De Eerste Kamer
over
onze defensie
Spoorwegongeluk bij Weert
Ilaajjsche Courant van Donderdag 25 Januari 1940
voor
Personentrein Maastricht-Den Haag
op goederenconvooi gereden
Groote waardeering
de weermacht
RESTANTEN-OPRUIMING
en voor het ministe-
rieele beleid
BINNENLAND
N.V. Krfetalhandel Focke Meltzer
Hoogstraat 5
Een doode
en
ver-
scheidene personen
gewond
Dekking der mobilisatie-
uitgaven
en
van
meer
Voor-
van
Wetsontwerp ingediend
over
de
Weerkundige Waarnemingen
onder meer 6 kop en schotels van af fl. 3.10
DERDE BLAD, PAGINA 1.
Snelle beslissing
versterking van
vloot bepleit
Instelling van een Leeningfonds
T"xE personentrein, welke gis-
\__J teravond om 6.05 uit Maas
tricht naar de residentie vertrok
en te 7.25 uur in Weert moest
aankomen, is vijfhonderd meter
vóór dit station op een goederen
trein gereden. De hoofdconduc
teur van den goederentrein werd
bij de botsing zoo ernstig ge
wond, dat hij is overleden, ter
wijl een aantal reizigers en een
conducteur van den personen
trein lichte verwondingen op
liepen. De materieele schade is
zeer groot.
en tegenstanders
slagkruisers aan
het woord
a. IB
q Lri
uur:
Vervanging van grenstroepen
Wagons rolden terug.
den
aan-
De gewone dienst van bet fonds.
Treingeleider gedood.
te Weert
overleden.
Waarom geen kanaal Almen
Pannerden?
Landmacht. Aanschaffing
van materieel.
daar-
bren-
De gewonden.
In den personentrein waren vele pas
sagiers door den schok van de botsing
met de hoofden tegen elkaar geslagen,
doch niemand van hen liep ernstige ver-
regeling gaven zij in
contact te zoeken met de
van werkgevers en werk-
Barometerstand van hedenmiddag 12 uur
Het dunne pijltje geeft den stand aan
ran gisteren
O. en O.
Algemeen verklaarde men, het werk
ter bevordering van de ontwikkeling
en ontspanning onder de militairen van
groot belang te achten en veel waar
deering te hebben voor hetgeen de met
de leiding van een en ander belaste
autoriteiten steeds hebben weten tot
stand te brengen.
Zakenverloven.
Vele leden achtten het gewenscht,
dat in meerdere mate dan thans ge
schiedt, aan kleine middenstanders en
landbouwers zakenverlof zou worden
gegeven. Zij drongen er op aan, tege
moetkomingen te bedoelder zake eer
der te doen ingaan dan op 1 October
1940.
Enkele leden waren van oordeel, dat
de huidige regeling van de verloven,
in het bijzonder van zakenverloven, in
zooverre een: ge verbetering behoeft,
als zij verband houdt met de kostwin
nersvergoeding.
Versterking van de luchtmacht
bepleit.
Vele leden bepleitten met klem ver
sterking van de luchtmacht. Zij dron
gen er op aan, dat steun zou worden
verleend aan de opleiding van reserve-
vliegers, aan welke groote behoefte be
staat.
Tenslotte werd de vraag gesteld, of
maatregelen zijn genomen om de zoo
genaamde sperballons in toepassing te
brengen.
aldus gefinancierde uitgaven
worden op de hoofdstukken der Rijks-
begrooting. waarop zij behooren, uit
getrokken en ook ten laste
De minister van Financiën heeft bij
de Tweede Kamer ingediend een wets
ontwerp tot het instellen van een Lee-
ningfonds.
In de memorie van toelichting zegt
de minister, dat hij in de miljoenen
nota voor 1940 van het Regeerings-
voornemen deed blijken om, evenals in
1914, ook thans met behulp van een
Leeningfonds den invloed van de hui
dige 'buitengewone omstandigheden op
's Rijks financiën te regelen.
Het behoeft geen betoog, dat dekking
van deze uitgaven uit de gewone mid
delen van het jaar, waarin zij gedaan
worden, uitgesloten is.
