KUNST EN LETTEREN
FiLM EN BIOSCOOP
INGEZONDEN
HAAGSCHE COURANT VAN DINSDAG 30 JANUARI 1940.
TWEEDE BLAD, PAGINA 3.
WAGNERVEREENIGING
ALLIANCE FRANsAISE
VEREENIGINGEN
CONSTANCE BENNETT EN ANITA
LOUISE BEROOFD
Passagierslijsten.
„NIEUW OPERA- EN MUZIEK-
ENSEMBLE”
echtg., mevr.
jr.
W. F. ADOLF,
Gemeen te-ambtenaar
LOLA BOBESCO.
Op haar recital in dit seizoen op Don
derdagavond a.s. in Diligentia, zal de ver
maarde jonge Roemeensche violiste Lola
Bobesco, werken van Beethoven, Saint-
Saëns, Franck, Mozart, de Fidrillo en de
Falla ten gehoore brengen. Theo van der
Pas zal zijn medewerking aan den vleugel
Verleenen.
internationale moeilijkheden door prof, dr
J Tinbergen; Het verloop der operation op
het Westelijk front door luit.-generaal b.d.
W J C. Schuurman. Oorlogspropaganda,
door Th. F. M. Schaepman; Vereeniging v.
Volkenbond en Vrede, resolutie aanval op
Finland; De onverwachte Volkenbondsbe-
sprekingen te Genève door jhr. mr. dr. B.
de Jong van Beek en Donk: Internationale
Kroniek door mr. A. B. Cohen Stuart.
Passagiers van de ..Marnix van St. Al-
degonde”, bestemd 28 Januari van Genua
naar Batavia te vertrekken
J. Aarts, mevr. F L. W. Abbink en z„
eerw. zuster M. Alida, mevr. J. C. Am
brosius. ir. A. E. Ang, Th Baars, A. J.
Bakkenist, fam. C. J A. Bakker, H. Bak
keren, fam. C. Barends, mevr. E. At. W.
Baron, mevr. J. E. Baum, zeereerw. pater
(Buiten verantwoordelijkheid der redactie)
Plaatsing van ingezonden stukken kan
alleen dan overwogen worden, als naam
en adres van den inzender ons volledig
bekend zijn. Red.
KONINKLIJKE ZANGVEREENIGING
„EXCELSIOR”.
Aan de op Vrijdag 9 Februari a.s. in het
Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen
te geven uitvoering onder leiding van
Anthon van der Horst van de Grosse Messe
in C moll van W. A. Mozart en Te Deum
van Anton Bruckner, zullen als vocale so
listen medewerken Jo Vir.cent, Ankie van
Wickevoort Crommelin, Roos Boelsma.
Louis van Tulder en Willem Ravelli
Behalve het Residentieorkest zal ook de
heer H. A. Wegerif Jr. zijn medewerking
verleenen.
HAROLD KREUTZBERG.
De wereldvermaarde danser Harold
Kreutzberg, die na zijn succes in Decem
ber j.l. weer een tournée door Nederland
maakt, zal op 13 Februari a.s. hier ter
stede weer optreden in het Gebouw voor
Kunsten en Wetenschappen.
HAAGSCH REVUE- EN CABARET
GEZELSCHAP SYO-BELA.
Zaterdagavond voerde het Haagsch Re
vue- en Cabaretgezelschap Syo-Bela voor
een nagenoeg uitverkochte zaal een caba-
retrevue op, die tot titel droeg: „Wat nou
weer?” en vervaardigd was door den be
kenden auteur Jack Bess.
Een cabaret-revue voor een amateur-ge-
zelschap is immer een gewaagde onder
neming. Het al of niet slagen is dikwijls
afhankelijk van schijnbaar zoo onbelang
rijke factoren, als een eenvoudig gebaar,
een mimiek, een juiste intonatie bij het
zingen vén een liedje enz. Veel meer dan
voor een tooneelstuk, geldt hier de stel
regel: „Je moet er wat van weten te ma
ken”.
Gezegd dierft te worden, dat Syo Bela er
iets uitstekends van gemaakt heeft. Het
daverende handgeklap van de toeschou
wers bewees dit duidelijk.
Er zat vaart in de geheele revue, de
nummers volgden elkaar snel op en waren
tot in de puntjes verzorgd. Niet alleen wat
betreft de bezetting, maar ook wat de cos-
tuums aangaat.
De voornaamste medespelenden waren
Heinz Horenburg en Joop Lieuwma, die
als Meier en Jansen in de verschillende
nummers herhaaldelijk de lachspieren van
de toeschouwers in beweging brachten. De
heer Henk van Schevicoven bleek over een
goede zangstem te beschikken. Wij noe
men van hem ’t liedje „Kleine Carmen-
cita”.
De andere voornaamste medewerkers
waren Rie ’t Hart, Jan Niemans, Peter v.d.
Aa, Johan Kal, Cor v. Egmond en Henny
van Roon.
Een woord van hulde verdient tenslotte
nog Jack Bess, die de cabaret-revue met
haar aardige sketches en vlotte liedjes
samenstelde.
Na afloop van de voorstelling was er
een gezellig bal met muzikale medewer
king van John Lyons and His Band.
(De klacht is juist, maarmen moet
in verband met de vele straten, die thans
door de sneeuw, in het bijzonder voor
wielrijders onbruikbaar zijn, wat door de
vingers zien. Zoodra alle rijwegen weer
bruikbaar zijn, zal ook het verkeer weer
normaal worden. Red.).
STEDELIJK THEATER DUSSELDORF.
De kunst, welke het Düsseldorfer Thea
ter brengt, heeft een traditie, die ver, tot
zelfs over de grenzen van Duitschland,
bekend is.
Dit gezelschap komt nu op 19 Februari
a.s. naar Holland onder auspiciën van de
directie der Duitsche Opera alhier, met
Friedrich Schiller’s beroemde stuk „Don
Carlos, Infant von Spanien”.
De voorstellingen zullen plaats vinden
op 19 Februari in het Gebouw voor Kun
sten en Wetenschappen alhier, op 20 Fe
bruari in den Tivoli-schouwburg te Rot
terdam en op 21 Februari in den Stads
schouwburg te Amsterdam.
Het gezelschap staat onder leiding van
Generalintendant Prof. Otto Krauss, ter
wijl de regie gevoerd wordt door Peter
Stanchina, een van de beste regisseurs,
waarover Duitschland thans beschikt.
De prachtige décors, door Gustav Var
go ontworpen, zijn zoo suggestief, dat men
zich in het beroemde Escorial in Madrid
zou wanen.
