KUNST EN LETTEREN FiLM EN BIOSCOOP INGEZONDEN HAAGSCHE COURANT VAN DINSDAG 30 JANUARI 1940. TWEEDE BLAD, PAGINA 3. WAGNERVEREENIGING ALLIANCE FRANsAISE VEREENIGINGEN CONSTANCE BENNETT EN ANITA LOUISE BEROOFD Passagierslijsten. „NIEUW OPERA- EN MUZIEK- ENSEMBLE” echtg., mevr. jr. W. F. ADOLF, Gemeen te-ambtenaar LOLA BOBESCO. Op haar recital in dit seizoen op Don derdagavond a.s. in Diligentia, zal de ver maarde jonge Roemeensche violiste Lola Bobesco, werken van Beethoven, Saint- Saëns, Franck, Mozart, de Fidrillo en de Falla ten gehoore brengen. Theo van der Pas zal zijn medewerking aan den vleugel Verleenen. internationale moeilijkheden door prof, dr J Tinbergen; Het verloop der operation op het Westelijk front door luit.-generaal b.d. W J C. Schuurman. Oorlogspropaganda, door Th. F. M. Schaepman; Vereeniging v. Volkenbond en Vrede, resolutie aanval op Finland; De onverwachte Volkenbondsbe- sprekingen te Genève door jhr. mr. dr. B. de Jong van Beek en Donk: Internationale Kroniek door mr. A. B. Cohen Stuart. Passagiers van de ..Marnix van St. Al- degonde”, bestemd 28 Januari van Genua naar Batavia te vertrekken J. Aarts, mevr. F L. W. Abbink en z„ eerw. zuster M. Alida, mevr. J. C. Am brosius. ir. A. E. Ang, Th Baars, A. J. Bakkenist, fam. C. J A. Bakker, H. Bak keren, fam. C. Barends, mevr. E. At. W. Baron, mevr. J. E. Baum, zeereerw. pater (Buiten verantwoordelijkheid der redactie) Plaatsing van ingezonden stukken kan alleen dan overwogen worden, als naam en adres van den inzender ons volledig bekend zijn. Red. KONINKLIJKE ZANGVEREENIGING „EXCELSIOR”. Aan de op Vrijdag 9 Februari a.s. in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen te geven uitvoering onder leiding van Anthon van der Horst van de Grosse Messe in C moll van W. A. Mozart en Te Deum van Anton Bruckner, zullen als vocale so listen medewerken Jo Vir.cent, Ankie van Wickevoort Crommelin, Roos Boelsma. Louis van Tulder en Willem Ravelli Behalve het Residentieorkest zal ook de heer H. A. Wegerif Jr. zijn medewerking verleenen. HAROLD KREUTZBERG. De wereldvermaarde danser Harold Kreutzberg, die na zijn succes in Decem ber j.l. weer een tournée door Nederland maakt, zal op 13 Februari a.s. hier ter stede weer optreden in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen. HAAGSCH REVUE- EN CABARET GEZELSCHAP SYO-BELA. Zaterdagavond voerde het Haagsch Re vue- en Cabaretgezelschap Syo-Bela voor een nagenoeg uitverkochte zaal een caba- retrevue op, die tot titel droeg: „Wat nou weer?” en vervaardigd was door den be kenden auteur Jack Bess. Een cabaret-revue voor een amateur-ge- zelschap is immer een gewaagde onder neming. Het al of niet slagen is dikwijls afhankelijk van schijnbaar zoo onbelang rijke factoren, als een eenvoudig gebaar, een mimiek, een juiste intonatie bij het zingen vén een liedje enz. Veel meer dan voor een tooneelstuk, geldt hier de stel regel: „Je moet er wat van weten te ma ken”. Gezegd dierft te worden, dat Syo Bela er iets uitstekends van gemaakt heeft. Het daverende handgeklap van de toeschou wers bewees dit duidelijk. Er zat vaart in de geheele revue, de nummers volgden elkaar snel op en waren tot in de puntjes verzorgd. Niet alleen wat betreft de bezetting, maar ook wat de cos- tuums aangaat. De voornaamste medespelenden waren Heinz Horenburg en Joop Lieuwma, die als Meier en Jansen in de verschillende nummers herhaaldelijk de lachspieren van de toeschouwers in beweging brachten. De heer Henk van Schevicoven bleek over een goede zangstem te beschikken. Wij noe men van hem ’t liedje „Kleine Carmen- cita”. De andere voornaamste medewerkers waren Rie ’t Hart, Jan Niemans, Peter v.d. Aa, Johan Kal, Cor v. Egmond en Henny van Roon. Een woord van hulde verdient tenslotte nog Jack Bess, die de cabaret-revue met haar aardige sketches en vlotte liedjes samenstelde. Na afloop van de voorstelling was er een gezellig bal met muzikale medewer king van John Lyons and His Band. (De klacht is juist, maarmen moet in verband met de vele straten, die thans door de sneeuw, in het bijzonder voor wielrijders onbruikbaar zijn, wat door de vingers zien. Zoodra alle rijwegen weer bruikbaar zijn, zal ook het verkeer weer normaal worden. Red.). STEDELIJK THEATER DUSSELDORF. De kunst, welke het Düsseldorfer Thea ter brengt, heeft een traditie, die ver, tot zelfs over de grenzen van Duitschland, bekend is. Dit gezelschap komt nu op 19 Februari a.s. naar Holland onder auspiciën van de directie der Duitsche Opera alhier, met Friedrich Schiller’s beroemde stuk „Don Carlos, Infant von Spanien”. De voorstellingen zullen plaats vinden op 19 Februari in het Gebouw voor Kun sten en Wetenschappen alhier, op 20 Fe bruari in den Tivoli-schouwburg te Rot terdam en op 21 Februari in den Stads schouwburg te Amsterdam. Het gezelschap staat onder leiding van Generalintendant Prof. Otto Krauss, ter wijl de regie gevoerd wordt door Peter Stanchina, een van de beste regisseurs, waarover Duitschland thans beschikt. De prachtige décors, door Gustav Var go ontworpen, zijn zoo