In de aangehaalde millioenennota
heeft de minister voorts in het licht ge
steld, dat een dekking, welke zich over
een zoo groot aantal jaren zou uit
strekken als met de kapitaalsuitgaven
in het algemeen plaats heeft, kwalijk te
verantwoorden zou zijn.
De constructie van het fonds.
Ten aanzien van de voorgestelde con
structie van het fonds merkt hij o.m.
het volgende op.
De uitgaven, voor welker dekking de
Het incident te Venlo.
Verscheidene leden had het ten zeer
ste getroffen, dat bij het bekende inci
dent te Venlo, in November 1.1., tegen
woordig was geweest een Nederlandsch
officier, die aldaar den dood had ge
vonden. Gaarne zouden zij omtrent de
reden van diens aanwezigheid ter
plaatse worden ingelicht.
De ramp van de mijnen
vegers.
Gevraagd werd of het juist is, dat aan
de nabestaanden van velen dergenen.
die bij de rampen met de mijnenve
gers zijn omgekomen, slechts van par-
culiere zijde steun wordt verleend. Zoo
ja, dan vond dit scherpe afkeuring.
Men was van meening, dat de goede
geest in de weermacht mede zal wor
den versterkt, indien de overtuiging
bestaat, dat van overheidswege behoor
lijk zal worden gezorgd voor de ver
wanten van degenen, die sterven als
slachtoffer van hun militairen plicht
of die in en door den dienst invalide
zijn geworden.
De knoeierij met beton.
Sommige leden stelden de vraag, of
inderdaad, gelijk verluidt, leveranciers
van- beton zeer minderwaardig mate
riaal hebben geleverd, als gevolg waar
van de defensie in gevaar was gebracht
en nieuwe werken van deugdelijker
structuur hadden moeten worden aan
gelegd. Zoo ja, dan verzochten zij den
minister, de Kamer te dezer zake vol
ledig in te lichten, met vermelding van
de namen der betrokken leveranciers.
Voorts zouden zij gaarne vernemen, of
een strafvervolging van dezen aan
hangig is.
Eenige leden verzochten den minister
er voor te waken, dat voortaan militaire
maatregelen op zoodanige wijze zouden
worden genomen, dat ze niet, gelijk op
11 en 12 November 1.1., den indruk
wekken van het bestaan van acuut
gevaar, hetwelk, blijkens de mededee-
ling door dei voorzitter van den Raad
van Ministers den 13den d.a.v. voor de
microfoon gedaan, toen niet heeft be
staan.
van die
hoofdstukken door de algemeene reken
kamer verevend. Daarna worden zij bij
Koninklijk besluit, op voordracht van
den minister van Financiën en van de
ministers, welke het beheer over de
betreffende hoofdstukken der Rijksbe-
grooting voeren, overgebracht naar den
kapitaalsdienst van de begrooting van
het fonds.
Tegenover deze uitgaven staan de in
komsten, welke rechtstreeks met haar
verband houden, b.v. de opbrengst van
niet meer benoodigde en daarom ver
kochte uitrustingsstukken. Ook deze
worden overgebracht van de Rijksmid-
delen naar den kapitaaldienst van het
fonds.
Behoud van betrekking.
Vele leden bleven de totstandkoming
van een wettelijke regeling, beoogende
behoud van betrekking en bedrijf voor
gemobiliseerden noodzakelijk achten
en spraken de hoop uit, dat de Regee-
ring alsnog haar standpunt te dier
zake zou herzien. Ter voorbereiding
van zulk een
overweging,
organisaties
nemers.
Een andere dekking van der uitga
ven zal gevonden worden in de te-
goedschrijving aan den kapitaal
dienst van de bate, voortvloeiende
uit de herwaardeering van het
goud. In een der artikelen wordt
gesproken van nog „overige in
komsten”, waarmee de kapitaal
dienst van het fonds kan ver
sterkt worden. Hierbij is in het bij
zonder gedacht aan de opbrengst
van de in voorbereiding zijnde
oorlogswinstbelasting.
Het resteerend bedrag der mobi-
satieuitgaven zal gefinancierd moe
ten worden uit de opbrengst van te
sluiten geldleeningen.