ALEXANDER BOROVSKY.
De Russische pianist Alexander Bo
rovsky zal op zijn concert in Diligentia op
Zondagmiddag 4 Februari a.s. o.a. ten ge
hoore brengen werken van: Bach, Brahms,
Moussorgsky, Prokofief.
HET BERNARDUSTOONEEL.
In het theater Excelsior alhier heeft
Zondagavond het bekende Haagsche too-
neelgezelschap „St. Bernardus”, onder lei
ding van Louis Thijssen, ten bate van de
Missie op Flores een opvoering gegeven
van Jac. Balling’s tooneelspel „Bij Heer-
nonkel of Amor in de Pastorie”.
Voor den aanvang der opvoering heeft
de heer B. v d. Kooij, afdelingsvoorzit
ter van de „Katholieke Garde”, onder
welks auspiciën deze avond werd ge
geven, een woord van welkom tot de aan
wezigen gesproken. Voorts heeft pater F.
Kluiters, missionaris op Flores, in den
loop van den avond enkele interessante
mededeelingen omtrent zijn Missiegebied,
waar hij tal van jaren vertoefde, gedaan.
De „Bernardusspelers” brachten een al
leszins vlotte vertolking van het spel van
ernst en boert en werden aan het slot
door de aanwezigen als dank voor het be
haald succes met veel applaus beloond.
Met dén heer Perdok ben ik het roerend
eens, wanneer hij schrijft: „Als men mij
vraagt of de salarissen van al het over
heidspersoneel thans in één vlak liggen,
dan ontken ik dat ten sterkste”
Vooral de salarissen van het technische
personeel der gemeenten steken ongunstig
at bij die van de technische ambtenaren
in Rijksdienst, wil ik hierop antwoorden.
Maar de heer Perdok heeft geen categori
sche vergelijkingen gemaakt, zoodat ik
hierop niet verder zal ingaan. Hoofdzaak
is voor mij, op redelijke gronden te heb
ben aangetóond, dat de methode van het
berekenen van gemiddelden, zooals de
heer Perdok dit heeft gedaan, onjuist is.
Of de heer Perdok overigens den amb
tenaarsstand en bloc, met zijn ingezonden
stuk, een genoegen heeft gedaan, laat ik
aan de ambtenaren individueel, ter beoor-
deeling over.
passages, die met zijn ideeën in strijd
waren, maar hem moesten veilig stellen.
In de bloemlezing zijn de kernachtigste
uitspraken verzameld. De paedagogen, al
dus Gide, hebben de neiging om klassie
ken, die wat boud zijn, zoo onschuldig
mogelijk voor te stellen Hier is de embal
lage weggenomen.
Montaigne stond tegenover het leven
niet pessimistisch. „Wat mij betreft, ik
houd van het leven en cultiveer het-zoo
als God het behaagd heeft ’t ons toe te
vertrouwen. De Natuur is een vriende
lijke gids, maar niet vriendelijker dan
voorzichtig en gerecht”. Tusschen geest en
lichaam zag hij geen tegenstelling. De
geest moet de zwaarte van het lichaam
opheffen en verlevendigen en het lichaam
de lichtheid van den geest aan banden
leggen. Volkomen volmaaktheid achtte hij
de kunst om op verantwoordelijke wijze
zijn bestaan te genieten.
De Nederlandsche bewerking is ver
zorgd door drs. Frank de Vries.
„Een man van ijzer en staal”,
door Dane Coolidge. Zuid-
Holl. Uitg. Mij., alhier.
Wild-West verhalen zijn altijd zeer ge
wild door hen, die van sensatie houden.
Want zij spreken van moed en durf en
schietpartijen zijn aan de orde van den
dag. De titel op zichzelf zegt reeds ge
noeg. En wie van dergelijke lectuur houdt,
kan zijn hart ophalen en genieten van de
overwinning van Snake Bil Jones van
Death Valley Trail op King George Ha
thaway. Snake Bil Jones had een kleinen
goudader gevonden en King George be
zitter van vele goudmijnen gunde hem' zijn
beetje goud niet. Op oneerlijke wijze
trachtte King George hem van zijn goud
te ontdoen. Snake Bil verkeert voortdu
rend in gevaar; verscheidene malen wordt
er op hem geschoten en wordt hij ge
wond, doch hij zou zijn naam niet met
eere dragen als hij er niet steeds weer
bovenop kwam en tenslotte toch zege
vierde en King George met al zijn helpers
en detectives versloeg, ’t Is goede ont
spanningslectuur met een vlotte Neder
landsche vertaling van W. J. A. Rolda-
nus
Overvallen te Chicago.
De filmactrices Constance Bennett en
Anita Louise hebben de politie mede
gedeeld, dat vijf gewapende mannen haar
chauffeur gedwongen hebben de auto,
waarin zij reden, bij het trottoir stil te
zetten, waarna de bandieten de beide
vrouwen van haar sieraden samen ter
waarde van 31.595 dollar, beroofden. De
chauffeur George Bayne heeft verklaard,
dat vijf gemaskerde mannen op de tree
plank sprongen en hem dwongen te stop
pen. Na de berooving vluchtten de man
nen in hun eigen wagen.
SALARISSEN OVERHEIDS
PERSONEEL.
De heer F. Perdok Hzn. schreef onder
bovenstaand hoofd een ingezonden stuk in
uw blad van 27 dezer, 't Is natuurlijk het
goed recht van den heer Perdok een plei
dooi te houden voor de Rijksambtenaren,
maar in zijn ijver om te trachten aan te
toonen, dat het gemiddelde salaris van den
Rijksambtenaar lager ligt dan dat van zijn
collega’s in dienst van andere overheids
lichamen, begaat hij naar mijn bescheiden
meening een groote fout. Hoe komt de
heer Perdok aan het gemiddelde salaris
van 2258 voor den Gemeenteambtenaar,
een salaris, dat dus 134 hooger ligt dan
dat van den Rijksambtenaar?
Heel eenvoudig. Hij pakt alléén de 53
belangrijkste gemeenten van ons land bij
den kop, n.l. gemeenten boven de 20.000
zielen en het geflatteerde gemiddelde in
komen van den Gemeenteambtenaar is
ontstaan. Simple comme bonjour!
Het zou interessant zijn, indien de heer
Perdok eens wilde publiceeren, tot welk
juiste gemiddelde inkomen van den Ge-
ruim duizend andere gemeenten van ons
land niet verwaarloost.
