ll|AGS<CHE COURANT HET WEER(MACHT)HUISJE Vlucht uit Moskou w t X' 7 ^'X x\\)X l X \X v Zaterdag 10 Februari 1940. IN EN! OM DEN HAAG BINNENLAND FEUILLETON. r VIERDE BLAD. X x OOM KOOS. No. 17490. Hooge druk in het centrum. Opdracht voor vier sloepen voor den mijnenveegdienst Aan de Amsterdamscbe scheepswerf G. de Vries Lentsch jr. in de vioolkist reeds berucht zijn, nog be lachelijker te maken. Eén ding is zeker, wij lachen er zelf het hartelijkst om. Dat is maar goed, want zonder een beetje blijmoedigheid zou het in dezen somberen tijd wel erg triest worden. De voornaamste afmetingen van deze vaar tuigen zijn als volgt: lengte 23.04 m, breedte 4.50 m., diepgang 1.10 m. De booten zullen worden voorzien van twee 8 cyl. Kromhout-Gardner dieselmotoren van 102 pJo. ieder. De snelheid bij het mijnenvegen zal 10 knoop bedragen. (Nadruk verboden.) bent u misschien nog geparenteerd aan de Barowski’s, die in de omgeving van Dorpat hebben gezeten? Een zuster van mijn moeder was getrouwd met een overste Von Ba- rowski. Het kostte de vreemdelinge steeds meer moeite haar verbazing te ver bergen. -Dacht ik het niet! U gelijkt als twee druppels water op uw tante. Maar mag ik my even voorstellen? Fedor Stolyn vroeger luitenant in het 2e Petersburger Garderagiment, nu chauffeur. Stolyn, myn hemel, stamelde de jonge vrouw, bijna fluisterend. De Stolyns kende zy nog van hooren zeg gen; zij behoorden vroeger tot de rijk ste Russische families. Hun naam was geslachten lang verbonden geweest aan de hoogste rangen in het leger. En nu vond zij een Stolyn zoo. U behoeft geen medelijden met me te hebben, Fedor gaf een verkeer de uitlegging aan haar peinzenden blik, het gaat mjj nog niet zoo slecht. Menigeen in het Rusland van nu zal mij misschien benijden. Daar hebt u gelijk in, luitenant Stolyn. Overigens mijn naam is Li- saweta Michaelowna. Stolyn sloeg zijn hakken tegen elkaar alsof hij in een der salons der voor malige Petersburgsche aristocratie stond. Hoe komt u zoo in Parijs ver zeild, Lisaweta Michaelowna? infor meerde hij belangstellend. Ik hoop dat het u en uw ouders beter is ver gaan dan zoo menigeen van ons. U bent zeker nog niet lang hier? Waar doorgrondelijke gelijkmoedigheid de nuchtere dingen afdeed, zijn rekening betaalde, plaatskaarten bestelde ja, waar wilde hij eigenlijk heen? Het was plotseling alles zoo onwezenlijk gewor den. Dat daar in Weenen millioenenza- ken op hem wachtten, disposities moesten worden getroffen, wat ging hem dat alles aan? Van nu af zou hij daar nog alleen maar uiterlijk bij zijn. Zijn werkelijk ik echter zocht nog slechts het meisje Lisaweta in alle eeuwigheid. Hij liet zich met de lift naar boven brengen, begaf zich naar zyn kamer en wierp alles, wat hij gisteren met zooveel plezier voor zichzelf had ge kocht, in een koffer. Hij belde. Mijn bagage naar den trein voor Harwich! Meneer heeft nog bijna drie uur tijd de trein naar Harwich gaat pas om half twee. Dat kan me niet schelen; zorg, dat myn koffers er komen! De kelner keek den vreemden gast lichtelijk verwijtend aan. Een gentle man, die zich om niets dusdanig op wond? Uitstekend meneer. Nadruk kelijk behoedzaam verliet hy het ver trek. Robert ergerde zich over zyn heftig heid. Hij was toch anders niet iemand, die zijn woede en ontstem ming op anderen placht te koelen. Maar deze kamer hier maakte hem krankzinnig. Zij herinnerde hem al te zeer aan zijn droom van gisteren, zy herinnerde hem te veel aan Lisaweta. Urenlang zat hij op het ongezellige Victoria-station. Haastige, onverschil lige menschen gingen aan hem voor bij af en toe dacht hij op eenigen Eerste Kamer Gelijk de voorzitter der Eerste Kamer reeds in de jongste vergadering had medegedeeld, komt die Kamer Dinsdag 13 Februari weder bijeen. Behandeld zullen dan worden de be groetingen van Binnenlandsche Zaken en van Financiën