt van den avond was wel 3 na de pauze, waarvan een sterk bewogen, psychologisch diep tastende, qua orkesttechniek niet *e evenaren meesterlijke interpretatie werd gegeven. Geen wonder, dat de talrijke hoorders het Gebouw was zoo goed ris uitverkocht die reeds na het inleiden e werk vol geestdrift hadden geapplaudis seerd, steeds meer werden meegesleept en aan het slot van den avond v'toarstten a een stormachtige ovatie, welke eerst tot bedaren kwam, nadat Furtwangler eeni~e malen naar het voorpodium was terug gekeerd. Terecht liet hij zijn fameus or kest. door het te laten opstaan, deelen in de hem gebrachte hulde. Na „Don Juan” had men hem bloemen aangeboden.' Er is nogal eens minder vriéndelijke critiek geoefend op dit, reeds vele jaien oude, stuk van Dario Niccodemi, maar het feit, dat men het telkens weer op het repertoire van verschillende gezelschap pen en in verschihenae landen heeft zien terugkeeren, bewijst toch wel, dat het ongewone kwaliteiten moet hebben. Eén van die kwaliteiten vermoedelijk de voornaamste voor zooveel betreft de ver klaring van dit repertoire-houden is de gelegenheid, welke net stuk biedt aan tragédiennes van groote allure om vele zijden van haar talent breed-uit te ontplooien. Doch ook algezien hiervan, zal men moeten erkennen, dat „rOm’ora” in den goeden zin des woords volop „too- neel” is. En juist aan echt „tooneel” heeft men op de planken waar dikwijls rneer of minder geslaagd gedramatiseerde litteratuur wordt te zien en te hooren ge geven, zoozeer behoefte Daarbij is o.i. dit stuk zuiver opgezet en goed gebouwd, met een diepgaande, door-en-door men- schelijke en geheele verantwoorde psy chologie. Toch zou „het Masker” vermoedelijk „De Schaduw" niet op het repertoire heb ben genomen als het niet aan de beste Nederlandsche tijd Flse L legenheid had geboden om een te geven van buitengewone diepte, expressieve kracht en rijke psy chologische schakeering. Want dit rx"2: (dat is inderdaad in zekeren zi.i een zwakkere kant van de comoositie) is een sterre-stuk, waarbij alle alle aandacht is geconcentreerd ééne centrale figuur, terwille i de overige personages meer of minder naar den achtergrond gedrongen en vaag gehouden zijn Intusschen is dit een be trekkelijke zwakheid, die men graag op den koop toe neemt bij een zóó geniale en diepontroerende vertolking van de hoofdrol als Else Mauhs ons gisteravond heeft doen genieten Zij is de vrouw, die gedurende zes ja ren verlamd in haar rolstoel zit, onbewe gelijk, hulpeloos maar innerlijk intens levend door haar groote. allesbeheer- schende liefde voor haar man, den kunst schilder, die elders zijn atelier en woning heeft, doch trouw tweemaal per dag'haar komt bezoeken. Zij vermoedt, dat de man wel bij andere vrouwen vergoeding zal vinden voor hetgeen zij hem niet meer kan geven; zij wil niets weten daarvan maar voedt met een zeker raf finement haar jaloezie, die haar liefde brandende en haar geestelijke vitaliteit intact houdt. Dan, als door een wonder, geneest zij plotseling kan zij weer armen en han den bewegen, weer loopen Ondanks haar verbijsterend geluk weet zij dit voor haar man en anderen te verzwijgen, want zij wil hem verrassen. En zoodra zij er de kracht voor heeft, bezoekt zij haar man op zijn atelier om daar tot de ontzettende ontdekking te komen, dat hij samenleeft met haar beste vriendin, die hem een zoontje heeft geschonken en die zich van haar man heeft laten scheiden om met den schilder te kunnen trouwen zoodra ook deze zich zal hebben vrijgemaakt Aangrijpend is de smart van de zoo wreed ontgoochelde vrouw, benauwend in haar f ,len strijd om den man van haar liefde te behouden, ontroerend in de be rusting, waarmee zij ten slotte zich ge wonnen geeft om terug te keeren tot haar rolstoel, waar zij verder haar leven wil doorbrengen, zooals vroeger, vóór zij wist. Dit slot is even t e theatraal in den minder gunstigen zin en doet niet als waarschijnlijk aan maar men neemt het bij zóó schitterend spel graag op den koop toe. Bovendien heeft men bij „het Masker” terecht de al te sentimznteele