Uiteraard betalen deze kleine gemeenten
lagere salarissen, zoodat het den heer Per
dok wèl eens zou kunnen blijken, dat het
gemiddelde inkomen van den Gemeente
ambtenaar zoo al niet lager, zeer zeker
niet veel zal verschillen van dat van zijn
medearbeider in Rijksdienst.
Het is altijd een gevaarlijk iets om on
gelijksoortige groot (klein?) heden met
elkaar te willen vergelijken!
Les Contes d’Hoffmann opgevoerd
De eerste ledenvoorstellingen, die de
Wagnervereeniging in dit seizoen volgens
het nieuwe, door de oorlogsomstandighe
den bepaalde programma, zal geven, zijn
bepaald op Donderdag 1 en Zaterdag 3
Februari a.s. in den Stadsschouwburg te
Amsterdam.
Bij die gelegenheid zal door de Neder
landsche Opera-Stichting Offenbach’s
Opera „Les Contes d’Hoffmann” ten too-
neele worden gebracht in de mise en scène
van U°f' dr- Lothar Wallerstein en onder
eldlr?£ van mr. Johannes den
ij?’ De orkestrale partij wordt ver
vuld door het Concertgebouw-orkest, ter
wijl voorts medewerking wordt verleend
“°°r het koor der Wagnervereeniging en
het ballet Yvonne Georgi.
De décors zijn, volgens aanwijzingen van
prof. Wallerstein, ontworpen door J. Duy-
vetter en Gerard Vroom.
De volgende kunstenaars treden in de
achter hun namen vermelde rollen op:
Ellen Schwarz (Olympia), Ruth Horna
(Giulietta), Greet Koeman (Antonia), Ju
dith Toff (Nicklausse), Jo van de Meent
(Une Voix), Kees Smulders (Spalanzani),
Justus Bonn (Nathanael), Henk Angenent
(Maitre Luther), Frans Vroons (Andrés),
etc.), Louis Smitshuysen (Hermann), Wil
lem van Sante (Schlemil), Truus ter Stee-
ge (La Muse).
De rollen van Hoffmann, Crespel en Lin-
dorf (etc.) zijn dubbel bezet: op 1 Febr.
worden deze rollen vertolkt onderschei
denlijk door Chris Reumer, Henk Ange
nent en Otto Couperus, op 3 Februari on
derscheidenlijk door Michel Gobet, Johan
Lammen en Theo Bayle.
RIJVERKEER OP DE TROTTOIRS.
Er is reeds heel wat geschreven over
het niet voldoende sneeuwopruimen in
onze stad, maar voor zoover ik weet, is
één gevaarlijke zijde van den toestand
nog niet oelicht. Want zeer zeker schui
len er gevaren in het feit, dat velen,
die op den rijweg thuis behooren, zich
maar zonder meer hebben meester ge
maakt van de trottoirs, althans' in som
mige wijken, zooals b.v. het Archipel-
kwartier, waar vooral de lange, rechte
Riouwstraat voor dit doel uitverkoren
schijnt te zijn. Daar kan men den gehee-
len dag, en ook des avonds, genieten van
het gerij vlak langs de huizen. Broodkar-
rer, melkwagens (gelukkig niet van alle
firma’s), fietsen: alles maakt van de troit-
toirs gebruik De wielrijders denken er
zelfs niet aan, hun vaart ook maar
eenigszins te matigen. Menschelijkerwijze
gesproken kan ik mij begrijpen, dat zij
liever over min of meer schoongemaakte
stoepen te rijden, dan door de dikke
sneeuwlaag op den weg, die voor hen be
stemd is. Maar waar blijven de rechten
van de voetgangers, die hier en daar toch
al moeite hebben, om op de been te blij
ven? Reeds in gewone tijden is het erg
genoeg, want de boodschapjongens uit dit
gedeelte der stad hebben ook een uitge
sproken voorkeur voor de trottoirs, voor
al aan den kant der oneven nummers,
waarop verschillende zijstraten en een
gang uitloopen. Links en rechts gaan ze
maar door elkaar; zelfs jongedames ma
ken zich aan dit feit schuldig, dikwijls
nog twee aan twee zich naast elkander
voortbewegend. Een opmerking, dat trot
toirs geen rijwegen zijn, wordt gewoon
lijk beantwoord met eeq hoongelach of
een of ander vriendelijke benaming.
Moet dit nu zoo doorgaan? En zal het
blijven voortduren, als eenmaal de
sneeuw weer zal zijn verdwenen? Of moe
ten eerst ongelukken gebeuren? Het is
voor de voetgangers toch al niet gemak
kelijk. zich te verplaatsen, maar dit gaat
wel allen perken te buiten.
ARCHIPEL.
FRYSK SELSKIP „RJUCHT EN
SLJUCHT”.
Zondagavond heeft in het gebouw „De
Vereeniging” de tweede „Winterjounen-
ocht” van dit seizoen plaats gehad. De
zaal was geheel bezet, ook door een goed
contingent Friesche militairen. Deze keer
was het hoofdnummer geen uitvoering
van de eigen tooneelclub, maar traden
de spelers van het bevriende selskip
„Fryslan” van Amsterdam op met het
nieuwe blijspel van Schuitmakers, „De
Moskeflap” (de Musschenval). onder lei
ding van den heer W. de Jong. Het is een
luchtig en kluchtig werk, met echten
Schuitmaker-humor en dolle situaties
doorspekt. Geen wonder dan ook, dat,
mede door het voortreffelijk spel der Am-
sterdamsche Friezen, de opvoering tot een
daverend succes werd.
Na de voorstelling dankte de tweede
voorzitter de spelers, leider en bestuur
ders voor hun vriendsch appelijke mede
werking en huldigde in den mede aan
wezigen bondsvoorzitter het resultaat der
vriendschappelijke gezindheid tusschen de
„kriten”. Het eigen selskipskoor bracht,
onder leiding van den heer Alb. Jager,
een viertal zangnummers ten gehoore.
Wel hadden mobilisatie en griep de
rijen gedund, haar het „blijvend gedeel
te” zong met entrain. Oud en jong bleef
daarna, onder gezellig „petear” en geani
meerd dansen, geleid door den heer A.
J. Lambooij, nog geruimen tijd bijeen.
VOGELLEED.