suggestief, dat men zich in het beroemde Escorial in Madrid zou wanen. ALEXANDER BOROVSKY. De Russische pianist Alexander Bo rovsky zal op zijn concert in Diligentia op Zondagmiddag 4 Februari a.s. o.a. ten ge hoore brengen werken van: Bach, Brahms, Moussorgsky, Prokofief. HET BERNARDUSTOONEEL. In het theater Excelsior alhier heeft Zondagavond het bekende Haagsche too- neelgezelschap „St. Bernardus”, onder lei ding van Louis Thijssen, ten bate van de Missie op Flores een opvoering gegeven van Jac. Balling’s tooneelspel „Bij Heer- nonkel of Amor in de Pastorie”. Voor den aanvang der opvoering heeft de heer B. v d. Kooij, afdelingsvoorzit ter van de „Katholieke Garde”, onder welks auspiciën deze avond werd ge geven, een woord van welkom tot de aan wezigen gesproken. Voorts heeft pater F. Kluiters, missionaris op Flores, in den loop van den avond enkele interessante mededeelingen omtrent zijn Missiegebied, waar hij tal van jaren vertoefde, gedaan. De „Bernardusspelers” brachten een al leszins vlotte vertolking van het spel van ernst en boert en werden aan het slot door de aanwezigen als dank voor het be haald succes met veel applaus beloond. Met dén heer Perdok ben ik het roerend eens, wanneer hij schrijft: „Als men mij vraagt of de salarissen van al het over heidspersoneel thans in één vlak liggen, dan ontken ik dat ten sterkste” Vooral de salarissen van het technische personeel der gemeenten steken ongunstig at bij die van de technische ambtenaren in Rijksdienst, wil ik hierop antwoorden. Maar de heer Perdok heeft geen categori sche vergelijkingen gemaakt, zoodat ik hierop niet verder zal ingaan. Hoofdzaak is voor mij, op redelijke gronden te heb ben aangetóond, dat de methode van het berekenen van gemiddelden, zooals de heer Perdok dit heeft gedaan, onjuist is. Of de heer Perdok overigens den amb tenaarsstand en bloc, met zijn ingezonden stuk, een genoegen heeft gedaan, laat ik aan de ambtenaren individueel, ter beoor- deeling over. passages, die met zijn ideeën in strijd waren, maar hem moesten veilig stellen. In de bloemlezing zijn de kernachtigste uitspraken verzameld. De paedagogen, al dus Gide, hebben de neiging om klassie ken, die wat boud zijn, zoo onschuldig mogelijk voor te stellen Hier is de embal lage weggenomen. Montaigne stond tegenover het leven niet pessimistisch. „Wat mij betreft, ik houd van het leven en cultiveer het-zoo als God het behaagd heeft ’t ons toe te vertrouwen. De Natuur is een vriende lijke gids, maar niet vriendelijker dan voorzichtig en gerecht”. Tusschen geest en lichaam zag hij geen tegenstelling. De geest moet de zwaarte van het lichaam opheffen en verlevendigen en het lichaam de lichtheid van den geest aan banden leggen. Volkomen volmaaktheid achtte hij de kunst om op verantwoordelijke wijze zijn bestaan te genieten. De Nederlandsche bewerking is ver zorgd door drs. Frank de Vries. „Een man van ijzer en staal”, door Dane Coolidge. Zuid- Holl. Uitg. Mij., alhier. Wild-West verhalen zijn altijd zeer ge wild door hen, die van sensatie houden. Want zij spreken van moed en durf en schietpartijen zijn aan de orde van den dag. De titel op zichzelf zegt reeds ge noeg. En wie van dergelijke lectuur houdt, kan zijn hart ophalen en genieten van de overwinning van Snake Bil Jones van Death Valley Trail op King George Ha thaway. Snake Bil Jones had een kleinen goudader gevonden en King George be zitter van vele goudmijnen gunde hem' zijn beetje goud niet. Op oneerlijke wijze trachtte King George hem van zijn goud te ontdoen. Snake Bil verkeert voortdu rend in gevaar; verscheidene malen wordt er op hem geschoten en wordt hij ge wond, doch hij zou zijn naam niet met eere dragen als hij er niet steeds weer bovenop kwam en tenslotte toch zege vierde en King George met al zijn helpers en detectives versloeg, ’t Is goede ont spanningslectuur met een vlotte Neder landsche vertaling van W. J. A. Rolda- nus Overvallen te Chicago. De filmactrices Constance Bennett en Anita Louise hebben de politie mede gedeeld, dat vijf gewapende mannen haar chauffeur gedwongen hebben de auto, waarin zij reden, bij het trottoir stil te zetten, waarna de bandieten de beide vrouwen van haar sieraden samen ter waarde van 31.595 dollar, beroofden. De chauffeur George Bayne heeft verklaard, dat vijf gemaskerde mannen op de tree plank sprongen en hem dwongen te stop pen. Na de berooving vluchtten de man nen in hun eigen wagen. SALARISSEN OVERHEIDS PERSONEEL. De heer F. Perdok Hzn. schreef onder bovenstaand hoofd een ingezonden stuk in uw blad van 27 dezer, 't Is natuurlijk het goed recht van den heer Perdok een plei dooi te houden voor de Rijksambtenaren, maar in zijn ijver om te trachten aan te toonen, dat het gemiddelde salaris van den Rijksambtenaar lager ligt dan dat van zijn collega’s in dienst van andere overheids lichamen, begaat hij naar mijn bescheiden meening een groote fout. Hoe komt de heer Perdok aan het gemiddelde salaris van 2258 voor den Gemeenteambtenaar, een salaris, dat dus 134 hooger ligt dan dat van den Rijksambtenaar? Heel