de van De bijzetting asch van Anthony Fokker 0° Plechtigheid op de begraafplaats te Westerveld Tri ~bjd van nood.- HAAGSCHE COURANT VAN ZATERDAG 3 FEBRUARI 1940. VIERDE BLAD, PAGINA 2. MIJNHARDT’S laxeer- 1 tabletten werken zacht en «eker1 ooos 60c» VOOR HELDERE WASCH D Q FRUITWEG 28 Bi e het veilig verkeer Onze kustverdediging mannen zijn van Ontrouw en nalatigheid in geldelijk beheer Gemobiliseerden, die in Duitschland werkten de wit-besneeuwde be graafplaats van Wester- De chapelle ardente te Driehuis- Westerveld, waar de urn met de asch van Anthony Fokker stond opgesteld. De stadstram en „Het is een zegen voor een land, wanneer er onder zijn zonen zulk kaliber” veld is vanmorgen onder enorme belangstelling de asch van den Nederlandschen vliegtuigbou wer Anthony Fokker bijgezet. Alle treinen, die in Westerveld ^topten, brachten uit het ge heele land autoriteiten op lucht vaartgebied en belangstellenden aan, die den beroemden Neder lander, die in Amerika is ge storven, de laatste eer wilden bewijzen. ïxtra vleesch en groenten voor ondersteunden De Kamerrede van minister van Kleffens Ir?' RECLAMES. het in en veilige dezulken Fokker den de de Schriftelijke vragen van het Kamerlid de Marchant et d’Ansembourg.. positie- of niet Rede van burgemeester Vlugt. Namens de commissarissen van om Fok- zullen er den geest 1 1 de be- De heer W. van Neyenhoff spreekt als vriend. De heer W. van Neyenhoff schetste Anthony Fokker als vriend voor dege nen, die zijn vriendschap mochten win nen. Ook voor hen is het verlies door zijn overlijden groot, omdat zijn plaats door geen ander kan worden ingeno men. Het is met geen woorden te be schrijven wat Fokker voor zijn vrienden is geweest. Wij behouden de gedachte hieraan als iets zeer kostbaars. Rede van den heer Plesman. Sprekend namens de Nederlandsche luchtvaartwereld, zeide de heer A. Ples man, directeur van de K. L. M., dat wij het heengaan van Fokker in de eerste plaats betreuren om hemzelf. Buitenge. zijdige opvatting der neutraliteit van sommigen zijner partijgenooten bestre den en tevens warme hulde gebracht aan den Nederlandschen minister van Buitenlandsche Zaken. De Belgische li berale leider onderschrijft geheel de Nederlandsche these van het Europee- sche belang onzer neutraliteit. „Het is van het hoogste belang voor Europa en voor de oorlogvoerenden zulke neutraliteit te eerbiedigen Ne derland wil blijven een land van vrij heid en van onafhankelijkheid en niet in den dienst staan van gelijk welke vreemde mogendheden”. Belgische liberale bladen niet tevreden Een aantal liberale, in het Fransch verschijnende Belgische bladen heeft zich niet tevreden getoond over wat mi nister Van Kleffens over de samenwer king met België gezegd heeft, lezen wij in de „N.R.Crt.”. De „Flandre libérale”, het orgaan van de felst Franschgezin- den te Gent, is zelfs zoo ver gegaan te schrijven, dat deze ministrieele rede niet in overeenstemming was met een „waardige en fiere neutraliteitshandha- ving”. Die woede schijnt vooral veroor zaakt te zijn, doordat Nederland, net zoo goed als de Belgische regeering zelf trouwens, weigert een automatisch werkend militair samengaan in geval van een aanval op het grondgebied van één der beide landen te aanvaarden. Ook bladen als „La Gazette”, „La demière Heure” en „Le Soir’ ’eischen zulk een automatisme, dat overigens naar hun meening slechts tegen één der oorlogvoerende landen zou gericht kun nen zijn. De roomsch-katholieke pers, de Waalsche zoowel als de Vlaamsche, heeft die opvating bestreden en ook onder de socialisten steunt de over- groote meerderheid de voorzichtige po litiek van minister