FINLAND’S STRIJD
Vlucht uit Moskou
Haagsche Courant van Maandag 29 Januari 1940
DERDE BLAD, PAGINA 1.
I i
370
lil»»
■■I
consul
Radiorede van
den Finschen
BINNENLAND.
-L.
om
Overlevenden
thuis
van
weer
Dringend beroep op
alle beschaafde volken
hulp
Weerkundige Waarnemingen
de „Sliedrecht”
FEUILLETON.
Voormalig Zuiderzeegebied in de
gemeenschap opgenomen
£Wordt vervolgd#
Op het vliegveld Schiphol zijn de overlevende Nederlandsche zee
lieden van het getorpedeerde tankschip „Sliedrecht” met een K.L.M.-
vliegtuig uit Londen in ons land teruggekeerd. De schipbreukelingen
bij de douane. Van links naar rechts P. Storm, matroos, P. Brons,
ie stuurman, en de matrozen H. Dtriessen en H. de Jongh.
jie, was er mij natuurlijk alles aan ge-1 kleeding, had zij in haar doen toch al-
7J0
overheidsbestuur,
De kleinhandelsprijzen
het openbaar
Verjaardag Prinses Beatrix
Hernieuwde onafhankelijkheid.
Het twaalfde Nederlandsche Esperanto-
voor
Die
de
man op
Engelschen uit Duitsche interneering
vrijgelaten
is de opzet deze,
in den loop van
Nationale unie der Nederlandsche
soroptimist clubs.
Het dagelijksch bestuur van de natio
nale unie der Nederlandsche soroptimist
clubs is voor 1940 als volgt samenge
steld mej. M. J. Rebel, Haarlem, pre
sidente mej. mr. M. A. Boom, Zwolle,
secretaresse mej. F. A. Ie Poole, Lei
den, penningmeesteresse mej. ir. C. H.
Pontier, alhier, vice-presidentemej.
dr. P. C. Heederik, Rotterdam, 2e secre
taresse.
Nederland en de Belgische scheepsruimte
De „Soir” verneemt, dat de Belgische
vloot niet voldoende is om te voldoen
aan de eerste behoefte van het land.
De Nederlandsche Regeering is thans
bereid een deel van haar vloot ter be
schikking van België te stellen.
(Bij informatie hebben wij vernomen,
dat, al wordt de mogelijkheid van eeni-
ge samenwerking tusschen Nederland
en België op dit gebied overwogen, het
bovenstaande bericht ten eenenmale on
juist moet worden geacht Red. A.N.P.).
Barometerstand van hedenmiddag 12 uur
(Nadruk verboden.)
De wereldoorlog, daarna de revo
lutie in Rusland, Finland onderhandelt
nog een oogenblik met de Kerensku-
regeering, maar toen ook deze viel,
proclameerde Finland op 6 December
1917 zijn hernieuwde onafhankelijkheid
Maar nog was de ellende niet gedaan.
Tegenstelling tusschen Finland
en Rusland.
oogenblik niet in staat verder te spre
ken.
Eschberg legde zijn hand op de ha
re. Denkt u daar niet meer aan,
die
rus-
Carillonconcert.
Woensdagmiddag a.s. van 3.30 tot 4.30
geeft de heer J. Vincent, beiaardier van
het Koninklijk Paleis te Amsterdam,
ter gelegenheid van den verjaardag van
Prinses Beatrix, op verzoek van de
„Vereeniging tot veredeling van het
volksvermaak” een carillonconcert -*p
het Koninklijk Paleis. De N.C.R.V. zal
dit concert per radio uitzenden. Het
programma bevat ouderwetsche kinder
liedjes o.a. „In den Haag daar woont
een graaf„In Holland staat een
huis” en eenige oud-Hollandsche liede
ren van Valerius.
5)
Dat u wel zeer ongelukkig moet
zijn, als het zoover met u kon komen!
Zonder op zijn opmerking in te
gaan, ging zij aan tafel zitten, haar
hoofd wat gebogen, haar handen in
haar schoot gevouwen. Wat had zij
een slanke, goed gevormde vingers,
al was het hun dan wel aan te zien,
dat zij ruw werk gewend waren.