eenvoudig. Hij pakt alléén de 53 belangrijkste gemeenten van ons land bij den kop, n.l. gemeenten boven de 20.000 zielen en het geflatteerde gemiddelde in komen van den Gemeenteambtenaar is ontstaan. Simple comme bonjour! Het zou interessant zijn, indien de heer Perdok eens wilde publiceeren, tot welk juiste gemiddelde inkomen van den Ge- ruim duizend andere gemeenten van ons land niet verwaarloost. Uiteraard betalen deze kleine gemeenten lagere salarissen, zoodat het den heer Per dok wèl eens zou kunnen blijken, dat het gemiddelde inkomen van den Gemeente ambtenaar zoo al niet lager, zeer zeker niet veel zal verschillen van dat van zijn medearbeider in Rijksdienst. Het is altijd een gevaarlijk iets om on gelijksoortige groot (klein?) heden met elkaar te willen vergelijken! Les Contes d’Hoffmann opgevoerd De eerste ledenvoorstellingen, die de Wagnervereeniging in dit seizoen volgens het nieuwe, door de oorlogsomstandighe den bepaalde programma, zal geven, zijn bepaald op Donderdag 1 en Zaterdag 3 Februari a.s. in den Stadsschouwburg te Amsterdam. Bij die gelegenheid zal door de Neder landsche Opera-Stichting Offenbach’s Opera „Les Contes d’Hoffmann” ten too- neele worden gebracht in de mise en scène van U°f' dr- Lothar Wallerstein en onder eldlr?£ van mr. Johannes den ij?’ De orkestrale partij wordt ver vuld door het Concertgebouw-orkest, ter wijl voorts medewerking wordt verleend “°°r het koor der Wagnervereeniging en het ballet Yvonne Georgi. De décors zijn, volgens aanwijzingen van prof. Wallerstein, ontworpen door J. Duy- vetter en Gerard Vroom. De volgende kunstenaars treden in de achter hun namen vermelde rollen op: Ellen Schwarz (Olympia), Ruth Horna (Giulietta), Greet Koeman (Antonia), Ju dith Toff (Nicklausse), Jo van de Meent (Une Voix), Kees Smulders (Spalanzani), Justus Bonn (Nathanael), Henk Angenent (Maitre Luther), Frans Vroons (Andrés), etc.), Louis Smitshuysen (Hermann), Wil lem van Sante (Schlemil), Truus ter Stee- ge (La Muse). De rollen van Hoffmann, Crespel en Lin- dorf (etc.) zijn dubbel bezet: op 1 Febr. worden deze rollen vertolkt onderschei denlijk door Chris Reumer, Henk Ange nent en Otto Couperus, op 3 Februari on derscheidenlijk door Michel Gobet, Johan Lammen en Theo Bayle. RIJVERKEER OP DE TROTTOIRS. Er is reeds heel wat geschreven over het niet voldoende sneeuwopruimen in onze stad, maar voor zoover ik weet, is één gevaarlijke zijde van den toestand nog niet oelicht. Want zeer zeker schui len er gevaren in het feit, dat velen, die op den rijweg thuis behooren, zich maar zonder meer hebben meester ge maakt van de trottoirs, althans' in som mige wijken, zooals b.v. het Archipel- kwartier, waar vooral de lange, rechte Riouwstraat voor dit doel uitverkoren schijnt te zijn. Daar kan men den gehee- len dag, en ook des avonds, genieten van het gerij vlak langs de huizen. Broodkar- rer, melkwagens (gelukkig niet van alle firma’s), fietsen: alles maakt van de troit- toirs gebruik De wielrijders denken er zelfs niet aan, hun vaart ook maar eenigszins te matigen. Menschelijkerwijze gesproken kan ik mij begrijpen, dat zij liever over min of meer schoongemaakte stoepen te rijden, dan door de dikke sneeuwlaag op den weg, die voor hen be stemd is. Maar waar blijven de rechten van de voetgangers, die hier en daar toch al moeite hebben, om op de been te blij ven? Reeds in gewone tijden is het erg genoeg, want de boodschapjongens uit dit gedeelte der stad hebben ook een uitge sproken voorkeur voor de trottoirs, voor al aan den kant der oneven nummers, waarop verschillende zijstraten en een gang uitloopen. Links en rechts gaan ze maar door elkaar; zelfs jongedames ma ken zich aan dit feit schuldig, dikwijls nog twee aan twee zich naast elkander voortbewegend. Een opmerking, dat trot toirs geen rijwegen zijn, wordt gewoon lijk beantwoord met eeq hoongelach of een of ander vriendelijke benaming. Moet dit nu zoo doorgaan? En zal het blijven voortduren, als eenmaal de sneeuw weer zal zijn verdwenen? Of moe ten eerst ongelukken gebeuren? Het is voor de voetgangers toch al niet gemak kelijk. zich te verplaatsen, maar dit gaat wel allen perken te buiten. ARCHIPEL. FRYSK SELSKIP „RJUCHT EN SLJUCHT”. Zondagavond heeft in het gebouw „De Vereeniging” de tweede „Winterjounen- ocht” van dit seizoen plaats gehad. De zaal was geheel bezet, ook door een goed contingent Friesche militairen. Deze keer was het hoofdnummer geen uitvoering van de eigen tooneelclub, maar traden de spelers van het bevriende selskip „Fryslan” van Amsterdam op met het nieuwe blijspel van Schuitmakers, „De Moskeflap” (de Musschenval). onder lei ding van den heer W. de Jong. Het is een luchtig en kluchtig werk, met echten Schuitmaker-humor en dolle situaties doorspekt. Geen wonder dan ook, dat, mede door het voortreffelijk spel der Am- sterdamsche Friezen, de opvoering tot een daverend succes werd. Na de voorstelling dankte de tweede voorzitter de spelers, leider en bestuur ders voor hun vriendsch appelijke mede werking en huldigde in den mede aan wezigen