FINLAND’S STRIJD Vlucht uit Moskou Haagsche Courant van Maandag 29 Januari 1940 DERDE BLAD, PAGINA 1. I i 370 lil»» ■■I consul Radiorede van den Finschen BINNENLAND. -L. om Overlevenden thuis van weer Dringend beroep op alle beschaafde volken hulp Weerkundige Waarnemingen de „Sliedrecht” FEUILLETON. Voormalig Zuiderzeegebied in de gemeenschap opgenomen £Wordt vervolgd# Op het vliegveld Schiphol zijn de overlevende Nederlandsche zee lieden van het getorpedeerde tankschip „Sliedrecht” met een K.L.M.- vliegtuig uit Londen in ons land teruggekeerd. De schipbreukelingen bij de douane. Van links naar rechts P. Storm, matroos, P. Brons, ie stuurman, en de matrozen H. Dtriessen en H. de Jongh. jie, was er mij natuurlijk alles aan ge-1 kleeding, had zij in haar doen toch al- 7J0 overheidsbestuur, De kleinhandelsprijzen het openbaar Verjaardag Prinses Beatrix Hernieuwde onafhankelijkheid. Het twaalfde Nederlandsche Esperanto- voor Die de man op Engelschen uit Duitsche interneering vrijgelaten is de opzet deze, in den loop van Nationale unie der Nederlandsche soroptimist clubs. Het dagelijksch bestuur van de natio nale unie der Nederlandsche soroptimist clubs is voor 1940 als volgt samenge steld mej. M. J. Rebel, Haarlem, pre sidente mej. mr. M. A. Boom, Zwolle, secretaresse mej. F. A. Ie Poole, Lei den, penningmeesteresse mej. ir. C. H. Pontier, alhier, vice-presidentemej. dr. P. C. Heederik, Rotterdam, 2e secre taresse. Nederland en de Belgische scheepsruimte De „Soir” verneemt, dat de Belgische vloot niet voldoende is om te voldoen aan de eerste behoefte van het land. De Nederlandsche Regeering is thans bereid een deel van haar vloot ter be schikking van België te stellen. (Bij informatie hebben wij vernomen, dat, al wordt de mogelijkheid van eeni- ge samenwerking tusschen Nederland en België op dit gebied overwogen, het bovenstaande bericht ten eenenmale on juist moet worden geacht Red. A.N.P.). Barometerstand van hedenmiddag 12 uur (Nadruk verboden.) De wereldoorlog, daarna de revo lutie in Rusland, Finland onderhandelt nog een oogenblik met de Kerensku- regeering, maar toen ook deze viel, proclameerde Finland op 6 December 1917 zijn hernieuwde onafhankelijkheid Maar nog was de ellende niet gedaan. Tegenstelling tusschen Finland en Rusland. oogenblik niet in staat verder te spre ken. Eschberg legde zijn hand op de ha re. Denkt u daar niet meer aan, die rus- Carillonconcert. Woensdagmiddag a.s. van 3.30 tot 4.30 geeft de heer J. Vincent, beiaardier van het Koninklijk Paleis te Amsterdam, ter gelegenheid van den verjaardag van Prinses Beatrix, op verzoek van de „Vereeniging tot veredeling van het volksvermaak” een carillonconcert -*p het Koninklijk Paleis. De N.C.R.V. zal dit concert per radio uitzenden. Het programma bevat ouderwetsche kinder liedjes o.a. „In den Haag daar woont een graaf„In Holland staat een huis” en eenige oud-Hollandsche liede ren van Valerius. 5) Dat u wel zeer ongelukkig moet zijn, als het zoover met u kon komen! Zonder op zijn opmerking in te gaan, ging zij aan tafel zitten, haar hoofd wat gebogen, haar handen in haar schoot gevouwen. Wat had zij een slanke, goed gevormde vingers, al was het hun dan wel aan te zien, dat zij ruw werk gewend waren. - Rookt u? Graag! Zij nam een sigaret en genoot zichtbaar van de eerste trek jes. Eschberg legde zijn koker Terugreis via ons land. Zeven Engelsche dames en een kind, die gedurende de oorlogsmaanden in Duitschland waren geïnterneerd, zijn door de goede zorgen van den Ameri- kaanschen consulairen dienst vrijgela ten en Vrijdagavond te Oldenzaal ge arriveerd. Zij brachten daar in een ho tel den nacht door. De Britsche vice- consul te Hengelo, de heer F. G. Dik kers, en zijn echtgenoote mevr. Dik- kers-Kamp, zorgden dat het gezelschap te half twaalf naar Rotterdam door reisde, vanwaar zij met de „Batavier” naar. Engeland zijn