- Rookt u?
Graag! Zij nam een sigaret en
genoot zichtbaar van de eerste trek
jes.
Eschberg legde zijn koker
Terugreis via ons land.
Zeven Engelsche dames en een kind,
die gedurende de oorlogsmaanden in
Duitschland waren geïnterneerd, zijn
door de goede zorgen van den Ameri-
kaanschen consulairen dienst vrijgela
ten en Vrijdagavond te Oldenzaal ge
arriveerd. Zij brachten daar in een ho
tel den nacht door. De Britsche vice-
consul te Hengelo, de heer F. G. Dik
kers, en zijn echtgenoote mevr. Dik-
kers-Kamp, zorgden dat het gezelschap
te half twaalf naar Rotterdam door
reisde, vanwaar zij met de „Batavier”
naar. Engeland zijn vertrokken.
Het gebied van hoogen luchtdruk over
Scandinavië is sinds Zaterdag nog in be-
teekenis toegenomen. De stijgingen van
den luchtdruk zijn in Scandinavië nu
vrijwel tot staan gekomen, maar het
hoogedrukgebied breidt zich thans Oost
waarts over de Randstaten uit. Uit deza
omgeving wordt overal matige tot strenge
en plaatselijk zeer strenge vorst gemeld;
alleen aan het Noordelijk gedeelte van de
Noorsche kust is de temperatuur boven
het vriespunt.
Ons land blijft onder invloed van der»
kouden Oostelijken luchtstroom. De mini-
mum-temperaturen van den afgeloopen
nacht zijn over het algemeen weer iets
lager dan dit in de vorige dagen het geval
was. Schiphol had -11, de Bilt -9 graden.
Over Noord-Duitschland ligt een mini
mum, dat zich naar het Westen schijnt te
bewegen. Onder invloed hiervan komt in
de Oostzee stormachtige Noordoosten-wind
voor, gepaard met sneeuw.
De depressie-activiteit op den Oceaan
is niet groot.
Zonsopgang: 30 Jan. 7.47 u.
Zonsondergang: 30 Jan. 4.40 u.
Lantarens aan: 30 Jan. tot 7.16 u.
v.m.; 30 Jan. 5.10 u. nam.
Hoogwater te S c h e ve n i n g e n.
30 Jan. ’s morgens 6 uur; nam. 6.20 uur.
Morgen géén schietoefeningen op het
strand.
Finland, in ieder opzicht verschillend
zooals omstreeks 1905/1908, van zijn grooten nabuur. De Rus be-
hoorend tot het Slavische ras, maar
daarbij ook slaafsch, de Fin afkomstig
van het Altaigebergte, na verwant aan
het Indo-Europeesche ras, wellicht het
meest individualistische volk van
Europa, alhoewel in tijden van nood
een saamhoorigheidsgevoel kunnende
aan den dag leggen, dat tot voorbeeld
kan strekken van tallooze andere
volken.
De Finsche taal, verwant met enkele
andere talen als Estisch, Hongaarsch en
Turksoh, maar geheel verschillend van
de Russische taal.
Rusland het land waar geldt, dat
godsdienst is opium voor het volk.
Finland daarentegen het land met een
sterk geworteld geloof.
Finland, het land, dat er naar hun
kerde, om, nu in 1940 de Olympiade
binnen zijn grenzen zou worden ge-
Naturalisaties
Ingediend is een wetsontwerp tot
naturalisatie van Karoline Katharina
Bertha Adam en 18 anderen, o.m. A.
Ph. Hirsch, te Rijswijk en Meta E.
Krüger, weduwe van J. R. Schlegel,
alhier.
Voorts is ingediend een wetsontwerp
tot naturalisatie van Elisabeth Luise
Berndsen en 19 anderen, o.m. Ludwina
Kain, W. K. Ludwig, C. M. Muller en
H. J. M. Müller, Emma A. Roposs,
Johanna Wapper, allen alhier.
congres.
Het twaalfde congres der Neder
landsche esperantistenvereeniging ,,La
Estonto Estas Nia” zal 23, 24 en 25
Maart a.s., gedurende de Paaschdagen,
gehouden worden te Arnhem, in „Mai
son de Bruyn”.