Spaak. In een hoofdartikel van „Le Soir” nu (de hoofdartikelen van dit blad hebben steeds min of meer het karakter van beschouwingen van een vrije tribune) heeft de voorzitter van de liberale par tij, de heer Coulonvaux, die al te een- n verband met de aanhoudende koude De ministers van Sociale en Econo mische Zaken hebben in verband met de nog steeds aanhoudende koude be sloten goed te keuren, dat aan alle on dersteunde gezinnen gedurende drie achtereenvolgende weken boven de vastgestelde kwanta tegen den gelden den prijs één blik vleesch per week ex tra mag worden verstrekt. Voorts zullen die gemeenten, welke deelnemen aan de distributie van blik- groenten, tevens desgewenscht in de gelegenheid worden gesteld reeds thans vatgroenten voor de ondersteun den beschikbaar te stellen. De gemeentebesturen zullen omtrent een en ander zoo spoedig mogelijk na der worden ingelicht. Scherper toezicht verlangd. In een aanvulling van het voorloopig Verslag van de commissie van rap porteurs der Eerste Kamer over de begrooting van Justitie voor 1940, wordt medegedeeld, dat eenige leden een scherper toezicht op beheerders van gelden en goederen van derden wenschelijk achtten. De gevallen van ontrouw en nalatig heid in het beheer nemen, aldus deze leden, op welhaast ontstellende wjjze toe. Het antwoord door den minister op een desbetreffend betoog in de Tweede Kamer gegeven, had hen wei nig bevredigd. Aansprakelijkheid ach teraf blijkt huns inziens niet voldoen de te zijn. De taak van den wetgever is ook te trachten het kwaad te voor komen. Rede van den heer J. A. Boorman Tenslotte sprak de heer J. A. Hooren- man namens het fabriekspersoneeL Zeker eenige tientallen der arbeiders, die met Fokker hebben gewerkt, weten dat er is heengegaan een goed mensch, een beste werkgever, doch ook een leer meester voor allen. Hij kon zich met de werklieden onderhouden omtrent elk onderdeel van het vliegtuig. Hij toonde belangstelling voor de afwerking van een simpel boutje, een splitpen. Want bij hem gold ook het devies „safety first”. Intusschen heeft hij daarmede ge kweekt een kern van werklieden, die verantwoordelijkheidsgevoel bij hun werk hebben. Indien hij er van over tuigd was, dat zij hun plichten nakwa men, konden zij ook om rechten bij hem komen, o-a. de erkenning van de organisatie. Een nooit rustend man is heengegaan, hetgeen voor velen als een groot ver lies moet worden beschouwd. Zag men hem op zijn „honeymoon” of in zijn Lancia, steeds was hij met verstrek kende luchtvaartplannen bezig. „Fok ker, de mannen van de fabriek zullen u nooit vergeten”. Ook deze spreker sprak woorden van troost tot de achterblijvende familie. Het in Finschen militairen dienst treden van Nederlanders Het Tweede Kamerlid de Marchant et d’Ansembourgh heeft aan de minis ters van Defensie en van Buitenland sche Zaken de volgende schriftelijke vragen gesteld: Weten de ministers, dat er onder de gemobiliseerden velen zijn, die ten ge volge van de werkloosheid vrijwillig of zelfs gedwongen werk in Duitsch land hadden aangenomen en dat hun gezinnen hen vaak daarheen zijn ge volgd? Weten de ministers, dat het voor de meeste dier gezinnen bij de mobilisa tie niet mogelijk is geweest naar Ne derland terug te keeren en dat zij thans door de Duitsche overheid op dezelfde basis worden gesteund als de familieleden van Duitsche gemobili seerden? Is het den ministers bekend, dat de Duitsche overheid principieel het ver strekken van visa weigert, zoowel aan de gemobiliseerden als ook aan hun families, behalve in uitzonderingsge vallen en dan tegen de normale, vrij hooge kosten? Zijn de ministers bereid, in