vertrokken. Het gebied van hoogen luchtdruk over Scandinavië is sinds Zaterdag nog in be- teekenis toegenomen. De stijgingen van den luchtdruk zijn in Scandinavië nu vrijwel tot staan gekomen, maar het hoogedrukgebied breidt zich thans Oost waarts over de Randstaten uit. Uit deza omgeving wordt overal matige tot strenge en plaatselijk zeer strenge vorst gemeld; alleen aan het Noordelijk gedeelte van de Noorsche kust is de temperatuur boven het vriespunt. Ons land blijft onder invloed van der» kouden Oostelijken luchtstroom. De mini- mum-temperaturen van den afgeloopen nacht zijn over het algemeen weer iets lager dan dit in de vorige dagen het geval was. Schiphol had -11, de Bilt -9 graden. Over Noord-Duitschland ligt een mini mum, dat zich naar het Westen schijnt te bewegen. Onder invloed hiervan komt in de Oostzee stormachtige Noordoosten-wind voor, gepaard met sneeuw. De depressie-activiteit op den Oceaan is niet groot. Zonsopgang: 30 Jan. 7.47 u. Zonsondergang: 30 Jan. 4.40 u. Lantarens aan: 30 Jan. tot 7.16 u. v.m.; 30 Jan. 5.10 u. nam. Hoogwater te S c h e ve n i n g e n. 30 Jan. ’s morgens 6 uur; nam. 6.20 uur. Morgen géén schietoefeningen op het strand. Finland, in ieder opzicht verschillend zooals omstreeks 1905/1908, van zijn grooten nabuur. De Rus be- hoorend tot het Slavische ras, maar daarbij ook slaafsch, de Fin afkomstig van het Altaigebergte, na verwant aan het Indo-Europeesche ras, wellicht het meest individualistische volk van Europa, alhoewel in tijden van nood een saamhoorigheidsgevoel kunnende aan den dag leggen, dat tot voorbeeld kan strekken van tallooze andere volken. De Finsche taal, verwant met enkele andere talen als Estisch, Hongaarsch en Turksoh, maar geheel verschillend van de Russische taal. Rusland het land waar geldt, dat godsdienst is opium voor het volk. Finland daarentegen het land met een sterk geworteld geloof. Finland, het land, dat er naar hun kerde, om, nu in 1940 de Olympiade binnen zijn grenzen zou worden ge- Naturalisaties Ingediend is een wetsontwerp tot naturalisatie van Karoline Katharina Bertha Adam en 18 anderen, o.m. A. Ph. Hirsch, te Rijswijk en Meta E. Krüger, weduwe van J. R. Schlegel, alhier. Voorts is ingediend een wetsontwerp tot naturalisatie van Elisabeth Luise Berndsen en 19 anderen, o.m. Ludwina Kain, W. K. Ludwig, C. M. Muller en H. J. M. Müller, Emma A. Roposs, Johanna Wapper, allen alhier. congres. Het twaalfde congres der Neder landsche esperantistenvereeniging ,,La Estonto Estas Nia” zal 23, 24 en 25 Maart a.s., gedurende de Paaschdagen, gehouden worden te Arnhem, in „Mai son de Bruyn”. O.m. zal een groote esperanto-revue- worden opgevoerd. haar op tafel. Zoo, en nu moet ik u nogmaals Vriendelijk verzoeken mij te vertellen, Wat u kunt. Ik weet niet, waar ik beginnen hioet. Het is zoo veel en zoo ver schrikkelijk. En het verschrikkelijk ste is wel, dat wij hier bij u zyn bin- hengedrongen, Alexei en ik. Laten wij dan maar bij het ver schrikkelijkste beginnen, dan hebben Wij dat het eerst achter ons. Hoe kwam u er toe om juist bij mjj in te breken-wilde hij zeggen, maar hij verbeterde snel: bij mij te ko- hien? Dacht u hier zulke schatten te zullen vinden? Wederom kleurde een donkere blos kaar wangen, Jt Haar lippen trilden en zij scheen een .Probeerden wjj ons van Fjotr te ont- Weinig verandering. Wat het verloop van de kleinhan delsprijzen betreft, geven de volgende door het Centraal Bureau voor de Sta tistiek gepubliceerde indexcijfers van winkelprijzen in de tien grootste ge meenten van ons land eenig inzicht. In de berekening zijn prijzen opgeno men van aardappelen, brood, grutters waren, vleesch, melk, kaas, eieren, vetten en kruidenierswaren. Hierbij zij opgemerkt, dat een stij ging van 8.8 pCt. der prijzen van voe dingsmiddelen een stijging veroorzaakt van de uitgaven voor het geheele ge zinsbudget van 3,5 pCt., waarbij aan