O.m. zal een groote esperanto-revue-
worden opgevoerd.
haar op tafel.
Zoo, en nu moet ik u nogmaals
Vriendelijk verzoeken mij te vertellen,
Wat u kunt.
Ik weet niet, waar ik beginnen
hioet. Het is zoo veel en zoo ver
schrikkelijk. En het verschrikkelijk
ste is wel, dat wij hier bij u zyn bin-
hengedrongen, Alexei en ik.
Laten wij dan maar bij het ver
schrikkelijkste beginnen, dan hebben
Wij dat het eerst achter ons. Hoe
kwam u er toe om juist bij mjj in
te breken-wilde hij zeggen, maar
hij verbeterde snel: bij mij te ko-
hien? Dacht u hier zulke schatten te
zullen vinden?
Wederom kleurde een donkere blos
kaar wangen, Jt Haar lippen trilden en zij scheen een .Probeerden wjj ons van Fjotr te ont-
Weinig verandering.
Wat het verloop van de kleinhan
delsprijzen betreft, geven de volgende
door het Centraal Bureau voor de Sta
tistiek gepubliceerde indexcijfers van
winkelprijzen in de tien grootste ge
meenten van ons land eenig inzicht.
In de berekening zijn prijzen opgeno
men van aardappelen, brood, grutters
waren, vleesch, melk, kaas, eieren,
vetten en kruidenierswaren.
Hierbij zij opgemerkt, dat een stij
ging van 8.8 pCt. der prijzen van voe
dingsmiddelen een stijging veroorzaakt
van de uitgaven voor het geheele ge
zinsbudget van 3,5 pCt., waarbij aan
genomen is dat 40 pCt. van de ge
zinsuitgaven besteed wordt aan voe
ding.
tijd nog iets van een vrouw van de
wereld. Dat moest haar van jongsaf
wel zijn bij gebracht. Hij kon zich haar
leven zoo ongeveer voorstellen, voort
durend opgejaagd en verdreven, tot zij
eindelijk in een of ander krot in Mos
kou een onderdak had gevonden. Maar
dat alles had haar niet vermogen te
doen buigen voor het geweld. Een on
gelooflijke kracht moest er in dit men-
schenras schuilen, een kracht, welke
niet aan het leven te gronde ging. Na
denkend keek hij Lisaweta aan. Zij
legde zijn blik verkeerd uit.
U gelooft me niet?
Ik geloof voorwaardelijk alles,
wat u zegt!
Zij wendde haar blik af. Men
moet de menschen nooit in alles geloo-
ven.
Hij protesteerde levendig. Dat
zegt u op grond van uw ongelukkige
ervaringen. Maar u hebt toch ook veel
goeds ondervonden. Denkt u maar
eens aan den ouden Lukja!
En aan u! zei ze zacht.
Hij voelde zich werkelijk verlegen en
ergerde zich daaraan. Ach, ik? Wat
heb ik nu tot dusver voor u kunnen
doen?
Zij maakte 4iet hem nog moeilijker,
toen ze, hem vol aankijkend, ant
woordde
Ieder ander zou zich in uw plaats
onmiddellijk tot de politie hebben ge
wend. Maar nu, besloot ze, plotseling
opstaande, moet ik gaan. Ik wil
van uw goedheid geen misbruik ma
ken. Denkt u, dat ik, zonder gezien te
worden, langs denzelfden weg verdwij
nen kan, als zij aarzelde even,
als ik hier gekomen ben?
zei hij hartelijk. Laten we
smartelijke herinnering laten
ten
Zij schudde het hoofd. Het ver
leden is noodig om u het heden te doen
begrijpen. Ons huis werd in brand
gestoken. Een der bedienden wist mij
te redden
En uw broer.
Zij knikte bevestigend.
De oude Lukja, onze bediende,
nam ons mee. Half Rusland zijn wij
door gevlucht. De bijzonderheden zal
ik u besparen; ik weet ze ook alle niet
meer. Wel is mij steeds bijgebleven,
dat Lukja er steeds in slaagde een
uitweg te vinden. Hij had geld en sie
raden van mijn ouders meegenomen
en zoo bereikten wij tenslotte Moskou.
