de
van
De bijzetting
asch van Anthony Fokker
0°
Plechtigheid op de begraafplaats
te Westerveld
Tri ~bjd van nood.-
HAAGSCHE COURANT VAN ZATERDAG 3 FEBRUARI 1940. VIERDE BLAD, PAGINA 2.
MIJNHARDT’S
laxeer- 1
tabletten
werken zacht en «eker1
ooos 60c»
VOOR HELDERE WASCH
D Q FRUITWEG 28
Bi
e
het veilig verkeer
Onze kustverdediging
mannen zijn van
Ontrouw en nalatigheid in
geldelijk beheer
Gemobiliseerden, die in Duitschland
werkten
de wit-besneeuwde be
graafplaats van Wester-
De chapelle ardente te Driehuis-
Westerveld, waar de urn met de
asch van Anthony Fokker stond
opgesteld.
De stadstram en
„Het is een zegen voor een land,
wanneer er onder zijn zonen
zulk kaliber”
veld is vanmorgen onder enorme
belangstelling de asch van den
Nederlandschen vliegtuigbou
wer Anthony Fokker bijgezet.
Alle treinen, die in Westerveld
^topten, brachten uit het ge
heele land autoriteiten op lucht
vaartgebied en belangstellenden
aan, die den beroemden Neder
lander, die in Amerika is ge
storven, de laatste eer wilden
bewijzen.
ïxtra vleesch en groenten voor
ondersteunden
De Kamerrede van minister
van Kleffens
Ir?'
RECLAMES.
het
in
en
veilige
dezulken
Fokker
den
de
de
Schriftelijke vragen van het Kamerlid
de Marchant et d’Ansembourg..
positie-
of niet
Rede van burgemeester
Vlugt.
Namens de commissarissen van
om Fok-
zullen er
den geest
1
1
de
be-
De heer W. van Neyenhoff
spreekt als vriend.
De heer W. van Neyenhoff schetste
Anthony Fokker als vriend voor dege
nen, die zijn vriendschap mochten win
nen. Ook voor hen is het verlies door
zijn overlijden groot, omdat zijn plaats
door geen ander kan worden ingeno
men. Het is met geen woorden te be
schrijven wat Fokker voor zijn vrienden
is geweest. Wij behouden de gedachte
hieraan als iets zeer kostbaars.
Rede van den heer Plesman.
Sprekend namens de Nederlandsche
luchtvaartwereld, zeide de heer A. Ples
man, directeur van de K. L. M., dat wij
het heengaan van Fokker in de eerste
plaats betreuren om hemzelf. Buitenge.
zijdige opvatting der neutraliteit van
sommigen zijner partijgenooten bestre
den en tevens warme hulde gebracht
aan den Nederlandschen minister van
Buitenlandsche Zaken. De Belgische li
berale leider onderschrijft geheel de
Nederlandsche these van het Europee-
sche belang onzer neutraliteit.
„Het is van het hoogste belang voor
Europa en voor de oorlogvoerenden
zulke neutraliteit te eerbiedigen Ne
derland wil blijven een land van vrij
heid en van onafhankelijkheid en niet
in den dienst staan van gelijk welke
vreemde mogendheden”.
Belgische liberale bladen niet tevreden
Een aantal liberale, in het Fransch
verschijnende Belgische bladen heeft
zich niet tevreden getoond over wat mi
nister Van Kleffens over de samenwer
king met België gezegd heeft, lezen wij
in de „N.R.Crt.”. De „Flandre libérale”,
het orgaan van de felst Franschgezin-
den te Gent, is zelfs zoo ver gegaan te
schrijven, dat deze ministrieele rede
niet in overeenstemming was met een
„waardige en fiere neutraliteitshandha-
ving”. Die woede schijnt vooral veroor
zaakt te zijn, doordat Nederland, net
zoo goed als de Belgische regeering
zelf trouwens, weigert een automatisch
werkend militair samengaan in geval
van een aanval op het grondgebied van
één der beide landen te aanvaarden.
Ook bladen als „La Gazette”, „La
demière Heure” en „Le Soir’ ’eischen
zulk een automatisme, dat overigens
naar hun meening slechts tegen één der
oorlogvoerende landen zou gericht kun
nen zijn. De roomsch-katholieke pers,
de Waalsche zoowel als de Vlaamsche,
heeft die opvating bestreden en ook
onder de socialisten steunt de over-
groote meerderheid de voorzichtige po
litiek van minister Spaak.