Hoe bedroevend het leven der in het
wild levende vogels gedurende de winter
maanden is, wordt helaas nog maar veel
te weinig door stedeling en buitenman
begrepen. Zie hoe de vogels worstelen in
de harde sneeuw en hun laatste krachten
inspannen om nog iets van onder de harde
korst op te diepen. Honderden sterven van
uitputting. Onze zingende vrienden lijden
gebrek! Zij vragen ons allen: doe wat voor
ons! Houdt uw kat zooveel mogelijk bin
nen. Ook zij maken dagelijks zeer veel
slachtoffers. Zet voeder buiten, ver
spreidt het in kleine hoopjes, ver uit el
kaar, omdat dan ook de „zwaksten” iets
kunnen bemachtigen. Zorg ook voor drin
ken, op luwe plaatsen neer te zetten, om
bevriezen te voorkomen. Bij sneeuw is dit
niet noodig. Vogels eten sneeuw.
D. HOOS.
Controleur Vogelwet 1936.
KAPPERSPATROONSVEREENIGING.
In verband met het 2-jarig bestaan
houdt de Kapperspatroonsvereeniging Ne
derland, afdeeling den Haag, heden
avond in gebouw de Vereeniging, Willem-
straat, een feestavond.
Een gevarieerd cabaret-programma is
door de Oranjevereeniging Prins Bern-
hard samengesteld.
Met een bal tot 4 uur wordt de avond
besloten.
In de Nederlandsche Biblio
graphic wijst mr. Ritter op de „Ebbe”
die er is ingetreden in den stroom van
boeken en den kooplust na Sinterklaas en
Kerstmis. Verder worden nog tal van
nieuwe uitgaven besproken.
De gratie van een besneeuwden den is
het, die men bewonderen kan op de titel
plaat van „In weer en win d”. Het
is één der actueele winterfoto’s, die de
leider der camerarubriek. W. A. van Be-
zooijen, afstond voor ’t Januari-nummer.
Simon de Waard opent blijmoedige per
spectieven door reeds nu onze aandacht te
vragen voor de bonte steekspelers onder
de vogels: de kemphanen.
De natuur van Finland, dat thans in
het middelpunt staat der vuereldaandacht,
vindt een geestdriftig beschrijver in Ger
rit van der Heide, die het land bezocht
vóór de geruchtmakende invasie. Welk
een belangwekkende constellatie van den
winterhemel Orion is, blijkt duidelijk uit
het betoog van den astronomischen mede
werker dr. A. J. M. Wanders. Van den
overigen veelzijdigen inhoud vermelden
wij nog de door Willem Hoffman bewerk
te legende van het kind, dat om zijn lijk
kleed vroeg, een artikel van dr. J. C. van
Hille over de flamingo’s van Kaapstad,
een voortzetting van dr. C. van Rij singe’s
relaas over het gele gevaar (de wolhand-
krab), een korte verhandeling van A. J.
de Boer over het waternetje en een ver
haal van prof. dr. A. M. Brouwer over
Ameland’s vlinderrijkdom.
H. E Stenfert Kroese’s Uitgevers Mij.
alhier deed verschijnen: „Nederland
in oorlogst ij d”, redevoeringen ge
houden door prof. dr. F. Muller, prof. mr.
H. C. Josephus Jitta, mr. dr. J. van Walré
de Bordes en mr. J. Linthorst Homan.
Bavo, fam. O. Bekkema, W. C. Bekke
ring, mevr. E. G. v. d. Berg en kind. K.
v. d. Berg en echtg., mevr. C. K. Best en
4 kinderen, mevr. H. H. P Beukering en
kind, mevr. P. M. Beune, A. J. Bexkens,
fam. P. Bierman, mej. A. v. Blijenburgh,
C. G. Boer, mevr. A. de Boer, G. W. G.
de Boer, fam. M. P. Böhre, H. T. Bon-
gers, P. v. Boom, G. K. Boot, A. L. Borst
lap. fam. M. Bos, M. P. Bos en 2 k., mevr.
H. W. Bosch, fam. A. Bosman, mevr Cn.
H Bouter, W. Boverhof, mevr. G. M. v.
Brakel en k., fam. H. N. Brendel, W. C.
L. Brocx, J. J. v. d. Broek, mevr. J.
Broersma, N. L. Bromet, mej. N. Bron,
fam. H. C. Brouwer, mevr. M. C. U. von
Brucken Fock, mevr. A. v. Bruggen en
2 k„ W. F. C. M. de Bruyn, J. de Bruyn,
B. J. de Bruyne en echtg., fam. R. H-
Bijkerk, mej. M. H. F. v. Cattenburgh, J.
W. Caviet, mevr. W. Christ, G. R. T. Coe-
nen, mevr. E. Th. Cohrs, mevr. J. Comme-
lin en k., R. O. Consen, Ch. Cooke en
echtg., D. L. Coomans en echtg., mevr.
J. M. Corndorffer en 2 k., mr. J. F. Cor
nells en echtg., fam. L. J. Cox, mevr. M.
A H. A. Creyghton, E. Croes, fam. H. S.
Dahler, mej. A. S. v. Dam, dr. W H.
Daukes en echtg., R. Dekens en echtg,
J Dekker, eerw. zuster M. Diderica, J.
C. T. J. Dikkeschey, fam. mr. H. Doeve,
fam B. P. van Doezelaar, M. A. Domin
go, mevr. A. H. M. v. Dongen, mevr. H.
den Dooren de Jong, mevr. P. Douma,
T J Duin H. R. van Duin, mej. S. F.
v' d. Dussen, F. v. Dijk en echtg., mevr.
G. v. Dijk, W. M. D. van Dijk, mevr. S.
Dijkerman en k., fam. J. H. Eisma, P. J.
Elink Schuurman, J C. Ertzen, mevr. H.
A. Ezendam, mevr. M. R. Fabel en
fam. J. C. A. Faber, L. G. V. de Ferrante
en echtg., F. Ferwerda, F. J. P. Ferwerda,
mej. J. Ferwerda, fam. J. H. Fikkert, M.
Flohil. mevr. A. Frangenheim en k„ J.
W. Franken en echtg., W. A. Friebel,
mevr. A. Frings, mevr. G. Frijlink en d.,
fam. ds. Fijn van Draat, D. L. Galjaard,
A. J. Goerings, fam. A. Gerrits, mevr.
F. v. Gestel, mr. K. F. v. Geuns, fam. B.
A. v. d. Giesen, M. J. A. ’t Gilde, eerw.
frater Godefridus, mevr. J. Goos en 2 k„
G J. Govaars en echtg., M. Grimminck,
F. W. Grol, H. Groothuizen, B. H. Groten-
dijk, fam. J. O. van Gruisen, E. Grünwald,
J. L. H. Gunst, J. C. v. Gijn, mevr. K. H.
v. d. Haar, mej. H. Hacquébard, A. Ha
gen, H. Harms, fam. ir. G. v. d. Harst,
M. J. Th. Harts, B. R. P. Hasselman,
jongej. D. v. Hattum, jongej. H. J. v.