bondsvoorzitter het resultaat der vriendschappelijke gezindheid tusschen de „kriten”. Het eigen selskipskoor bracht, onder leiding van den heer Alb. Jager, een viertal zangnummers ten gehoore. Wel hadden mobilisatie en griep de rijen gedund, haar het „blijvend gedeel te” zong met entrain. Oud en jong bleef daarna, onder gezellig „petear” en geani meerd dansen, geleid door den heer A. J. Lambooij, nog geruimen tijd bijeen. VOGELLEED. Hoe bedroevend het leven der in het wild levende vogels gedurende de winter maanden is, wordt helaas nog maar veel te weinig door stedeling en buitenman begrepen. Zie hoe de vogels worstelen in de harde sneeuw en hun laatste krachten inspannen om nog iets van onder de harde korst op te diepen. Honderden sterven van uitputting. Onze zingende vrienden lijden gebrek! Zij vragen ons allen: doe wat voor ons! Houdt uw kat zooveel mogelijk bin nen. Ook zij maken dagelijks zeer veel slachtoffers. Zet voeder buiten, ver spreidt het in kleine hoopjes, ver uit el kaar, omdat dan ook de „zwaksten” iets kunnen bemachtigen. Zorg ook voor drin ken, op luwe plaatsen neer te zetten, om bevriezen te voorkomen. Bij sneeuw is dit niet noodig. Vogels eten sneeuw. D. HOOS. Controleur Vogelwet 1936. KAPPERSPATROONSVEREENIGING. In verband met het 2-jarig bestaan houdt de Kapperspatroonsvereeniging Ne derland, afdeeling den Haag, heden avond in gebouw de Vereeniging, Willem- straat, een feestavond. Een gevarieerd cabaret-programma is door de Oranjevereeniging Prins Bern- hard samengesteld. Met een bal tot 4 uur wordt de avond besloten. In de Nederlandsche Biblio graphic wijst mr. Ritter op de „Ebbe” die er is ingetreden in den stroom van boeken en den kooplust na Sinterklaas en Kerstmis. Verder worden nog tal van nieuwe uitgaven besproken. De gratie van een besneeuwden den is het, die men bewonderen kan op de titel plaat van „In weer en win d”. Het is één der actueele winterfoto’s, die de leider der camerarubriek. W. A. van Be- zooijen, afstond voor ’t Januari-nummer. Simon de Waard opent blijmoedige per spectieven door reeds nu onze aandacht te vragen voor de bonte steekspelers onder de vogels: de kemphanen. De natuur van Finland, dat thans in het middelpunt staat der vuereldaandacht, vindt een geestdriftig beschrijver in Ger rit van der Heide, die het land bezocht vóór de geruchtmakende invasie. Welk een belangwekkende constellatie van den winterhemel Orion is, blijkt duidelijk uit het betoog van den astronomischen mede werker dr. A. J. M. Wanders. Van den overigen veelzijdigen inhoud vermelden wij nog de door Willem Hoffman bewerk te legende van het kind, dat om zijn lijk kleed vroeg, een artikel van dr. J. C. van Hille over de flamingo’s van Kaapstad, een voortzetting van dr. C. van Rij singe’s relaas over het gele gevaar (de wolhand- krab), een korte verhandeling van A. J. de Boer over het waternetje en een ver haal van prof. dr. A. M. Brouwer over Ameland’s vlinderrijkdom. H. E Stenfert Kroese’s Uitgevers Mij. alhier deed verschijnen: „Nederland in oorlogst ij d”, redevoeringen ge houden door prof. dr. F. Muller, prof. mr. H. C. Josephus Jitta, mr. dr. J. van Walré de Bordes en mr. J. Linthorst Homan. Bavo, fam. O. Bekkema, W. C. Bekke ring, mevr. E. G. v. d. Berg en kind. K. v. d. Berg en echtg., mevr. C. K. Best en 4 kinderen, mevr. H. H. P Beukering en kind, mevr. P. M. Beune, A. J. Bexkens, fam. P. Bierman, mej. A. v. Blijenburgh, C. G. Boer, mevr. A. de Boer, G. W. G. de Boer, fam. M. P. Böhre, H. T. Bon- gers, P. v. Boom, G. K. Boot, A. L. Borst lap. fam. M. Bos, M. P. Bos en 2 k., mevr. H. W. Bosch, fam. A. Bosman, mevr Cn. H Bouter, W. Boverhof, mevr. G. M. v. Brakel en k., fam. H. N. Brendel, W. C. L. Brocx, J. J. v. d. Broek, mevr. J. Broersma, N. L. Bromet, mej. N. Bron, fam. H. C. Brouwer, mevr. M. C. U. von Brucken Fock, mevr. A. v. Bruggen en 2 k„ W. F. C. M. de Bruyn, J. de Bruyn, B. J. de Bruyne en echtg., fam. R. H- Bijkerk, mej. M. H. F. v. Cattenburgh, J. W. Caviet, mevr. W. Christ, G. R. T. Coe- nen, mevr. E. Th. Cohrs, mevr. J. Comme- lin en k., R. O. Consen, Ch. Cooke en echtg., D. L. Coomans en echtg., mevr. J. M. Corndorffer en 2 k., mr. J. F. Cor nells en echtg., fam. L. J. Cox, mevr. M. A H. A. Creyghton, E. Croes, fam. H. S. Dahler, mej. A. S. v. Dam, dr. W H. Daukes en echtg., R. Dekens en echtg, J Dekker, eerw. zuster M. Diderica, J. C. T. J. Dikkeschey, fam. mr. H. Doeve, fam B. P. van Doezelaar, M. A. Domin go, mevr. A. H. M. v. Dongen, mevr. H. den Dooren de Jong, mevr. P. Douma, T J Duin H. R. van Duin, mej. S. F. v' d. Dussen, F. v. Dijk en echtg., mevr. G. v. Dijk, W. M. D. van Dijk, mevr. S. Dijkerman en k., fam. J. H. Eisma, P. J. Elink Schuurman, J C. Ertzen, mevr. H. A. Ezendam, mevr. M. R. Fabel en fam. J. C. A. Faber, L. G. V. de Ferrante en echtg., F. Ferwerda, F. J. P. Ferwerda, mej. J. Ferwerda, fam. J. H. Fikkert, M. Flohil. mevr. A. Frangenheim en k„ J. W. Franken en echtg., W. A. Friebel, mevr. A. Frings, mevr. G. Frijlink en d., fam. ds. Fijn van