genomen is dat 40 pCt. van de ge zinsuitgaven besteed wordt aan voe ding. tijd nog iets van een vrouw van de wereld. Dat moest haar van jongsaf wel zijn bij gebracht. Hij kon zich haar leven zoo ongeveer voorstellen, voort durend opgejaagd en verdreven, tot zij eindelijk in een of ander krot in Mos kou een onderdak had gevonden. Maar dat alles had haar niet vermogen te doen buigen voor het geweld. Een on gelooflijke kracht moest er in dit men- schenras schuilen, een kracht, welke niet aan het leven te gronde ging. Na denkend keek hij Lisaweta aan. Zij legde zijn blik verkeerd uit. U gelooft me niet? Ik geloof voorwaardelijk alles, wat u zegt! Zij wendde haar blik af. Men moet de menschen nooit in alles geloo- ven. Hij protesteerde levendig. Dat zegt u op grond van uw ongelukkige ervaringen. Maar u hebt toch ook veel goeds ondervonden. Denkt u maar eens aan den ouden Lukja! En aan u! zei ze zacht. Hij voelde zich werkelijk verlegen en ergerde zich daaraan. Ach, ik? Wat heb ik nu tot dusver voor u kunnen doen? Zij maakte 4iet hem nog moeilijker, toen ze, hem vol aankijkend, ant woordde Ieder ander zou zich in uw plaats onmiddellijk tot de politie hebben ge wend. Maar nu, besloot ze, plotseling opstaande, moet ik gaan. Ik wil van uw goedheid geen misbruik ma ken. Denkt u, dat ik, zonder gezien te worden, langs denzelfden weg verdwij nen kan, als zij aarzelde even, als ik hier gekomen ben? zei hij hartelijk. Laten we smartelijke herinnering laten ten Zij schudde het hoofd. Het ver leden is noodig om u het heden te doen begrijpen. Ons huis werd in brand gestoken. Een der bedienden wist mij te redden En uw broer. Zij knikte bevestigend. De oude Lukja, onze bediende, nam ons mee. Half Rusland zijn wij door gevlucht. De bijzonderheden zal ik u besparen; ik weet ze ook alle niet meer. Wel is mij steeds bijgebleven, dat Lukja er steeds in slaagde een uitweg te vinden. Hij had geld en sie raden van mijn ouders meegenomen en zoo bereikten wij tenslotte Moskou. Een poosje ging het vrij goed, tot op een kwaden dag plotseling Pjotr voor ons stond. Hij wist, dat Lukja nog verscheidene sieraden had en verloor ons geen minuut meer uit het oog. Hij dreigde met aangifte bij de Sovjet- autoriteiten, want Lukja had ook nog valsche papieren van ons en van dien dag af waren wij geheel aan Pjotr overgeleverd. Toen Lukja stierf, was alles uit. Pjotr werd onze heer en meester. Hij nam de juweelen en het geld, waar Lukja steeds zoo zuinig mogelijk mee was omgegaan en ver kocht deze zoogenaamd voor ons, maar wij zagen er bitter weinig van. Wij leefden onder ellendige omstandig heden, maar wij leefden tenminste. De Russische troepen, die Finland be zet hadden gehouden, bleken besmet met dezelfde bolsjewistische bacil als Rusland en met behulp van enkele Fin sche communisten o.a. van dien Kuusi nen, den leider van de thans door de Russen gevormde z.g.n. Finsche volks- regeering. vingen deze troepen een terreur aan, die zijn weerga in de ge schiedenis nauwelijks gehad heeft. De Finsche regeering aarzelde. Wat zou den die ongeorganiseerde ongewapen de Finnen beginnen tegen die goed be wapende Russische troepen? Maar één man aarzelde niet. Dat was Manner heim, de veldmaarschalk, die nu in deze dagen op 72-jarigen leeftijd zijn land wederom moet pogen te redden van Russische overheersching, maar die toen, begin 1918, op wonderlijke wijze er in slaagde een groot aantal Finnen te organiseeren en een defini tieve nederlaag wist toe te brengen aan de bolsjewistische troepen vóórdat enkele, tegen den wil van Mannerheim te hulp geroepen, Duitsche troepen in Finland landden, die daarna tezamen met de Finnen de bolsjewistische troe pen over de Russische grens joegen. Wanneer men nu ziet, wat dat Fin land, wat dat Finsche volk, gepresteerd heeft in de ruim twintig jaren na het herkrijgen van zijn onafhankelijkheid, dan stemt dat