voor 1940. afstand in een of andere Vrouw Lisa weta te herkennen maar steeds weer bleek deze bedriegelijke waarne ming op een vergissing te berusten. HOOFDSTUK XL Een milde lenteavond lag over Pa rijs. Door den laatsten schemer van den verzinkenden dag boorden zich reeds de flikkerende lichtguirlandes der straatlantaarns. Juist boven een taxistandplaats verspreidde een groote booglamp zijn melkachtig licht. Een jonge vrouw met een klein reis- koffertje in de hand kwam besluite loos naderby. Zij keek naar de straat naambordjes, ging een paar stappen achteruit en zocht weer verder. Ten slotte wendde zij zich tot een jongen chauffeur, die met een sigaret in zijn mond, in het avondblad verdiept, ach ter het stuur van zijn wagen zat. Kunt u my misschien zeggen, waar de Rue St. Honoré is? Is het nog ver? Kan ik er heen loopen? De chauffeur bracht de hand salu- eerend naar zyn pet. Stapt u maar in, antwoordde hy in het Russisch. Ik zal u er met genoegen heen brengen voor een landgenoote doe ik het gratis. De jonge vrouw staarde hem stom verbaasd aan. Hoe weet u, dat ik Russische ben? De chauffeur lachte over zyn gehee- le bruine gezicht. Dat hoor ik aan uw accent. Zoo’n R spreken toch al leen maar wy, Russen. Heb ik gelijk? Hij bekeek het meisje nu wat nauw keuriger, en het was, alsof hij zijn ge heugen raadpleegde. Neemt u mjj niet kwalyk, maar woont u eigenlijk als ik vragen mag? Ja, waar woon ik, dacht Lisawe ta, opschrikkend by deze onverwachte vraag. Ik was een paar dagen ge leden nog in Rusland mijn ouders zijn overleden Zij kon het woord „vermoord” nog steeds niet goed over haar lippen brengen. In Rusland, nu nog? Dan mag ik u, geloof ik wel gelukwenschen, Lisa weta Michaelowna. Hoe bent u er in *s hemelsnaam in geslaagd die hel te ontvluchten? Men beweert toch al gemeen, dat de bolsjewieken er al sinds jaren niemand meer uitlaten? Dat is een heele geschiedenis, luitenant Stolyn. Stolyn informeerde niet verder. De sporen van hetgeen zy had doorge maakt, waren nog duidelyk op haar gezicht te lezen. Als ik u ergens behulpzaam Plannen voor een nieuw station D.P. te Rotterdam St. Honoré, dan weet ik er alles van. Helena Trubetzkoy zij woont nu trouwens ergens anders is voor ons zoo’n soort eerste hulppost bij onge lukken. Hoevelen heeft zij al niet ge holpen! Ook my heeft zij de reddende hand toegestoken, toen ik met een paar waardelooze roebels in Parijs aankwam. Mag ik u verzoeken Lisa weta Michaelowna? Lisaweta stapte in. Deze Fedor Sto lyn was een stuk van haar vaderland, L Wordt vervolydj. Hoeveelheidsaanduiding krachtens de Warenwet De commissie, bedoeld in art. 17 der Waren wet, is voornemens te adviseeren een bepaling, houdende de verplichte aanduiding van de hoeveelheid van waren, aanwezig in ver pakkingen, welke bestemd of geschikt zijn om met den inhoud aan den verbruiker te worden afgeleverd, te doen opnemen in: het suiker en stroopbesluit, het honigbesluit, het oliën en vettenbesluit, het margarinebesluit, het meelbesluit, het cacao- en chocoladebeslurt, het koffie- en theebesluit, het specerijenbesluit, het bierbesluit, het vleeschextractenbesluit, het wijnbesluit en het waschmiddelenbesluit. Verbouw consumptieaardappelen oogst 1940. Naar wij van officieele zijde vernemen, heeft de minister van Economische Zaken besloten, dat ten aanzien van den verbouw van con sumptieaardappelen dit jaar een regeling zal gelden overeenkomende met die, welke in vorige jaren heeft gegolden. Voorts wordt medegedeeld, dat omtrent de eventueele steunregeling voor consumptie aardappelen 1940 nog niets vaststaat; de om standigheden zijn van dien aard, dat het niet mogelijk is, reeds thans dienaangaande be paalde toezeggingen te doen. Voorstel van B. en W. In een voorstel van B. en W. van Rotterdam aan den Raad, betreffende een wijziging van het uitbreidingsplan voor het