overleg te treden met de Duitsche overheid en met de betrokkenen om te onderzoeken of het mogelijk is, een regeling te treffen, opdat het familieverband voor deze gemobiliseerden niet blijvend ver broken wordt? Zijn de ministers bereid, indien de in de vierde vraag bedoelde regeling niet kan worden bereikt, dan te be vorderen, dat de families van de ge mobiliseerden, voor zoover zij dit wen- schen, op kosten van het Rijk weer naar Nederland kunnen verhuizen, en dat zij terstond na terugkeer de kost winnersvergoeding ontvangen, bere kend op basis van het door den kost winner in Duitschland verdiende loon? Hierna werd de urn in het graf bij gezet. Nadat de heer Nijland tot alle aanwezigen woorden van dank had ge sproken, defileerde het geheele perso neel tot slot van deze ontroerende plechtigheid langs het graf van den man, die de beroemdste Nederlandsche vliegtuigbouwer is geweest. Zijn stoffe lijk overschot rust thans in het land, dat zijn naam in acre zal bewaren, Gaven Haarlemsche kantonrechter ambtenaar van het O.M. met de wet strijdige aansporingen? Het Tweede-Kamerlid van Braam beek heeft de volgende schriftelijke vragen gericht aan den minister van Justitie: Wil de minister doen onderzoeken of de ambtenaar van het Openbaar Mini sterie bij het Kantongerecht te Haar lem op 22 Januari j.l. op een terecht zitting o.a. de volgende opmerking heeft gemaakt: ,,De tram is het grootste gevaar voor het verkeer in Haarlem. De ma nier, waarop bestuurders, door onop houdelijk bellen de weggebruikers ze nuwachtig maken, is zeer laakbaar. Wij laten ons niet van de rails ver drijven, doch het groote publiek wel. De schuld ligt dan ook vrijwel geheel bij de tram”, waarbij de kantonrech ter zich zou hebben aangesloten met o.a. de volgende opmerking: „Je moet kalrp voor de tram blij ven rijden. De bestuuder ziet je heusch wél en zal dan wel vaart ver minderen”? Indien het onderzoek mocht uitwij zen, dat de ambtenaar van het Open baar Ministerie en de kantonrechter deze aansporing in bovenstaande be woordingen of in bewoordingen van soortgelijke strekking hebben gegeven, is de minister dan ook van oordeel, dat hier voor de veiligheid van het verkeer een zeer gevaarlijke raad is gegeven? Acht de minister gezien het der de lid van art. 11 van het reglement voor de tramwegen, dat o.m. als volgt bepaalt: „Bij tramwegen of tramweggedeel- ten, welke op openbare wegen zijn aan gelegd is het bovendien verboden: a. met of zonder voertuig op den tramweg te verblijven of paarden, vee of andere dieren daarover te drijven, wanneer een trein in aantocht is, en dezen daardoor of op eenigerlei ande re wijze in zijn loop te belemmeren”, deze aansporing niet strijdig met de wet? Zoo ja, wat denkt de minister dan te doen om er voor te zorgen, dat ook de bedoelde kantonrechter en de amb tenaar van het Openbaar Ministerie niet aansporen tot het handelen in strijd met bovengenoemd artikel 11 en bij het opleggen en eischen van straf fen overeenkomstig den inhoud daar van handelen? De moeilijkheden der visscherij. De visscherij heeft door de strenge vorst met groote moeilijkheden te kam pen. Te IJmuiden kwam gisteren de motorkotter Nelly van B. IJm. 23 bin nen, welk scheepje op de uitreis reeds onder ’t ijs kwam te zitten. Door de strenge vorst kon men maar weinige keeren het net uitzetten en de vangst was dan ook maar gering. Op de thuis reis kreeg het scheepje telkens water over en dik onder *t ijs kwam het in IJmuiden terug. Nu er weer meer stoomtrawlers naar zee gaan, krijgt men ook weer moeilijk heden met de opvarenden, omdat de Eg- monder en andere bekwame visschers nog steeds