tot groote bewondering. In de eerste jaren een land, overladen met schulden, welke het verplicht was op te nemen voor het organiseeren van zijn staatsbestuur en het op gang brengen van zijn destijds geheel ont redderd bedrijfsleven. In 1939 een land, voor wat zijn buitenlandsche schulden betreft, staande vrijwel met een schoone lei en op economisch gebied een eer volle plaats innemend onder de Euro- peesche naties. Voor wat zijn levens standaard betreft, een land, dat na den wereldoorlog vrijwel geen werkloosheid gekend heeft en van welks bevolking, waarvan ca. 65 pCt. in den landbouw werkzaam is, het percentage grond eigenaren, mede dank zij de wet op het z.g. klein-grondbezit, steeg met ruim 50 pCt. Een land, dat niet alleen op staatkundig en economisch gebied, maar zeker niet minder op cultureel en wetenschappelijk gebied, een ont wikkeling meemaakte, welke respect afdwong van een ieder, die daarvan kennis kon nemen. houden, al die vertegenwoordigers uit de geheele wereld te kunnen toonen, wat het vermocht, niet alleen op spor tief gebied, maar speciaal ook op eco nomisch, cultureel en wetenschappelijk gebied, opdat die vertegenwoordigers dat weer zouden kunnen uitdragen naar heinde en verre, zoodat de wereld méér nog dan te voren zou hooren van datgene, waar de Finnen zoo terecht trotsch op zijn. Finland, dat land, dat geen mensch bedreigde, dat slechts één doel had, mede te werken aan de ontwikkeling der menschheid en aan den opbouw der beschaving, dat Finland is nu op een- J maal gestort in den grootsten nood en ellende door de machtswellust van zijn Verwachting tot den avond van 30 Jan< Wind: meest matig, Oostelijk tot Noord oostelijk; matige tot lichte vorst; half- bewolkte tot betrokken lucht; plaatselijh eenige lichte sneeuw. „God en vaderland zijn de voor naamste levensvoorwaarden”. Dit bekende woord van den grooten Zwitser, die dezer dagen ten grave ge bracht is, zou ook als devies kunnen gelden voor vrijwel eiken bewoner van dat land in het hooge Noorden, dat thans reeds twee maanden in nood en ellende gedompeld is. Finland een groot land elf maal zoo groot als Nederland, maar slechts met de helft van het aantal bewoners van Nederland strijdt om zijn le vensrecht als zelfstandige staat, maar niet minder voor de handhaving van al die zedelijke en godsdienstige waar den, die het bedreigd weet door den aanval van zijn Oostelijken nabuur. Een strijd op leven en dood, waarvan het belang en de waarde verre uitgaan buiten de grenzen van dat land, waar- naee Nederland eveneens als kleine mogendheid en beide behoorende tot ie Oslogroep zich in vele opzichten zoo nauw verbonden weet Finland, dat gedurende de zes eeuwen toen het deel uitmaakte van Zweden, herhaaldelijk het slagveld is geweest waar de oorlogen tusschen Zweden en Rusland werden uitgevochten, Finland dat na 1809 een schoone toekomst voor zich zag toen het zijn onafhanke lijkheid verkreeg als zelfstandig groot hertogdom. Finland, dat in den loop der negentiende eeuw het nationalisme in zijn volk heeft zien ontwaken en zich zien ontwikkelen, een nationalisme in den besten zin des woords, dat den stoot gegeven heeft tot die groote economi sche en cultureele ontwikkeling van het volk, die helaas steeds sterker den naijver opwekte van den Russischen nabuur, Finland heeft toen in 1899 zijn strijd met het groote Rusland moeten opnemen, een strijd destijds niet met de wapenen, daartoe was Fin land in die dagen niet in staat, maar een strijd door een passieven weer stand, die tot resultaat gehad heeft dat Finland nooit en te nimmer door Rus land op de knieën gebracht is kunnen worden. Integendeel, zoodra Finland na een tijd van terreur weer even kon her ademen, ontwikkelde het zijn economische, cul tureele en politieke instellingen op een wijze waardoor Finland in tegenstel ling met zijn grooten nabuur, bleef be- hooren tot de meest