Draat, D. L. Galjaard, A. J. Goerings, fam. A. Gerrits, mevr. F. v. Gestel, mr. K. F. v. Geuns, fam. B. A. v. d. Giesen, M. J. A. ’t Gilde, eerw. frater Godefridus, mevr. J. Goos en 2 k„ G J. Govaars en echtg., M. Grimminck, F. W. Grol, H. Groothuizen, B. H. Groten- dijk, fam. J. O. van Gruisen, E. Grünwald, J. L. H. Gunst, J. C. v. Gijn, mevr. K. H. v. d. Haar, mej. H. Hacquébard, A. Ha gen, H. Harms, fam. ir. G. v. d. Harst, M. J. Th. Harts, B. R. P. Hasselman, jongej. D. v. Hattum, jongej. H. J. v. Hattum, eerw. soeur Hedwigis, mej. W. J. C. v. d. Heiden, fam. W. F. Heinze, mevr. G. v. Helsdingen, mej. M. v. Helsdingen, K. Hendriks, zeereerw. pater Herman Josef, I. M. Hermelijn, fam. W. Heshusius, fam. G. A. Heubel, C. v. d. Heul, E. E. H. Hoen en echtg., fam. P. W. Hoetjer, J. J. v. d. Hoeven, mevr. E. Hofacker, mej. L. Hofsté, J. A. Hofland, R. N. Hol lander, mej. C. E. Hollander, mej. E. Holst, fam. C. Hoogendoorn, M. Hoogen- doorn, P. Hoogvliet en echtg., fam. J. H. v. Hunnik, fam. R. Huls, L. Hulsbosch en 3 k., mevr. M. A. M E. v. Huykelom, M. J. J. Huyten, dr. M. Iljas, G. G. Illis en echtg., G. W. H. baron v. Imhoff, mevr. W. Inkenhaag, eerw. frater Irenaeus, A. J. V. Isasca en echtg., mej. H. F. Isa sea, W. J. Jacobs, H. K. Jagers, W. H. J. Jan sen, F. Janssen en echtg., J. H. Janssen, fam. P. Janssonius, fam. W. F. Joanknecht, A. de Jong, familie C. L. de Jong, familie J. Jorritsma, eerwaarde zuster M. Josephe, F. F. Kaarsemaker, A. Kar- reman, A. Kerseboom, P. v. Kerseil, zeer eerw. pater L. A. M v. Kessel, fam. J. Ke telaar, fam.'A C. Kimmel, fam. dr. M. J. Kingma, fam. F. J. Klaiber, fam. R. E. Kla- sing, mevr. S. Klein-Vogelbach, fam. A. de Kleyn, mevr. E. J. Klobbie, J. Knigge, H. A Knops, P. v. d. Knijf, fam. G. H. Kohier, mevr. W. H. Kokkelink en k., N. Konijn, mej. A. E. C. Kool, B. W. Koot- stra, P. J. Kooyman en echtg., fam. J J. v Koperen. J. W. J. Korff, H. G. Korde- rijnk en echtg., C. Koppelshoek, fam. A. J. P. Kouwenhoven en echtg., mej. J. F. Kouwenhoven, mevr. S. T. Kouwenhoven en k„ J W. Kraan, mej. C. J. Kriek, mej. A. Kronheimer, A. J. Kruyer en echtg, mevr. M. Kruyselbergen, P. C. Kruyt, fam. mr J G. Krijger, mej. N B. Kuiper, mevr. M. D. C. M. Kuneman en d., J. A. Kune- man, J. H. Kuys en echtg., A. v. d. Laan en echtg., fam. H. H. v. Laer, A. L. Lager- wey, H de Lange, mej. E. Laufer, H. Lau- fer, fam. F. H. Laurens, G. W. Leih, mej. W. Lekkerkerker, mevr. G. M. Lelieveld en 4 k., L. J. Lembeck, mevr K. Lenderink eh 2 k., H. H. Leutscher, mej. F. J. v. d. Leuv, B. Th. >an Lierop en echtg., D. v. Lieshout, fam. M. L. Liket, fam. ir. J. Lim- borgh, J. W. v. d. Linde en echtg., fam. ir. F. C. H. Lorch, M. J. baronesse van Lyn den en deerw. soeur M. Petra, dr. W. Mayne en echtg., C. W. J. v. d. Meulen F. Meyerink en echtg., G. H. W. A. Mey- link, mevr. M H. Menting, ir. L. P. v. d. Meulen, R. Middendorp, U. L. Mitchell en echtg., E. Moscou, mevr. G. A. Mulder en 2 k., M. N. Mulder, mevr. M. C. A. Miil- ler, A A. Musch, eerw. zuster M. Myriam Josepha, eerw. zuster M. Myriam Magda lena, ir. R. Naber en echtg., F. C. Th. B. Nauta, fam. J. Nawrocki, mevr. J. Nie- kerk, J. H. Nieuwenhuis, A. Noë, mej. L. Numan, A. Munnikhoven, W. J. H. v. Nus, J. F. Nijdam, G. M. P. A. A. Ockerse en echtg., G. P. Olofsen, fam. F. J. Omans, H. H. Pasters, V. K. Pavlicek en echtg., fam. H. v. Pel, J. N. Peters, B. Pettinga, P. J. B. Pieck, J. W. Pieters en echtg., mevr. P. M. Pieters en k„ J. H. Plantjé en echjg.. W Plantjé, mevr. A. M. Platte, fam. J. M. v. d. Poel, fam. J. Pouw, fam. E. P. Proost, mevr. A. C Raats, mevr. C. A. Reyers, fam. J. Reyers, mej. E. M. de la Rivière, P .B. Roeland, fam G. A. de Rooy, fam. B. Rosmolen, J. W. de Rover, H. J. Ruben, mej. C. W. Rühl, W. Rüsch, fam. J. C. Rijk, fam J. W. de Rijke, G. S. Sanders, mevr. S. Santman, mevr. M. M. Scher mer, mej. G. Schermer, fam. C. Schippers, fam. A C. Schoonakker, J. Schoof en k„ J. C. Schouten en echtg., mej. C. A. Schouten, fam. P. W. O. Schreuders, mej. L. O. Selleger, L. G. Sengers, A. B. D. v. Seventer, dr. S. Smit, mevr. M. R. Smolders en 2 k., mevr. C. M. J. Soeters en k., fam. P. G. A. Sonnenberg, jongeh. A. J. E. Sorgdrager, jongeh. P. A. Sorg- drager, fam. W. C. A. Spruyt, mevr. A. Spijkerman, mevr. H. J. E. I. Stecher en 2 k., jhr. ir. F. Stoop, ir. T. P. Storm van Leeuwen en echtg., freule J. J. Strick van Linschoten,. jonkheer W. Strick van Lin- schoten, fam. T. v. Strien, H. Surbeck, Mej. L. Tamminga, J. v. d. Tempel, dr. G. S. Terry, fam. P. F. A. Terwijn, zeereerw. pater Theophilus, L. J. J. Thönissen, J. H. Tieman, fam. ir. A. Timmer, mevr M. A. J. Timmermans, G. Uitenbroek en echtg., S. V. W. Ulfers, fam. F. A. Val kenhof!, C. H. Varkevisser, P. J. Vaste- nou, W. J, H. v. Veen en echtg., G. v. d. Veen, fam. C. Verdonk, fam. G. B Ver- goes Houwens, A. Vermeer, fam. P. A. Vermeer, C. A. Vermeulen en echtg J A. Versluis en echtg., J. J. Verwijk i,’ H. S. Visman, J. A. Viveen, J. Vleeshouwer en echtg., C. A. Voermans, mevr. P Voer man, J. J Vooys, mevr. M. Vonk