niet naar zee willen gaan. Deze week moest een stoomtrawler, die ’s morgens naar zee was gegaan des avonds alweer terugkeeren. omdat eenige der matrozen onbekwaam waren om het werk te verrichten. woon veel heeft hij tot stand mogen brengen en bereiken. Toch zal hij zich gedurende de laatste weken van zijn leven zorgen hebben gemaakt over de vele plannen, welke onuitvoerbaar moesten blijven. In de tweede plaats betreuren wij zijn heengaan, omdat aan het werken van dezen vruchtbaren geest een einde is gekomen en wij van zijn plannen geen profijt meer zullen hebben. Fokker heeft veel moeten strijden, ook met zichzelf. Als constructeur wilde hij werken in op. bouwenden geest. Met tegenzin ontwierp hij vliegtuigen, welke voor vernietiging waren bestemd. Vooral in latere jaren werd het hem duidelijk, hoe waanzinnig het is, dat wij de luchtvaart zoo vaak in dienst moeten stellen van de vernieti ging. Indien hij langer had geleefd, zou hi; zich zeker nog sterker zijn gaan kee- ren tegen de omstandigheden, die den oorlog mogelijk maakten. Daarom heeft hi] ongetwijfeld zijn grootste voldoening gehad over de reeks modellen, bestemd voor het burgerluchtverkeer. Nog vele ontwerpen zou hij hebben doen uitroe* ren, indien hij in leven was gebleven. Fokker heeft niet alleen met zichzelf moeten strijden, maar ook met anderen om zijn ideeën ingang te doen vinden en om gelegenheid te krijgen zijn plannen uit te voeren. Ook al had hij veelal een open oog voor een anders standpunt, toch werkte en streed hij met de noo- dige felheid. Rusteloos en werkzaam als hij was, verfoeide hij dengene, die niet aanpakte of verantwoordelijkheid ver meed. Hoewel hij lang in het buitenland is geweest, hield zijn hart van Neder land en de goed-Hollandsche eigen schappen. Nu hij is heengegaan zal een groote bewondering van het Nederlandsche volk, van zijn vrienden en familie, naar hem blijven uitgaan. Wij behoeven niet de verzeKering te geven, dat hij nooit zal worden vergeten. Daarvoor staan zijn daden borg. Fokker heeft den naam van den Nederlandschen vliegtuigbouw in het buitenland gevestigd en het is de taak van het nageslacht dezen naam te behouden en zoo mogelijk te ver- grooten. „Wij nemen afscheid met dank baarheid voor alles wat hij gaf”. Het geheele personeel van de N.V. Ne derlandsche vliegtuigindustrie te Am sterdam was per extra-trein naar Wester veld gekomen en werd opgesteld rond de groeve, welke midden op de begraafplaats is gelegen. In de rouwkamer was de urn met de asch opgebaard. Hier verzamelden zich een groot aantal autoriteiten. De minis ter van Waterstaat liet zich bij de plech tigheid vertegenwoordigen door den heer H. Ch. C. van Ede van der Pais, direc teur van den luchtvaartdienst. Als verte genwoordiger van den opperbevelhebber van land- en zeemacht zagen wij kolonel F. A. van Heyst, inspecteur van de mili taire luchtvaart en tevens commandant van de luchtvaartbrigade, terwijl kapitein Dufour namens den commandant van de luchtverdediging aanwezig was. Voorts merkten wij op de commissarissen en de directie van de Nederlandsche vliegtuig industrie, den heer A. Plesman, directeur en den heer H. Martin, onderdirecteur van de K.L.M., de heeren Nieuwenhuis en Enthoven namens de K.N.I.L.M. Van het Nationaal Luchtvaart-laboratorium te Amsterdam zagen wij ir. C. Koning, als vertegenwoordiger van bestuur en direc teur. Verder waren aanwezig jhr. I. L. van den Berch van Heemstede, vice-voor- zitter van de Kon. Ned. Vereeniging'’voor Luchtvaart, gep. generaal-majoor W. van Hoogenhuijze,. afdeelingschef van de K.L.M.. namens den technischen dienst de heeren W. Behage en