In een hoofdartikel van „Le Soir” nu
(de hoofdartikelen van dit blad hebben
steeds min of meer het karakter van
beschouwingen van een vrije tribune)
heeft de voorzitter van de liberale par
tij, de heer Coulonvaux, die al te een-
n verband met de aanhoudende koude
De ministers van Sociale en Econo
mische Zaken hebben in verband met
de nog steeds aanhoudende koude be
sloten goed te keuren, dat aan alle on
dersteunde gezinnen gedurende drie
achtereenvolgende weken boven de
vastgestelde kwanta tegen den gelden
den prijs één blik vleesch per week ex
tra mag worden verstrekt.
Voorts zullen die gemeenten, welke
deelnemen aan de distributie van blik-
groenten, tevens desgewenscht in de
gelegenheid worden gesteld reeds
thans vatgroenten voor de ondersteun
den beschikbaar te stellen.
De gemeentebesturen zullen omtrent
een en ander zoo spoedig mogelijk na
der worden ingelicht.
Scherper toezicht verlangd.
In een aanvulling van het voorloopig
Verslag van de commissie van rap
porteurs der Eerste Kamer over de
begrooting van Justitie voor 1940,
wordt medegedeeld, dat eenige leden
een scherper toezicht op beheerders
van gelden en goederen van derden
wenschelijk achtten.
De gevallen van ontrouw en nalatig
heid in het beheer nemen, aldus deze
leden, op welhaast ontstellende wjjze
toe. Het antwoord door den minister
op een desbetreffend betoog in de
Tweede Kamer gegeven, had hen wei
nig bevredigd. Aansprakelijkheid ach
teraf blijkt huns inziens niet voldoen
de te zijn. De taak van den wetgever
is ook te trachten het kwaad te voor
komen.
Rede van den heer J. A. Boorman
Tenslotte sprak de heer J. A. Hooren-
man namens het fabriekspersoneeL
Zeker eenige tientallen der arbeiders,
die met Fokker hebben gewerkt, weten
dat er is heengegaan een goed mensch,
een beste werkgever, doch ook een leer
meester voor allen. Hij kon zich met de
werklieden onderhouden omtrent elk
onderdeel van het vliegtuig. Hij toonde
belangstelling voor de afwerking van
een simpel boutje, een splitpen. Want
bij hem gold ook het devies „safety
first”. Intusschen heeft hij daarmede ge
kweekt een kern van werklieden, die
verantwoordelijkheidsgevoel bij hun
werk hebben. Indien hij er van over
tuigd was, dat zij hun plichten nakwa
men, konden zij ook om rechten bij
hem komen, o-a. de erkenning van de
organisatie.
Een nooit rustend man is heengegaan,
hetgeen voor velen als een groot ver
lies moet worden beschouwd. Zag men
hem op zijn „honeymoon” of in zijn
Lancia, steeds was hij met verstrek
kende luchtvaartplannen bezig. „Fok
ker, de mannen van de fabriek zullen u
nooit vergeten”.
Ook deze spreker sprak woorden van
troost tot de achterblijvende familie.
Het in Finschen militairen dienst treden
van Nederlanders
Het Tweede Kamerlid de Marchant
et d’Ansembourgh heeft aan de minis
ters van Defensie en van Buitenland
sche Zaken de volgende schriftelijke
vragen gesteld:
Weten de ministers, dat er onder de
gemobiliseerden velen zijn, die ten ge
volge van de werkloosheid vrijwillig
of zelfs gedwongen werk in Duitsch
land hadden aangenomen en dat hun
gezinnen hen vaak daarheen zijn ge
volgd?
Weten de ministers, dat het voor de
meeste dier gezinnen bij de mobilisa
tie niet mogelijk is geweest naar Ne
derland terug te keeren en dat zij
thans door de Duitsche overheid op
dezelfde basis worden gesteund als de
familieleden van Duitsche gemobili
seerden?
Is het den ministers bekend, dat de
Duitsche overheid principieel het ver
strekken van visa weigert, zoowel aan
de gemobiliseerden als ook aan hun
families, behalve in uitzonderingsge
vallen en dan tegen de normale, vrij
hooge kosten?