en k mevr. W. Vos-Hemken, fam. G. A. E. de Vries, mej. G. J. H. de Vries, fam ir. J. de Vries, fam. J. A. A. de Vries, OSH de Vries en echtg., mevr. L. de Vroorne en k„ mevr. Th. P. Th. van Vugt, C A. Vuurmans en echtg., P. p. Walter, mevr, w r w Hagemans, F. Wagenaar, mej. C. H. F. Weber, mevr. L. J. Weenink en 2 k L. v. Weersch, A. Weissmann, J. v. d Werf arbtepChtfw tWes®els- L- H. Wessels en echtg., J. Westerveld, L. C. J. Westra en qJ wWeyenbeT fam' A- c- WiegeU mej S. Wiersma, J. H. Wilmott, J A Wilton van Reede. fam. E. J. Wind zeer eerw. pater J. Wintraecken, fam W J mej' Wolfensberger, fam w' A p.mWT wm®Vr M C' v’ d Woude en k ZeT fa^Tn m7 VrK F E- Youe11' E- v d.’ 2 k A 7oli?r Zfrb' m4Vr' H’ Ziesel en z Roller, A. v. Zuiden en echto fXVIH 7w Zu?!e\j°<Wh. J. jnZwage^ fam. H. Zwesenjn, W. F. Zijdenbosch. TIJDSCHRIFT. p- van den Aardeweg schrijft in u e Tooneelspiegel naar aanleiding van het vervullen van de rol van Kniertje over „Rolbezetting en piëteit”; Lau Ezer- man wordt herdacht; I. J. E. de Lange is op bezoek geweest bij Nel Oosthout, een overzicht wordt gegeven over 1939. Voorts heeft de redacteur een onderhoud gehad met Maurits Parsen. Fb-blieke Werken schrijft ir. w een geïllustreerd artikel over Washington D.C.; over Technische lucht- "^^■mingsmaatregelen schrijft ir. J. Bij A W. Sijthoff’s Uitgeversmaatschap- piJ w Leiden verscheen een nieuw Tijd- S t v L. ’’Ibternationale vraag stukke n”, dat door deskundige kenners voorlichting wil brengen op het gebied van de vele zich dagelijk voordoende interna tionale problemen. Scherpe formuleeering en weloverwogen objectiviteit zullen het tegengif moeten leveren voor overdonde rende en verbijsterde propaganda. Hierbij zullen ook in het bijzonder die vraagstuk ken de aandacht trekken, welke het be lang raken van den Nederlandschen Staat en de belangstelling wekken van het Ne derlandsche Volk. Het tijdschrift zal onder redactie staan van mr. J. van Zwet, mr. A. B. Cohen Stuart, H. Ch. G. J. van der Mandere, dr o- E van Raalte, prof mr R Regout S.J meenteambtenaar hij komt wanneer hij de Th. F. M. Schaepman, prof dr J. Tin- v»n bergen, mr. H. Willemse, dr. T. P. Sevens- ma. Het eerste nummer bevat de volgende artikelen: „Nederland en België. Waarom toenadering”, door J. Hoste, oud-minister van Onderwijs van België; Rede van mr E N Kleffens, minister van Buitenland- sche Zaken; Onze Nederlandsche neutrali teit, door mr. J. Schokking De rechten en plichten van de neutralen, door prof, mr R H. W. Regout; De economische zijde der DE COMÉDIE FRANCAISE in den KON. SCHOUWBURG. Jean Racine: „Britannicus” en „Les plaideur s”. De Haagsche afdeeling van de Alliance Francjaise viert haar 50-jarige bestaan op een waardige wijze met twee officieele voorstellingen van de Parijsche Comédie Franqaise, waarvan de eerste gisteravond heeft plaats gehad en de tweede van avond zal worden gegeven, beide malen in onzen Kon. Schouwburg. Er was gisteravond groote belangstel ling, ongetwijfeld gepaard met erkente lijkheid voor het feit, dat men erin ge slaagd is, ondanks de moeilijke tijdsom standigheden, een voortreffelijk ensemble Fransche tooneelkunstenaars hier te doen optreden. Ook van de zijde van het corps diplomatique bleek wederom deze be langstelling. De keuze was gevallen op twee stuk ken van Racine, wiens geboorte (300 jaar geleden) men de vorige maand heeft herdacht en wiens werk in verband daar mee op het repertoire was genomen. Het bleek een goede keuze te zijn, al thans wat het eerste stuk betreft, het ernstige drama „Britannicus de tragische worsteling om de macht tusschen den wreeden keizer Nero en zijn heersch- zuchtige moeder Agrippina, die den jon gen Britannicus naar voren schuift; een worsteling, welke gekruist wordt door het liefdesdrama van de schoone Junie, op wie zoowel Nero als Britannicus ver liefd zijn. Wat dit stuk, afgezien van den boeien den inhoud, de knappe compositie en de mooie taal, gisteravond vooral interes sant maakte, dat is de uitnemende wijze, waarop het werd vertolkt. Deze Fransche tooneelkunstenaars verstaan de (in ons land zeldzame) kunst van verzen-zeggen, d.w.z. het rhythme, den cadans, het schoo ne geluid (het karakteristieke dus van den versvorm) tot hun recht te doen ko men en zoo de taal te maken tot zinvolle muziek, een lust voor het oor, en tegelij kertijd juist den zin van de woorden te accentueeren en daarbij aansluitend spel te geven. Dit nu is alléén mogelijk, als men een strengen stijl in acht neemt, een strengheid, welke den indruk van een zekere losheid en natuurlijkheid niet schaadt, roear deze op hooger plan brengt en welke stijl niet slechts van het indi- vidueele spel, maar vooral van het sa menspel het kenmerkende is. Welnu: dezen stijl, deze suggestie van aesthetische, harmonische natuurlijkheid en dit vermogen van schoon, zonder valsch pathos, zinvol en indrukwekkend verzen-zeggen brachten de kunstenaars uit Parijs gisteravond in hooge mate, waar door de vertooning van „Britannicus” tot een genot van hoog gehalte werd. Prach