C. Wijdooge, en de heer A. Thomson, stationschef van het vliegveld Sch’phol Van de Nationale Lucht vaartschool woonden de heer J. Montau ban van Zwijndrecht, directeur en W. van Graft, oudste instructeur, de plechtigheid bij. Daarenboven zagen wij vrijwel allen, die hetzij rechtstreeks, hetzij zijdelings met de Nederlandsche luchtvaartwereld zijn verbonden. De N.V.Koolhoven fa-N.V. Nederlandsche vliegtuigindustrie - x sprak de burgemeester van Amster- dam, dr. W. de Vlugt. Spr. memoreerde de ontroering in den kring van commissarissen, toen het bericht van het overlijden van Anthony Fokker hen bereikte. Een weemoed vervulde ons bij de gedachte, dat deze intelligente vliegtuigbouwer ons moest ontvallen in de kracht van zijn leven. I 1 Spr. noemde den overledene een man van groot formaat, die met stalen energie onafgebroken heeft gewerkt aan de oplossing van het probleem van het verkeer door de lucht en van de meest veilige wijze, waarop dit technisch mogelijk was. Zijn producten waren overal bekend, werden overal gezocht. Was het niet eenmaal zoo, dat zijn vliegtuigen in 22 landen werden aangekocht en op een gegeven mo ment op 45 luchtlijnen werden ge bruikt? Niettegenstaande alle verlok kelijke aanbiedingen van buiten af weigerde hij zijn te Amsterdam opge richte en zich gestaag uitbreidende fabriek los te laten, omdat in een Ne derlandsche vliegtuigindustrie, welke zijn naam droeg, een zijner idealen lag. Fokker was een man met een hart van goud. Zeker, in de harde school van het leven was zijn karakter ge vormd. Met een ijzeren wilskracht wist hij tal van gevaren te trotseeren, tal van moeilijkheden te overwinnen en aan zijn ongeëvenaard doorzettings vermogen dankte hij voor een groot deel het succes van zijn streven. Dat zoeken en tasten ontwikkelde bij hem een rotsvast vertrouwen in de juistheid van den door hem ingeslagen weg. En wanneer de omstandigheden, onafhan kelijk van zijn wil, niet toelieten de zen weg te bewandelen, wanneer hij teleurstelling vond, daar waar hij re kende op medewerking, wanneer hij orders naar elders zag gaan en deze aan de Nederlandsche industrie ont houden bleven, dan werd hij wel eens bitter gestemd en gaf hij aan die stem ming dan ook met de hem eigen vrij moedigheid uiting. Maar zijn „voor waarts” bracht nieuw leven in de Ne derlandsche vliegtuigenfabriek. Hier omringde hij zich met een corps mede werkers, die hem begrepen, die zijn voetsporen drukten en zijn enthousias me overnamen. Mannen als Fokker zijn zeldzaam. Het is een zegen voor een land, wan neer onder zijn zonen mannen zijn van zulk kaliber, industrieelen van den be- teekenis als tot i itdrukking kwam in het besluit van Hare Majesteit de Ko ningin, waarbij hem .op nog jeugdigen leeftijd de groote gouden medaille voor voortvarendheid en vernuft werd toe gekend. Het heengaan van beteekent een groot verlies. Zij, die aangewezen zijn I ker’s werk voort te zetten, I naar streven dit te doen in van Fokker, met zijn geestdrift en zijn energie. Zoo zullen zij zijn nagedachte nis die hulde brengen, welke zij hem met eerbied verschuldigd gevoelen. Spr. wijdde tenslotte woorden van troost tot mevrouw Fokker. Hij hoopte, dat God haar de kracht moge geven dit smartelijk verlies te dragen. Moge er ook troost liggen in het medeleven van zoovelen, die Fokker's heengaan betreuren, van zoovelen, die gereed staan in hun werk den naam van An thony Fokker hoog te houden. Rede van den heer van Tijen. Namens den technischen en zakelijken staf van de fabriek wilde de onder directeur der Fokkerfabriek, de heer J. E. van Tijen, uiting geven aan zijn bewondering en erkentelijkheid. Bewondering