Zijn de ministers bereid, in overleg
te treden met de Duitsche overheid en
met de betrokkenen om te onderzoeken
of het mogelijk is, een regeling te
treffen, opdat het familieverband voor
deze gemobiliseerden niet blijvend ver
broken wordt?
Zijn de ministers bereid, indien de
in de vierde vraag bedoelde regeling
niet kan worden bereikt, dan te be
vorderen, dat de families van de ge
mobiliseerden, voor zoover zij dit wen-
schen, op kosten van het Rijk weer
naar Nederland kunnen verhuizen, en
dat zij terstond na terugkeer de kost
winnersvergoeding ontvangen, bere
kend op basis van het door den kost
winner in Duitschland verdiende loon?
Hierna werd de urn in het graf bij
gezet. Nadat de heer Nijland tot alle
aanwezigen woorden van dank had ge
sproken, defileerde het geheele perso
neel tot slot van deze ontroerende
plechtigheid langs het graf van den
man, die de beroemdste Nederlandsche
vliegtuigbouwer is geweest. Zijn stoffe
lijk overschot rust thans in het land,
dat zijn naam in acre zal bewaren,
Gaven Haarlemsche kantonrechter
ambtenaar van het O.M. met de
wet strijdige aansporingen?
Het Tweede-Kamerlid van Braam
beek heeft de volgende schriftelijke
vragen gericht aan den minister van
Justitie:
Wil de minister doen onderzoeken of
de ambtenaar van het Openbaar Mini
sterie bij het Kantongerecht te Haar
lem op 22 Januari j.l. op een terecht
zitting o.a. de volgende opmerking
heeft gemaakt:
,,De tram is het grootste gevaar
voor het verkeer in Haarlem. De ma
nier, waarop bestuurders, door onop
houdelijk bellen de weggebruikers ze
nuwachtig maken, is zeer laakbaar.
Wij laten ons niet van de rails ver
drijven, doch het groote publiek wel.
De schuld ligt dan ook vrijwel geheel
bij de tram”, waarbij de kantonrech
ter zich zou hebben aangesloten met
o.a. de volgende opmerking:
„Je moet kalrp voor de tram blij
ven rijden. De bestuuder ziet je
heusch wél en zal dan wel vaart ver
minderen”?
Indien het onderzoek mocht uitwij
zen, dat de ambtenaar van het Open
baar Ministerie en de kantonrechter
deze aansporing in bovenstaande be
woordingen of in bewoordingen van
soortgelijke strekking hebben gegeven,
is de minister dan ook van oordeel,
dat hier voor de veiligheid van het
verkeer een zeer gevaarlijke raad is
gegeven?
Acht de minister gezien het der
de lid van art. 11 van het reglement
voor de tramwegen, dat o.m. als volgt
bepaalt:
„Bij tramwegen of tramweggedeel-
ten, welke op openbare wegen zijn aan
gelegd is het bovendien verboden:
a. met of zonder voertuig op den
tramweg te verblijven of paarden, vee
of andere dieren daarover te drijven,
wanneer een trein in aantocht is, en
dezen daardoor of op eenigerlei ande
re wijze in zijn loop te belemmeren”,
deze aansporing niet strijdig met de
wet?
Zoo ja, wat denkt de minister dan
te doen om er voor te zorgen, dat ook
de bedoelde kantonrechter en de amb
tenaar van het Openbaar Ministerie
niet aansporen tot het handelen in
strijd met bovengenoemd artikel 11 en
bij het opleggen en eischen van straf
fen overeenkomstig den inhoud daar
van handelen?
De moeilijkheden der visscherij.
De visscherij heeft door de strenge
vorst met groote moeilijkheden te kam
pen. Te IJmuiden kwam gisteren de
motorkotter Nelly van B. IJm. 23 bin
nen, welk scheepje op de uitreis reeds
onder ’t ijs kwam te zitten. Door de
strenge vorst kon men maar weinige
keeren het net uitzetten en de vangst
was dan ook maar gering. Op de thuis
reis kreeg het scheepje telkens water
over en dik onder *t ijs kwam het in
IJmuiden terug.
Nu er weer meer stoomtrawlers naar
zee gaan, krijgt men ook weer moeilijk
heden met de opvarenden, omdat de Eg-
monder en andere bekwame visschers
nog steeds niet naar zee willen gaan.