De hoofdgeleider van den kolentrein,
de heer J. Ots uit Heerlen, die op zijn
plaats in den laatsten wagen, den ba
gagewagen was gezeten, liep hoogst
ernstige verwondigen aan het hoofd
op en werd, nadat een pastoor uit
Weert hem geestelijken bijstand had
verleend, naar het Sint Jansgasthuis
overgebracht, waar hij is
De hooge druk over het vaste land van
Europa is sinds gisteren nog weer in be-
teekenis toegenomen. De Oceaan-depressie
nabij Ijsland is nog steeds stationnair.
Zij is voor de toekomstige ontwikkeling
van ons weer niet van beteekenis, even
als de zwakke storingen, welke nog steeds
voor de Portugeesche kust en de Azoren
zijn gelegen en die aldaar nog steeds regen
brengen.
De temperatuur blijft over het geheele
Middellandsche Zee-bekken nog zeer laag.
De lage temperaturen, welke zich nog
in België en ons land voordoen, zijn hoofd
zakelijk een gevolg van de nachtelijke
uitstraling, terwijl ook de Zuidelijke wind
nog wat koude uit Frankrijk en West-
Duitschland aanvoert.
Zonsopgang: 26 Jan. 7.53 uur.
Zonsondergang: 26 Jan. 4.33 uur.
Lantarens aan: 26 Jan. tot 7.21 u.
v.m.; 26 Jan. 5.04 u. nam.
Hoogwater te Scheveningen.
26 Jan. ’s morgens 3 uur; nam. 3.20 uur.
Morgen géén schietoefeningen op het
strand.
Opmerkingen van bijzon-
deren aard.
Eenige leden, van oordeel, dat men
alles in het werk dient te stellen wat
noodig is om onze neutraliteit te doen
eerbiedigen en, zoo noodig, onze onaf
hankelijkheid en vrijheid tot het uiter
ste te verdedigen, achtten in verband
daarmede een betere voorlichting van
weermacht en volk gewenscht. De le
den nu, hier aan het woord, verwach
ten, dat de minister er toe zou mede
werken, door middel van de pers enz.,
aan de aangebrachte verbeteringen be
kendheid te geven, uiteraard zonder
vermelding van bijzonderheden, welke
in ’s lands belang geheim behooren te
blijven. De wetenschap, dat Nederland
in staat is, zich krachtig te verweren
en met name alle mogelijkheden te
baat neemt, welke de oude bondgenoot,
het water, ons biedt zou, naar de mee
ning van de hier aan het woord zijnde
leden, kunnen strekken tot bevestiging
van het onmisbaar zelfvertrouwen bij
weermacht en burgerij.
Wering van extremisti
sche elementen.
Verscheidene leden verklaarden, in
te stemmen met ’s ministers voorne
men, alle extremistische elementen uit
de weermacht te bannen. Niettemin
waren deze leden van meening, dat en
kele feiten uit het jongste verleden
onder weermacht en volk onrust heb
ben doen uitstaan en de vraag hebben
doen rijzen, of wel met voldoende
kracht tegen de bovenbedoelde elemen
ten worde opgetreden. Met name had
den de hier aan woord zijnde leden
daarbij het oog op de Nationaal-So-
cialistische beweging en haar man
telorganisaties. Zij drongen er op aan,
dat streng zou worden toegezien, of
zich onder de officieren geen N.S.B.-ers
bevinden, met name onder hen, die
vroeger wegens hun lidmaatschap van
die organisatie uit de weermacht zijn
verwijderd en thans daarin opnieuw
zijn toegelaten.
Eenige leden bepleitten afschaffing
van de verboden tegen de N.S.B. uitge
vaardigd.
Enke.le leden stelden de vraag, of de
Amsterdamsche inspecteur van politie,
die, naar verluidt, betrokken is ge
weest in de zoogenaamde uniform-
kwestie, nog deel uitmaakt van het of-
ficierskorps.
Eenige leden oppperden bezwaren te
gen de toepassing van artikel 25 der
wet op den staat van oorlog en beleg,
van welke bepaling inzonderheid ge
bruik wordt gemaakt tegen vergaderin
gen van de N.S.B.
Betrachten van zuinigheid.
Vele leden waren van oordeel, dat
bij de defensie-uitgaven nog steeds niet
in voldoende mate de zuinigheid in
acht wordt genomen.