moderne landen van den toenmaligen tijd. Zoo o.a. verkreeg Finland reeds in 1906 alge meen evenredig kiesrecht voor man nen en vrouwen. grooten nabuur. Finland, dat land van de midder- nachtzon, d.w.z. in den zomer van het eeuwige licht, maar in den winter van de „eeuwige duisternis”. Dat volk, welks zonen thans strijden tegen die enorme overmacht, terwijl de vrouwen in die wonderbaarlijke Lotta Svard- organisatie in het land al die burger lijke plichten vervullen, welke anders door mannen zouden moeten worden vervuld. Ouden van dagen en kinderen geëvacueerd uit de steden in die ont zettende koude, om hen, voor zoover mogelijk, te beschermen tegen de ge varen van den strijd, welke ook hen niet bespaard worden. Dat Finland, dat doet wat het kan, maar dat verplicht is dringend beroep te doen op alle beschaafde volken om hulp; dat Finland, dat zal en moét ook geholpen worden, doof ieder naar de mate zijner krachten. Realiseert u zich, dat het zaliger is te geven dan te ont vangen en geeft dan uit den grond van uw hart met milde hand ten behoeve van de lijdende burgerbevolking en ten behoeve van het Finsche Roode Kruis, dat tracht het lot der strijdenden te verzachten. Maar daarom was het immers niet. Nee? Waarom dan wel? Zij wees zwijgend naar het heiligen figuurtje op het schrijfbureau. Verbaasd staarde h« haar aan. Wat? Wilde u dat komen halen? Maar u hebt toch zelf gezien, dat die man het .mij verkocht. Hij behoorde toch bij u heeft hij u het geld dan niet gegeven? O ja, maar thuis heeft hij het mjj weer afgenomen. Zoo, dus u wilde het beeldje heb ben om het nog eens te kunnen ver- koopen? Zij wrong wanhopig haar handen. Neen, neen, niet om het te verkoo- pen. Maar waarom hebt u er dan eerst afstand van gedaan? Omdat hij Alexei en mjj daartoe dwong. Wie is hjj? markt? Ja. Hjj heet Pjotr en was koet sier op het landgoed van mijn ouders. En heeft die man u nu in zijn macht? Hoe komt dat? Dat is een heele geschiedenis- het zou u gauw vervelen, als ik u dat alles moest vertellen. Dat gelooft u toch zeker zelf niet? Hjj keek haar ernstig en eenigszins dwingend aan. Aarzelend begon ze: Welnu, het was bij het uitbreken van de revolutie. U wéét, wat er toen allemaal gebeurd is. Mijn ouders werden, als duizenden anderen, ver moord. Ik was destijds pas tien jaar, maar ik zal het nooit vergeten Crematie dr. W. A. Poort. Onder groote belangstelling heeft Zaterdagmiddag in het crematorium te Velsen de crematie plaats gehad van het stoffelijk overschot van dr. W. A. Poort, oud-directeur en commissaris van de Algemeene Friesche Levens- verzekerings Mij. te Leeuwarden en commissaris van de Groot Noord-Hol- landsche van 1845, overleden te Ooster- beek. Gesproken hebben Th. van Welderen, baron Rengers uit de residentie na mens commissarissen van de genoemde verzekeringsmaatschappijen, mr. W. J. Oosterhoff, directeur, namens het per soneel; A. W. Hoitink namens de Vrij metselaarsloges De oude Landwerken en de Geldersche Broederschap, J. G. H. Sauveplanne te Wassenaar namens de Nederl. Vereeniging tot Bevordering van het Levensverzekeringswezen, dr. D. P. Moll, wiskundig adviseur alhier, namens den kring van actuarissen bij het levensverzekeringsbedrijf, terwijl dr. R. v. d. Hoek, directeur der Alge meene Friesche, namens de weduwe sprak en dankte voor de belangstel ling. Gisteravond heeft de consul van Fin- land, de heer A. J. Th. van der Vlugt, voor den V.P.R.O. de volgende rede gehouden: Augustus 1939 100. Aug.’39 Dec. 9 Jan.’40 16 Jan. 23 Jan. 100,0 108,4 108,1 108,3 108,8 doen en ons zelfstandig te maken, dan dreigde hij steeds met aangifte bij de politie en openbaarmaking van onze ware identiteit. Wat dat beteekend zou hebben, behoef ik u niet te vertellen; in ieder geval zou ik dan stellig nu niet hier hebben gezeten. En zoo zoo is het al die jaren door gegaan. Het laatste, wat wij bezaten, was dat