Een poosje ging het vrij goed, tot op
een kwaden dag plotseling Pjotr voor
ons stond. Hij wist, dat Lukja nog
verscheidene sieraden had en verloor
ons geen minuut meer uit het oog. Hij
dreigde met aangifte bij de Sovjet-
autoriteiten, want Lukja had ook nog
valsche papieren van ons en van dien
dag af waren wij geheel aan Pjotr
overgeleverd. Toen Lukja stierf, was
alles uit. Pjotr werd onze heer en
meester. Hij nam de juweelen en het
geld, waar Lukja steeds zoo zuinig
mogelijk mee was omgegaan en ver
kocht deze zoogenaamd voor ons,
maar wij zagen er bitter weinig van.
Wij leefden onder ellendige omstandig
heden, maar wij leefden tenminste.
De Russische troepen, die Finland be
zet hadden gehouden, bleken besmet
met dezelfde bolsjewistische bacil als
Rusland en met behulp van enkele Fin
sche communisten o.a. van dien Kuusi
nen, den leider van de thans door de
Russen gevormde z.g.n. Finsche volks-
regeering. vingen deze troepen een
terreur aan, die zijn weerga in de ge
schiedenis nauwelijks gehad heeft. De
Finsche regeering aarzelde. Wat zou
den die ongeorganiseerde ongewapen
de Finnen beginnen tegen die goed be
wapende Russische troepen? Maar één
man aarzelde niet. Dat was Manner
heim, de veldmaarschalk, die nu in
deze dagen op 72-jarigen leeftijd zijn
land wederom moet pogen te redden
van Russische overheersching, maar
die toen, begin 1918, op wonderlijke
wijze er in slaagde een groot aantal
Finnen te organiseeren en een defini
tieve nederlaag wist toe te brengen
aan de bolsjewistische troepen vóórdat
enkele, tegen den wil van Mannerheim
te hulp geroepen, Duitsche troepen in
Finland landden, die daarna tezamen
met de Finnen de bolsjewistische troe
pen over de Russische grens joegen.
Wanneer men nu ziet, wat dat Fin
land, wat dat Finsche volk, gepresteerd
heeft in de ruim twintig jaren na het
herkrijgen van zijn onafhankelijkheid,
dan stemt dat tot groote bewondering.
In de eerste jaren een land, overladen
met schulden, welke het verplicht was
op te nemen voor het organiseeren van
zijn staatsbestuur en het op gang
brengen van zijn destijds geheel ont
redderd bedrijfsleven. In 1939 een land,
voor wat zijn buitenlandsche schulden
betreft, staande vrijwel met een schoone
lei en op economisch gebied een eer
volle plaats innemend onder de Euro-
peesche naties. Voor wat zijn levens
standaard betreft, een land, dat na den
wereldoorlog vrijwel geen werkloosheid
gekend heeft en van welks bevolking,
waarvan ca. 65 pCt. in den landbouw
werkzaam is, het percentage grond
eigenaren, mede dank zij de wet op het
z.g. klein-grondbezit, steeg met ruim
50 pCt. Een land, dat niet alleen op
staatkundig en economisch gebied,
maar zeker niet minder op cultureel
en wetenschappelijk gebied, een ont
wikkeling meemaakte, welke respect
afdwong van een ieder, die daarvan
kennis kon nemen.
houden, al die vertegenwoordigers uit
de geheele wereld te kunnen toonen,
wat het vermocht, niet alleen op spor
tief gebied, maar speciaal ook op eco
nomisch, cultureel en wetenschappelijk
gebied, opdat die vertegenwoordigers
dat weer zouden kunnen uitdragen
naar heinde en verre, zoodat de wereld
méér nog dan te voren zou hooren van
datgene, waar de Finnen zoo terecht
trotsch op zijn.