Eenige dezer leden gaven in overwe
ging, te dien einde den Rijksaccoun-
haveninrichtingen e.d., naar veler op
vatting verre de financieele krachten
van Nederland en Ned.-Indië te boven
gaan 3e. dat men in zulke schepen
het risico der actie te zeer concen
treert.
Luchtbescherming.
Vele leden verklaarden, van meening
te zijn, dat de luchtbescherming van
bevolking en eigendommen, zoowel van
privaat- als van publiekrechtelijken
aard, behoort tot de taak van de lands-
overheid. De leden, hier aan het woord,
waren dan ook van oordeel, dat een
betere regeling te dezer zake dringend
noodig is.
Sommige leden spraken de hoop uit,
dat eerlang dé troepen, thans belast
met de grens- en kustbeveiliging. die
reeds bet langste onder de wapenen
zijn en veelal een extra zwaren dienst
hebben, door anderen zouden worden
vervangen.
Geklaagd werd over het gebrek aan
beroepskader, waarvan het gevolg is,
dat de oefening in de depóts ‘wegens
gemis aan instructeurs niet tot haar
recht komt. Aan uitbreiding van het
beroepskader zal, naar men meende,
op den duui; niet zijn te ontkomen
De vraag werd gestelde waarom
verdienstelijke onderofficieren niet in
aanmerking kunen komen voor benoe
ming tot luitenant.
Het bleek, dat van een kolentrein,
bestaande uit veertig kolenwa
gens, de laatste wagens waren los
geschoten en waren teruggerold in
de richting van Roermond, waar
heen de spoorbaan omlaagloopt.
Op hetzelfde oogenblik naderde de
de personentrein no. 80 uit Maas
tricht. De machinist van dezen
trein zag opeens eenige wagens, uit
den mist opdoemen. Hij remde
krachtig, maar een ongeluk was
niet meer te voorkomen. Met een
geweldigen slag botste de locomo
tief op het rollende stel, waarvan
de achterste wagen volkomen ver
brijzeld werd. Beide andere wagens
schoten uit de rails en sloegen om,
tengevolge waarvan het dubbele
spoor werd versperd.
Het mistte sterk in Limburg, toen
omstreeks half acht nabij het station
aanbouw van slagkruisers, te wetenWeert een hevige slag, gevolgd door
een dof gedreun, dat seconden lang
aanhield, werd gehoord. Men snelde
naar de spoorbaan bij het viaduct over
den weg naar Maeseyk, vanwaar het
geluid kwam en vond drie kolenwa
gens schots en scheef over het dubbele
spoor liggen.
Door onveilig signaal ge
reden?
De mogelijkheid is niet uitgesloten,
dat de machinist van den personen
trein door een onveilig signaal zou
zijn gereden. Doordat de zware mist
het zicht tot 2 m. beperkte, zou hij dit
niet hebben gezien. Men heeft nog
niet kunnen vaststellen of de laatste
drie wagens van den kolentrein vóór
of na de botsing zijn losgeraakt.
Beide sporen weer vrijgemaakt
Het opruimingswerk van de spoor
baan bij Weert heeft, naar wij nader
vernemen, een vlot verloop gehad. Van
ochtend om negen uur was het spoor
naar Roermond vrijgemaakt, zoodat het
treinverkeer hierover met eenige ver
traging kon plaats vinden. Om half
twaalf was men erin geslaagd ook de
gederailleerde en beschadigde wagons
van het andere spoor, waarover het
verkeer naar Eindhoven gaat, te ver
wijderen, zoodat van dat tijdstip af het
spoorwegverkeer in beide richtingen
weer normaal doorgang kon vinden.
De beschadigde treindeelen zijn, voor
zoover ze niet konden worden weg
gesleept, voorloopig aan den kant van
de spoorbaan neergezet.