slotscène, waarin de geknakte vrouw haar plaats in den rolstoel weer inneemt om «a 1.1 In den afgeloopen nacht is op 51-jari- gen leeftijd plotseling overleden de be kende operette-zanger Emile van den Bosch. Deze bariton-zanger heeft in zijn loop baan van ruim 30 jaar op de planken gou den dagen van de operette in Nederland meegemaakt en ook is hij, evenals zoovele zijner collega’s, een slachtoffer van de cri sis geworden. Van den Bosch was van geboorte een Belg, doch toen hij in zijn jeugd naar ons land kwam en zijn car rière als operette-zanger was begonnen, werd hij een echt-Amsterdamsche figuur, zonder wien men zich de groote voorstel lingen in Flora en Alter in het Apollo- theater niet kon denken. Emile van den Bosch heeft een groot aantal rollen gezongen en gespeeld. Hij was niet alleen een zeer goed zander, maar daarenboven een voortreffelijk acteur, wiens typeeringen opmerkelijk waren. Gedurende de laatste maanden was hij werkzaam bij het troepje van Henco, dat voorstellingen geeft voor gemobiliseerden in het kader van O. en O. te worden in de handen van welke mogendheid ook. Terecht heeft de ge heele Nederlandsche pers de suggesties van den Engelschen minister Churchill afgewezen. Wat den Volkenbond betreft, sloot de heer Briët zich geheel bij de opvatting der Regeering aan. Wel heeft de Re geering er op toe te zien, dat Neder land niet deelneemt aan eenige collec tieve actie van den Volkenbond. Aan uittreding uit den Bond op dit oogen blik zouden verkeerde conclusies kun nen worden getrokken. Bovendien kan de Volkenbond op sociaal en econo misch gebied nog belangrijk werk doen. De heer Briët sprak zijn sympathie uit voor Finland en herdacht den overleden vroegeren Zwitserschen pre sident Motta, die voor de positie der neutrale landen zooveel heeft gedaan. Het verheugde hem, dat ook de Ned. Regeering steun aan ’t Finsche Roode Kruis zal verleenen. Het bolsjewisti sche Rusland blijft een groot gevaar voor Europa. De heer Briët was dankbaar voor de waakzaamheid der Regeering, zooals deze zich eenige dagen geleden heeft gedemonstreerd. Zij moet naar alle zijden waakzaamheid blijven betrach ten. Ons volk is nuchter en zal dit blijven onder de vastberadenheid der Regeering. De heer Briët zeide dezen minister in een andere functie als een bekwaam man met een vluggen geest te hebben leeren kennen. Hij stelde groot ver trouwen- in hem en hoopte, dat het hem gelukken zou ons schip van staat behouden door de stormen heen te loodsen. De heer Briët (A.R.) herinnerde eraan, dat het optreden van R.K. en soc.-democraten in dit Kabinet tot ge volg heeft gehad, dat dr. Colijn uit het Kabinet is verdwenen. Hoe verwonderd zal men daarover zijn geweest in het buitenland, waar men dr. Colijn een der belangrijkste Nederlandsche staats lieden van den tegenwoordigen tijd acht. Dr. Colijn is lid geworden van eenige belangrijke Volkenbondscommis- sies, waarvan er een in den Haag zal bijeenkomen. De heer van Vessem (N.S.B.) Helaas De heer Briët (A.R.) vervolgde, dat wij nu wel kunnen gaan spreken over de organisatie van den vrede en den invloed van de neutralen daarop, doch deze vrede is er nog niet. Wij Weten, dat ook de overwinnaar in dezen oorlog verliezer zal zijn en dat de in vloed der neutralen gering is. Dit neemt niet weg, dat ons diplomatieke corps van den eersten rang moet zijn en op de beste wijze geoutilleerd. Daaraan ontbreekt nog wel wat. In Rome heeft Nederland niet eens een eigen gezantschapsgebouw, België daar entegen wel. Wij moeten ’t daar doen ttiet een gehuurd huis. De heer Briët zette vervolgens uit een, dat zelfbeperking in de uitingen een eisch is, welke voor alle neutralen geldt, zoowel voor Regeeringspersonen als voor particulieren. Er wordt in ons land nog op beden kelijke en onverantwoordelijke wijze gebruik gemaakt van de vrije mee- ningsuiting, waardoor het streven der Regeering om onze neutraliteit te handhaven, wordt verdacht gemaakt. De toestand van 19141918 was in dat opzicht voor ons land niet zoo moeilijk.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 7