Finland, dat land, dat geen mensch
bedreigde, dat slechts één doel had,
mede te werken aan de ontwikkeling
der menschheid en aan den opbouw der
beschaving, dat Finland is nu op een-
J maal gestort in den grootsten nood en
ellende door de machtswellust van zijn
Verwachting tot den avond van 30 Jan<
Wind: meest matig, Oostelijk tot Noord
oostelijk; matige tot lichte vorst; half-
bewolkte tot betrokken lucht; plaatselijh
eenige lichte sneeuw.
„God en vaderland zijn de voor
naamste levensvoorwaarden”.
Dit bekende woord van den grooten
Zwitser, die dezer dagen ten grave ge
bracht is, zou ook als devies kunnen
gelden voor vrijwel eiken bewoner van
dat land in het hooge Noorden, dat
thans reeds twee maanden in nood en
ellende gedompeld is.
Finland een groot land elf maal
zoo groot als Nederland, maar slechts
met de helft van het aantal bewoners
van Nederland strijdt om zijn le
vensrecht als zelfstandige staat, maar
niet minder voor de handhaving van
al die zedelijke en godsdienstige waar
den, die het bedreigd weet door den
aanval van zijn Oostelijken nabuur. Een
strijd op leven en dood, waarvan het
belang en de waarde verre uitgaan
buiten de grenzen van dat land, waar-
naee Nederland eveneens als kleine
mogendheid en beide behoorende tot
ie Oslogroep zich in vele opzichten
zoo nauw verbonden weet
Finland, dat gedurende de zes eeuwen
toen het deel uitmaakte van Zweden,
herhaaldelijk het slagveld is geweest
waar de oorlogen tusschen Zweden en
Rusland werden uitgevochten, Finland
dat na 1809 een schoone toekomst
voor zich zag toen het zijn onafhanke
lijkheid verkreeg als zelfstandig groot
hertogdom. Finland, dat in den loop der
negentiende eeuw het nationalisme in
zijn volk heeft zien ontwaken en zich
zien ontwikkelen, een nationalisme in
den besten zin des woords, dat den stoot
gegeven heeft tot die groote economi
sche en cultureele ontwikkeling van
het volk, die helaas steeds sterker den
naijver opwekte van den Russischen
nabuur, Finland heeft toen in 1899
zijn strijd met het groote Rusland
moeten opnemen, een strijd destijds
niet met de wapenen, daartoe was Fin
land in die dagen niet in staat, maar
een strijd door een passieven weer
stand, die tot resultaat gehad heeft dat
Finland nooit en te nimmer door Rus
land op de knieën gebracht is kunnen
worden.
Integendeel, zoodra Finland na een
tijd van terreur weer even kon her
ademen,
ontwikkelde het zijn economische, cul
tureele en politieke instellingen op een
wijze waardoor Finland in tegenstel
ling met zijn grooten nabuur, bleef be-
hooren tot de meest moderne landen
van den toenmaligen tijd. Zoo o.a.
verkreeg Finland reeds in 1906 alge
meen evenredig kiesrecht voor man
nen en vrouwen.
grooten nabuur.
Finland, dat land van de midder-
nachtzon, d.w.z. in den zomer van het
eeuwige licht, maar in den winter van
de „eeuwige duisternis”. Dat volk,
welks zonen thans strijden tegen die
enorme overmacht, terwijl de vrouwen
in die wonderbaarlijke Lotta Svard-
organisatie in het land al die burger
lijke plichten vervullen, welke anders
door mannen zouden moeten worden
vervuld. Ouden van dagen en kinderen
geëvacueerd uit de steden in die ont
zettende koude, om hen, voor zoover
mogelijk, te beschermen tegen de ge
varen van den strijd, welke ook hen
niet bespaard worden.
Dat Finland, dat doet wat het kan,
maar dat verplicht is dringend beroep
te doen op alle beschaafde volken om
hulp; dat Finland, dat zal en moét ook
geholpen worden, doof ieder naar de
mate zijner krachten. Realiseert u zich,
dat het zaliger is te geven dan te ont
vangen en geeft dan uit den grond van
uw hart met milde hand ten behoeve
van de lijdende burgerbevolking en ten
behoeve van het Finsche Roode Kruis,
dat tracht het lot der strijdenden te
verzachten.