Ie. dat deze eerst na vier of vijf
jaren zullen zijn voltooid, terwijl niet
valt te voorzien, hoe alsdan de poli
tieke en militaire omstandigheden in
de wereld zullen zijn2e. dat de aan
bouw van zoodanige schepen, tezamen
met de onvermijdelijke completaire
uitgaven, als de aanschaffing van
nieuw klein materiaal, uitbreiding van
Enkele leden verklaarden, met leed
wezen kennis te hebben genomen van
de mededeeling, dat de Regeering voor
nemens is, kanalisatie van den IJsel
te bevorderen in stede van over te
gaan tot het graven van een kanaal
AlmenPannerden, en dat de minister
Van Defensie zich daarmede heeft ver
enigd; met leedwezen, omdat vaststaat,
dat ’s lands verdediging bij den aanleg
Van een kanaal, als het laatstbedoelde,
eer gebaat zou zijn geweest. Gaarne
Zouden de leden, hier aan het woord,
Vernemen, of het niet alsnog overwe
ging verdiende, in dat uit militair oog
punt zoo belangrijke deel des lands
als terreinhindernis aan te leggen een
kanaal, zij het een kleiner en minder
kostbaar, dan aanvankelijk in de be
doeling heeft gelegen.
De zeemacht. Waarom nog
geen beslissing over de ver
sterking
Verscheidene leden verklaarden,
zeer misnoegd te zijn over het feit,
dat nog steeds geen beslissing is
genomen omtrent de versterking
van de zeemacht. Ook de beide
vorige kabinetten hébben, aldus
betoogden zij, de noodzakelijkheid
van zoodanige versterking erkend.
Nochtans is weder een jaar verloo-
pen, waarin niets anders is ge
schied dan het plegen van overleg.
De leden nu, hier aan het woord,
waren van meening, dat men bij
defensie-aangelegenheden, eenmaal
de noodwendigheid van eenigerlei
aanschaffing toegegeven zijnde,
niet meer langdurige besprekingen
daarover moet voeren, doch spoe
dig dient te handelen. Het geldt
immers in casu de levensbelangen
van ons volk. Derhalve behoort ook
in dezen, al bestaat er verschil van
meening over de vraag, welke de
beste oplossing is, een en wel
snelle beslissing in de eene dan
wel in de andere richting te wor
den genomen.
Daarbij moeten, volgens de hier aan
het woord zijnde leden, de marine-
deskundigen, vermits het hier een mi
litair- technisch vraagstuk betreft, het
laatste woord hebben en zal de Re
geering zich hierbij hebben neer te
leggen.
Wacht, zoo werd voorts betoogd, de
Regeering op de ervaringen, welke in
dezen oorlog staan te worden opge
daan, dan komt zij te laat, al worde
toegegeven, dat men uit recente lessen
wel eenig profijt kan trekken.
wondingen op. Een der conducteurs
had een wond aan het hoofd opgeloo-
pen, welke van dien aard bleek, dat
overbrenging naar het Sint Jansgast
huis noodzakelijk was.
Een geneesheer uit Weert, die on
middellijk was ontboden, verleende den
slachtoffers de eerste hulp.
Tengevolge van het ongeluk werden
de treinverbindingen van Weert met
Maastricht en Duitschland verbroken.
Het verkeer met Midden- en Zuid-Lim-
burg moest via Helmond onderhouden
worden.
Militairen uit den omtrek maakten
onmiddellijk een aanvang met het oprui
mingswerk, teneinde de stagnatie van
zoo kort mogelijken duur te doen zijn.
Bovendien is met de materieelploeg.
die het opruimingswerk ter hand
neemt, de groote kraanwagen der Ned.
Spoorwegen uit Nijmegen naar de plek
van het ongeval vertrokken
In den loop van den avond zijn eenige
spoorwegautoriteiten uit Utrecht naar
Weert gegaan om een onderzoek in te
stellen.
instelling van dit fonds noodzakelijk is,
zijn in het wetsontwerp aangeduid met
den algemeenen term van uitgaven,
welke voortvloeien uit de huidige bui
tengewone omstandigheden, kortheids
halve mobilisatie-uitgaven genoemd.
Dit is geschied omdat zij met het oog
op haar oorzaak en haar omvang op
gelijke wijze moeten worden gefinan
cierd.
Alle
In het wetsontwerp is daarom een
vorm van belasting van den gewonen
dienst gekozen, voor welke dit bezwaar
niet aanwezig is. De gewone dienst
wordt namelijk belast met bedragen,
welke gelijk zijn aan de annuïteiten,
die verschuldigd zouden zijn, indien
telken jare voor de niet door inkomsten
gedekte mobilisatie-uitgaven een an-
nuïteitsleening voor 15 jaren ware aan
gegaan. Het effect van deze regeling
is, dat voor de mobilisatie-uitgaven,
welke in een bepaald jaar zijn gedaan,
in het volgend jaar een annuïteit, wel
ke op een aflossingsduur van 15 jaren
is berekend, moet worden opgebracht
uit de gewone middelen van het fonds.