Hattum, eerw. soeur Hedwigis, mej. W. J.
C. v. d. Heiden, fam. W. F. Heinze, mevr.
G. v. Helsdingen, mej. M. v. Helsdingen,
K. Hendriks, zeereerw. pater Herman
Josef, I. M. Hermelijn, fam. W. Heshusius,
fam. G. A. Heubel, C. v. d. Heul, E. E.
H. Hoen en echtg., fam. P. W. Hoetjer,
J. J. v. d. Hoeven, mevr. E. Hofacker,
mej. L. Hofsté, J. A. Hofland, R. N. Hol
lander, mej. C. E. Hollander, mej. E.
Holst, fam. C. Hoogendoorn, M. Hoogen-
doorn, P. Hoogvliet en echtg., fam. J. H.
v. Hunnik, fam. R. Huls, L. Hulsbosch en
3 k., mevr. M. A. M E. v. Huykelom, M.
J. J. Huyten, dr. M. Iljas, G. G. Illis en
echtg., G. W. H. baron v. Imhoff, mevr.
W. Inkenhaag, eerw. frater Irenaeus, A.
J. V. Isasca en echtg., mej. H. F. Isa sea,
W. J. Jacobs, H. K. Jagers, W. H. J. Jan
sen, F. Janssen en echtg., J. H. Janssen,
fam. P. Janssonius, fam. W. F. Joanknecht,
A. de Jong, familie C. L. de Jong,
familie J. Jorritsma, eerwaarde zuster
M. Josephe, F. F. Kaarsemaker, A. Kar-
reman, A. Kerseboom, P. v. Kerseil, zeer
eerw. pater L. A. M v. Kessel, fam. J. Ke
telaar, fam.'A C. Kimmel, fam. dr. M. J.
Kingma, fam. F. J. Klaiber, fam. R. E. Kla-
sing, mevr. S. Klein-Vogelbach, fam. A.
de Kleyn, mevr. E. J. Klobbie, J. Knigge,
H. A Knops, P. v. d. Knijf, fam. G. H.
Kohier, mevr. W. H. Kokkelink en k., N.
Konijn, mej. A. E. C. Kool, B. W. Koot-
stra, P. J. Kooyman en echtg., fam. J J.
v Koperen. J. W. J. Korff, H. G. Korde-
rijnk en echtg., C. Koppelshoek, fam. A.
J. P. Kouwenhoven en echtg., mej. J. F.
Kouwenhoven, mevr. S. T. Kouwenhoven
en k„ J W. Kraan, mej. C. J. Kriek, mej.
A. Kronheimer, A. J. Kruyer en echtg,
mevr. M. Kruyselbergen, P. C. Kruyt, fam.
mr J G. Krijger, mej. N B. Kuiper, mevr.
M. D. C. M. Kuneman en d., J. A. Kune-
man, J. H. Kuys en echtg., A. v. d. Laan
en echtg., fam. H. H. v. Laer, A. L. Lager-
wey, H de Lange, mej. E. Laufer, H. Lau-
fer, fam. F. H. Laurens, G. W. Leih, mej.
W. Lekkerkerker, mevr. G. M. Lelieveld en
4 k., L. J. Lembeck, mevr K. Lenderink
eh 2 k., H. H. Leutscher, mej. F. J. v. d.
Leuv, B. Th. >an Lierop en echtg., D. v.
Lieshout, fam. M. L. Liket, fam. ir. J. Lim-
borgh, J. W. v. d. Linde en echtg., fam. ir.
F. C. H. Lorch, M. J. baronesse van Lyn
den en deerw. soeur M. Petra, dr. W.
Mayne en echtg., C. W. J. v. d. Meulen
F. Meyerink en echtg., G. H. W. A. Mey-
link, mevr. M H. Menting, ir. L. P. v. d.
Meulen, R. Middendorp, U. L. Mitchell en
echtg., E. Moscou, mevr. G. A. Mulder en
2 k., M. N. Mulder, mevr. M. C. A. Miil-
ler, A A. Musch, eerw. zuster M. Myriam
Josepha, eerw. zuster M. Myriam Magda
lena, ir. R. Naber en echtg., F. C. Th. B.
Nauta, fam. J. Nawrocki, mevr. J. Nie-
kerk, J. H. Nieuwenhuis, A. Noë, mej. L.
Numan, A. Munnikhoven, W. J. H. v. Nus,
J. F. Nijdam, G. M. P. A. A. Ockerse en
echtg., G. P. Olofsen, fam. F. J. Omans, H.
H. Pasters, V. K. Pavlicek en echtg., fam.
H. v. Pel, J. N. Peters, B. Pettinga, P. J.
B. Pieck, J. W. Pieters en echtg., mevr.
P. M. Pieters en k„ J. H. Plantjé en echjg..
W Plantjé, mevr. A. M. Platte, fam. J. M.
v. d. Poel, fam. J. Pouw, fam. E. P. Proost,
mevr. A. C Raats, mevr. C. A. Reyers,
fam. J. Reyers, mej. E. M. de la Rivière,
P .B. Roeland, fam G. A. de Rooy, fam.
B. Rosmolen, J. W. de Rover, H. J. Ruben,
mej. C. W. Rühl, W. Rüsch, fam. J. C.
Rijk, fam J. W. de Rijke, G. S. Sanders,
mevr. S. Santman, mevr. M. M. Scher
mer, mej. G. Schermer, fam. C. Schippers,
fam. A C. Schoonakker, J. Schoof en
k„ J. C. Schouten en echtg., mej. C. A.
Schouten, fam. P. W. O. Schreuders, mej.
L. O. Selleger, L. G. Sengers, A. B. D.
v. Seventer, dr. S. Smit, mevr. M. R.
Smolders en 2 k., mevr. C. M. J. Soeters
en k., fam. P. G. A. Sonnenberg, jongeh.
A. J. E. Sorgdrager, jongeh. P. A. Sorg-
drager, fam. W. C. A. Spruyt, mevr. A.
Spijkerman, mevr. H. J. E. I. Stecher en
2 k., jhr. ir. F. Stoop, ir. T. P. Storm van
Leeuwen en echtg., freule J. J. Strick van
Linschoten,. jonkheer W. Strick van Lin-
schoten, fam. T. v. Strien, H. Surbeck, Mej.