oude Diergaarde- terrein, wordt medegedeeld, dat de wensch naar een modern station D.P. slechts in ver vulling kan gaan, als practisch geen verbouwing van het emplacement noodig zal zijn. Het nieuwe station D.P., dat ten Z.W. van het bestaande is gedacht, zal bestaan uit een be gane grond gebouw en een zich over het middengedeelte uitstrekkende eerste verdie ping voor kantoorlokalen. Het nieuwe spoorwegpostkantoor, dat Wes telijk daarvan is gedacht, zoo dicht mogelijk bij het stationsgebouw, zal een beganegrond- gebouw en vier verdiepingen hebben met een totale hoogte van 40 meter boven het straatpeiL De voor het nieuwe station ontworpen plein- ruimte grenst onmiddellijk aan het eenigszins verkleinde stationsplein, zoodat als het ware een dubbel plein ontstaat, waarover het verkeer van en naar het station zich zal bewegen. Op het stationsplein blijven de standplaatsen voor autobussen en taxi’s alsmede het eindpunt van diverse tramverbindingen gevestigd. geen opdracht heeft gegeven om mij te wekken. Heeft zij misschien nog iets voor mij achtergelaten? Ja, sir. De portier nam een brief uit een der vele vakken aan den wand. Robert scheurde hem haastig open. „Vergeef me, ik moest van je weg. Denk niet te slecht over me. LISAWETA”. Robert staarde lang op deze weini ge woorden. Dat was dus het einde! Lisaweta, vreemd meisje met het gezicht van Annegreet weet je, wat je me hebt aangedaan? Annegreet werd my door den dood ontnomen. Te gen den dood bestaat geen beroep. Jij echter hebt my jezelf ontnomen, in het volle leven daar zal ik mij nooit bij neerleggen. Heb ik je daar voor uit de hel gehaald, om je weer in het donker te laten verdwijnen? Li saweta -hij vormde zwijgend haar naam. Hij had hem kunnen uit schreeuwen in de wereld, tot zyn echo hem overal opnam, tot de geheele aarde weergalmde van dezen eenen, hem zoo dierbaren naam: Lisawe ta Maar het koppig opkomende voorne men „Ik zal je vinden, Lisaweta!” viel weldra in duigen. Robert keerde tot de werkelijkheid terug. Daar was het gezicht van den portier, daar waren honderd andere onverschillige gezich ten, waarvan hy er geen enkel kende. Hoe zou hij onder de tienduizenden en honderdduizenden in deze metropool, in de geheele wereld het eenige ge zicht waarnaar zyn verlangen uit ging, kunnen vinden? Hij moest zich beheerschen. Men eischte van hem, dat hy met een on- !t7) Een allerongelukkigst misverstand, dacht Robert. Daar zat hij waarachtig een half uur hier, zich hevig ongerust fakend en intusschen wachtte zij nog wat langer op hem in de hal! Maar 1°en hy beneden kwam, was Lisaweta “ergens te zien. Noch in de hal, noch in de ontbijtzaal, waar de meeste ta fels reeds bezet waren. Is miss Lohr al beneden geureest? Y^eg Robert den man achter het lo- d Op hetzelfde oogenblik zag hij ook etl sleutel van Lisaweta’s kamer aan en haak hangen. Verbaasd keek de man achter de tralies hem aan. Miss Lohr is vanmorgen vroeg al Vertrokken. Robert begreep het niet. Of liever, Wilde het niet begrijpen. Want in ziel was iets, dat hem toefluister- de: Had je werkelijk gedacht, dat dit aHes zoo kon blijven? Zijn wonderlijke °“trnoeting met Lisaweta, deze liefde, duisternis en angst geboren, moest Eblers ook weer in het donker ver zinken. Re portier keek hem wat verlegen a“n- Robert trachtte zich een houding Seven. Dan heeft mijn verloofde van morgen vroeg zeker het verwachte te- *4>r<un ontvangen jammer, dat zy ais ik u ergens behulpzaam mee kan zijn Lisaweta Michaelowna? U wilde naar de Rue St. Honoré... Zocht u misschien gravin Trubetzkoy? Hoe weet u dat? Inderdaad! Fedor Stolyn glimlachte. Als ik een landgenoote uit onze kringen ont moet en zij vraagt me naar de Rue Naar wij vernemen, heeft het departe ment van Defensie aan de Amster- damsche scheepswerf G. de Vries Lentsch jr. den bouw opgedragen van vier sloepen ten behoeve