Een gevolg zal o.a. zijn, dat voor de
mobilisatie-uitgaven, in 1938 en 1939
tantsdienst uit te breiden dan wel aan
het departement van Defensie enkele
afzonderlijke accountants té verbinden,
en wel dezulken, die ondervinding heb
ben opgedaan bij het beheer van par
ticuliere bedrijven.
Andere dezer leden bepleitten de
aanstelling van talrijke bezuinigings-
inspecteurs.
Weer anderen hunner rieden den
minister, aan de hem adviseerende in
stanties toe te voegen eenige betrouw
bare en bekwame personen uit de za
kenwereld. met dien verstande, dat
deze bij de onderscheidene aanschaf
fingen geen persoonlijk belang zouden
mogen hebben. De commercieele erva
ring van dezulken zou huns inziens
den militairen in casu goed te stade
komen-
Met name werd ten slotte de aan
dacht gevestigd op het verschil tus-
schen het bedrag, waarop per dag de
mobilisatie in België komt te staan, en
dat, hetwelk dezelfde maatregel hier te
lande per dag vordert.
Voorstanders van slagkruisers
De leden, die zich uitspraken voor
slagkruisers, vooral ten behoeve van
de verdediging van Nederlandsch-In-
dië, achtten hun standpunt voldoende
bekend en drongen met klem op het
nemen van een decisie terzake aan.
Naar hun gevoelen moeten wij gereed
zijn, alvorens in het Verre Oosten een
conflict uitbreekt. Verder waren zij
van oordeel, dat hoe verder de ver
sterking onzer maritieme defensie is
gevorderd bij het sluiten van den vre
de, des te krachtiger wij alsdan zullen
staan.
Indien, zoo zeiden eenige leden, het
al juist is, dat onder het meerendeel
der deskundigen eensgezindheid be
staat omtrent den aanbouw van een
aantal slagkruisers, zoo deelen daar
nevens alle deskundigen de meening,
dat de aanschaffing van zwaar mate
rieel ten gebruike bij de verdediging
van Nederlandsch-Indië volstrekt ge
paard moet gaan met de inrichting van
een krachtige basis, waarin de vloot
veilig is en vrij om in en uit te loo-
pen. De hier aan het woord zijnde le
den nu spraken de verwachting uit,
dat het eventueele wetsontwerp
omtrent volledige klaarheid zou
gen.
Sommige leden bleven
bouw van slagschepen, van voldoende
snelheid, pantsering en artilleristisch
vermogen, bepleiten. Alleen zulke sche
pen achtten zij in staat om de grootste
eenheden van andere vloten te bestrij
den. Schepen, welke die drie kenmer
ken niet bezitten, oordeelden zij on
voldoende.
Bezwaren tegen slagkruisers.
Weer andere leden wenschten te wij
zen op een drietal, huns inziens on
overkomelijke, bezwaren tegen den
De rente en aflossing van deze lee-
ningen zullen uiteraard dekking behoo
ren te vinden in de inkomsten van den
gewonen dienst van het fonds. Voor de
hand zou dus liggen den gewonen dienst
eenvoudig te bezwaren met de jaarlijk-
sche kosten van de gesloten leeningen.
Toch bestaat hiertegen bezwaar. Het
bedrag, dat aan mobilisatie-uitgaven
besteed is, zal immers op menig mo
ment heel wat grooter kunnen zijn dan
de reeds gesloten geldleeningen,. „aan
gewezen als te zijn aangegaan ter voor
ziening” in de mobilisatie-uitgaven.
Op dit oogenblik, nu nog geen enkele
leening van dien aard gesloten is, is
zulks wel het geval.
Verwachting tot den avond van 26 Jan.:
Wind: meest matig, veranderlijk, later
uit Oostelijke richtingen; verder toe
nemende bewolking, met tijdelijke stijging
van temperatuur en kans op regen of
sneeuw, met weer invallende of toe-
nemende vorst.
Barometer alhier v.m. 8 uur 768 m.m.,
v.m. 12 uur 769 m.m.; thermometer resp.