niet alleen voor Fokkers geniale kunde en energie, waaraan óns bedrijf zijn bestaan dankt, maar ook voor zijn zeldzaam inzicht, waar het gold het voortbestaan daarvan te ver zekeren. Met nimmer falende intuïtie wist hij de structuur van de fabriek tel kens opnieuw aan de eischen des tijds aan te passen. Toen het tijdvak van pri mitieve constructies, die zoowel in ont werp als uitvoering alleen aan een ge niaal inzicht hun bruikbaarheid konden ontleenen, geleidelijk plaats maakte voor dat, waarin wetenschappelijk kun nen en industrieel inzicht meer en meer naar voren kwamen, bleek, dat Fokker ook dat had voorzien en tijdig had zorg gedragen voor vorming van medewer kers, daartoe in staat. Maar daartoe alleen bleef zijn voor- zienende zorg voor de toekomst van zijn bedrijf niet beperkt. Hij wist dien mede werkers een met de jaren toenemende mate van zelfstandigheid in te ruimen, met zijn in alles ruimen blik wel besef fende, dat alleen daardoor kunnen aan zin voor verantwoordelijkheid kan wor den gepaard. Ook op deze wijze uitten zich zijn groote gaven als leider. Naast onze bewondering voor die ga ven past ons uiting te gevan aan onze erkentelijkheid voor de vorming, die hij wist te geven. Wij zullen die erkentelijkheid in da den omzetten door steunende op het geen wij mochten ontvangen onze beste krachten te geven, opdat de naam Fokker met eere in de luchtvaart voort- leve. brieken waren vertegenwoordigd door den commissaris, kolonel J. J. Walaardt Sacré, daar de heer F. Koolhoven, we gens verblijf in het buitenland, verhin derd was. Vele kransen en bloemstukken. Op de begraafplaats Westerveld wa ren zeer véle kransen en bloemstuk ken bezorgd van een groot aantal in stanties, dat met deze hulde den over leden vliegtuigbouwer de laatste eer wilde bewijzen. Wij zagen kransen van de commis sarissen en directie van de Nederland sche Vliegtuigenfabriek Fokker, van de K.L.M., de K.N.I.L.M., van directie en commissarissen der N.V. Koolhoven Vliegtuigen, van de Koninklijke Ne derlandsche vereeniging voor lucht vaart, van de militaire luchtvaart te Soesterberg en van den commandant en officieren van den marine lucht vaartdienst. Voorts waren er nog bloemstukken van de Amerikaansche vliegtuigenfabriek Glenn Martin, van de Rolls Royce, van het bestuur van het Fokker-fonds, van ir. B. Stephan, oud-directeur van de Fokkerfabrieken, van de vereeniging van K.L.M.-vlie- gers, van de Nederlandsche Handel maatschappij en voorts van een groot aantal vereenigingen, die met de lucht vaart betrekkingen hebben en van een uitgebreide schare van particulieren. Alle aanwezigen vonden een plaats bij de familieleden in de rouwkamer rond de baar. Voordat de redevoeringen begonnen speelde de organist het „Ave Verum” van Mozart. Zij allen vonden een plaats bij de familieleden in de rouwkamer rond de baar. Ir. A. Fokker schetste als eerste spreker namens de familie van overledene het verlies, dat men gele den heeft. De ongesteldheid deed aan vankelijk niets ernstigs verwachten, doch toen kwam plotseling het doods bericht. Een leegte zal blijven. Verordening voor de zeegaten. De Staatscourant van gisteravond be vat een algemeene bekendmaking van den opperbevelhebber van Land- en Zeemacht, waarin wordt vastgesteld een verordening voor het watergebied van IJmuiden. Zij bevat een verbod zich met een vaartuig te begeven in. te varen op of zich te bevinden in dit watergebied. De verordening geeft vier vaargeulen aan. Op aanvrage kan door den Commandant te IJmuiden, al schriftelijk, ontheffing worden verleend van de in deze verordening gestelde verbodsbepaling. Ontheffing wordt