oude heiligenbeeldje. Pjotr zou het ze ker allang hebben verkocht, maar wij hadden het zorgvuldig verstopt. Alles kon hij ons afnemen, alleen dat niet! besloot zij hartstochtelijk. U kunt dat natuurlijk niet begrjjpen, niet waar? Nee, inderdaad, dat begrijp ik niet goed. U had toch al van zooveel kostbaarheden afstand waarom dan niet van dat beeldje? Ik geef toe, dat het heel mooi is en een zekere kunstwaarde vertegenwoordigt maar als men in nood verkeert U hebt volkomen gelijk, ant woordde het meisje. Maar met dat beeldje staat de zaak toch anders. Voor zijn dood heeft Lukja mij drin gend op het hart gedrukt het nooit te verkoopen. Mijn moeder had hem op gedragen dit aan mij te zeggen. Het waren haar laatste woorden, toen hij haar vond, nadat de bolsjewieken bij ons hadden huis gehouden. Wederom vulden haar oogen zich met tranen. Begrijpt u nu, waarom wij er geen afstand van konden doen? Volkomen! En hebt u er geen idee van, waarom uw moeder dat zoo vu rig wenschte? Neen, maar omdat zij het zoo wil- Ot Is o Ls Barometer alhier v.m. 8 u. 767i m.m^ v.m. 12 u. 767J m.m.; thermometer respa -6| gr. en -3 gr. Celsius. Barometer na hedenmiddag 12 uurj stationnair. Instelling van een gemeente „Wieringen” Ingediend is een wetsontwerp tot in stelling van een gemeente „Wieringen”. In de memorie van toelichting lezen wij, dat het onderhavige wetsvoorstel, strekkende om met ingang van 1 Ja nuari 1941 tot instelling van een ge meente te komen, in hoofdzaak is ont leend aan den arbeid der ambtelijke commissie, welke onlangs van den mi nister van Waterstaat opdracht heeft gekregen de regelen, noodig om zoo spoedig mogelijk te geraken tot de nor male vormen van vast te stellen. In groote trekken dat door verkiezing 1940 van een raad en benoeming van een burgemeester de taak, tot dusver rustende op de bestuurscommissie, het dagelijksch bestuur en den voorzitter van het openbaar lichaam, zal over gaan op de normale gemeentelijke or ganen. Het verdient aanbeveling de finan ciën van de op te richten gemeente voorloopig op denzelfden leest ge- schoeid te houden als voor de gemeen telijke afdeeling van lichaam het geval was. De Regeering heeft het voornemen de bevolking van de gemeente in de gelegenheid te stellen zich uit te spre ken over de nieuwe regeling van de fi nanciën, alvorens deze aan het oordeel van de Staten-Generaal zal worden on derworpen. Indien eenigszins mogelijk, zal er naar dienen te worden gestreefd om de eerste vergadering van den raad te doen plaats vinden op 2 Januari 1941. legen dezen laatsten wensch te vervul len. Ik had het beeld goed verstopt, zóó goed, dat Pjotr het nooit had kun nen vinden. Maar laatst wilde hij onze laatste kleeren op de markt verkoopen en toen heeft hij ook het heiligenfiguur tje ontdekt. Ik was er niet bij, want een paar dagen in de week ga ik uit werken bij de vrouw van een der volkscommissarissen. Om ’s hemels wil, liet hij zich ontvallen. Zij lachte bijna vroolijk. Ik ben dankbaar, dat ik nog wer ken mag! Dan krijg ik tenminste de gewone arbeiderslevensmiddelenbons. Maar het is de vraag, of dat nog lang zal duren, want Pjotr dreigt, wanneer gedaan ik mij tegen hem verzet, voortdurend mijn waren naam bekend te maken. Ik weet nog niet eens, hoe u eigenlijk heet. Alleen uw voornaam, Lisaweta, nietwaar? Zij keek langs hem heen. Lisawe ta von Bernekamp. Maar mijn papie ren staan op naam van Lisaweta Fin- schow, arbeidster. Von Bernekamp? Bent u dan nog familie van den staatskanselier von Bernekamp, die onder Czarin Elisa beth diende? Ja, dat was een van mijn voor ouders. Wij hadden groote bezittingen aan de Baltische zee, welke van hem stamden. En nu? Hij keek haar medelijdend aan. Zij haalde haar schouders op. Het leven is niet anders. De toon, waarop zij dit zei, klonk luchthartig. Ondanks haar armoedige

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 9