Maar daarom was het immers
niet.
Nee? Waarom dan wel?
Zij wees zwijgend naar het heiligen
figuurtje op het schrijfbureau.
Verbaasd staarde h« haar aan.
Wat? Wilde u dat komen halen?
Maar u hebt toch zelf gezien, dat die
man het .mij verkocht. Hij behoorde
toch bij u heeft hij u het geld dan
niet gegeven?
O ja, maar thuis heeft hij het
mjj weer afgenomen.
Zoo, dus u wilde het beeldje heb
ben om het nog eens te kunnen ver-
koopen?
Zij wrong wanhopig haar handen.
Neen, neen, niet om het te verkoo-
pen.
Maar waarom hebt u er dan
eerst afstand van gedaan?
Omdat hij Alexei en mjj daartoe
dwong.
Wie is hjj?
markt?
Ja. Hjj heet Pjotr en was koet
sier op het landgoed van mijn ouders.
En heeft die man u nu in zijn
macht? Hoe komt dat?
Dat is een heele geschiedenis-
het zou u gauw vervelen, als ik u dat
alles moest vertellen.
Dat gelooft u toch zeker zelf niet?
Hjj keek haar ernstig en eenigszins
dwingend aan. Aarzelend begon ze:
Welnu, het was bij het uitbreken
van de revolutie. U wéét, wat er toen
allemaal gebeurd is. Mijn ouders
werden, als duizenden anderen, ver
moord. Ik was destijds pas tien jaar,
maar ik zal het nooit vergeten
Crematie dr. W. A. Poort.
Onder groote belangstelling heeft
Zaterdagmiddag in het crematorium te
Velsen de crematie plaats gehad van
het stoffelijk overschot van dr. W. A.
Poort, oud-directeur en commissaris
van de Algemeene Friesche Levens-
verzekerings Mij. te Leeuwarden en
commissaris van de Groot Noord-Hol-
landsche van 1845, overleden te Ooster-
beek.
Gesproken hebben Th. van Welderen,
baron Rengers uit de residentie na
mens commissarissen van de genoemde
verzekeringsmaatschappijen, mr. W. J.
Oosterhoff, directeur, namens het per
soneel; A. W. Hoitink namens de Vrij
metselaarsloges De oude Landwerken
en de Geldersche Broederschap, J. G.
H. Sauveplanne te Wassenaar namens
de Nederl. Vereeniging tot Bevordering
van het Levensverzekeringswezen, dr.
D. P. Moll, wiskundig adviseur alhier,
namens den kring van actuarissen bij
het levensverzekeringsbedrijf, terwijl
dr. R. v. d. Hoek, directeur der Alge
meene Friesche, namens de weduwe
sprak en dankte voor de belangstel
ling.
Gisteravond heeft de consul van Fin-
land, de heer A. J. Th. van der Vlugt,
voor den V.P.R.O. de volgende rede
gehouden:
Augustus 1939 100.
Aug.’39 Dec. 9 Jan.’40 16 Jan. 23 Jan.
100,0 108,4 108,1 108,3 108,8
doen en ons zelfstandig te maken, dan
dreigde hij steeds met aangifte bij de
politie en openbaarmaking van onze
ware identiteit. Wat dat beteekend zou
hebben, behoef ik u niet te vertellen;
in ieder geval zou ik dan stellig nu
niet hier hebben gezeten. En zoo
zoo is het al die jaren door gegaan.
Het laatste, wat wij bezaten, was dat
oude heiligenbeeldje. Pjotr zou het ze
ker allang hebben verkocht, maar wij
hadden het zorgvuldig verstopt. Alles
kon hij ons afnemen, alleen dat niet!
besloot zij hartstochtelijk. U kunt
dat natuurlijk niet begrjjpen, niet
waar?
Nee, inderdaad, dat begrijp ik
niet goed. U had toch al van zooveel
kostbaarheden afstand
waarom dan niet van dat beeldje? Ik
geef toe, dat het heel mooi is en een
zekere kunstwaarde vertegenwoordigt
maar als men in nood verkeert
U hebt volkomen gelijk, ant
woordde het meisje. Maar met dat
beeldje staat de zaak toch anders.