Deze week moest een stoomtrawler, die
’s morgens naar zee was gegaan des
avonds alweer terugkeeren. omdat
eenige der matrozen onbekwaam waren
om het werk te verrichten.
woon veel heeft hij tot stand mogen
brengen en bereiken. Toch zal hij zich
gedurende de laatste weken van zijn
leven zorgen hebben gemaakt over de
vele plannen, welke onuitvoerbaar
moesten blijven.
In de tweede plaats betreuren wij
zijn heengaan, omdat aan het werken
van dezen vruchtbaren geest een einde
is gekomen en wij van zijn plannen geen
profijt meer zullen hebben. Fokker heeft
veel moeten strijden, ook met zichzelf.
Als constructeur wilde hij werken in op.
bouwenden geest. Met tegenzin ontwierp
hij vliegtuigen, welke voor vernietiging
waren bestemd. Vooral in latere jaren
werd het hem duidelijk, hoe waanzinnig
het is, dat wij de luchtvaart zoo vaak in
dienst moeten stellen van de vernieti
ging. Indien hij langer had geleefd, zou
hi; zich zeker nog sterker zijn gaan kee-
ren tegen de omstandigheden, die den
oorlog mogelijk maakten. Daarom heeft
hi] ongetwijfeld zijn grootste voldoening
gehad over de reeks modellen, bestemd
voor het burgerluchtverkeer. Nog vele
ontwerpen zou hij hebben doen uitroe*
ren, indien hij in leven was gebleven.
Fokker heeft niet alleen met zichzelf
moeten strijden, maar ook met anderen
om zijn ideeën ingang te doen vinden en
om gelegenheid te krijgen zijn plannen
uit te voeren. Ook al had hij veelal een
open oog voor een anders standpunt,
toch werkte en streed hij met de noo-
dige felheid. Rusteloos en werkzaam als
hij was, verfoeide hij dengene, die niet
aanpakte of verantwoordelijkheid ver
meed. Hoewel hij lang in het buitenland
is geweest, hield zijn hart van Neder
land en de goed-Hollandsche eigen
schappen.
Nu hij is heengegaan zal een groote
bewondering van het Nederlandsche
volk, van zijn vrienden en familie, naar
hem blijven uitgaan. Wij behoeven niet
de verzeKering te geven, dat hij nooit
zal worden vergeten. Daarvoor staan
zijn daden borg. Fokker heeft den naam
van den Nederlandschen vliegtuigbouw
in het buitenland gevestigd en het is
de taak van het nageslacht dezen naam
te behouden en zoo mogelijk te ver-
grooten. „Wij nemen afscheid met dank
baarheid voor alles wat hij gaf”.
Het geheele personeel van de N.V. Ne
derlandsche vliegtuigindustrie te Am
sterdam was per extra-trein naar Wester
veld gekomen en werd opgesteld rond de
groeve, welke midden op de begraafplaats
is gelegen.
In de rouwkamer was de urn met de
asch opgebaard. Hier verzamelden zich
een groot aantal autoriteiten. De minis
ter van Waterstaat liet zich bij de plech
tigheid vertegenwoordigen door den heer
H. Ch. C. van Ede van der Pais, direc
teur van den luchtvaartdienst. Als verte
genwoordiger van den opperbevelhebber
van land- en zeemacht zagen wij kolonel
F. A. van Heyst, inspecteur van de mili
taire luchtvaart en tevens commandant
van de luchtvaartbrigade, terwijl kapitein
Dufour namens den commandant van de
luchtverdediging aanwezig was. Voorts
merkten wij op de commissarissen en de
directie van de Nederlandsche vliegtuig
industrie, den heer A. Plesman, directeur
en den heer H. Martin, onderdirecteur
van de K.L.M., de heeren Nieuwenhuis
en Enthoven namens de K.N.I.L.M. Van
het Nationaal Luchtvaart-laboratorium te
Amsterdam zagen wij ir. C. Koning, als
vertegenwoordiger van bestuur en direc
teur. Verder waren aanwezig jhr. I. L.