van den mijnenveegdienst vriendelijke huisdokter pleegt bij het sprake brengen van beproefde oude huis- .gitjes eens gekscherend te zeggen 111 e grootjes wisten het wel. Dat is weer gelijk gebleken in deze vorstperiode. Immers dul pud-Nederlandsche zegswijze luidtHet biezen en het kan dooien. Nu, dat hebben ^-jaar al te goed ondervonden. Eerst heeft gevroren, dat het kraakte, daarna dooide t toen weer vorst en een pak sneeuw van «jelste, Vervolgens weer dooi. Wij hebben Xa9tsen kunnen rijden tot wij er beu van sXen. pret van het sneeuwballen gooien ^sneeuwpoppen maken was er al heel gauw £D pagen lang hebben wij door de sneeuw ^nnen baggeren, hetgeen Wies de verzuchting 'jX slakrenIk kan geen poezië meer lezen. “L eersteel den besten dichter zou ik een iLneling kunnen geven. yoOd ik de vechtlust van Wies, die altijd iendelijk en zachtaardig is, al verwonderlijk, sainenhang harer woorden verbaasde mij jjaar bes te Oom, verklaarde zij, hebt u dan iet al die dichterlijke ontboezemingen gelezen er de „uritte wade’’ en het smettelooze wit, donzen deken, welke over het veld ligt, de reene rust en meer van die poespas. heb meer dan genoeg van door die witte wade wêden, de donzen deken trek ik liever tegen de kou over mijn neus en laat die sereene pjst maar rusten, want dat was ook al niets. Brei, PaP, modder is het. Anders niets. Over- schocnen waren haast niet te koop. In den Ge meenteraad is er veel over gepraat, maar schoongepwaat werden de straten niet. Dat heeft de ingei reden dooi ten deele gedaan. En na het waden door de sneeuw is het baden door de plassen gekomen. Maar lieve kind, protesteerde ik, de binnen- etad wfts toch behoorlijk schoon? ja, de binnenstad, maar wonen in de buiten wijken dan geen menschen? Daar wonen de meeste inwoners van de residentie. En dan heeft tel; G.E.B. nog de vriendelijkheid om de straatverlichting gedeeltelijk te dooven. Heusch, het is verscheidene keeren voorgekomen, dat ik mijn schoenen vol water schepte, doordat ik de plassen niet kon zien. En nu is het weer gaan vriezen, wat zullen we nu vreet krijgen? Het kan vriezen en het kan dooien, inder daad. jUs nu de riolen maar gauw ontdooid zijn, dan zijn wij tenminste van veel narig heid verlost Voor de H.T.M. is de vorstperiode een aar dige imeevaller geworden. Die heeft in een korte spanne tyds meer dan een ton verdiend. Uit onze zakken, zeggen de belastingbetalers, maar als die reiniging voldoende geruimd had, was het uü dezelfde zakken gekomen. Dat is lood om oud ijzer. Nu is het tekort bij de H.T.M. minder groot, dan het vorige jaar. Alweer de waarheid van het spreekwoord het kan vriezen en bet kan dooien. De residentie stond weer eens in *t middel punt. van de internationale belangstelling, door de Volkenbondsconferentie in het Vredes paleis, waar een tiental staten hun vertegen woordigers heengezonden hebben, om op sociaal en economisch gebied contact te zoeken. Heel wat bekende kopstukken zagen wij door de Haagsche straten wandelen. De pers en de persfotografen hebben extra werk aan den winkel gehad. Bet voornemen bestond, nu de vorstperiode schijnbaar was afgeloopen, het kruispunt Java- strant spoedig onder handen te nemen, zoodat binnen afzienbaren tijd de verkeerstoestand weer normaal zou zijn. Reeds al te lang duurt het ongerief ter plaatse, wat gemakkelijk te verhelpen zou zijn. De nieuwe vorst komt nog eens extra roet in het verkeers-eten strooien. Het geduld wordt wel lang op den proef gesteld. lu den Raad is weer eens druk gebabbeld over lycea en gymnasia. Jodocus heeft het meest gelachen om het feit, dat er beweerd verd, dat men het woord „lyceum” deftiger voïid. Weer eens iets nieuws, om ons Hage- Uairs, welker houten ham en de aardappelen s c s J J jX VA X. V- J K

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Haagsche Courant | 1940 | | pagina 13