tige, levendige tafereelen, welke men ge boeid en bekoord met oor en oog volg de, vonden hun hoogtepunt in het schit terend gespeelde onderhoud tusschen Nero en Agrippina. Maar de Nero van Yonnel was dan ook prachtig, levend en vol innerlijke bewogenheid; de Agrippina van Marie Ventura stond eveneens op een zeer hoog peil. Heel goed was even eens de Narcisse van Escande. Geprezen mogen ook worden Jeanne Sully (een teedere Junie), Alexandre (Burrhus), Britannicus (verdienstelijke, kleurige ver tolking door een jongeman, Oury, leer ling van het Conservatoire), Henriëtte Barreau (Albine). Het samenspel van dit uitgelezen ensemble liet niets te wen- schen. Het succes was, getuige het lang aan houdende warme applaus, groot. Na de pauze ging een vermakelijke klucht van den veelzijdigen Racine: „Les plaideurs”, onschuldige dwaasheid, waar om veel gelachen werd. De grap werd met veel verve gespeeld door de heeren André Brunot, Denis d’Inês, Lafon, Pierre Bertin, Le Goff, Jean Meyer en de da mes Catherine Fonteney en Jeanne Sully. Een mooie, succesvolle avond van zeer goed Fransch tooneel; een succes óók voor de jubileerende Haagsche afdeeling van de Alliance. Op Vrijdag 2 Februari a.s., te 8 uur, geeft bovengenoemd ensemble (N.O.M.E.) haar eerste uitvoering in het Gemeente museum, Stadhouderslaan. Het doel van het ensemble is, om met jonge, talentvolle krachten onbekende en weinig gespeelde werken uit te voeren, zooveel mogelijk in den oorspronkelijken vorm. Artistiek lei der en dirigent: Heinz ’s-Gravesande; ad ministrateur en regisseur: Cor van der Rest jr. Als gast werken aan de eerste uitvoering mee; Louisette de Vries en Wilma Godefroy, sopraan; Willem Her- ckenrath, bas-bariton. Het ensemble bestaat uit: Isy de Vries en Annie de ZeeuwSlierendrecht, so praan; Rie Popma—v. d. Puil, alt; Huib Kalsbeek, tenor; Bram van Luyn en Jo Vrolijk, bas, en een strijkorkest. Met ver schillende solisten wordt nog onderhan deld. Aan de eerste uitvoering werken ver der mee: Atie BrederodeBettink, spinet, en J. Weyand, fluit. Het programma be vat: 4 Marschen voor orkest (uit onbe kende opera’s) van Handel, de Kaffee- Kantate (Kantate no. 211) van Bach, een Divertimento in D (K.V. 136) voor strij kers van Mozart en na de pauze gaat in operavorm een volledige uitvoering van „La Serva Padrona” (Die Magd als Her rin) van Pergolese, voor het makkelijk volgen van den tekst in de Duitsche taal. „Een reis op twee halfron den”, door Joh. van Hulzen. D. A. Daamen’s Uitgeversmij., alhier. Deze roman van een gezin, deze bur gerlijke milieu-beschrijving, doet wat ouderwetsch aan. Het is de geschiedenis van het gezin Volkerts met zijn ups en downs. Volkerts, die zijn onderwijzersacte heeft behaald, heeft niet zoo’n moeite als de anderen om een baantje te zoeken. Ook toen, ongeveer dertig jaren geleden, was het voor de onderwijzers al niet beter dan nu. Volkerts echter heeft ge boft. Hij wordt gemobiliseerd, komt ech ter vrij, doordat hij een betrekking ifi Indië aanvaardt, en trouwt. Het is daar jaren lang ploeteren en sjouwen in de buitengewesten. De crisis komt en op 45-jarigen leeftijd, in de kracht van zijn leven, wordt hij afgevloeid, gepension- neerd met een inkomen, te klein .om zes kinderen een behoorlijke opvoeding te geven. Het wordt kniezen en morren, pogen om een bijbaantje te kriigen, tot een maatschappelijke functie wat vreug de in zijn leven brengt. Zooals gezegd, doet de roman wat ouderwetsch aan. Dit neemt niet weg, dat hij onderhoudend is en het lezen zeer waard. Vooral voor jonge onderwijzers, voor hen, die naar Indië trekken. Leven dig worden de moeilijkheden beschreven, welke een jong huishouden te bekampen heeft, doch ook de voldoening, als deze doelmatig bestreden zijn. Wat alleen ge beuren kan, als man en vrouw, in groote liefde voor elkaar, op elkaar steunen en in elkaar gelooven. „Drijvend Casino”. Jo Otten. A. A. M. Stols, Maastricht. Jo Otten is niet de eerste, die een ro- man van de roulette en de speeltafel ge- schreven heeft. Hij zal ook niet de laatste zijn. Trouwens schrijven over hazard lokt hem aan. Schreef hij ook niet een roman over het goud van de Lutine, waarmede wij tevens willen ontzenuwen de mededee- ling, dat dit een eersteling van dezen schrijver is. Hoe teleurstellend is dit boek, dat on evenwichtig in conceptie is, vaak uitweidt over bijkomstigheden, afdaalt in détails, om dan weer kort te zijn, waar men weer verwacht zou hebben iets meer te ver nemen. Het is dan ook geen roman van het spel geworden. Het is meer een ven tilator om de gedachten en ideeën van den schrijver over deze wereld te spuien, een wereld, welke aan machtsbegeer te, egoïsme en decadentie ten gronde zal gaan. Wil men deze geschiedenis opvatten als symboliek, dan is inderdaad te begrij pen, dat de navrante sfeer van de speel tafel wel zeer op den achtergrond is ge raakt. De hoofdpersonen aan boord van het speelschip „Arizona” zijn Ernst Coo- rengee, een Hollandsche beeldhouwer en Ilona Simekavi, een heerschzuchtige Hon- gaarsche. Tusschen hen