van den Berch van Heemstede, vice-voor-
zitter van de Kon. Ned. Vereeniging'’voor
Luchtvaart, gep. generaal-majoor W. van
Hoogenhuijze,. afdeelingschef van de
K.L.M.. namens den technischen dienst de
heeren W. Behage en C. Wijdooge, en de
heer A. Thomson, stationschef van het
vliegveld Sch’phol Van de Nationale Lucht
vaartschool woonden de heer J. Montau
ban van Zwijndrecht, directeur en W. van
Graft, oudste instructeur, de plechtigheid
bij. Daarenboven zagen wij vrijwel allen,
die hetzij rechtstreeks, hetzij zijdelings
met de Nederlandsche luchtvaartwereld
zijn verbonden. De N.V.Koolhoven fa-N.V. Nederlandsche vliegtuigindustrie
- x
sprak de burgemeester van Amster-
dam, dr. W. de Vlugt.
Spr. memoreerde de ontroering in
den kring van commissarissen, toen
het bericht van het overlijden van
Anthony Fokker hen bereikte. Een
weemoed vervulde ons bij de gedachte,
dat deze intelligente vliegtuigbouwer
ons moest ontvallen in de kracht van
zijn leven. I 1
Spr. noemde den overledene een
man van groot formaat, die met stalen
energie onafgebroken heeft gewerkt
aan de oplossing van het probleem
van het verkeer door de lucht en van
de meest veilige wijze, waarop dit
technisch mogelijk was. Zijn producten
waren overal bekend, werden overal
gezocht. Was het niet eenmaal zoo, dat
zijn vliegtuigen in 22 landen werden
aangekocht en op een gegeven mo
ment op 45 luchtlijnen werden ge
bruikt? Niettegenstaande alle verlok
kelijke aanbiedingen van buiten af
weigerde hij zijn te Amsterdam opge
richte en zich gestaag uitbreidende
fabriek los te laten, omdat in een Ne
derlandsche vliegtuigindustrie, welke
zijn naam droeg, een zijner idealen
lag. Fokker was een man met een hart
van goud. Zeker, in de harde school
van het leven was zijn karakter ge
vormd. Met een ijzeren wilskracht wist
hij tal van gevaren te trotseeren, tal
van moeilijkheden te overwinnen en
aan zijn ongeëvenaard doorzettings
vermogen dankte hij voor een groot
deel het succes van zijn streven. Dat
zoeken en tasten ontwikkelde bij hem
een rotsvast vertrouwen in de juistheid
van den door hem ingeslagen weg. En
wanneer de omstandigheden, onafhan
kelijk van zijn wil, niet toelieten de
zen weg te bewandelen, wanneer hij
teleurstelling vond, daar waar hij re
kende op medewerking, wanneer hij
orders naar elders zag gaan en deze
aan de Nederlandsche industrie ont
houden bleven, dan werd hij wel eens
bitter gestemd en gaf hij aan die stem
ming dan ook met de hem eigen vrij
moedigheid uiting. Maar zijn „voor
waarts” bracht nieuw leven in de Ne
derlandsche vliegtuigenfabriek. Hier
omringde hij zich met een corps mede
werkers, die hem begrepen, die zijn
voetsporen drukten en zijn enthousias
me overnamen.
Mannen als Fokker zijn zeldzaam.
Het is een zegen voor een land, wan
neer onder zijn zonen mannen zijn van
zulk kaliber, industrieelen van den be-
teekenis als tot i itdrukking kwam in
het besluit van Hare Majesteit de Ko
ningin, waarbij hem .op nog jeugdigen
leeftijd de groote gouden medaille voor
voortvarendheid en vernuft werd toe
gekend. Het heengaan van
beteekent een groot verlies.
Zij, die aangewezen zijn
I ker’s werk voort te zetten,
I naar streven dit te doen in
van Fokker, met zijn geestdrift en zijn
energie. Zoo zullen zij zijn nagedachte
nis die hulde brengen, welke zij hem
met eerbied verschuldigd gevoelen.
Spr. wijdde tenslotte woorden van
troost tot mevrouw Fokker. Hij hoopte,
dat God haar de kracht moge geven
dit smartelijk verlies te dragen. Moge
er ook troost liggen in het medeleven
van zoovelen, die Fokker's heengaan
betreuren, van zoovelen, die gereed
staan in hun werk den naam van An
thony Fokker hoog te houden.
Rede van den heer van Tijen.
Namens den technischen en zakelijken
staf van de fabriek wilde de onder
directeur der Fokkerfabriek, de heer
J. E. van Tijen, uiting geven aan zijn
bewondering en erkentelijkheid.