geacht te zijn ver leend: le. voor het zich bij dag als bij nacht met een vaartuig begeven in, Varen op, of zich bevinden in de eerst genoemde veilige vaargeul; 2e. voor het zich met een vaartuig niet grooter dan 40 ton bij dag (van zonsopgang tot zonsondergang) begeven in, varen op, of zich bevinden in de twee daarna genoemde veilige vaargeu len. Een dergelijke verordening is vastge steld voor het watergebied van Helle- voetsluis. Op aanvrage kan ten behoeve van visschersvaartuigen of van vaartuigen van het reddingwezén door den com mandant der maritieme middelen te Helievoet^luis, ontheffing worden ver leend van de gestelde verbodsbepaling. De commandant van de stelling van Den Helder heeft voorts een verorde ning voor het watergebied van deze stelling bekend gemaakt, waarin wordt vastgesteld, dat het verboden is met een vaartuig, vlet of jol enz. zich te begeven in, te varen in, of zich te be vinden in de zeegaten van Texel, Ter schelling en Ameland. Geen wetsovertreding van Finschen consul. Op de schriftelijke vragen van het Tweede-Kamerlid Wijnkoop betreffen de de bemoeiingen van den Finschen consul te Amsterdam ten aanzien van het door Nederlanders in Finschen militairen dienst treden heeft de minis ter van Justitie geantwoord: Bij onderzoek is gebleken, dat de heer G. Key, consul van Finland te Amsterdam, desverlangd aan personen, ongeacht van welke nationaliteit, for mulieren verstrekt, houdende vraag punten met het oog op een eventueel dienst nemen als vrijwilliger Finsche leger. Ontkennend wordt beantwoord vraag of het den minister tevens kend is, dat door genoemden consul gratis gelegenheid wordt gegeven tot het reizen naar het buitenland zonder het vereischte paspoort. Van overtreding van eenige wette lijke bepaling is niet kunnen blijken. Ook overigens zijn geen feiten aan het licht gekomen, op grond waarvan uit anderen hoofde tegen hetgeen door vermelden consul is verricht bezwaar zou behoeven te worden gemaakt. Naar de groeve. Toen het eerste gedeelte van de plech tigheid was geëindigd, schaarden zich alle aanwezigen achter de baar om de bijzetting bij te wonen. Terwijl de baar werd uitgedragen, speelde de organist het „Wiegelied der Hitten” van Rei mann. Als dragers van de urn fun geerden de heer Fr. W. Seckatz, namens de directie, de heeren H. Barto, J. H. van Aalten en M. Degen, namens het constructiebureau, ir. A. Nischwitz namens de bedrijfsleiding, de heeren F. O. A. Diesing, E. May en E. Schefe, namens de werkmeesters, en de heeren J. Brouwer en P. Steenkisten, namens het fabriekspersonëel. Slippen dragers waren de heeren L. Janse van de directie, ir. M. Beeling van het con structiebureau, Joh. de Hoog van het kantoorpersoneel, J. W. Post van Schip hol, W. J. van Senus van de werk meesters, D. J. van Wageningen van het fabriekspersoneeL Langzaam werd de urn uitgedragen over het witte tapijt, dat alle geluid dempte. Er waren honderden belang stellenden. Rond de groeve was ’t voltallige per soneel van de Fokkerfabrieken opge steld. De familieleden en autoriteiten, de delegaties uit de luchtvaartwereld stonden in wijden kring om het graf. Toen trad naar voren de heer T. Nij land, een kleinzoon van mevrouw Fok ker. Hij droeg voor het gedicht „Een kruis met rozen” van de Genestet, waarvan het laatste couplet luidt; „Moog’ elke bloeme Der aarde vergaan, De vrucht des levens, Die rijpt eraan". AJ A IV TEL. 392255* EÉN WASCHPROCES: HET BESTE! Voor ieder passende tarieven naar ge- lang de verdere afwerking. 2186 Voordeelig vastrechttarief voor grootere wasschen. ST00MEN VERVEN

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 14