ontwikkelt zich een strijd om de macht, waarbij de vele anderen, die zich aan boord van dit schip bevinden, niet onverschillig kunnen blij ven. Een epidemie, veroorzaakt door een ratteninvasie, brengt de opvarenden niet alleen in een staat van lichamelijke uit putting, doch ook van geestelijk verval, zoodat een hunner in een waanzinvlaag den brand er in steekt, waardoor het grootsch opgezette speelschip een roemloos einde vindt De roman van Jo Otten heeft een teveel De schrijver heeft zichzelve over stelpt met woorden, waarbij hij zich bo vendien niet heeft kunnen losmaken van een sensueelen inslag, welke hij blijkbaar noodig heeft geacht om de decadentie te perfectionneeren. TOEGEZONDEN BOEKEN „Leven en Dood”, door dr. A. J. Westerman Holstijn. Uitg. Er ven J. Bijleveld, Utrecht. In dit uiterst gedocumenteerd werk geeft dr. Westerman Holstijn, wiens boek „Grondbegrip der Psycho-analyse” wij eveneens met groote belangstelling hebben gelezen,, medisch-psychologische beschou wingen ‘over de twee polen in ons aard- sche bestaan, „leven en dood”. Dit is zeker de grootste verdienste: de voor leeken ver staanbare taal, waarin het geschreven werd. Al laat het boek ook vraagpunten open, de uiteenzettingen zijn van dien aard dat zij in hooge mate voldoening schen ken ten aanzien van kwesties, die het gees tesleven beroeren. Freud’s psycho-analys- tische onderzoekingen vormden voor den schrijver de basis zijner theorieën, die hij aanvaardbaar doet zijn door de aange haalde voorbeelden. Dr. Westerman Hol stijn constateert feiten en aan de hand daarvan ontwikkelt hij zijn inzichten, die binnen de grenzen blijven van het bevat telijke. „Er zijn niet meer zenuwpatiënten dan vroeger. Alleen zijn er meer zenuw artsen”, aldus stelt de doctor vast. In een tijd van ontwrichting op alle gebied, schep pen zijn beschouwingen een weldadig aan doende geestelijke rust. Men leze bijv, het hoofdstuk over den zelfmoord. De mo gen we het zeggen „zakelijke” uiteen zettingen, kunnen heilzaam werken. Op dr. Westerman Holijstijn’s „colleges” hier uitvoerig in te gaan, valt buiten het be stek van deze recensie. Het boek, dat be sluit met een voortreffelijke kenschetsing van de figuur van Freud, moge niet alleen lezers vinden onder studenten en medici, doch ook onder vele leeken, gezien zijn verhelderende werking. „Het Volk van Vrederijk”, door P. Maaskant. Uitg. N.V. Stemerding en Co., Rotterdam. Het boerenleven op de Zuidhollandsche eilanden leverde den auteur de stof voor zijn roman. Afgezien van het feitelijk ver haal, dat een tikje langademig is, is het boek door zijn kleurige schildering van den landbouwersstand, aantrekkelijk. De typische locale sfeer geeft aan Maaskant’s oeuvre het karakter van een streekroman, een genre, dat in onze literatuur meer en meer ingang vindt. Het geheel is te be schouwen als een nauwgezette biografie van het landbouwersgeslacht Dekker. Han dig heeft de schrijver het gevaar hiervan, n 1 het treden in herhalingen, weten te omzeilen Maaskant is een vlot verteller, soms doet hij het in een tikje naïeven stijl. Raak typeert hij den koppigen boer,die zich met hand en tand verzet tegen studienei- gingen van een zijner zoons en later van een kleinzoon. De oude Dekker ziet hierin een blaam voor de familie. Traditie alleen is bij hem doorslaggevend. Voor het mo- reele leed, dat hij door deze eigenzinnig heid veroorzaakt, is. etA^z'"s' leven lijdt er begrijpelijk onder Als zijn verzet niet krachtig genoeg blijft om de studienlannen van zoon en kleinzoon in de war te sturen is er bij den ouden Klaas Dekklr geen berusting; er blijft hartzeer. Er is humor en tragiek in dezen roman, welke het levendig karakter verhoogen. Te groote gedetailleerdheid zou men als eenig bezwaar van het boek kunnen aan voeren wellicht een gevolg van s schrij vers diepgaande studie van het landbou- wersleven °P de Zuidhollandsche eilanden. „De levende gedachte van Montaigne”, door André Gide. Uitg. N.V. Servire, alhier. Het tweede deelte van de reeks „Leven de Gedachten” is gewijd aan den Fran- sehen schrijver en levenskunstenaar Mon- ane die in de tweede helft van de zes tiende’eeuw zijn Essais schreef. Hij is, zoo André Gide in de beschouwende Inleiding tot een bloemlezing uit dat werk, JkZ «fenaar van de zelfkennis. Hij heeft SnTXci" gedwongen, maar geeft zijn overdenkin gen zooals zij hem invallen vaak met el kaar in strijd, maar steeds levend en op- IXrht Hij ontdekt de onzekere aspecten der persoonlijkheid en de onevenwichtig, hid van het ik, welke later het onder werp van de moderne psychologen en «■hriivers zouden worden Door zijn veel zijdigheid hebben zeer tegengestelde gees- fpn hem geciteerd. Ook deze tijd, zoo meent André Gide. heeft behoefte aan menschen als Montaig ne die de onaantastbaarheid van hun ge weten en hun onafhankelijkheid en auto nomie wisten te handhaven te midden van verderfelijke onderwerpingen en laffe aanvaardingen. Daartegenover staan ech ter in zijn werk opzettelijk ingevoegde

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 7