Voor zijn dood heeft Lukja mij drin
gend op het hart gedrukt het nooit te
verkoopen. Mijn moeder had hem op
gedragen dit aan mij te zeggen. Het
waren haar laatste woorden, toen hij
haar vond, nadat de bolsjewieken bij
ons hadden huis gehouden.
Wederom vulden haar oogen zich
met tranen.
Begrijpt u nu, waarom wij er
geen afstand van konden doen?
Volkomen! En hebt u er geen idee
van, waarom uw moeder dat zoo vu
rig wenschte?
Neen, maar omdat zij het zoo wil-
Ot Is
o Ls
Barometer alhier v.m. 8 u. 767i m.m^
v.m. 12 u. 767J m.m.; thermometer respa
-6| gr. en -3 gr. Celsius.
Barometer na hedenmiddag 12 uurj
stationnair.
Instelling van een gemeente „Wieringen”
Ingediend is een wetsontwerp tot in
stelling van een gemeente „Wieringen”.
In de memorie van toelichting lezen
wij, dat het onderhavige wetsvoorstel,
strekkende om met ingang van 1 Ja
nuari 1941 tot instelling van een ge
meente te komen, in hoofdzaak is ont
leend aan den arbeid der ambtelijke
commissie, welke onlangs van den mi
nister van Waterstaat opdracht heeft
gekregen de regelen, noodig om zoo
spoedig mogelijk te geraken tot de nor
male vormen van
vast te stellen.
In groote trekken
dat door verkiezing
1940 van een raad en benoeming van
een burgemeester de taak, tot dusver
rustende op de bestuurscommissie, het
dagelijksch bestuur en den voorzitter
van het openbaar lichaam, zal over
gaan op de normale gemeentelijke or
ganen.
Het verdient aanbeveling de finan
ciën van de op te richten gemeente
voorloopig op denzelfden leest ge-
schoeid te houden als voor de gemeen
telijke afdeeling van
lichaam het geval was.
De Regeering heeft het voornemen
de bevolking van de gemeente in de
gelegenheid te stellen zich uit te spre
ken over de nieuwe regeling van de fi
nanciën, alvorens deze aan het oordeel
van de Staten-Generaal zal worden on
derworpen.
Indien eenigszins mogelijk, zal er
naar dienen te worden gestreefd om de
eerste vergadering van den raad te
doen plaats vinden op 2 Januari 1941.
legen dezen laatsten wensch te vervul
len. Ik had het beeld goed verstopt,
zóó goed, dat Pjotr het nooit had kun
nen vinden. Maar laatst wilde hij onze
laatste kleeren op de markt verkoopen
en toen heeft hij ook het heiligenfiguur
tje ontdekt. Ik was er niet bij, want
een paar dagen in de week ga ik uit
werken bij de vrouw van een der
volkscommissarissen.
Om ’s hemels wil, liet hij zich
ontvallen.
Zij lachte bijna vroolijk.
Ik ben dankbaar, dat ik nog wer
ken mag! Dan krijg ik tenminste de
gewone arbeiderslevensmiddelenbons.
Maar het is de vraag, of dat nog lang
zal duren, want Pjotr dreigt, wanneer
gedaan ik mij tegen hem verzet, voortdurend
mijn waren naam bekend te maken.
Ik weet nog niet eens, hoe u
eigenlijk heet. Alleen uw voornaam,
Lisaweta, nietwaar?
Zij keek langs hem heen. Lisawe
ta von Bernekamp. Maar mijn papie
ren staan op naam van Lisaweta Fin-
schow, arbeidster.
Von Bernekamp? Bent u dan nog
familie van den staatskanselier von
Bernekamp, die onder Czarin Elisa
beth diende?
Ja, dat was een van mijn voor
ouders. Wij hadden groote bezittingen
aan de Baltische zee, welke van hem
stamden.
En nu?
Hij keek haar medelijdend aan.
Zij haalde haar schouders op.
Het leven is niet anders.
De toon, waarop zij dit zei, klonk
luchthartig. Ondanks haar armoedige