L. Tamminga, J. v. d. Tempel, dr. G. S.
Terry, fam. P. F. A. Terwijn, zeereerw.
pater Theophilus, L. J. J. Thönissen, J.
H. Tieman, fam. ir. A. Timmer, mevr M.
A. J. Timmermans, G. Uitenbroek en
echtg., S. V. W. Ulfers, fam. F. A. Val
kenhof!, C. H. Varkevisser, P. J. Vaste-
nou, W. J, H. v. Veen en echtg., G. v. d.
Veen, fam. C. Verdonk, fam. G. B Ver-
goes Houwens, A. Vermeer, fam. P. A.
Vermeer, C. A. Vermeulen en echtg J
A. Versluis en echtg., J. J. Verwijk i,’ H.
S. Visman, J. A. Viveen, J. Vleeshouwer
en echtg., C. A. Voermans, mevr. P Voer
man, J. J Vooys, mevr. M. Vonk en k
mevr. W. Vos-Hemken, fam. G. A. E. de
Vries, mej. G. J. H. de Vries, fam ir. J.
de Vries, fam. J. A. A. de Vries, OSH
de Vries en echtg., mevr. L. de Vroorne
en k„ mevr. Th. P. Th. van Vugt, C A.
Vuurmans en echtg., P. p. Walter, mevr,
w r w Hagemans, F. Wagenaar, mej. C.
H. F. Weber, mevr. L. J. Weenink en 2 k
L. v. Weersch, A. Weissmann, J. v. d Werf
arbtepChtfw tWes®els- L- H. Wessels en
echtg., J. Westerveld, L. C. J. Westra en
qJ wWeyenbeT fam' A- c- WiegeU
mej S. Wiersma, J. H. Wilmott, J A
Wilton van Reede. fam. E. J. Wind zeer
eerw. pater J. Wintraecken, fam W J
mej' Wolfensberger, fam w' A
p.mWT wm®Vr M C' v’ d Woude en k
ZeT fa^Tn m7 VrK F E- Youe11' E- v d.’
2 k A 7oli?r Zfrb' m4Vr' H’ Ziesel en
z Roller, A. v. Zuiden en echto
fXVIH 7w Zu?!e\j°<Wh. J. jnZwage^
fam. H. Zwesenjn, W. F. Zijdenbosch.
TIJDSCHRIFT.
p- van den Aardeweg schrijft in
u e Tooneelspiegel naar aanleiding
van het vervullen van de rol van Kniertje
over „Rolbezetting en piëteit”; Lau Ezer-
man wordt herdacht; I. J. E. de Lange
is op bezoek geweest bij Nel Oosthout,
een overzicht wordt gegeven over 1939.
Voorts heeft de redacteur een onderhoud
gehad met Maurits Parsen.
Fb-blieke Werken schrijft ir.
w een geïllustreerd artikel over
Washington D.C.; over Technische lucht-
"^^■mingsmaatregelen schrijft ir. J.
Bij A W. Sijthoff’s Uitgeversmaatschap-
piJ w Leiden verscheen een nieuw Tijd-
S t v L. ’’Ibternationale vraag
stukke n”, dat door deskundige kenners
voorlichting wil brengen op het gebied van
de vele zich dagelijk voordoende interna
tionale problemen. Scherpe formuleeering
en weloverwogen objectiviteit zullen het
tegengif moeten leveren voor overdonde
rende en verbijsterde propaganda. Hierbij
zullen ook in het bijzonder die vraagstuk
ken de aandacht trekken, welke het be
lang raken van den Nederlandschen Staat
en de belangstelling wekken van het Ne
derlandsche Volk.
Het tijdschrift zal onder redactie staan
van mr. J. van Zwet, mr. A. B. Cohen
Stuart, H. Ch. G. J. van der Mandere, dr o-
E van Raalte, prof mr R Regout S.J meenteambtenaar hij komt wanneer hij de
Th. F. M. Schaepman, prof dr J. Tin- v»n
bergen, mr. H. Willemse, dr. T. P. Sevens-
ma.
Het eerste nummer bevat de volgende
artikelen: „Nederland en België. Waarom
toenadering”, door J. Hoste, oud-minister
van Onderwijs van België; Rede van mr
E N Kleffens, minister van Buitenland-
sche Zaken; Onze Nederlandsche neutrali
teit, door mr. J. Schokking De rechten en
plichten van de neutralen, door prof, mr
R H. W. Regout; De economische zijde der
DE COMÉDIE FRANCAISE in den
KON. SCHOUWBURG.
Jean Racine: „Britannicus”
en „Les plaideur s”.
De Haagsche afdeeling van de Alliance
Francjaise viert haar 50-jarige bestaan op
een waardige wijze met twee officieele
voorstellingen van de Parijsche Comédie
Franqaise, waarvan de eerste gisteravond
heeft plaats gehad en de tweede van
avond zal worden gegeven, beide malen
in onzen Kon. Schouwburg.
Er was gisteravond groote belangstel
ling, ongetwijfeld gepaard met erkente
lijkheid voor het feit, dat men erin ge
slaagd is, ondanks de moeilijke tijdsom
standigheden, een voortreffelijk ensemble
Fransche tooneelkunstenaars hier te doen
optreden. Ook van de zijde van het corps
diplomatique bleek wederom deze be
langstelling.
De keuze was gevallen op twee stuk
ken van Racine, wiens geboorte (300 jaar
geleden) men de vorige maand heeft
herdacht en wiens werk in verband daar
mee op het repertoire was genomen.
Het bleek een goede keuze te zijn, al
thans wat het eerste stuk betreft, het
ernstige drama „Britannicus de tragische
worsteling om de macht tusschen den
wreeden keizer Nero en zijn heersch-
zuchtige moeder Agrippina, die den jon
gen Britannicus naar voren schuift; een
worsteling, welke gekruist wordt door
het liefdesdrama van de schoone Junie,
op wie zoowel Nero als Britannicus ver
liefd zijn.
Wat dit stuk, afgezien van den boeien
den inhoud, de knappe compositie en de
mooie taal, gisteravond vooral interes
sant maakte, dat is de uitnemende wijze,
waarop het werd vertolkt. Deze Fransche
tooneelkunstenaars verstaan de (in ons
land zeldzame) kunst van verzen-zeggen,
d.w.z. het rhythme, den cadans, het schoo
ne geluid (het karakteristieke dus van
den versvorm) tot hun recht te doen ko
men en zoo de taal te maken tot zinvolle
muziek, een lust voor het oor, en tegelij
kertijd juist den zin van de woorden te
accentueeren en daarbij aansluitend spel
te geven. Dit nu is alléén mogelijk, als
men een strengen stijl in acht neemt, een
strengheid, welke den indruk van een
zekere losheid en natuurlijkheid niet
schaadt, roear deze op hooger plan brengt
en welke stijl niet slechts van het indi-
vidueele spel, maar vooral van het sa
menspel het kenmerkende is.