Bewondering niet alleen voor Fokkers
geniale kunde en energie, waaraan óns
bedrijf zijn bestaan dankt, maar ook
voor zijn zeldzaam inzicht, waar het
gold het voortbestaan daarvan te ver
zekeren. Met nimmer falende intuïtie
wist hij de structuur van de fabriek tel
kens opnieuw aan de eischen des tijds
aan te passen. Toen het tijdvak van pri
mitieve constructies, die zoowel in ont
werp als uitvoering alleen aan een ge
niaal inzicht hun bruikbaarheid konden
ontleenen, geleidelijk plaats maakte
voor dat, waarin wetenschappelijk kun
nen en industrieel inzicht meer en meer
naar voren kwamen, bleek, dat Fokker
ook dat had voorzien en tijdig had zorg
gedragen voor vorming van medewer
kers, daartoe in staat.
Maar daartoe alleen bleef zijn voor-
zienende zorg voor de toekomst van zijn
bedrijf niet beperkt. Hij wist dien mede
werkers een met de jaren toenemende
mate van zelfstandigheid in te ruimen,
met zijn in alles ruimen blik wel besef
fende, dat alleen daardoor kunnen aan
zin voor verantwoordelijkheid kan wor
den gepaard. Ook op deze wijze uitten
zich zijn groote gaven als leider.
Naast onze bewondering voor die ga
ven past ons uiting te gevan aan onze
erkentelijkheid voor de vorming, die hij
wist te geven.
Wij zullen die erkentelijkheid in da
den omzetten door steunende op het
geen wij mochten ontvangen onze
beste krachten te geven, opdat de naam
Fokker met eere in de luchtvaart voort-
leve.
brieken waren vertegenwoordigd door
den commissaris, kolonel J. J. Walaardt
Sacré, daar de heer F. Koolhoven, we
gens verblijf in het buitenland, verhin
derd was.
Vele kransen en bloemstukken.
Op de begraafplaats Westerveld wa
ren zeer véle kransen en bloemstuk
ken bezorgd van een groot aantal in
stanties, dat met deze hulde den over
leden vliegtuigbouwer de laatste eer
wilde bewijzen.
Wij zagen kransen van de commis
sarissen en directie van de Nederland
sche Vliegtuigenfabriek Fokker, van
de K.L.M., de K.N.I.L.M., van directie
en commissarissen der N.V. Koolhoven
Vliegtuigen, van de Koninklijke Ne
derlandsche vereeniging voor lucht
vaart, van de militaire luchtvaart te
Soesterberg en van den commandant
en officieren van den marine lucht
vaartdienst. Voorts waren er nog
bloemstukken van de Amerikaansche
vliegtuigenfabriek Glenn Martin, van
de Rolls Royce, van het bestuur van
het Fokker-fonds, van ir. B. Stephan,
oud-directeur van de Fokkerfabrieken,
van de vereeniging van K.L.M.-vlie-
gers, van de Nederlandsche Handel
maatschappij en voorts van een groot
aantal vereenigingen, die met de lucht
vaart betrekkingen hebben en van een
uitgebreide schare van particulieren.
Alle aanwezigen vonden een plaats
bij de familieleden in de rouwkamer
rond de baar.
Voordat de redevoeringen begonnen
speelde de organist het „Ave Verum”
van Mozart.
Zij allen vonden een plaats bij de
familieleden in de rouwkamer rond de
baar.
Ir. A. Fokker schetste als eerste
spreker namens de familie van
overledene het verlies, dat men gele
den heeft. De ongesteldheid deed aan
vankelijk niets ernstigs verwachten,
doch toen kwam plotseling het doods
bericht. Een leegte zal blijven.
Verordening voor de zeegaten.
De Staatscourant van gisteravond be
vat een algemeene bekendmaking van
den opperbevelhebber van Land- en
Zeemacht, waarin wordt vastgesteld
een verordening voor het watergebied
van IJmuiden. Zij bevat een verbod
zich met een vaartuig te begeven in.
te varen op of zich te bevinden in dit
watergebied.
De verordening geeft vier
vaargeulen aan.
Op aanvrage kan door den
Commandant te IJmuiden, al
schriftelijk, ontheffing worden verleend
van de in deze verordening gestelde
verbodsbepaling.