-6 gr. en 1 gr. Celsius.
Barometer na hedenmiddag 12
stijgende.
Aan het voorloopig verslag der Eerste
Kamer over het wetsontwerp tot vast
stelling van de Defensie-begrooting
voor 1940 wordt het volgende ontleend;
Bij den aanvang van het afdeelipgs-
onderzoek werden in eerbied herdacht
alle degenen, die, in dienst der weer
macht, gedurende deze mobilisatie het
leven hebben gelaten. Deernis werd be
tuigd met hun nagelaten betrekkingen.
Vervolgens werd met groote waar
deering gewaagd van de wijze, waarop
leger, vloot en luchtmacht hun taak
vervullen, en den gemobiliseerden dank
gebracht voor het offer, hetwelk velen
hunner ook i.iet het oog op hun
gezinnen hebben moeten brengen
door aan den hun geworden oproep
tot verdediging van onze zelfstandig
heid te gehoorzamen.
Vele leden prezen het beleid van
den minister.
De leden wenschten in de hulde, den
minister gebracht, eveneens diens
naaste medewerkers te betrekken.
Voorts herdachten zij in groote erkente
lijkheid den arbeid, ten behoeve van
de weermacht verricht door ’s ministers
beide ambtsvoorgangers, die gedurende
hun bewind er in waren geslaagd, onze,
helaas voorheen te zeer verwaarloosde,
defensie nog intijds uit haar verval op
te heffen, en leger, vloot en luchtmacht
hebben gevormd tot een weermacht, in
staat om te voldoen aan de haar ge
stelde taak van verdediging onzer on
afhankelijkheid.
Hulde werd ook gebracht aan de hui
dige, zeer bekwame leiding van onze
weermacht, waaraan werd toegevoegd
een woord van dankbare herinnering
aan het moeitevolle werk dergenen, in
wier handen de leiding heeft berust in
de periode van afbraak van leger en
vloot, welke nog niet ver achter
ons ligt.
Algemeen verklaarde men, gaarne
zijn stem aan dit wetsontwerp te zullen
geven.
Algemeen stemde het tot voldoening,
dat de geest in de weermacht goed Is.
Men sprak de hoop uit, dat niets zou
worden nagelaten om dien geest te
handhaven.
Verscheidene leden stemden in met
het streven, het benoodigde materieel
zoo spoedig mogelijk aan te schaffen.
Zij trokken echter in twijfel, of de or
ganisatie van de aanschaffingen ten
behoeve van de landmacht wel zóó doel
treffend is, dat steeds wordt bereikt
het tempo, hetwelk onder de huidige
omstandigheden meer dan ooit is ver-
eischt. Is, zoo vroegen zij, de minister
bereid mede te deelen, hoe het thans
staat met de batterijen luchtdoel-
artillerie, waarvan hij in de Tweede
Kamer heeft gewaagd?
Overtuigd, dat de minister bijzondere
aandacht wijdt aan een technisch zoo
goed mogelijke uitrusting van ons
leger, spraken deze leden nochtans de
hoop uit, dat met name zorg zou worden
gedragen voor het in voldoende mate
aanwezig zijn van artillerie- en (pant-
serjafweergeschut. Voorts vertrouwden
zij, dat de munitievoorraad geregeld
zou worden aangevuld, naar aanleiding
waarvan nog het houden van meer
schietoefeningen werd bepleit.
Moge, aldus betoogden de hier aan
het woord zijnde leden, de aanvulling
van materieel den voorrang hebben,
zoo is nochtans daarnevens de vraag
op haar plaats, of de ervaringen, bij
óen veldtocht in Polen opgedaan, niet
or toe moesten leiden, dat verder werd
gegaan met de motorisatie, dan aan
vankelijk in het voornemen lag. Gaarne
zouden deze leden 's ministers oordeel
over het desbetreffende vraagstuk
Vernemen.
Andere leden stelden hiertegenover,
dat de motorisatie voor ons land niet
dezelfde beteekenis heeft als voor
andere landen.
Ettelijke leden betreurden, dat wat
betreft den aanleg van ondergrondsche
hangars op onze militaire vliegvelden,
nog geen bevredigende oplossing schijnt
getroffen.
invallende of toe-