Welnu: dezen stijl, deze suggestie van
aesthetische, harmonische natuurlijkheid
en dit vermogen van schoon, zonder
valsch pathos, zinvol en indrukwekkend
verzen-zeggen brachten de kunstenaars uit
Parijs gisteravond in hooge mate, waar
door de vertooning van „Britannicus” tot
een genot van hoog gehalte werd. Prach
tige, levendige tafereelen, welke men ge
boeid en bekoord met oor en oog volg
de, vonden hun hoogtepunt in het schit
terend gespeelde onderhoud tusschen
Nero en Agrippina. Maar de Nero van
Yonnel was dan ook prachtig, levend en
vol innerlijke bewogenheid; de Agrippina
van Marie Ventura stond eveneens op
een zeer hoog peil. Heel goed was even
eens de Narcisse van Escande. Geprezen
mogen ook worden Jeanne Sully (een
teedere Junie), Alexandre (Burrhus),
Britannicus (verdienstelijke, kleurige ver
tolking door een jongeman, Oury, leer
ling van het Conservatoire), Henriëtte
Barreau (Albine). Het samenspel van dit
uitgelezen ensemble liet niets te wen-
schen.
Het succes was, getuige het lang aan
houdende warme applaus, groot.
Na de pauze ging een vermakelijke
klucht van den veelzijdigen Racine: „Les
plaideurs”, onschuldige dwaasheid, waar
om veel gelachen werd. De grap werd
met veel verve gespeeld door de heeren
André Brunot, Denis d’Inês, Lafon, Pierre
Bertin, Le Goff, Jean Meyer en de da
mes Catherine Fonteney en Jeanne Sully.
Een mooie, succesvolle avond van zeer
goed Fransch tooneel; een succes óók
voor de jubileerende Haagsche afdeeling
van de Alliance.
Op Vrijdag 2 Februari a.s., te 8 uur,
geeft bovengenoemd ensemble (N.O.M.E.)
haar eerste uitvoering in het Gemeente
museum, Stadhouderslaan. Het doel van
het ensemble is, om met jonge, talentvolle
krachten onbekende en weinig gespeelde
werken uit te voeren, zooveel mogelijk in
den oorspronkelijken vorm. Artistiek lei
der en dirigent: Heinz ’s-Gravesande; ad
ministrateur en regisseur: Cor van der
Rest jr. Als gast werken aan de eerste
uitvoering mee; Louisette de Vries en
Wilma Godefroy, sopraan; Willem Her-
ckenrath, bas-bariton.
Het ensemble bestaat uit: Isy de Vries
en Annie de ZeeuwSlierendrecht, so
praan; Rie Popma—v. d. Puil, alt; Huib
Kalsbeek, tenor; Bram van Luyn en Jo
Vrolijk, bas, en een strijkorkest. Met ver
schillende solisten wordt nog onderhan
deld.
Aan de eerste uitvoering werken ver
der mee: Atie BrederodeBettink, spinet,
en J. Weyand, fluit. Het programma be
vat: 4 Marschen voor orkest (uit onbe
kende opera’s) van Handel, de Kaffee-
Kantate (Kantate no. 211) van Bach, een
Divertimento in D (K.V. 136) voor strij
kers van Mozart en na de pauze gaat in
operavorm een volledige uitvoering van
„La Serva Padrona” (Die Magd als Her
rin) van Pergolese, voor het makkelijk
volgen van den tekst in de Duitsche taal.
„Een reis op twee halfron
den”, door Joh. van Hulzen.
D. A. Daamen’s Uitgeversmij.,
alhier.
Deze roman van een gezin, deze bur
gerlijke milieu-beschrijving, doet wat
ouderwetsch aan. Het is de geschiedenis
van het gezin Volkerts met zijn ups en
downs.
Volkerts, die zijn onderwijzersacte
heeft behaald, heeft niet zoo’n moeite als
de anderen om een baantje te zoeken.
Ook toen, ongeveer dertig jaren geleden,
was het voor de onderwijzers al niet
beter dan nu. Volkerts echter heeft ge
boft. Hij wordt gemobiliseerd, komt ech
ter vrij, doordat hij een betrekking ifi
Indië aanvaardt, en trouwt. Het is daar
jaren lang ploeteren en sjouwen in de
buitengewesten. De crisis komt en op
45-jarigen leeftijd, in de kracht van zijn
leven, wordt hij afgevloeid, gepension-
neerd met een inkomen, te klein .om zes
kinderen een behoorlijke opvoeding te
geven. Het wordt kniezen en morren,
pogen om een bijbaantje te kriigen, tot
een maatschappelijke functie wat vreug
de in zijn leven brengt.
Zooals gezegd, doet de roman wat
ouderwetsch aan. Dit neemt niet weg, dat
hij onderhoudend is en het lezen zeer
waard. Vooral voor jonge onderwijzers,
voor hen, die naar Indië trekken. Leven
dig worden de moeilijkheden beschreven,
welke een jong huishouden te bekampen
heeft, doch ook de voldoening, als deze
doelmatig bestreden zijn. Wat alleen ge
beuren kan, als man en vrouw, in groote
liefde voor elkaar, op elkaar steunen en
in elkaar gelooven.
„Drijvend Casino”. Jo Otten.
A. A. M. Stols, Maastricht.
Jo Otten is niet de eerste, die een ro-
man van de roulette en de speeltafel ge-
schreven heeft. Hij zal ook niet de laatste
zijn. Trouwens schrijven over hazard lokt
hem aan. Schreef hij ook niet een roman
over het goud van de Lutine, waarmede
wij tevens willen ontzenuwen de mededee-
ling, dat dit een eersteling van dezen
schrijver is.