Ontheffing wordt geacht te zijn ver
leend:
le. voor het zich bij dag als bij
nacht met een vaartuig begeven in,
Varen op, of zich bevinden in de eerst
genoemde veilige vaargeul;
2e. voor het zich met een vaartuig
niet grooter dan 40 ton bij dag (van
zonsopgang tot zonsondergang) begeven
in, varen op, of zich bevinden in de
twee daarna genoemde veilige vaargeu
len.
Een dergelijke verordening is vastge
steld voor het watergebied van Helle-
voetsluis.
Op aanvrage kan ten behoeve van
visschersvaartuigen of van vaartuigen
van het reddingwezén door den com
mandant der maritieme middelen te
Helievoet^luis, ontheffing worden ver
leend van de gestelde verbodsbepaling.
De commandant van de stelling van
Den Helder heeft voorts een verorde
ning voor het watergebied van deze
stelling bekend gemaakt, waarin wordt
vastgesteld, dat het verboden is met
een vaartuig, vlet of jol enz. zich te
begeven in, te varen in, of zich te be
vinden in de zeegaten van Texel, Ter
schelling en Ameland.
Geen wetsovertreding van Finschen
consul.
Op de schriftelijke vragen van het
Tweede-Kamerlid Wijnkoop betreffen
de de bemoeiingen van den Finschen
consul te Amsterdam ten aanzien van
het door Nederlanders in Finschen
militairen dienst treden heeft de minis
ter van Justitie geantwoord:
Bij onderzoek is gebleken, dat de
heer G. Key, consul van Finland te
Amsterdam, desverlangd aan personen,
ongeacht van welke nationaliteit, for
mulieren verstrekt, houdende vraag
punten met het oog op een eventueel
dienst nemen als vrijwilliger
Finsche leger.
Ontkennend wordt beantwoord
vraag of het den minister tevens
kend is, dat door genoemden consul
gratis gelegenheid wordt gegeven tot
het reizen naar het buitenland zonder
het vereischte paspoort.
Van overtreding van eenige wette
lijke bepaling is niet kunnen blijken.
Ook overigens zijn geen feiten aan
het licht gekomen, op grond waarvan
uit anderen hoofde tegen hetgeen door
vermelden consul is verricht bezwaar
zou behoeven te worden gemaakt.
Naar de groeve.
Toen het eerste gedeelte van de plech
tigheid was geëindigd, schaarden zich
alle aanwezigen achter de baar om de
bijzetting bij te wonen. Terwijl de baar
werd uitgedragen, speelde de organist
het „Wiegelied der Hitten” van Rei
mann. Als dragers van de urn fun
geerden de heer Fr. W. Seckatz,
namens de directie, de heeren
H. Barto, J. H. van Aalten en M. Degen,
namens het constructiebureau, ir. A.
Nischwitz namens de bedrijfsleiding, de
heeren F. O. A. Diesing, E. May en E.
Schefe, namens de werkmeesters, en de
heeren J. Brouwer en P. Steenkisten,
namens het fabriekspersonëel. Slippen
dragers waren de heeren L. Janse van
de directie, ir. M. Beeling van het con
structiebureau, Joh. de Hoog van het
kantoorpersoneel, J. W. Post van Schip
hol, W. J. van Senus van de werk
meesters, D. J. van Wageningen van
het fabriekspersoneeL
Langzaam werd de urn uitgedragen
over het witte tapijt, dat alle geluid
dempte. Er waren honderden belang
stellenden.
Rond de groeve was ’t voltallige per
soneel van de Fokkerfabrieken opge
steld. De familieleden en autoriteiten,
de delegaties uit de luchtvaartwereld
stonden in wijden kring om het graf.
Toen trad naar voren de heer T. Nij
land, een kleinzoon van mevrouw Fok
ker. Hij droeg voor het gedicht „Een
kruis met rozen” van de Genestet,
waarvan het laatste couplet luidt;
„Moog’ elke bloeme
Der aarde vergaan,
De vrucht des levens,
Die rijpt eraan".
AJ A IV TEL. 392255*
EÉN WASCHPROCES: HET BESTE!
Voor ieder passende tarieven naar ge-
lang de verdere afwerking. 2186
Voordeelig vastrechttarief
voor grootere wasschen.
ST00MEN VERVEN