Hoe teleurstellend is dit boek, dat on
evenwichtig in conceptie is, vaak uitweidt
over bijkomstigheden, afdaalt in détails,
om dan weer kort te zijn, waar men weer
verwacht zou hebben iets meer te ver
nemen. Het is dan ook geen roman van
het spel geworden. Het is meer een ven
tilator om de gedachten en ideeën van
den schrijver over deze wereld te spuien,
een wereld, welke aan machtsbegeer
te, egoïsme en decadentie ten gronde zal
gaan. Wil men deze geschiedenis opvatten
als symboliek, dan is inderdaad te begrij
pen, dat de navrante sfeer van de speel
tafel wel zeer op den achtergrond is ge
raakt. De hoofdpersonen aan boord van
het speelschip „Arizona” zijn Ernst Coo-
rengee, een Hollandsche beeldhouwer en
Ilona Simekavi, een heerschzuchtige Hon-
gaarsche. Tusschen hen ontwikkelt zich
een strijd om de macht, waarbij de vele
anderen, die zich aan boord van dit schip
bevinden, niet onverschillig kunnen blij
ven. Een epidemie, veroorzaakt door een
ratteninvasie, brengt de opvarenden niet
alleen in een staat van lichamelijke uit
putting, doch ook van geestelijk verval,
zoodat een hunner in een waanzinvlaag den
brand er in steekt, waardoor het grootsch
opgezette speelschip een roemloos einde
vindt De roman van Jo Otten heeft een
teveel De schrijver heeft zichzelve over
stelpt met woorden, waarbij hij zich bo
vendien niet heeft kunnen losmaken van
een sensueelen inslag, welke hij blijkbaar
noodig heeft geacht om de decadentie te
perfectionneeren.
TOEGEZONDEN BOEKEN
„Leven en Dood”, door dr. A. J.
Westerman Holstijn. Uitg. Er
ven J. Bijleveld, Utrecht.
In dit uiterst gedocumenteerd werk geeft
dr. Westerman Holstijn, wiens boek
„Grondbegrip der Psycho-analyse” wij
eveneens met groote belangstelling hebben
gelezen,, medisch-psychologische beschou
wingen ‘over de twee polen in ons aard-
sche bestaan, „leven en dood”. Dit is zeker
de grootste verdienste: de voor leeken ver
staanbare taal, waarin het geschreven
werd. Al laat het boek ook vraagpunten
open, de uiteenzettingen zijn van dien aard
dat zij in hooge mate voldoening schen
ken ten aanzien van kwesties, die het gees
tesleven beroeren. Freud’s psycho-analys-
tische onderzoekingen vormden voor den
schrijver de basis zijner theorieën, die hij
aanvaardbaar doet zijn door de aange
haalde voorbeelden. Dr. Westerman Hol
stijn constateert feiten en aan de hand
daarvan ontwikkelt hij zijn inzichten, die
binnen de grenzen blijven van het bevat
telijke. „Er zijn niet meer zenuwpatiënten
dan vroeger. Alleen zijn er meer zenuw
artsen”, aldus stelt de doctor vast. In een
tijd van ontwrichting op alle gebied, schep
pen zijn beschouwingen een weldadig aan
doende geestelijke rust. Men leze bijv, het
hoofdstuk over den zelfmoord. De mo
gen we het zeggen „zakelijke” uiteen
zettingen, kunnen heilzaam werken. Op
dr. Westerman Holijstijn’s „colleges” hier
uitvoerig in te gaan, valt buiten het be
stek van deze recensie. Het boek, dat be
sluit met een voortreffelijke kenschetsing
van de figuur van Freud, moge niet alleen
lezers vinden onder studenten en medici,
doch ook onder vele leeken, gezien zijn
verhelderende werking.
„Het Volk van Vrederijk”, door P.
Maaskant. Uitg. N.V. Stemerding
en Co., Rotterdam.
Het boerenleven op de Zuidhollandsche
eilanden leverde den auteur de stof voor
zijn roman. Afgezien van het feitelijk ver
haal, dat een tikje langademig is, is het
boek door zijn kleurige schildering van
den landbouwersstand, aantrekkelijk. De
typische locale sfeer geeft aan Maaskant’s
oeuvre het karakter van een streekroman,
een genre, dat in onze literatuur meer en
meer ingang vindt. Het geheel is te be
schouwen als een nauwgezette biografie
van het landbouwersgeslacht Dekker. Han
dig heeft de schrijver het gevaar hiervan,
n 1 het treden in herhalingen, weten te
omzeilen Maaskant is een vlot verteller,
soms doet hij het in een tikje naïeven stijl.
Raak typeert hij den koppigen boer,die zich
met hand en tand verzet tegen studienei-
gingen van een zijner zoons en later van
een kleinzoon. De oude Dekker ziet hierin
een blaam voor de familie. Traditie alleen
is bij hem doorslaggevend. Voor het mo-
reele leed, dat hij door deze eigenzinnig
heid veroorzaakt, is. etA^z'"s'
leven lijdt er begrijpelijk onder Als zijn
verzet niet krachtig genoeg blijft om de
studienlannen van zoon en kleinzoon in de
war te sturen is er bij den ouden Klaas
Dekklr geen berusting; er blijft hartzeer.
Er is humor en tragiek in dezen roman,
welke het levendig karakter verhoogen. Te
groote gedetailleerdheid zou men als
eenig bezwaar van het boek kunnen aan
voeren wellicht een gevolg van s schrij
vers diepgaande studie van het landbou-
wersleven °P de Zuidhollandsche eilanden.
„De levende gedachte van
Montaigne”, door André Gide.
Uitg. N.V. Servire, alhier.
Het tweede deelte van de reeks „Leven
de Gedachten” is gewijd aan den Fran-
sehen schrijver en levenskunstenaar Mon-
ane die in de tweede helft van de zes
tiende’eeuw zijn Essais schreef. Hij is, zoo
André Gide in de beschouwende
Inleiding tot een bloemlezing uit dat werk,
JkZ «fenaar van de zelfkennis. Hij heeft
SnTXci"
gedwongen, maar geeft zijn overdenkin
gen zooals zij hem invallen vaak met el
kaar in strijd, maar steeds levend en op-
IXrht Hij ontdekt de onzekere aspecten
der persoonlijkheid en de onevenwichtig,
hid van het ik, welke later het onder
werp van de moderne psychologen en
«■hriivers zouden worden Door zijn veel
zijdigheid hebben zeer tegengestelde gees-
fpn hem geciteerd.
Ook deze tijd, zoo meent André Gide.
heeft behoefte aan menschen als Montaig
ne die de onaantastbaarheid van hun ge
weten en hun onafhankelijkheid en auto
nomie wisten te handhaven te midden
van verderfelijke onderwerpingen en laffe
aanvaardingen. Daartegenover staan ech
ter in zijn werk opzettelijk ingevoegde